II behoort mijn Hart Dat s KWAT1A N°. 55 Maandag 21 Maart i$S7 lil8 Jaargang. Abonnementen Buitenland FEUILLETON Rechtszaken. Binnenland KWATTA* VOLLE MELK DEEPEN Kamer O Verzicht. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. fiOESOSE ft COURANT UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant Bj|jg|jSp en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels fl,20, elk meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. voor minstens 3 maanden worden ten allen tijde aangenomen door onze agenten en aan het bureau Turfkade 15. Zij, die zich nu abonneeren, ontvangen de t ot 1 April verschij nende nummers kosteloos. Administratie Goesche Courant. OVERZICHT. Gespannen toestanden. Volgens een nog onbevestigd; bericht is de stad Nanking door de Cantonneezen veroverd en men verwacht ook spoedig de overgaaf van Shanghai. Hoewel som mige berichtgevers den indruk hebben, dat er hevig wordt gevochten, is al her haaldelijk; aan het licht gekomen, dat ver raad en omkooperij een grootere rol spe len in den Chineeschen burgeroorlog dan bloedige gevechten. Ook nu, weer zou Nanking gevallen zijn doordien een groot deel van het leger, dat de stad zou ver dedigen, overliep naar de aanvallers. Behalve de permanente oorlogstoestand waarin China verkeert dreigt volgens Ita- liaansche opvatting 'het gevaar voor een nieuw conflict op den Balkan. Zuid-Slavië zou zich ten oorlog toerusten omdat het zijn belangen in Albanië bedreigd adht door Italië dat expansie zoekt op den Balkan. Vrijdagavond zijn, te Londen uit Rome berichten ontvangen over een; ongewone bedrijvigheid aan de Albaneesdh-Zuid- Slavische gnens. De „Westminster Ga zette" wijst op het verontrustend karak ter dezer berichten, die officieel door Italië geïnspireerd schijnen. De „Times wijst op het belang, dat Italië, naar inter nationaal erkend wordt, bij de onafhan kelijkheid van Albanië heeft en schrijft, dat het gevaarlijke element in den tegen- woordigen toestand is, dat, nadat een poging om Ahmed Zogoe, den' Albanee- scihen dictator, ten val te brengen, mis lukt is, thans een nieuw avontuur wordt voorbereid, waardoor, indien dit gedeel telijk zou slagen, een interventie van Italië ter verdediging van; den status in Albanië onvermijdelijk zou worden. In een officieel bericht uit Belgrado wordt weliswaar tegengesproken» dat Zuid- Slavië toebereidselen maakt voor een in val in Albanië, maar de mogelijkheid van een nieuiw conflict op den Balkan blijft toch geenszins buitengesloten. Werk voor den Volkenbond. De Volkenbond zal er goed aan doen een oogje op den Balkan te houden .Voorts krijgt hij drukke bezigheden, ook in ver band met zijn „ontwapenings-conferentie' Lord Robert Cecil zal namens Engeland, een nieuw voorstel aan de voorbereidende 65 door Hedwig Courtha—Mahlor Ontsteld wilde de knecht hem den last helpen dragen, maar hij schudde heftig het hoofd. „Gauw den dokter roep de andere bedienden gauw, gauw!" Die bediende vloog naai- binnen en alar meerde het geheele personeel. Ieder een snelde verschrikt toe. Niemand ge loofde aan een ongeluk. Guniter bekommerde zich niet om de ontstelde lieden. Buiten, snorde de auto al weg om den dokter te halen. Hij droeg Rita zelf in haar slaapkamer en legde kaar behoedzaam op den divan neer. De huishoudster riep de kamenier haar te volgen en stuurde alle andere weg. De twee vrouwen ontkleedden Rita op Guwters bevel en legden haar in warme dekens gerold, in bed. Initusschen had Guniter in allerijl droge kleeren aangetrokken en ging weer naar Rita's slaapkamer. Toen de dokter kwam hadden hij en de beide vrouwen alles gedaan om Rita in het leven terug te roepen, maar zij was nog niet weer tot ontwapeningscommissie voorleggen, waar van aangekondigd wordt, dat het de meest radicale stellingen belichaamt, welke de Eingelsche delegatie tot dusver heeft ont wikkeld. Wat dit voorstel