oóór 1! BIJVOEGSEL Hindoes u Voor de VrouW Onze Leestafel. Sport ProVincienieuWs VAN DE VAN VRIJDAG 8 APRIL 1927. De Hindoes zijin een volk, dat in Britsch-Imdië leeft, het uitgestrekte en vele tientallen miillioenetn inwoners tel lende gebied in het Zuiden van Azië, aan den Indischen Oceaan gelegen. Him dioestan is de oude benaming van dat wonderschoon©, tropische land en Bom bay is de hoofdstad. Schilderachtige wijken en prachtige ge bouwen treft men aan in die Oostersdhe stad. Geweldig groote Hindoe-tempels zijn de nog aanwezige getuigen van eenhooge oude beschaving en van een der oudste wereld-godsdiensten. Een der kenmerken van den Hindoe- godsdienst is de hooge vereering van die ren. Voorals het rund en de stier staan bij den Hindoe in een reuk van heiligheid, als wij, Westerlingen, ons moeilijk kun nen- voorstellen. Een koe slachten of nog erger: het vleesch van het geslachte dier nuttigen, is in de oogen van den Hindoe een gru wel en het toppunt van barbaarschheid. In de echte Hindoe-steden ziet men dan ook geregeld enkele van die heilige run deren vrijelijk ronddwalen door de stra ten, of rustig liggen in die nabijheid der heilige tempels. Hun voedsel nemen zij, waar het maar te vinden is, aan de uitstalling van den vruchbeinhandelaar of groentenhandelaar desnoods. En niemand zal het in zijn hoofd krijgen, de dieren te verjagen. De oude, heilige koeien worden in speciaal daarvoor ingerichte asyls zorgvuldig ver pleegd. Er zijn zelfs insecten-asyls, oude man nen- en vrouwenhuizen voor luizen zouden we ze kunnen noemen, waar arme men- stiken, die er door hun rijkere broeders voor betaald worden, hun lichaam aan bieden, opdat die parasieten naar harte lust van het bloed kunnen smullen. Abnormale afwijkingen van verdwaas den en geestelijk defecten, zou men mis schien willen beweren! Maar ook "de insecten, die parasiteren op het mensohe- lijk lichaam, maken deel uit van het eeuwige leven. En zoowel de arme stum per, die zich het bloed laat afzuigen, als de rijke, die hem er voor betaalt, leeft in de volste overtuiging, dat hij daarmede een goed en welgevallig werk verricht. Ook het leven der duiven is voor een Hindoe bijzonder heilig. Naast den bad- vijver van een Indischen tempel ziet men vaak een prachtigen duiventoren met naar alle kanten uitstekende rustpunten, om den dieren een zoo gemakkelijk mogelijk zitje te verschaffen. Heit water van den badvijver zal ei niet schooner op worden door al die dui ven, maar dat doet er minder toe. Ge woonlijk is die vijver een stilstaande poel, bedekt met een vuil, vettig vlies. Maar in dat groezelig-groene en vette water, waar soms nog krokodillen in huizen ook, gaat de Hindoe met het grootste gemak en zonder ook maar het geringste spoor van eenige vrees of afschuw te toonen, zijn bad nemen. Dat is Hindoe-zindelijkheid en Hindoe- fatalisme. Als zij van vervuiling ziek wor den of door een krokodil worden opge slokt, dan is dat het noodlot, waartegen toch niets te doen is. Er zijn Hindoe's, zooals de Jaïns, een secte, die in verschillende steden en dor pen talrijke aanhangers telt, die bijna ge heel naakt rondloopen en meenen, dat zij zich door lichaamskastijdingen van alle ondeugden kunnen vrijmaken. De naam Jaïns beteekent dan ook: overwinnaars van de ondeugd. In de ongeloofelijkste houdingen ziet men sommigen langs den weg zitten. Ge heel verwrongen, de beenen in den mek gelegd en de armen op de gekste wijze daar tusschendoor gestrengeld; zoo zitten sommigen hun geheele leven. Door een langdurige verwrongen houding zijn zij natuurlijk geheel verstijfd, zoodat de een maal aangenomen verwringing een soort vergroeiing wordt, waar niets meer tegen te doen valt. Zoo zitten zij, ten prooi aan allerlei ongedierte en totaal vervuild tot aan hun dood. Weer anderen liggen, ter grootere glorie van hun god, hun geheele leven en heelemaal naakt op een bed met scherpe ijzeren punten, die overal diepe wonden in het lichaam veroorzaken. Sommige van die, naar onze begrippen barbaarsche, gebruiken zijn onder invloed van de Britsche beschaving verzacht of verdwenen. Voor een twintigtal jaren kwam het hier en daar nog voor, dat de weduwe van een gestorven Hindoe tegelijk met het lijk van haar man op den brandstapel verbrand werd. En dat werd niet als iets verschrikkelijks beschouwd door de vrouw, integendeel, zij wenschte niets lie ver, dan de wijding van den vuurdood als moderne huisvrouw, kunt niet meer buiten Rinso. Het geeft in een oogwenk een overvloedig schuimend sop dat alle vuil dadelijk los maakt. Koop nog heden een pak! ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ DELFT. Op de Rotterdamsche wegnabij Delft had een ernstig auto-ongeluk plaats. Doordat eau uit de tegenover-gestelde richting komende automobilist zijn lichten niet gedoofd had, verloor de chauffeur van een auto, waarin nog 5 personen zaten, zijn stuur en kwam de auto in een sloot terecht. De chauffeur kwam om het leven en. één der inzitten-den werd ernstig gewond. Boven: De beschadigde auto. R 306-31 Een product der Sunlight Zeep fabrieken naast het lijk van haar echtgenoot. Het leven van een Hindoe-vrouw zullen Europeesche vrouwen weinig benijdens waardig vinden, ook afgezien van het le vend verbrand worden, dat nu verboden is. Als jong meisje wordt zij door haar vader uitgehuwelijkt. Een eugen keuze be staat er niet. ïn het aangetrouwde fa miliehuis neemt men haar op en met de ouderlijke woning heeft zij daarna weinig of niets meer te maken. Wordt zij weduwe, dan volgt niet meer, zooals vroeger, de dood op den brandsta pel, maar wordt zij als een slavin be schouwd en behandeld. Haar hoofdhaar wordt afgeschoren, alle sieraden worden haar afgenomen. En baar geheele verdere leven is zij gedoemd, in- een geel rouwge waad rond te loopen, terwijl het vuilste werk voor haar weggelegd is. Door een ieder wordt zij verafschuwd. Wat vroeger haar plicht was: zich le vend te laten verbranden, kan zij niet meier nakomen, het is door het Britsche bestuur verboden. Maar het leven van de weduwe is nu een verschrikking ge worden. Volgens Engelsch recht mag zij her trouwen. Er is evenwel geen Hindoe-man die er aan denkt, een weduwe tot levens gezellin te nemen. Zij is dus gedoemd, haar treurig bestaan voort te slepen, ten zij zij zich geheel aan haar omgeving en haar verleden weet te onttrekken. Maar slechts weinige vrouwen bezitten de moed, met eeuwenlange traditie te breken, ook al zouden zij daartoe in de gelegenheid gesteld worden door een huwelijk met een man van ander ras en met minder barbaarsche opvattingen. De huisvrouw- Ma n u s j e-v a n-a lies. Ja, waarvoor komt een huisvrouw in het dagelijksch leven nu niet te staan? De moeilijkheden, die zij in haar kleine wereldje te overwinnen heeft, zijn tal loos. Geen wonder, dat zij vindingrijk wordt op den duur. Daar zijn nu bij voorbeeld leeren tasschen. In welk huis gezin komen die nu niet voor? Hebben de schoolgaande kinderen er geen, dan is het vader wel, of de huisvrouw heeft zelf een leeren tasch of city-bag. Hoe moeten we die nu opknappen, als het ïioodig lijkt? Aldus: Is de tasch in lang niet gebruikt en door vocht beschimmeld'? Wrijf dan eerst die schimmel er af met een doek, die in warm zeepwater ge drenkt is. Vervolgens de tasch een tijdje laten drogen op een droge plaats. Denk er initusschen om, dat leeren tasschen ©ni koffers, enz. nooit op heel warme plaatsen bewaard mogen worden, omdat dan het leder weer buitengewoon droog en onhandelbaar wordt (barsten!). En nu gaan we de tasch eens fijn schoon maken. Dat doen we met behulp van een gewone, zachte gele zeep. Na de rei niging de tasch droog wrijven met een schoon© doek en ten slotte inwrijven met een druppeltje olijf- of sla-olie. En weet U wat een handige manier is, om die vieze zwarte vetvlekken (van olie of vet) er uit te krijgen? U neemt dat tubetje solutie, waarmee zoonlief zijn fietsbanden plakt, als er een lek in zit. Daarmee) bedekt u, met een dun laagje, de vetvlek ken. Het moet echter goede, snel drei gende rubber solutie zijn. Even voordat de solutie gedroogd is, kunt U het rub berlaagje eraf pellen. En in de meeste gevallen is de vetvlek verdwenen. Maar gebruik vooral geen sterke zuren, om vlekken van leer te verwijderen, als bijv. zuringzuur. Want die tasten het leer aan. Nuttige wenken Wanneer u azijin kookt in dien ketel die zoo aangeslagen is met ketelsteen, dan zal de aanslag zacht worden en van bodem en zijwanden afbreken. Om