0 behoort mijn hart f1,10 N°. 51 Vrijdag li Maart 4927 llle Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel Abonnementen HET ZAAD. SAMOS PRIMA J. ei FEUILLETON Medische Rubriek. Binnenland Stadsnieuws Goes als woonstad. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCIE i «OllRANT UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kieeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. voor minstens 3 maanden worden ten allen tijde aangenomen door onze agenten en aan het bureau Turf kade 15. Zij, die zich nu abonneeren, ontvangen de tot 1 April verschij nende nummers kosteloos. Administratie Goescho Courant. Soms, in deze dagen, wanneer de zon met schier onverwachte kracht door dikke wolkenlagen lieenbreekt en ons een plek innig blauwe hemelkoepel laat zien,, kan de aarde plots vol van een hevig trillend leven zijn. Dan opeens hooren we, zelfs te midden van grootestadsleven, hoe de vogels in opgewonden onafgebroken sjil pen en fluiten en roepen elkaar en de wereld het groote blijde nieuws toejui chen het voorjaar komt. Ja zeker, het voorjaar komt. En nu worden alom de landen bereid tot nieu wen groei; nu gaat het zaad weer aan moeder-aarde toevertrouwd worden, om, gekoesterd in de veilige schoot, door le venbrengend zonlicht, vrucht voort te bren gen, honderd- en duizendvoud. Bij som mige volken is het zaaien een daad van piëteit, die met pieuse aandacht verricht wordt. Maar hoe ook andieren er ook over mogen denken, een ding is wei heel prominent, dat allen met de grootste zorg de aarde bereiden en er het zorg vuldig gekozen zaad met veel toewijding aan toevertrouwen. Nietwaar? Men hoopt van dit zilveren zaad, gouden vruchten te oogsten. Er hangt zooveel van het kleine zaadje af: of het rijke oogst en overvloed zal zijnof misoogst en mislukking. In dezen tijd van het zaaisel denkt men onwillekeurig aan dien anderen vrucht baren bodem, die wacht op het zaad, dat we er aan zullen toevertrouwen, name lijk aan de jonge, nog ongerepte gedach ten der jeugd. In dien tijd, dien men dik wijls de lente van het leven noemt, is het ons werk, ons groote, verantwoordelijke werk, in het denken der kinderen te zaaien. Maar dan moet het ook zuiver in luxe rietverpakking Fa. J. A. L. G. WITTE Wijnhandel, Goes. door Hod wig CourthsMah lor. Zij trachtte afleiding te zoeken, schreef aan haar vader en tante Maria, besprak eenige dingen met de huishoudster en liep wat daar het huis rond. Dit alles kalmeerde haar wel wat en zij probeerde zichzelf uit te lachen. Zij nam zich voor alles aan Gunter op te biechten, zoodat hij haar op zijn eigen lieve, o, zoo lieve manier kon geruststellen. Als Car ry nu tenminste vandaag eens niet kwam. Zij keek op de klok. 't Was pas vier uur. Daarom besloot zij eerst nog naar de zieke tuinmansvrouw te gaan* zien. Gunter stond naast den administrateur voor het raam van zijn studeerkamer en zag haar over den breeden weg langs de veranda gaan. Zij liep naar de laan, die van het pein voor het slot naar het park liep. Hij verheugde zich over de bevallige houding van de bloeiende ge stalte en de sierlijke manier, waarop zij liep en haar hoofdje ophief. Een warm en innig gevoel doorstroomde hem. Hij hoopte vurig, dat ook de laatst© kleine schaduw tusschen hen verdwijnen zou. Toen Rita in de laan was verdwenen, wendde hij zich weer vol opmerkzaam heid tot den administrateur. Hij moest hem in de boeken nog allerlei posten en goed zaad zijn, willen we er goede, gouden vruchten van verwachten. Zoomin als de grond planten en vruchten kan voortbrengen, waarvan het zaad niet ge zaaid is, zoomin kan die kinderziel ge dachten en eigenschappen demonstreeren, waarvoor de kiem door ons niet gelegd is. Er zijn menschen die zeer zeker ten onreJrte spreken van de verwor ding en de corruptie van de jeugd in den huldigen tijd. Maar deze naïeven vergeten, dat zij daarmede tevens de ver oordeeling uitspreken over hun eigenwerk; want als de kinderen verkeerde eigen schappen en gedachten tot uiting brengen, Jan is dat die vrucht van het zaaisel der ouderen; dan is het zaad niet goed ge weest, dan is niet