omvat, is nog niet bekend geworden, maar te Genève verwacht men ervan een verscherping van de tegenstellingen, welke er reeds bestaan tuisschen Engeland en de Volkenbonds- staten van het vasteland. Anderzijds heeft de volkenbond, in zake zijn ontwapeningspogingen» van Ame rika, nul op rekestgekregen. Zooals ge meld, heeft de regeering te Washington een memorandum gezonden aan het Vol- kenibondssecretariaat, waarin zij haar standpunt uiteenzet ten aanzien van ver schillende voorstellen der voorbereidende ontwapeningscommissie. Amerika verklaart zich tegen elk voor stel van een internationale controle op de doorvoering van de ontwapeningsvoor stellen. Het is van meening, dat men daarbij moet vertrouwen op den goeden wil en de achting voor de verdragen. Controle zou slechts wantrouwen en ver zet wekken. Amerika is tegen industrieele overeen komsten ter controleering der productie. Op het voorstel om Langs den weg van industrieele afspraken den chemischen oorlog te verbieden;, merkt het memoran dum op, dat dergelijke overeenkomsten voor de bewapeningsbeperking van geen waarde zijn en het grootste deel der voor den chemischen oorlog gebruikte pro ducten is in vredestijd voor de industrie onontbeerlijk. Het voorstel om den gas- oorlog te verbieden, zal geen enkelen staat verhinderen zijn verdedigingsmidde len tegen dezen vorm van oorlogvoeren te ontwikkelen en wordt door Amerika als onuitvoerbaar gekenschetst. Het Amerikaansche memorandum heeft de voornaamste punten van het plan der bewapieningsbeperkang van den Voir kenbond van de hand gewezen. Rechtbank te Middelburg. Haar kind g J. v. S„ huisvrouw A. L. d. G., 29 jaar, te Dreischor, thans gedetineerd, werd ten laste gelegd, dat zij in den nacht van 28 op 29 Januari 1927 te Dreischor haar kind Dingeman de Graaf, dat ongeveer 4 weken oud was, opzette lijk van het leven heeft beroofd, door diens gezicht opzettelijk zoodanig met 2 dekens te bedekken dat het kind doordoor gestikt is, althans aan de gevolgen daar van is overleden. Eisch: 2 jaar gevangenisstraf met af trek van het voorarrest. Verdachte be kende. Mr. Hugenhotz pleitte clementie. Gevaarlijk rijden. A. v. d. W„ 21 jaar, chauffeur te Goes, was door den kantonrechter ver oordeeld tot f25 boete of 25 dagen hech tenis wegens het zoodanig rijden met een automobiel, dat hij het verkeer in ge vaar bracht. ien de autobus van v. d. bewustzijn gekomen. De dokter zag dadelijk, dat deze diepe bewusteloosheid niet alleen veroorzaakt werd door den val in het koude water. Lang kon zij niet daarin gelegen heb ben, dian zouden zich heel andere ver schijnselen voordoen. Zonder veel te vragen, deed de dokter zijn werk en na een poosje kwam eene diepe zucht over Rita's bleeke lippen. Maar nog altijd opende zij hare oogen niet. Toch hield de dokter nu «p met de kunstmatige ademhaling toe te passen en ook de twee vrouwen mochten niet lan ger Rita's lichaam wrijven en masseeren. Zij werd nu opnieuw in warme dekens gepakt en toegedekt. Nu wendde de dokter zich tot Gunter en wenkte dezen, hem naar de zijkamer te volgen. „Allereerst, mijnheer Valberg, moet u nu een paar glazen heeben wijn drinken na het koude bad ik heb de huis houdster al gezegd het voor u klaar te maken, t Was t beste, dat u ook naar bed ging zei hij, terwijl hij den jongen man onderzoekend aankeek. Gunter schudde heftig het hoofd. „Naar bed ga' ik -in geen'geval den warmen wijn zal ik drinken om me te verwarmen. Maar zegt u me eerst, dok ter, of mijne vrouw nog in levensgevaar verkeert". „Op t oogenblik is er geen levensge vaar méér, maar natuurlijk is 't niet on Slikke beschadigde. De veroordeelde was in hooger beroep gekomen. Eisch: bevestiging van het vonnis van den kantonrechter. De moord in Den Haag. Als verdacht bietrokken te zijn bij den moord, Maandag 17 Januari gepleegd op de echtgemoote van den manufacturier Wilk' aan