IIbehoort mijn Hart
rFSSELETON
hoesten?
N\ 7.
Vrijdag II Januari 1927
il>£e Jaargang.
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel.
Een lachend mensch
JSAMOS PRIMA1
f 1,10
Hoe lang doet U dat nu al?
Neem daar m eens de
bekende Akker's Abdij
siroop voor, dan zult ge
't betreuren, dat al niet
eerder gedaan te hebben.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitfave Naamlooz. Vennootschap Goesche Courant
COLJRAIMT
ADVERTENTIEN
van 15 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
Kteeuwens C Ross' Drukkers- ei Uitgeversbedrijf cent per regel. Advertentie:; worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
„The men who met him roun
ded on their heels and won
dered after him, because his
■face shoneso glad
was he".
(De menschen die hem ont
moetten, keerden zich om en
keken hem verwonderd na,
omdat zijin gelaat blonk
zoo verheugd was hij).
Het is een prettig gezicht, een lachend
mensch. Het behoeft niet eens een Luid
opklaterende uitbundige lach te zijn
veel opmontemider is nog die stille stra
lende glimlach, afschijnsel van diep-inner
lijke vreugde, harmonie en geluk. Wan
neer we in ons dagelijksch Leven soms
zoo'm lachend mensch tegenkomen, voe
len we onwillekeurig neiging om mee te
lachen. Het doet ons goed, zoo'n blij,
opgewekt gezicht te zien. Het is als een
montere opwekking: „kop op!" Er deelt
zich iets van de levensvreugde, welke die
lachende mensch demonstreert, aan zijn
omgeving mede. Het is zooals de En-
gelsclie dichter zegt: „The men who met
him, rounded on their heels, and won
dered after him, because his face shone
so glad was he". Dikwijls zal dan de
gedachte bij ons opkomen: wat zou de
wereld er toch heel anders uitzien, wan
neer er heel veel van die glimlachende
menschen waren. Zeker, er zou inder
daad veel en veel meer geluk en vrede
en voorspoed zijn. Want het is zoo'n
prettig gezicht, een lachend mensch. Maar
waarom trachten we dan niet, daarmee
zelf een begin te maken? Al ware het
alleen maar uit de overweging, dat het
anderen, moede, trieste zwoegers, een
oogenblik van vreugde, van warmte zou
geven, wanneer we hen een vriendelijk,
lachend gezicht toonden. Wanneer we
daarom alleen al probeerden, zooveel mo
gelijk vreugde te weerspiegelen, zou er
reeds heel wat meer zon om ons heen
zijn.
Maar er is nog zooveel meer. We
kunnen de wereld ook een blij gelaat
toonen, omdat er in onze gedachte een
onuitputtelijke vreugde en harmonie
heerscht. Daartoe is het noodig, bij ve
len van ons, dat er iets in ons denken,
onze levenshouding verandert. Want we
kunnen maar niet altijd zoo dadejjjk een
vroolijk gezicht zetten, zooals „licihthar-
in luxe rietverpakking
Fa. J. A. L. G. WITTE
Wijnhandel, Goes.
_'I I-
door
Hod wig, Courths—Mahler
Zij knikte en staarde met smartelij-
ken blik voor zich uit. „O ja, nergens zou
ik liever zijn, dan hier. 't Is hier zoo mooi
en ik was zoo gelukkig op Valberg, zoo
gelukkig als nog nooit in mijn leven."
Zijn hart klopte onrustig. Zij was zoo
lief in haar angst en verdriet van Valberg
te moeten scheiden, van Valberg en
van hem. Dat voelde hij. Die zekerheid
gaf hem een warm gevoel van geluk.
„Blijf dan hier bij mij, lieve Rita!"
fluisterde hij teeder. Zij beefde opnieuw.
Schuw keek zij in zijne oogen. En toen zij
daarin een warme, teedere uitdrukking
zag, werden hare oogen grooter, als kon
zij niet begrijpen, wat zij zag. Eene hui
vering ging door haar heen en zij haalde
diep en zwaar adem.
„Bij jou? Zonder papa? Dat gaat
toch niet?"
Hij trok haar nog dichter tegen zich
aan. Zijn blik hield den haren vast.
„Ja, Rita, dat gaat, als je bij me wilt
blijven voor altijd als mijn lief, klein
vrouwtje."
Weer ging er eene huivering door haar
heen. Het lieve gezichtje werd zoo bleek,
tige, zoo niet licht-fooofdige poëten" (om
den Canadees Robert Louis Stevenson
na te spreken) ons vroolijk adviseeren.