nauwkeurig het teene plantje bij zijn opgroei bewaakt, dan is onkruid tusschen het zaaisel geslopen. En kan men den akker daarvan een verwijt maken? Of is het onze schuld, hebben wij niet goed opgelet en bijtijds het on kruid uitgerukt en het goede zaad be schermd Daarom is elke poging, om goed zaad in de gedachten der kinderen te doien ontkiemen, toe te juichen en van niet te omvamen strekwijdte. Een fijn symptoom in. dit opzicht is de oprichting in Boston van de Edison Big Brother Club (Edison-groote-broer-club), welks geestelijke vader, Robert Emery, gedu rende 5 dagen per week meer dan 30.000 jongens en meisjes van Nieuw-Engeland per Radio opwekt en toespreekt. Een van de bepalingen van de club is, dat elk lid per dag minstens één ,,Groote- Broederlijke" daad moet verrichten en daarvan ééns per weeek, volgens bepaling in het reglement, verslag moet schrijven: De „groote broer" Emery verklaarde Ik geloof, dat het feit, dat we 25.000 brieven per week ontvangen, bewijst, dat we die jongens werkelijk bereiken. Jon gens van 7 tot 17 jaar kunnen lid worden. Als we die allen ertoe brengen, eiken dag een „broederlijke" daad te doen, moeten de goede resultaten komen. Met deze „broederlijke" daden bedoelt hij niet bepaald groote dingen. Hoed en mantel ophangen voor moeder, zoodat zij dat niet behoeft te doen, is bijvoorbeeld één van die daden. Waarmede hij wilde zeggen, dat het niet zoozeer gaat om de dingen zelf, dan wel om de vriende lijke, hulpvaardige gedachte, die er ach ter staat. Hij wil in de gedachten der kinderen doen postvatten een altijd waak zame, voortdurend actieve mentaliteit, ge oriënteerd naar altruïsme, hulpvaardigheid, vriendelijkheid, gevens-bereidheid, liefde Wetend, dat, wanneer dit goede zilveren zaad in den vruchtbaren bodem der kinderziel opgroeit en wortel schiet, het gouden vruchten zal voortbrengen, in den vorm van ontelbare goede, vriendelijke, liefdevolle menschen., die op hun beurt weer kostelijk zaad zullen zaaien Het is een heerlijke, hoopvolle tijd, voorjaar aanwijzen. Eindelijk was alles voor vandaag klaar en de administrateur verwijderde zich. Gunter keek op zijn horloge. 'tWas nog kwart vóór vijf. Misschien, wachtte Rita hem al met de th.ee misschien hadden zij nog een ongestoord oogen blikje eer mevrouw von Croner kwam. Hij wenschte nog vuriger dan Rata, dat zij in 't geheel niet zou komen. Hij liep vlug naar de kamer, waar zij altijd thee dronken.. Hier had Rita al menigmaal op hem gewacht. Snel trad hij binnen. Maar de blijde opwinding, die op zijn gelaat stond te lezen, verdween plotseling inplaats van Rita vond hij Carry von Cronier. Zij stond met een. achtelooze beval lige houding voor het raam en keek naar buiten. Bij zijn haastig binnen komen keerde zij zich om. „U hier, mevrouw? Ik wist niet, dat u er was. Is mijn vrouw niet hier?" Zij keek hem met groote, vochtig glan zende oogen aan, en het scheen hem, alsof er weer dat smachtend, onbeheersch- te verlangen van vroeger in brandde. „Ik wilde niiet, dat mee. u stoorde, de knecht zei, dat u bezig was. Toen ik vroeg mij bij uw vrouw aan te dienen, hoorde ik, dat zij naar de tuinmans vrouw was gegaan. Toen waagde ik 't maar een kwartiertje hier te blijven wach ten. Uw vrouw is nog niet terug, u zult zoolang mijn gezelschap voor lief moe ten nemen". Hij merkte heel goed, dat zij opge wonden was. Haar adem ging gejaagd en hare roode lippen beefden. Maar vooral ZATERDAG j.l. HAD DE PROEFVAART PLAATS VAN HET NIEUWE S.S. „SIMON BOLIVAR", dat door de Rotberdamsche Droogdok Mij. voor rekening van de Kon. Holl. Stoomboot Mij. te Amsterdam, gebouwd werd. De proefvaart slaagde uitstekend en had meteen ten doel het s.s. van Rotterdam naar Amsterdam te brengen. Boven de „Simon Bolivar" in de sluizen van het Noordzee-kanaal. - Het besmettingsgevaar van geld. Dat zoowel papieren als metalen geld een bron voor infectie is, is sinds jaren bekend. Op metalen munten hoopen de bacteriën zich vooral op tusschen de let ters en cijfers. Dr. Parker in Amerika heeft gevonden, dat diphterie-bacilien uit een reincultuur op munten overge bracht daar