het Bezuidenhout te 's Graven- hage, is Zaterdagochtend aangehouden en in het Huis van Bewaring ingesloten de 52-jarige weduwe J. G., geb. Z„ die woont op de boven-étage van het perceel, waarin de misdaad heeft plaats gehad. Verschillende bezwarende mededeelingen welke dier politie ter oore waren gekomen, gaven aan de justitie aanleiding tot ge vangenneming van de weduwe over te gaan. Bij het voorloopig verhoor heeft dé aangehoudende ontkend iets met de mis daad te maken gehad te hebben. Het Ned. Corr. Bureau meldt nader, dat die aangehoudene' bij, de politie een flauw vermoeden deed rijzen, dat zij als boveinbewoonster er misschien wel iets nader van zou weten. Een ingesteld on derzoek had echter geen resultaat. Maar de politie gaf het niet op en korten tijd na den bewusten Maandag werd aan de overzijde van den winkel van den heer Wilk door de politie een kamer gehuurd, van waaruit door eenige rechercheurs het perceel en de bovenbewoners onafgebro ken gade werden geslagen. Niets bijzonders werd echter opgemerkt Gedurende dien tijd leidde een ander spoor naar Brussel, dat zooais ber kend op niets uitgeloopen is. Geduren de het onderzoek te Brussel werd de bo- venbewoonster nauwkeurig nagegaan en werd deze zelfs door de politie aan een langdurig verhoor onderworpen. Door den commissaris Besseling werd zij zelfs op een Donderdag van des ochtends 10 uur tot ruim 2 uur 's middags ondervraagd, zonder resultaat echter. De zaak kreeg echter een ander aanzien, toen Wilk met een verklaring kwam, welke hij, als naar zijn, meening niet ter zake dienende niet opgegeven had, maar welke toch vangroot gewicht bleek te zijn. Deze verklaring komt op het volgende neer: De aangehouden^ is de eigenaresse van het perceel. Den winkel had1 zij aan Wilk verhuurd op mondeling contract. Wilk meende echter, dat het voor zijn zaak beter was, als hij zich in een ander stadsgedeelte vestigde. Hij kon een voor zijn branche zeer geschikten winkel in de Witte de Witjhstraat huren en ook zijn vrouw voelde er veel voor. Zij besloten daarom de huur van het perceel op te zeggen. Echter hadden zij een koopsom van f 180 bij de verdachte gestort en deze zou nu dit bedrag terug moeben betalen. Zij had echter doorloopend geldgebrek en het gebeurde meermalen dat zij bij Wilk, die zooals men weet enkele dagen in de week met een kraam op de markt stond, kwam om een voorschot op mogelijk, dat zij ziek zal worden door het kouvatten. Het schijnt mij toe, alsof ook haar zenuwgestel een zwaren schok heeft gekregen en dat daardoor de be wusteloosheid zoo lang duurde. Maar nu sta ik er op, dat u eerst voor uzelf zorgt. Drinkt u den wijin zoo warm mogelijk, en ais u volstrekt niet naar bed wilt, trekt u dan tenminste warmere kleeren aan. Ik blijf zoolang bij mevrouw. Daarna praten we verder." Gunter voelde zich werkelijk zeer el lendig. Hij liet zich door zijn kamerdie naar een jasje met bont gevoerd aantrek ken, dat hij 's winters dikwijls buiten droeg en hij droink haastig een paar glazen warmen wijn. Daarna voelde hij zich wat beter, eene aangename warmte door stroomde zijin leden. Ofschoon hij zich lichamelijk wat beter voelde, merkte hij de geestelijke pijn nu des te erger. Niettegenstaande hij zich niet bepaald schuldig voelde, lag er toch een zware last op zijtn gemoed. En een nameloos diep medelijden met Rita ven-vulde zijn hart. Van Carry's brief had hij niet het minste vermoeden. Hoe zou hij Rita, als zij mocht blijven leven, ooit kunnen over tuigen,, dat, ofschoon de schijn tegen hem was, zijne liefde haar toch alleen be hoorde. O zij was hem zoo dierbaar, zijne kleine, lieve wouw met haar open karakter en haar onbegrensde liefde en overgave. Hoe zou hij verder hebben kunnen leven, als hij niet ter rechter tijd was gekomen om haar aan den dood de huur te vragen. WiLk en diens echt gemoote oordeelden het dan ook