We moeten weten, waarom we blij kun
nen zijn. Wanneer we in ons dagelijksch
werk niets anders zien, dan een noodzake
lijk middel om ons geld te verschaffen,
ter voorziening in onze primaire behoef
ten, wanneer ons werk uitsluitend het in
den grond egoïstische streven in zich
draagt, geld, zooveel mogelijk geld te
gewinnen, zoo het moet, ten koste van
anderen, omdat het ziellooze begrip „za
ken zijn zalten" dit eischt, wanneer we
dus voortdurend in de menschen om ons
been objecten zien, die ons nuttig kunnen
zijn, in onzen jacht naar geld, waaraan
we „kunnen verdienen", wanneer dus voort
durend ons eigen ego op den voorgrond
staat, de eerste, ja de eenige plaats in
ons denken inneemt, dan kuinnein we toch
moeilijk verwachten, dat het er in diep in
ons binnenste heel opgewekt en vroolijk
en gelukkig zal uitzien?
Maar wat belet ons eigenlijk, waar
wij alien overtuigd zijn van de noodza
kelijkheid om te werken en het groote
geluk, dat innerlijke vreugde geven kan,
om onze gedachten' omtrent ons werk
radicaal te veranderen, en dat op zulk
een wijze, dat het ons inderdaad moge
lijk wordt, blij en met werkelijke vreugde
en groote voldoening ons werk te doen,
wat het ook zij? Er is niets, dat ons
dit belet, dan alleen onze eigen dwa
lende gedachten. Want wordt ge er iets
minder van, wanneer ge van nu af aan in
Uw werk een middel ging zien, om de
gemeenschap te dienen (Wat het ten
slotte is, zelfs volgens de anders zoo
weinig ethische verzameling van volks
huishoudkundige begrippen en stellingen,
welke men met den naam van „econo
mische wetenschap" aanduidt). Integen
deel, door ons werk op een geheel an
dere basis te stellen, het te gaan zien
als een gelegenheid, om den naaste en de
gemeenschap in het algemeen nut en ge
noegen. te verschaffen (dit Laatste vooral,
door ons werk hoe nederig het ook vol
gens de gebruikelijke opvattingen mag zijn
zoo goed mogelijk te doen) zal er
in onze gedachten een gevoel van groote
vreugde gaan postvatten. Want zelfs de
grootste egoïst heeft wei eens een vrien
delijke, helpende, daad jegens een ander
gedaan. En zelfs die groote egoïst zal
daarna, na die werkelijk opofferende daad,
een oogenblik van hooge voldoening, van
intense groote vreugde gevoeld hebben.
Omdat hij wist, voelde, dat hij dien an
der geluk gaf en dat het „goed" was:
wat hij deed. Welnu, wanneer wij van
ons werk probeeren te maken een ^.aan
eenschakeling van zulke helpende daden,
dan zal ons leven vervuld worden* van
één groote, durende vreugde. Dan zullen
we „lachende menschen' worden. En
ook het stoffelijke resultaat van ons werk
zal dan, in overeenstemming met de on
wrikbare universeele wetten van het goede,
grooter zijn, dan we ooit mogelijk
achtten.
Het is een prettig gezicht, zoo'n la
chend mensch.
alsof de laatste bloeddruppel er uigewe-
ken was. De vrouw in haar was ontwaakt
en strekte vol verlangen zich naar hem
uit. Maar plotseling ging er een schok
door haar heen, als ontwaakte zij uit een
droom. Zij kon niet begrijpen en gelooven,
wat hij zei.
„Dat mag je niet doen, Gunfcer met
zulke dingen spot men niet," zei zij luid,
als in plotselimgen angst en wilde zich van
hem losrukken.
Maar hij hield haar vast, vast in zijne
armen. En hij was vol verlangen hare
trillende lippen te kussen.
„Lieveling, hoe kun je denken, dat ik
spot. Ik vraag je in ernst, wil je mijne
lieve vrouw worden?"
Plotseling stonden er groote tranen in
hare oogen. Hulpeloos schudde zij haar
hoofd, als kon zij het wonder niet ge
looven.
Gunter o, Gunter ik klein, dom
kind heb je me werkelijk zóó lief,
dat je me tot vrouw wilt hebben?"
„Ja, mijn lieveling, ik wil je nooit
meer van me laten gaan, mijn hart zal
voor altijd van jou zijn, als je wilt."