verscheidene weken in leven blijven. Hij onderzocht gedurende eenige maanden het geld, dat in een bankiers huis dagelijks binnenkwam en vond, dat op koperen munten gemiddeld 26 kolo nies van diphtheric-bacillen voorkomen, op zilveren 40 en 1250 op, naar het scheen, zindelijke bankbiljetten, terwijl op zeer vuile bankbiljetten er 75.000 kon den worden waargenomen. Voor het rei nigen van bankbiljetten heeft een Ameri- kaamsch technoloog een nieuwe methode uitgevonden. De biljetten worden daar toe gebracht in een hollen ijzeren bal, waarvan de oppervlakte voorzien is van een groot aantal gaatjes. Deze bal wordt geplaatst in een ketel, waarin een heete zoutoplossing met groote snelheid circu leert. De bal komt daarna in een oplos sing van stijfsel en wordt vervolgens ge droogd in een heeten luchtstroom, waarna de biljetten gestreken worden tusschen warme metalen platen. Op dergelijke wij ze kunnen de banknoten driemaal wor den gezuiverd, vóórdat zij definitief aan d© circulatie onttrokken moeten worden. Volgens het procédé van den directeur der Amerikaan sche schatkist worden de biljetten tevens gedesinfecteerd, doordat ze tusschen dirijfbanden eerst door wasch- verried de smachtende blik harer schit terende oogen, dat zij zich heden niet zoo beheerschte als anders. Voor 't eerst waren zij sedert lan gen tijd alleen met elkaar. Een groote onrust en verlegenheid kwam over hem, een angst, dat zij zich zelf zou verraden in Rita's tegenwoor digheid. Zij merkte met vreugde, dat hij zijne kalmte verloren en ook opgewonden was en legde die verkeerd uit. „Wilt u niet gaan zitten, mevrouw?" vroeg hij, terwijl hij een. stoel voor haar aanschoof. Zij schudde het hoofd, zonder den blik van hem af te wenden. „Neen, neen dank u, ik wil liever gaan zitten ik ben zoo onrustig, zoo opgewonden." „Ik hoop, dat u niets onaangenaams is overkomen?" vroeg hij koel beleefd. Zij keelt hem met gloeiende blikken aan. „Wat converseeren wij keurig in den vorm. 'tZou belachelijk zijn als 't niet zoo treurig was. Ik geloof, dat wij elkaar wel iets anders hebben te zeggen.' „Mevrouw!" Zij kwam een schrede dichter bij hem en maakte een haastig afwerende be weging. „Mevrouw mevrouw! Als ik dit vreeselijk vormelijk woord maar niet meer vén u moest hooren. Eens vond je zooveel lieve, innige namen voor me. O, Gunter, Gunter wanneer zul je eindelijk dat vreeselijk koude masker laten vallen? Ik water en afspoelwater en daarna door een desinfecteerende vloeistof loopen. Op deze wijze kunnen 4000 biljetten per uur gezuiverd worden. Hollanders een goed ras. In een boek van den New-Yorkschen rechter William W. Cook, wordt ook een hoofdstuk aan de Hollanders gewijd. Zijn opmerkingen winnen aanmerkelijk aan beteekenis, waar hij zijn beschou wingen eindigt met den welgemeenden en uibdrukkelijken raad aan de autoriteiten om de immigratiewetben in dien zin te wijzigen, dat o.a. de Nederlanders weder in onbeperkt aantal zullen kunnen binnen komen. En dit zegt de schrijver niet als een bijzondere attentie voor de Neder landers, doch .in het belang van het Ame rikaansche gemeenebest. In het belang rijkste gedeelte van het boek, waartoe ook het hier bedoelde hoofdstuk behoort, wordt nagegaan welke rol de verschillen- lende nationaliteiten, die tot den opbouw van het Amerikaansche volk hebben bij gedragen,, in vroeger tijden hebben ge speeld, en welke heteckenis zie thans nog voor de Amerikaansche samenleving heb ben. De schrijver put gedeeltelijk uit mede- deelingen van anderen, gedeeltelijk uit de indrukken, die hij door persoonlijk con tact met volksgenooten van, verschillende nationaliteiten verkreeg. De Hollanders zijn volgens de heer Cook, flegmatisch, maar eerlijk, volhardend, bescheiden en gul. Ze zijn eenvoudig in hun eisdhen en toch aristocratisch en beperkt in hun smaak In hun handel huldigen ze cosmapolitische opvattingen. Ze zijn altijd spaarzaam en heb gewacht, en gewacht ik ben ziek geworden van ongeduldig verlangen. Gun ter ik weet toch, dat je mij liefhebt, mij alleen, ik weet dat je verteert van verlangen naar mij, zooals ik naar jou. Ik kan zoo niet