raadzaam om een gedeelte van de huur in te hou den, daar zij meenden anders niet hun borgtocht terug te krijgen. Dit werd door Wilk en zijn wouw besloten op Zondag 16 Jan. Die bewoonster placht 's Maan dags in den loop van den ochtend de huur te komen halen en de afspraak luid de, dat juffrouw Wilk dan meteen een gedeelte zou inhouden. Wilk zei nog tegen zijn vrouw: „Ik benijd je morgen niet, als je dit tegen haar zegt. Wat zal ze tekeer gaan". Wilk vreesde n.l. het twist ziek karakter van zijn buurvrouw en voor zag een hevige ruzie. Enkele dagen na den moord kreeg Wilk een brief van zijn buurvrouw, waarin deze mededeelde, dat zij het gebeurde voor Wilk treurig vond,, temeer daar zij nog dien Maandagochtend een „kort maar hartelijk onderhoud" met zijn vrouw had gezegd en dat „dit niet over de huur had geloopen". Deze laatste opmerking verbaasde Wilk zeer. Immers hij verklaarde stellig, dat als de buurvrouw een onderhoud met zijn vrouw had gehad, er ongetwijfeld over de huur gesproken zou zijn. Op zijn zachtst uitgedrukt vond hij dit schrijven wonderlijk. In een en ander vond de politie aan leiding een huiszoeking te doen in de wo ning van den aangehoudene. Daar werd liet volgende gevonden. Een schort, dat duidelijk de sporen vertoonde* zeer on langs uitgewasschen te zijn. Een bepaal plek was zelfs uitgebeten, waarschijnlijk d o or het reinigen met een scherp- bij tend vocht. Ook werd nog medegenomen een jum per, welke de verdachte dikwijls droeg en welke eveneens sporen vertoonde kor ten tijd geleden gewasschen te zijn. Nog kwam de politie een getuige-verklaring ter oore, welke erop wees, dat de ge arresteerde altijd een donker schort droeg, dat in beslag genomen is, terwijl zij op den middag na den moord met een schoon schort gezien is. Een ander, nog sterkere, aanwijzing is de volgende: Op een verborgen plaats werd een bijl gevonden. Aan den steel van de bijl werden bloedsporen gevonden. Een nauwgezet onderzoek is door des kundigen ingesteld, om na te gaan, of dit menschembloed was. Er is zelfs een apart serum vervaardigd, om zonder eenigen twijfel den aard van het bloed te kunnen vaststellen. Verleden week hebben deze deskundi gen hun rapport uitgebracht. Eenstemmig waren zij- van oordeel, dat het bloed, dat aan den steel van de bijl kleefde, menschenbloed was. Tenslotte is nog het volgende gebleken: De sectie had indertijd reeds uitgewezen, dat de schedel van het slachtoffer met een hard voorwerp, een hamer of den ach terkant van een bijl, ingeslagen was. De achterkant van de bijl past nu. precies in de wonden, welke op den schedel zijn toegebracht. Al deze feiten- hebben er toe geleid, dat tot de gevangenneming is besloten. te ontrukken? Zijne oogen werden vochtig en zijn hart deed hem pijn van onnitsprekeiij ken angst etn zorg om zijne arme, jonge vrouw. Nauwelijks had hij den wijn opgedron ken of hij snelde weer naar Rita's kamer. Toen hij binnentrad voelde de dokter haar juist den pols. Rita lag nog altijd met gesloten oogen. Om haar kleinen mond, die vast opeen geklemd was, 1 een smartelijke trek, die haar gelaat eene vreemde, harde uitdrukking gaf. De kamenier had zachtjes de natte kleeren weggeruimd en een zacliten, wit ten doek onder het zware, natte haar gelegd, dat zij los had gemaakt en pro beerde te drogen, zoo goed zij kon. De huishoudster had op bevel van den dol ter een warmen zweetdrank klaar ge maakt. Hij had tevergeefs getracht Rita een paar lepels wijn in- te gieten. Zelfs in haar bewusteloosheid scheen zij zich te verzetten in het leven terug te keeren, maar zij leefde tenminste, zij haalde zachtjes en onrustig adem en de hartslag was, ofschoon zwak, toch te voelen. De dokter bet haar hand los en ging weer met Gunter in de zijkamer. Daar zei hij met gedempte stem: „Uwe vrouw zal in elk geval eenagen tijd het bed moeten houden, mijnheer Valberg. En 't is