U behoort mijn hart
N°. AO.
Vrijdag 1 April 1927
ill8 Jaargang
Bij dit nummer be-
hoort een bijvoegsel-
EEN NIEUWE DAGERAAD.
SAMOS PRIMA
n,io
L!
70 FEUILLETON
Medische Rubriek.
Stadsnieuws
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2.
buiten Goes f2.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
UitjavdNaamlooza V«r»oot»dhap Goeech» Courant
COURANT
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
en Kleeuwen* Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf cent per regel. Adverteotiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Te midden van de stroomen van ge-
dachfcelijke onrust, die van tijd tot tijd
naar boven komen op bet gebied der in
ternationale politiek, is het goed en zoo
buitengewoon hoopvol, vertrouwen-wek-
kemd en bemoedigend, het oog te rich
ten naar den nieuwen dag die komen
gaat, waarvan het eerste gloren als een
juichende voorbode van wat absoluut on
weerstaanbaar komen zal, den einder met
een jong, nieuw, stralend1 licht vervult.
Wie kan de zon, of de aarde in haar
loop stuiten? Wie kan den dag tegen
houden, wanneer de dageraad gloort?
Het donkerste uur gaat aan den dage
raad vooraf, de kilste oogenblikken van
den nacht zijn die, wanneer de zon haar
eerste stralen over de sluimerende aar
de zendt. Daarom, al kan het schijnen,
alsof de gedachte van internationale toe
nadering en vrede, van „good will" on
der de volken soms in kracht en aanzien
inboet, alsof die oude bittere en on
heilbrengende ideeën van rassenhaat en
vijandschap tusschen volken, culmineeraid
in oorlog, weer meer macht gaan krijgen,
wij dienen te beseffen, dat de dageraad
der volkentoenadering daar is, dat het
eerste licht den nieuwen dag heeft aange
kondigd en dat niets den komenden
dag kan tegenhoudenHet kunnen slechts
donkere wolken zijn, die een oogenblik
het aangezicht der zon verduisteren, maar
die toch zullen moeten wijken, naar mate
de zon meer kracht krijgt
En wij kunnen weten, met hoe
groote kracht er aan de internationale
toenadering gewerkt wordt, omdat het de
jeugd in alle landen ter wereld is, die
zich met een nog nooit gekend en nooit
aanschouwd enthousiasme aan dit groot-
sche werk wijdt. De jeugd is open voor
de internationale vredesgedachte en het
is juist deze mentale houding, deze be
reidwillige geestesgesteldheid, die zooveel
moed geeft voor de toekomst. De inter
nationale samenwerking en uitwisseling
van gedachten zooals die tot stand komt
door een wereldbeweging als die der Boy-
Scout-organisatie (om een objectief voor
beeld te noemen) is van zeer vèr-strek
kende beteekenis, zooals vroeger
eens uiteengezet door de gevoelens
van kameraadschap en waardeering, die
een voortdurend bezoek der jongelieden
der verschillende landen aan de vrienden
in het buitenland, ongetwijfeld aankweekt.
Maar van nog veel grooter beteekenis
is een internationale kameraadschap tus
schen de studeerende jonge menschen,
de studenten, menschen reeds, de
keurtroeepn van- het zich ontwikkelend
menschdom. Waar die zich beijveren, om
de door menschen opgerichte slagboomen
tusschen rassen en volken neer te halen,
om elkaar volkomen te leeren begrijpen
en waardeeren, daar kan het goede ge
volg, 'belichaamd in een sterk vermeer
derde waardeering der naties onderling,
niet uitblijven. Daar worden de hecht-
ste bar den voor internationale vriend
schap gesmeed. Want niets is meer waar,
dan hetgeen een overzeesch confrater op
merkte, m.l. „wat de studenten heden den
ken, zullen de naties morgen denken".