Toen wierp zij zich bevend aan zijne
borst en verborg haar gezichtje vol za-
leid tegen zijn schouder. Teeder hief
hij haar hoofdje op en keek haar diep
en innig in de oogen.
.Lieve, kleine Rita mijne Rital"
fluisterde hij en drukte zijn mond vast
en innig op hare lippen.
Carry was vergeten. Voor de zoete
bekoring dezer reine, jonge liefde, die
MEDISCHE RUBRIEK.
Voorkomen van kouvatten.
Men moet daartoe in de eerste plaats
afkoeling van het lichaam vermijden. Een
doelmatige, met het jaargetijde en het
weer overeenstemmende kleeding, die het
lichaam voldoende beschut, is hiervoor
een eerste vereischte. Ook voor geschikt
schoeisel moet men zorg dragen, om de
voeten, die erg vatbaar zijn voor kou
vatten, warm en droog te houden.
Verkeerd is het echter om, uit vrees
voor kou-vatten, ieder tochtwind je te ver
mijden en bij koud weer niet uit te gaan,
waardoor men zich veel te veel verwent.
Dit is al even onverstandig als het tegen
overgestelde gedrag van sommige person-
nien, die zelfs bij het strengste winter
weer dunne kleedingstukken en een bloo-
ten hals dragen.
Van jongs af aan kan men het lichaam
stelselmatig aan temperatuurs-wisselingen
en aan de inwerking van koude gewen
nen, waardoor het tegen de nadeelen van
het kou-vatten gehard wordt.
Met dit middel moet men echter zeer
voorzichtig zijn en er niet op lateren leef
tijd mee beginnen, want dan kan het ge
vaarlijk zijn.
Wanneer echter, van den eersten kin
derleeftijd af, de huid, het lichaamsdeel,
dat bij het kou-vatben de hoofdrol speelt,
gehard wordt door koude wasschingen en
baden, dan wordt ze aan de inwerking van
koude gewoon en worden de zich in de
huid bevindende zenuwen, bloedvaten en
spiervezels geoefend op alle temperatuur
verschillen en zoodoende tegen kou-vatten
Af te raden is het echter zoo maar tot
koude afwasschingen en baden, zonder
voorschrift van den geneesheer, over te
gaan.
In sommige omstandigheden kan men
er voor zorgen, dat de nadeelige gevolgen
van kou-vatten achterwege blijven, door
b.v. in de betrokken lichaamsdeeLen door
wrijven, masseeren, kloppen enz. een ster
ken bloedsomloop en zweebafscheiding te
voorschijn te roepen.
BINNENLAND.
Doodelijk ongeluk.
Woensdagmiddag tegen twee uur is op
den Dam te Amsterdam een ernstig on
geluk gebeurd. De 36-jarige leider van
een bijkantoor van een bankinstelling, die
op een rijwiel zat, is tusschen twee voer
tuigen bekneld geraakt en enkele oogen-
blikken later overleden.
Het ongeval heeft zich als volgt toe
gedragen. Op den Dam reed, komende
van de richting Rokin, een vrachtwagen,
beladen met balken. Het paard was op
bol geslagen en daardoor was het voor
den koetsier onmogelijk op de stopseinen
te letten. Het hollend paard sloeg links
af, in de richting Mozes-en Aaronstraat.
Van het Damrak kwam een postwagen,
eveneens met een paard bespannen, aan
rijden. De leider van het bankkantoor
hem nu gegeven werd, verbleekte hare
schoonheid. Gunter Valberg dronk ge
nezing van Rita's roode lippen en uit
hare reine, geloovige oogen, waarin nu
de jubelende zaligheid barer ziel lag te
lezen. De belofte van een nieuw en duur
zamer geluk straalde hem uit deze oogen
tegemoet. Innig omstrengeld stonden de
jonge menschen daar langen tijd en za
gen elkaar aan en kusten elkaar tel
kens en telkens weer.
Eindelijk maakte Rita zidh los uit Gun-
ters armen en zag schuw om zich heen,
alsof zij uit een droom ontwaakte. Zoo
lief en bekoorlijk zag zij er uit in haar
jonkvrouwelijke verwarring, dat hij er zich
gelukkig en met blijdschap van bewust
werd, dat hij haar werkelijk met groote
teederheid liefhad al was 't dan ook
niet met dien heeten gloed, waarmee hij
Carry had bemind.
Zij streek het haar van haar voorhoofd
weg en vroeg zacht en aarzelend:
„Wat zal papa ervan zeggen, Gunter?"