een oudbakken brood te verver- schen, wikkele men het een paar minuten in een vochtigen doek, neme dan den doek weg en leg'ge het brood gedurende een half uur in een heeten oven. Roestig staal kan men schoonmaken met een doorgesneden ui en het dan zoo een dag laten liggen. Daarna poetsen met een papje van amarilpoeder en petroleum. Als u die witte zijden blouse of jumper, die u gaat wasschen. een weinig stijlheid wilt geven, moet u een paar schepjes (of klontjes) suiker oplossen in het schoone water, waarin u de blouse naspoelt. Dan stevig in een schoone handdoek rollen en strijken, terwijl de blouse nog vochtig is. i Een nieuw kleed moet een maandlang nadat het gelegd is, niet met stofzuiger of rolveger behandeld wordien. Alleen zorgvuldig met een karpetschuiier schuie ren, met den stapel mee. O Eucalyptus-olie is een pracht-middel om vet- of teervlekken uit de teerste stoffen le verwijderen. Gebruik een schoon lapje met een paar druppels eucalyptus-olie er op, en wrijf daar de vlekken mee, tot ze verdwenen zijn. Ais de aardappelen oud worden, is het aan te bevelen, een beetje suiker in het water te doen, waarin ze gekookt worden. Een heerlijk nagerecht: hazelnotenschot eitje. Daarvoor is noodig een rol beschuit (12 stuks), V2 kan melk, een paar eieren, 1 ons suiker en 2 ons ongepelde hazel noten. De hazelnoten pellen we en raspen we fijn, of malen ze. De beschuiten wor den in de warme melk fijngewreven. De eierdooiers roeren we met de suiker glad in een vuurvast schoteltje, waarna we er de warme beschuitpap ein de fijne hazel noten doorroeren. Het eiwit, wordt stijf geklopt en er luchtig doorheen geroerd. De bovenkant strijken we glad, leggen hier eni daar een paar klontjes boter, strooien er wat paneermeel, suiker en fijngewreven hazelnoten overheen en laten het schoteltje ten slotte in een matig warmen oven licht bruin worden en rijzen. publiek bewijst de tweede druk, die juist verschenen is. We zouden in herhaling vallen als we Fannie Hurst's groot-menschelijke en ge voelige werk opnieuw bespraken. Met ver wijzing naar ons oordeel kunnen we dus dezie roman over de dienende Bertha, die zooveel weldadige goedheid ademt, ten zeerste aanbevelen. Iedereen die „De sloof" gelezen heeft zal zich prijzen dit letterkundig werk niet gemist te hebben. „Een bandieten-koningin". (A. W. Brutna en Zn., Utrecht). Aan dit werk is de romantiek niet ge spaard. De lotgevallen van die aanvoer ster eener bandietenbende, zijin uitermate spannend, het „geval" is goed ontwik keld, en voor geregelde lezers van detec tive-lectuur niet onaannemelijk. Als ont spanningslectuur een alleraardigst boek. Licht. (W. de Haan Utrecht). De jongste aflevering van dit werk houdt in: „Het oefenen van het geheu gen", het derde artikel over „Noorder licht en -duisternis"; „Bestuiving door insecten"; „De Hel I „Van vliegtui gen en vliegtochten", en tal van illustra ties en foto's op de artikelen betrekking hebbend. Ieder nieuw nummer van „Licht' is een. ware verrassing. Verschillende uitgaven. Bij de Hollandia-Drukkerij te Baarn zag het licht: „Hij leefde eens door Henny VyzelaarVisser, een innig boek je aan Christus gewijd en het vijfde num mer der Liturgische handboekjes, hande lend over: „Heilige doop en bevestiging van nieuwe „De sloof", door Fannie Hurst. (H. P. Leopold's uitg.-Mij., Den Haag). Terecht is deze roman van de Ameri- kaaosche schrijfster ook hier te lande geprezen. Dat niet alleen de critici „De sloof" goed bevonden, maar dat het boek tevens in den smaak viel van het groote VLUGKOKEND HAVERMOUT gaar in 3 tot 5 minuten. Voetbal. Kampioenschap van Nederland. FeijenoordN. A. C. Promotie-competitie 2e kl. L. O. N. G. A.-V. V.,V. Beslissings-wedstrijd. Mid delbur gTerneuzenZi er ikzee Zuidelijke le klasse N.V.B. Het programma voor a.s. Zondag voor bovengenoemde klasse luidt als volgt: RoermondN. O. A. Dl Zuidelijke 2e klasse N.V.B. Het programma voor a.s. Zondag voor bovengenoemde klasse luidt als volgt: VlissimgenDongen. Blue-band-reizen. De groote belangstelling, die er de vo rige jaren voor de vacantie-reizen der N.V. v. d. Bergh's fabrieken bestond, heeft de N.V. dioien besluiten ook dit jaar weer leerlingen van Middelbare scho len een reis naar Zwitserland aan te bieden en meisjes en jongens uit de hoog ste klasse der Lagere scholen een week in de bosschen of aan zee te laten door- brengen. 