Allerwegen^ zien wij ook de studenten
wereld zich voor de groote vredes-idee,
de verzoeningsgedachte inspannen. In
ons land bijvoorbeeld, kwam niet lang
gelödeni, het Neder landsch-Indonesisch ver
bond van Jongeren Organisaties tot stand,
waarvan niet minder dan. ruim 60 °/o der
in Nederland sfcudeerende Indonesisch©
studenten- lid zijn, en verder talrijke Ne-
derlandsche studenten en afgestudeerden,
kortom allen, die het wèi meenen met
de versterking der cultureel© banden tus
schen Nederland en Indonesië en de uit
wisseling van Indonesische en Nederlamd-
sclhe cultuur. Dit verbond is een machtig
middel, om een dom rasonderscheid vol
komen te elimineeren. Wereldsfcudemtehi-
organisati.es, met „filialen" in alle landen,
Oost en West, vormen één netwerk over
de geheel© wereld. In Europa worden ge
regeld internationale studenten-congressen
gehouden. Er zijn op het oogenblik zelfs
plannen in bewerking voor het houden
van een Pacific Area-conferentie, waar
aan studenten uit alle landen rond den
Pacific-oceaan zullen deelnemen en die
dezen zomer in China gedurende twee
weken zou worden gehouden. Zoo groeit
het machtig vredeswerk. Een- nieuwe
in luxe rietverpakking
Fa. J. A. L. G. WITTE
Wijnhandel, Goes.
door
hedwlg Oourthm—Mahiorw
Mevrouw von Tronsfeld was zoo blij,
dit te hoornen. De dokter had gezegd: „Als
onze patiënte eerst maar weer op de be
hoefte van de maag reageert, dan is ai-
les goed". Een glas port, vermengd met
een geklopt ei, stond klaar. Daarvan liet
mevrouw von Tronsfeld Rita drinken.
Volgzaam als een kind slikte zij het in
en keek daarbij de oude dame ernstig
aan. Plotseling kwam er een andore blik
in haar oogen en haastig duwde zij d©
hand, die haar voerde, weg.
„Neen ik wil niet meer."
„Nog een klein beetje, kindje".
Eene onrustige en pijnlijke uitdrukking
kwam in Rita's oogen.
„Ben ik ziek?"
„Een beetje, mijn kleine Rita"'.
Toen kwam er een uitdrukking in
Ritas gelaat, als luisterde zij raar een
inwendige stem. Plotseling rees ;cij over
eind en op hare armen gesteund, keek
zij angstig de kamer rond. Wepr in de
kussens terugvallend, zei zij op klagen-
Met dit alles gaat gepaard of
juister: er moet aan voorafgaan. een
verdieping van ons geestelijk leven. Wil
de wereld haar groote idealen van vriend
schap en vrede verwezenlijken, dan- moet
ook het individu innerlijk beter worden,
hooger stijgen in- geestelijk streven, in
levenshouding. De individu moet „goed"
„'beter" leven. Dit „goed leven" wordt
mooi gekarakteriseerd door de woorden
van Norwood: Hij die zorg tegemoet
treedt zonder bitterheid en niet verhard
wordt door welvaart, die verslagen wordt
maar doorvecht, of overwint maar nederig
blijft, die de hoop der jeugd meedraagt
in de donkerende schaduwen vam den
ouderdom, en die, als de zon ondergaat
vertrouwt op den morgen die komen zal,
dat is de man die goed geleefd heeft".
Vruchten en tanden.
Weinig algemeen bekend is wel, dat
veel fruit eten een uitstekend middel is
om de tanden gezond te houden. Menschen
die geregeld groenten en fruit eten, heb
ben meestal mooie-, heldere, glanzende
tanden en zelden zult ge hen hooren kla-
den toon:
„Waarom hebt ge me niet laten ster
ven?"
De beide heeren hadden in de aan
grenzende kamer alles gehoord. Gun ter
wilde naar binnenstormen-, maar baron
Viktor hield hem tegen.
I,Blijf kalm, Gunter", zei hij fluiste
rend.
Bevend van ontroering bleef Gunter
staan.
Ginds in de ziekenkamer streek tante
Maria zacht over Rita's haar.