Hij lachte en kuste hare handen. „Ja
en amen zal hij zeggen, mijn lieveling".
Plotseling keek zij zeer ernstig. „Eigen
lijk is 't toch niet lief van me papa nu
weer alleen te laten. Hij heeft me zoo
dikwijls gezegd, dat hij zooveel van me
is gaan houden en dat hij zoo blij is,
dat ik bij hem gekomen ben en nu
zou ik hem weer alleen laten".
Een eenigszins verlegen uitdrukking
kwam op Gunters gelaat, die haar niet
ontging en die zij zich toch niet wist
te verklaren.
f -O-».
reed naast dit postvoertuig.
Door de onberekenbare be wegingen van
het hollende paard slingerde de wagen
met hout langs de postkar. De wielrijder
zat tusschen de beide voertuigen bekneld.
Nadat de houtwegen nog een eind was
doorgereden het paard was door den
schok tot kalmte gekomen werd de
ongelukkige opgenomen en in een café bin
nengedragen. Spoedig overleed hij. Het
doode lichaam is naar het Binnengasthuis
overgebracht.
De beide koetsiers bleven ongedeerd.
Van den postwagen brak een as.
Een burgemeester
beschuldigd.
Naar aanleiding van geruchten, als zou
de wethouder L. van Herpt, te Elshout-
Oudtieusden (gemeente van 1024 zielen)
zich in de laatst gehouden raadsvergade
ring hebben uitgelaten over een minder
juist beheer door den burgemeester v. L.,
heeft het „Dagblad van Noord-Brabant"
een onderhoud ntót dezen wethouder ge
had.
Inderdaad heeft deze zich uitgelaten
over het minder juist beheer, aangezien
bij aan de hand van bewijzen daarvan
overtuigd was. Beide wethouders hadden
de gemeenteirekening 1923 niet gezien en
missives fan Ged. Staten betreffende slor
digheden in de gemeente-administratie wer
den verdonkeremaand.
De wethouder vertelde, dat b.v. ter
betaling van rekeningen aan leveranciers
een kasgeldreikening werd gesloten. De
burgemeester vervoegde zich bij den ge
meente-ontvanger, haalde daar het geld,
zeggende, dat hij de leveranciers wel zou
betalen. Nadat het geld was ontvangen,
kwam dan verder van de betaling aan
de leveranciers niets.
Zoo zou hij, volgens den wethouder,
het bedrag a f 3000,eener geldlee-
ning hebben laten inschrijven op zijn par
ticulier spaarbankboekje. Al deze bedra
gen zijn echter later, na aanmaning, door
den burgemeester aangezuiverd.
Meerdere eigenaardige staaltjes van
beheer werden door den wethouder ge
noemd, zoo o.a. het eigenmachtig laten
maken van acten bij notaris J., zonder
daarin den gemeenteraad te kennen. Aan
gezien de gemeente de kosten der acten
niet wil betalen, zal een procedure volgen.
Gunter legde vlug zijn arm om haar
schouder.
„Kom, Rita, je mag zelf je vader vra
gen, hoe hij er over denkt."
Baron Viktor zat in de bibliotheek, hij
had een boek in zijn hand en geeuwde
juist achter zijn hand, toen het jonge
paar bij hem binnentrad. Eén blik op
Gunters gelaat was voldoende om te we
ten, wat er gebeurd was. Hij stond haas
tig op, Rita vloog op hem toe en om
helsde hem opgewonden.
„Papa lieve papa nu zult u eens
merken, wat een zelfzuchtig, ondankbaar
kind ik ben nu zult ui wel spijt heb
ben mij zooveel liefde te hebben ge
geven".
Haar vader drukte haar hoofdje tegen
zijne borst en keek daar overheen Gunter
aan. Deze knikte zwijgend. Nu boog haar
vader glimlachend en vol innigheid zich
over haar heen.
„Zoo, zoo, hoor eens aan. Zelfzuchtig
en ondankbaar? Nu, kijk me eens aan.
Ik wil eens zien of ik ook raden kan, wat
dat stoute meisje misdaan heeft".
Innig en berouwvol keek zij hem aan.
„Dat raadt u zeker niet. Ik zal het
maar dadelijk zeggen. Gunter neen
ik ik meen och papa Gunter
wil mij tot vrouw hebben.'
Nu was 't hooge woord er uit. Zij
zuchtte diep. Baron Viktor trok zijn ge-
.t in eene ernstige plooi.