verder leven. Neem me nog eenmaal in je armen zooals vroeger. Kus me nog eenmaal weer als toen. Ik sterf van verlangen naar je kussen, Gunter! Hij kon hare woorden niet tegenhou den en eer hij het verhinderen kon, wierp zij zich met hartstochtelijke opwinding in zijn armen, sloeg hare armen om zijn hals trok zijn hoofd naar zich toe en drukte haarx' mond op den zijnen, als wilde zij zich nooit meer van hem losmaken. Zij haddien niet gemerkt, dat bij Carry's laatste woorden een lichte tred in de zijka mer hoorbaar werd en dat de portière voor de deur terzijde werd geschoven, toen Carry hare lippen op die van Gunter drukte. Rita stond op den drempel. Zij had gehoord, dat Carry zei: „Ik sterf van ver langen naar je kussen, Gunter," en nu zag zij dat Gunter en Carry vast omstrengeld stonden en elkaar kusten. Dat haar man zelf doodelijk verschrikt was en een strakke, afwerende houding had, zag zij niet. Voor hare oogen1 werd het nacht. Zij kreunde, alsof zij doodelijk gewond was en wankelde met uitgestrekte handen de kamer binnen, alsof zij iets vreeselijks wilde afweren. Toen pas zag Gunter zijne vrouwHaar aanblik bracht hem weer tot bezinning. Hij stiet Carry ruw van zich af en wilde op Rita toesnellen, maar hij was zoo van streek, dat hij geen woord kon uitbren werkzaam geweest, en vormden een goed tegenwicht tegen de loslippigheid en op pervlakkigheid van New-York. Hij ein digt zijne bespreking met een heilwensch voor het Hollandsche volk, dat zoo'n be- igrijk aandeel heeft gehad in. de ont wikkeling van de Vereenigde Staten en hare instellingen. Zeer interressant zijn ook de cijfers, die hij mededeelt over de groote numerieke meerderheid van de Hol landers in het gebied, vroeger de provincie, thans de staat New-York omvatbende. Dit gebied toch had in 1752 ©ene bevolking van ongeveer 100.000, waarvan de meer derheid Hollandsche afstammelingen wa ren. Zelfs tijdens de Amerikaansche re volutie was er nog een Hollandsche meer derheid. Nog steeds is er in de stadi New- York duidelijk een aristocratie aan te wij zen., die trots is op haar Hollandsche af komst, al zijn dan ook de namen dikwijls veramerikaniseerd. Hieraan kan worden toegevoegd dat volgens de volkstelling van 1910 Michigan met 30.460, Illinois met 21.916 Hollanders, en verder New-York, New Jersey, Iowa en Wisconsin de be langrijkste Hollandsche kolonisatiegebie den kunnen worden genoemd, be oordee- len naar het aantal in Holland geboren per sooen, aldaar thans woonachtig. Die heer G. schrijft: Wanneer men familie of kennissen op bezoek krijgt, zijn allen, zonder uitzon dering, opgetogen over Goes. De nieuwe gedeelten doen dan ook zeer aardig aan en de Singels en om geving geven een leuken aanblik. gen. Slechts zijne armen strekte hij naar Rita uit, als wiidie hij haar beschermen. Toen kwam er leven in haar gestalte. Met een krachtigen ruk richtte zij zich op en.ontweek hem. Daarna richtte zij haar versteend en van smart verwrongen gelaat naar Carry, die veel minder verschrikt was dan Gunter en zich een houding trachtte te geven. Langs Carry heen liep Rita vlug naar die deur en belde den knecht. „U zult Valberg dadelijk verlaten, ik wensch u nooit meer hier te zien," zei zij toonloos, maar beslist. .En toen de knecht binnentrad, zei zij streng en scherp tegen hem: „Breng mevrouw naar haar rijtuig, mie vrouw wenscht naar huis te gaan." Voordat Gunter het verhinderen kon, snelde zij langs den knecht de kamer uit, vloog als een gejaagd hert naar haar ver trekken, waar zij zich opsloot en half bewusteloos op den divan neerviel. Carry keek Gunter aan. „Ik wacht je op Cronersheim", zei zij haastig. Hij maakte een onwillige, afwerende beweging. In het bijzijn van den knecht wilde hij haar het ruwe antwoord, dat op zijn lippen brandde, niet toeroepen. Zonder zich verder om Carry te bfekom- meren, die door den knecht naar het rij tuig werd gebracht, volgde hij zijn vrouw, om haar alles uit te leggen. Hij vond haar deur gesloten. Zachtjes klopte hij aan, maar niets verroerde zich daarbinnen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1927 | | pagina 1