„Je moet je rustig houden, Rita. Zulke
dwaze dingen mag je niet meer denken."
Met wilden angst richtte Rita zich
weer op en greep de hand der oude dame.
„Gunter mag hier niet komen hoort
u laat hem niet binnenkomen ik
smeek t u, lieve tante Maria".
„Neen, neen, mijn arm, lief ltind, hij
komt niet, wees maar stil. Wij blijven
met ons tweeën, zoolang je wilt mijn
woord er op."
Afgemat zonk Rita in de kussens terug.
Toen lag zij een poosje stil, staarde
strak omhoog naar het plafond en be
proefde alles wat er was gebeurd, in haar
geheugen terug te roepen'; Mevrouw von
Tronsfeld streelde maar aldaar zadht en
liefdevol hare handen.
Toen begonnen er groote zware tra
nen uit Rita's oogen te vloeien, 't Was
een troosteloos, stil weemen, dat diep aan
IN DE RIDDERZAAL IN DEN HAAG, waar een bijeenkomst plaats vond van het Comité „Vliegtocht Ne
derland-Indië" en de Kon. Vereeniging voor Luchtvaart enz., bevonden zich o.a. H. M. de Koningin-Moeder en Z. K.
H. Prins Hendrik. I
gien over kiespijpi. En wanneer we nagaan,
dat juist de bewoners der zuidelijke lan
den- de mooiste, gave gebitten hebben,
dan moeten we dit wel als een der hoofd
oorzaken aannemen. Want het fruit is
immers voor deze volkearen het voornaam
ste voedsel.
De vruchtzuren dringen gedurende het
kauwen in alle reten en hoekjes door
en vernietigen de baoterieën, die zich ont
wikkelen uit de etensresten, die in onzen
mond achterbleven en tot bederf overgaan.
Het vruchtvlees cb efent op de tanden
een schurende werking uit en vooral ap
pels hebben de eigenschap, dat ze zelfs
den kalkachtigen aanslag aan het tand-
vleesch losweekeai.
Dat deze zoogenaamde tandsteen het
glazuur der tanden aantast, waardoor vele
ziekten der tanden worden veroorzaakt
is wel genoeg beltend. Eet ge 's avonds
voor het slapen gaan een appel, dan zult
ge opmerken, dat 's morgens uw mond
niet dien onaangenamen smaak heeft als
anders. En waar tegenwoordig het ge-
heele jaar door appelen in den handel
zijn, kunnen alle moeders hun kinderen
van jongs af aan deze heilzame methode
gewennen. Zij zullen, naast het behoud
van gezonde tanden, ook nog andere gun
stig© uitwerkingen er door ondervinden.
De satisfactie van Goes.
(Slot).
Alva, de onmiskenbaar eminent© veld
heer. had met zijn schelpen blik ter
stond gezien, dat Goes en het eiland
Zuid-Beveland een niet te onderschatten
strategisch bolwerk vormen zouden, waar
mee hij Zeeland grootendeels beheerschen
kon. Onder bevel van Isidore Pacheco,
cjen hij tot Gouverneur benoegide. zond
grijpend was, maar deze tranen waren
heilzaam, dat wist de oude dame. Zij
liet Rita rustig uitweeïien en droogde
steeds maar weer zachtjes de tranen van
het trillende gezichtje.
Eindelijk hielden zij op te vloeien en
toen nam mevrouw von Tronsfeld Rita's
hand warm en vast in de hare.
„Zoo, mijn lief kindje, dat heeft je
goed gedaan, is 't niet? Die tranen heb
ben je verlichting gegeven. Blijf nu rus
tig liggen en luister eens naar mij. Of
wil je liever slapen?"
Rita begon opnieuw te snikken.
„Neen ik wil sterven sterven
ik kan niet meer leven."
„O ja, dat kun je wel, je zult je man
dankbaar zijn, dat bij je in het leven
heeft teruggehaald. Je weet niet wat een
vreeselijk verdriet je je man en je va
der hebt aangedaan, door van hen te
hebben willen weggaan.