„Zoo, zool Kijk eens aan wil die
schelm mij zoo maar mijn klein meisje
afnemen? Ja wat zullen we nu doen?
Eenige malen moest, volgens den wet
houder, op het salaris van den burge
meester beslag worden gelegd, terwijl het
betalen van huishuur en pensioensbijdrage
telkens achterwege bleef.
Meermalen zijn door de wethouders
klachten bij Ged. Staten van Noord-Bra
bant ingediend en van die zijde is ook meer
malen een onderzoek aanhangig gemaakt,
Vrachtauto versplinterd.
Woensdagmorgen omstreeks half elf is
op den spoorwegovergang aan den Pa
rallelweg te Delft een vrachtauto van
de firma Haazenkamp door een sneltrein
gegrepen en eenige meters medegesieurd.
De bestuurder werd van* de auto geslin
gerd en bekwam wonder boven wonder
slechts lichte verwondingen aan hoofd en
handen. De auto was nagenoeg versplin
terd. Het door de politie ingestelde
onderzoek heeft uitgewezen, dat
de afsluitboomen van den overweg niet
gesloten zijn geweest, doordat het wek
kertoestel defect was, en dat het
uitzicht ter plaatse door een stilstaan-
den trein was versperd.
E x - kro onp r in s film-acteur.
De „Koln. Ztg." brengt het bericht,
dat de ex-kroonprins den 25en en 26en
Januari zijn vroeger verbanningsoord Wie-
ringen zal bezoeken. Reeds eerder is ge
meld da': hij zulks van plan was.
Verder weet het zoo even genoemde
blad mede te deelen, dat de Nieuw York-
Film Company den ex-kroonprins 200.000
Mark heeft aangeboden, indien hij de
hoofdrol wil spelen in een film gemaakt
naar het boek, De Prins van Wieringen.
De ex-kroonprins heeft zich beréid ver
klaard zich met zijn oude vrienden voor
niets te laten filmen.
Natuurlijk laten wij dit bericht geheel
voor rekening van de „Köln. Ztg.".
SPORT.
Voetbal.
Zuidelijke le klasse N.V.B.
Het programma voor a.s. Zondag voor
bovengenoemde klasse luidt als volgt:
N. A. C.Bredania.
WilhelminaEindhoven.
Willem IIM. V. V.
P. S. V.B. V. V.
RoermondN. O. A. D.
Zuidelijke 2e klasse N.V.B.
Het programma voor a.s. Zondag voor
bovengenoemde klasse luidt als volgt:
VlissingenMiddelburg.
RoosendaalL. O. N. G. A.
DongenAlliance.
V. S. C.D. O. S. K. O.
Zuidelijke 3e klasse N.V.B.
Het programma voor a.s. Zondag voor
bovengenoemde klasse luidt als volgt;
GoesTerneuzen.
W alcherenZierikzee.
Middelburg IIVlissingen II.
Heb je hem al antwoord gegeven?"
Zij verborg haar gloeiend gezichtje te
gen zijne borst.
„Ik heb hem zoo lief, papa! Maar u
heb ik zoo lief. En 't beste zou zijn, dat
u ook voor altijd op Valberg bleef, dan
behoefde ik niet tusschen u beiden te
kiezen".
Haar vader streelde zacht haar hoofd-*
je. Nu wend 't hem toch warm te moede
en hij schaamde zich een weinig.
„Kleine Rita, lieve, kleine Rita, dat
gaat niet. Maar als je Gunter liefhebt,
dan behoor je bij hem. Mijn leven wordt
dan weer, zooals het vroeger was. Je
behoeft jezelf niet het minste verwijt te
maken, wat je tot Gunter trekt, is krach
tiger dan alle andere gevoelens. Het hart
heeft het voornaamste en grootste recht.
Volg maar getroost je hart, mijn doch
tertje, en wordt maar heel gelukkig met
Gunter. Ik zal heel dikwijls naar Val
berg komen, om mij in jullie geluk te ver
heugen. Bij mij had je nooit rust gehad.
Ik ben een rustelooze trekvogel en ik
had je van de eene plaats naar de andere
gesleept, 't Is een geluk, dat je door
Gunter een rustig tehuis zult krijgen. In
zijne handen ben je veilig geborgen. Eens
had ik je toch aan een man moeben af
staan en ik doe dat 't liefst aan Gun
ter. Ik verheug mij er over, dat alles zoo
gegaan is".
(Wordt vervolgd).
- Uifel Latj