7 De eersten gaan naar r luelen in Zwit serland, de anderen naar Berg en Dal of Katwijk aan Zee. De heeren Dr. G. H. Coops, inspec teur van het Middelbaar onderwijs; H. J. de Groot, inspecteur-Generaal van het Nijverheidsonderwijs, A. Rienks, hoofd inspecteur van het lager onderwijs en Dr. C. J. Vrnkesteijn, inspecteur der Gym nasia, hebben zich' wederom bereid ver klaard zitting te nemen in een commissie van Advies, teneinde de N.V. met hun voorlichting te steunen. In verband met de groote voorberei dingen is besloten, dat de aanmeldings formulieren uiterlijk 1 Juni in bezit van v. d. Bergh's fabrieken moeten zijn en dat daarop moeten worden ingevuld de vordieringscijfers van het eindrapport van het vorige studiejaar (19251926) 'be nevens van de reeds verschenen rapporten van den loopenden cursus (19261927). Van deze cijfers wordt het gemiddelde genomen en degenen met het hoogste gemiddelde cijfer komen voor de reizen in aanmerking. De Aimapolder te Kortgene. Vrijdag 1 April 1927 had in de „Stad- Wijnkelder" te Kortgene de aanbesteding plaats van de onderhoudswerken derWa- terkeering van den Calamiteuzen Amma- Polder voor het dienstjaar 1927. In afwijking met de gewoonte waren de leden van den Dijkraad uitgenoodigd tegenwoordig te zijn bij de aanbesteding om verder met het Bestuur en enkele genoodigden het heuglijk feit te herden ken, dat het thans 200 jaar geleden was dat de aanbesteding plaats had van den thans bestaanden zeedijk en dat met ckfi feit de Anna-Polder bedijkt is en schor ren^ poelen enz. in vruchtbare landou wen werden herschapen. Na afloop der aanbesteding heeft men aan een gemeenschappelijk diner verder het feit herdacht. De voorzitter, de heer L. J. Dorst, nam nu het woord om een kort over zicht te geven van de geschiedenis van juffrouw Anna. In de eerste plaats heette de voorzit ter den heer Flipse welkom alhier als Provinciaal Ambtenaar van den Water staat met standplaats Kolijmsplaat en ook den heer Johs. van, Oeveren, diie als pachter van een der grootste Ingelanden genooidigd was. Verder sprak de voor zitter ongeveer het volgende-: 1 April 1927, mijne heeren is een mijl paal in de geschiedenis dezer Waterkee- ring. Het is 200 jaar geleden, dat de Awna-Polder is ingedijkt. 200 jaren, is een lang tijdperk waarin veel gebeuren kan, maar waarin ook veel gebeurd is. Den 3den September 1726 compareer den voor Notaris Evertsen te Middelburg de heeren Maurits van Nassau, heer van Dryhergen, Mr. Hendrik de Beaufort, heer van Duivendijke met nog eenige anderen tot het vaststellen van het be- dijkingscontract van 1 April 1727 had de aanbesteding plaats van den zeedijk. Zij werd gedoopt Jonkvrouw Anna, als voor naam van de dochter van Mr. Hendrik de Beaufort, heer van Duivendijke. Ais men de geschiedenis van Jonk vrouw Anna nagaat en. het geheele ver loop is de polder over het algemeen niet gelukkig geweest. Al was de polder bedijkt, de zee liet haar eigendom niet spoedig los. Reeds in 1742 moest .een in- laagdijk worden gelegd en in 1760 ging eeni groot stuk van Anna verloren. Het geen de zee gegeven had, nam ze weer tot zich. Bij den eersten hoek voor de hofstede Anna-Polder, de eenige hof stede in den polder, bewoner H. van der Maas, kan men thans nog zien, dat de zeedijk recht doorliep en bij dijkpaal 13 liep de dijk ook recht door de Zandkreek, wat ook mog ©enigszins te zien is. Zooals ik zei heeren zijn de lotgeval len van Jonkvrouw Anna vele. Zij baar de veel zorg en veel werkzaamheden moesten verricht worden om het ver overde land tegen de zee te beschermen. Het gevolg was, dat er voortdurend geldgebrek en de polder al vroeg geld moest leenen en tot heden niet in staat is geweest de oude schuld af te lossen. In 1752, dus nog geen 25 jaar oud moest reeds een belangrijke som geld geleend worden om de vele kosten van onder houd te dekken. In de jaren 1760 tot 61 en in 1777 werd nog meer geld ge leend en volgens de rekeningen uit die dagen werden ook belangrijke bijdragen ontvangen uit 's Rijks kas.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1927 | | pagina 5