Rita schudde smartelijk het hoofd.
„Niemand houdt van mij, u misschien
een beetje, tante Maria, verder ben
Ik iedereen tot last. Ik weet 't wel."
„Je weet niets, mijn kind, in 't ge
heel niets. Een onzalige samenloop vali
omstandigheden, leugen en bedrog van. een
verdwaasde vrouw, hebben je in de war
gebracht. Wat Carry von Croner je ge
schreven heeft, was een vervalsching der
feiten, maar geen waarheid. Geloof me,
je vader heeft je lief, en Gunter heeft
hij ver scheiden vendels binnen Goes, om j
het eiland en de stad tegen de ver
wachte aanvallen der Staats gezinden te
beschermen.
Niettegenstaande zijn belofte, dat de
burgerij geen overlast van deze garnizoe
nen ondervinden zou, niettegenstaande
Alva's uitdrukkelijk bevel, liet gouverneur
Pacheco toe, dat door zijn manschap
pen plunderend werd te keer gegaan en
de inwoners van Goes zoowel als de
bevolking van het platteland door hun
eigen trawanten werden uitgezogen.
De uitvoer van de veldproducten werd
verboden, de handel en de nijverheid; lag
stil. Toen volgde in 1572 het beleg, dat
door den Prinselijken Gouverneur van Vlis-
singen Hyronimus Tseraerbs later ver-
eenigd met den Geuzenhopman Barlhold
Entes van Menthemda, na één mislukte
poging voor de stad geslagen werd met
ingegraven gróf geschut, en ruim drie dui
zend man, hoofdzakelijk Engelsckem en
Franschen.
Zoo lagen ongeveer negen weken de
stad en het eiland door het Prinsenvolk
ingesloten en tal van burgers vonden bij
het schermutselen den dood.
Tot Mondragon op aanwijzing van zijn
hopman Dirk Bioemaert het stoute stuk
bestond, om aan het hoofd van eemige
duizenden soldaten op een doorwaadbare
plaats over het verdronken land van Rei-
merswaal te trekken en hij bij Krabben-
dijke op den Zuid-Beveiandschen bodem
trad. Na een hevig gevecht moesten Tse-
raerts en Entes wijken en door een pa-
nischen schrik bevangen vluchtten hun
sterk gedecimeerde vendels naar de Geu-
zenschepen; de Spanjaard had gezege
vierd.
Hoe zwaar beproefd, Goes had 't beleg
weerstaan, maar de Lasten, die op de
schouders der Zuid-Bevelanders reeds zoo
loodzwaar drukten), werden met iederen
dag verzwaard, als dank voor de vel©
je ook lief, jou alleen, hoe de schijn je
ook bedrogen heeft".
Zij trachtte Rita lalles te verklaren,
zoo goed zij kon. Rita keek haar af en
toe wei verwonderd aan, maar toen me
vrouw von Tronsfeld Veindelijk zweeg, zei
zij treurig:
„Och, u meent het goed met mij, lieve
tante, u wilt me 'heipen den weg in het
leven weer terug te vinden maar ik
kan dat alles niet gelooven. Zoo schaam
teloos is een vrouw niet een man om
den hals te vallen en te kussen, die haar
niet lief heeft!"
„Kind o, kind er zijn nog heel
wat andere dingen mogelijk in het leven.
Misschien dacht Carry Von Croner wer
kelijk, dat zij nog bemind werd. Haar
ijdelheid liet zeker tniet toe, zich te be
kennen, dat jouw man haar al lang niet
meer liefhad. Herinner -je je niet, dat ik
je voor haar waarschuwde, dat Gunter
en je vader dat ook deden. Wij wisten,
dat zij je niet lijden mocht.
»»Jn, ja, Idat weet ik. Ik heb t
ook zelf wel gevoeld, dat zij me vijan
dig gezind was. En dat kan ik nu ook
wel begrijpen. Als zij Gunter lief had,
moest zij mij haten. Dat weet ik ook
wie een zoo mooie vrouw als Carry
von Croner heeft lief gehad, kan zoon
onbeduidend ding als ik ben.niet liefhebben.