dringend noodzakelijk, dat haar iedere emotie bespaard wordt, zoodra zij1 weer tot bewustzijn is geko men. Volgens mijn inzicht moet zij een ct Slechts een merk kan aan de spits staan EERSTE KAMER. De belangrijkste redevoering, die Vrij dag in de Eerste Kamer is gehouden bij de behandeling van het verdrag van Bel gië, was die van oud-minister Co lijn. Eerst sprak de heer Janssen nog ten gunste van het verdrag, alhoewel deze katholieke senator zijn voor het tractaat gunstige houding zal moeten wijzigen» wanneer inderdaad, zooais het gerucht wil, er behalve de beleende reserve be treffende de oorlogsschepen, nog een twee de bestaat, waaromtrent hij nadere in lichtingen vroeg. De heer Lindeyer ver klaarde zich tegen het tractaat en de heer Hermans oefende critiek op de wijze, waarop het verdrag veelal is bestreden. Toen begon de heer Colijn, die de geheele middagvergadering noodig had. De oud-minister is voorstander van het verdrag, maar hij is er van overtuigd, dat de Eerste Kamer het niet zal aan vaarden. Herhaaldelijk heeft hij dat Vrij dag verzekerd, niet ais een vermoeden, maar als iets, dat voor hem vast stond. Eerst ging hij de geschiedenis van bet verdrag na, en zette uiteen, hoe de be trokken partijen toenadering zochten op economisch terrein, nadat de politieke wenschen van een der partijen, die voor ons onaanvaardbaar waren» ter zijde wa ren gesteld. Het vervallen der Belgische neutrali teit kan niet anders dan van invloed zijln op de politiek welke Nederland moet vol gen. Minister Van Karnebeek stelde zich op het standpunt, dat het Nederlandsche grondgebied niet mocht worden aangetast en oud-minister Cobjn verklaarde met na druk, dat in de dagen van 1919 heel veel ho-oggeplaatsten in den lande e Wianders over dachten. Over het vraagstuk der verkeerswegen kon worden onderhandeld. Terecht ging de Nederlandsche delegatie niet van het stand punt uit, dat het Belgische aneexionisme moest worden afgekocht. Wanneer vast stond, dat het verdrag voor Nederland zeer nadeelige gevolgen zou hebben, moest het worden verworpen, maai- van de na deelige gevolgen is niets bewezen. De heer Cobjn zou echter wel antwoord wenschen op de vraag, of in het Protocol van 23 Maart 1920 ook een dergelijke reserve voor de Schelde is gemaakt ten aanzien van de oorlogsschepen, als die is gemaakt ten aanzien van de Wielingen. Voorts of wij eenzelfde antwoord hebben gegeven als ten aanzien van de Wielingen. Vervolgens behandelde de heer Cobjn het Moerdijkkainaal. Hierbij gaat het vo-or al om de vraag, of hetgeen Antwerpen er bij zal winnen ten koste komt van Rot- grooten, moreelen schok gehad hebben, vóór haar val in het water. Ik onthoud mij van elke vraag, mijnheer Valberg, maar het zou mijine taak aanmerkelijk verbekten, ais u mij zeggen kon of mijn vermoeden juist is". Gunter zei met stokkende stem: „U hebt gebjk, dokter. Mijne vrouw beeft vanmiddag iets ondervonden, dat haar een diepen schok heeft gegeven. Zij is missdhiein zoo opgewonden geweest, dat zij naet op den weg lette en in de duisternis is zij! misschien uitge gleden De dokter hief zijne hamid op. „Genoeg, genoeg, mijnheer Valberg. Dit is voldoende voor mij. Geef mij nu uw pols eens. Hebt u wat warms gedron ken?" Gunter knikte'haastig. „Ik ben volmaakt gezond en nu door en door warm. Maar de zorg en angst over mijne vrouw maken mij ellendig". „Nu, nu, alles kan weer goed worden. Ik zal haar zoo gauw mogelijk een kalmee renden drank geven. En dan, zooals ik zei rust, volstrekte rust. De huis houdster en de kamenier kunnen samen uwe vrouw verplegen. Mocht het noodig zijn, dan kunnen wij ook nog eene ver pleegster laten komen. Ik zal nu nog even naar mijne patiënt gaan kijken en pro- beeren haar wat thee of wijn te laten drinken". „Ik ga met u mee, dokter", zei Gun ter snel. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1927 | | pagina 1