O hoe schaam ik me dat mijn vader
mij aan Gunter aanbood. Hij kon toen
offers, die zij voor hun koning brachten.
En als zij" in herhaalde remonstranties
het durfden bestaan om een verlichting
van dien last te vragen, werden de schroe
ven wel zoo sterk nog aangedraaid.
Het waren deze ondankbaarheid en oin-
verdragelijke willekeur, die den weg be
reidden voor wat eens onvermijdelijk ko
men moest, niettegenstaande hun gevoel
van dankbaarheid voor Keizer Karei en
diens onbemanden nazaat.
Geen klacht, hoe redelijk ook, vond bij
den nieuwen Gouverneur Don Philippe de
Beaumont gehoor, die, toen Pacheco was
gesneuveld, hem in het bevel over het
eiland opgevolgd was en evenmin te
Brussel bij den Raad van State.
Toen werd de stoute stap gewaagd.
In 1576 begaf zich een gezantschap
naar den Prins, bestaande uit den- Goe-
schem burgemeester Cornells Pieters Pol
derman, den Dijkgraaf van Bewesten ler-
seke of Breede Watering, Jan Adriaans-
zoon Blancx; den Schepen Piefcer Jas
per Vossemare en den Goeschen secre
taris Mr. Jacob Valcke.
Zij waren van den last voorzien' om op
een> reeks artikelen, door hen uit naam
der stad en het eiland opgesteld, de goed
keuring van den Prins te vragen, welke
als even zooveel voorwaarden moesten
geldein, waarop men zich begeven wild©
onder het gouverneurschap van Oranje.
Die in artikelen vervatte wenschen
noemt men gemeenlijk nu: „De Goescha
Satisfactie".
Na vele malen heen en wieder reizen
dier Gedeputeerden tusschen Goes en Mid
delburg, waar zich de Prins bevond, werd
op den 22sfcen Maart 1577 in laatstge
noemde stad de satisfactie door partijen
onderteekend, om op den 27sten van die
maand t© Goes vanaf het Stadhuis den
Volk© plechtig te worden afgekondigd.
De satisfactie nu behelsde in het eerste
artikel vrijheid au openbar© Godsdienst.
niet anders doc.i, dan mij tot vrouw ne
men. .En nu zou ik verder moebe/n leven
in het bewustzijn, dat ik den man, dien
ik zoo lief heb, tot last ben. Neen, dat
kan ik niet, dat kan ik niet. Was Gunter
maar barmhartig geweest en had» hij mij
maar laten sterven."
„Hoe kon hij (dit doen, Rita! Hij
heeft je zoo innig lief, geloof me toch,
ik wil 'het je heusch niet uit barmhartig
heid wijsmaken. Als 'je eens wist hoe ang
stig en bezorgd hij is voor je gezondheid,
als je eens wist, hoe hij er naar snakt,
dat je hem bij je zult roepen en je hem
zult toestaan, je alles te zeggen. Ook je
vader houdt zielsveel van je, al hecht hij
ook te veel aan zijn jonggezellen vrijheid,
om die aan je te kunnen opofferen. Hij
wist, dat je in Gunfcpr een man zou krij
gen, die je op de handen zou dragen. Ert
nu zijn die twee mannen in zorg over jou,
zij snakken naar een woord van vergeving
van je en hebben mij gesmeekt hun voor
spraak bij je te zijn."
Rita keek haar treurig aan.
„Ik ben niet ,boos op hen* - zeg hun,
dat ik hun gaarne vergeef zij kunnen
t immers niet helpen;, dat zij mij niet kun
nen liefhebben."
„Mag ik hen dan roepen?"
Rita rees angstig overeind.
„Neen, neen ik kan hen niet zien -
nu nog niet laat mij tijd tot rust te
komen". (Wordt vervolgd).