IIbehoort mlje hart N°. 112. Woensdag 1 December 1926 115° Jaargang. FEUILLETON BANK voor ZEELAND GOES. Alle Bank- en EfFectenzaken. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant COURANT en Kleenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. BUITENLAND. OVERZICHT. Frankrijk's buitenlandscke politiek. Briamd heeft in de Kamer bij de be sprekingen over de begroeting van Bui- teolandsehe Zaken een lange redevoering gehouden over de buitenlandsche politiek. Hij betwistte een communistische verkla ring, die zei-de, dat de Kamer de ontrui ming van Syrië eischte, waarbij hij op merkte dat de Kamer in tegendeel be slissingen had genomen tegen deze ont ruiming en dat Frankrijk van plan was, Syrië een liberaal bewind te geven en een onderzoek zal instellen naar de jong ste gebeurtenissen totdat daarover het volle licht zal zijn verspreid. Frankrijk, zoo ging Briand verder, nam in China een hoogst gematigde en zeer bedachtzame bonding aan. Het neemt niet temin de internationale solidariteit in acht, die zijn gemeenschappelijke belangen het voorschrijven. Het zal de gebeurtenissen aandachtig volgen. Briand maakte toespelingen op de jongste gebeurtenissen, die zich in Italië hebben voorgedaan en een bepaalde slech te stemming hebben verwekt. Tegenover deze gebeurtenissen, ging Briand voort, bewaren wij onze koelbloedigheid, doch er zijn nochtans dingen, die gezegd moe ten worden. Een land heeft het recht, de regeering te kiezen, die het past, het heeft zelfs het recht aanvallen van een slecht humeur te hebben, doch er komt een oogenblik dat men daarmede moet opbonden. Er hebben onaangename mani festaties plaats gevonden; onze gezant heeft genoegdoening ontvangen, de goede betrekkingen zijn hersteld. Italië zal er kennen, dat zijn binnenlandsche twisten tamelijk ver zijn gegaan en moeten op houden. Briand is ervan overtuigd dat de twee landen geroepen zijn, met el kaar in goede verstandhouding te leven. Wij zijn op het oogenblik op een tijd stip, ging Briand voort, dat alles in het werk moet worden gesteld om in Euro pa een stevigen vrede te vestigen. Zonder toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland zal er geen duurzame vrede zijn. Briand is er van overtuigd dat, zoo als hij deze toenadering wil, hij veel meer in overeenstemming is met het ver drag van Versailles dan zijn tegenstan ders, omdat de hoeksteen van, het ver drag het pact van den Volkenbond is, dat juridische sanctie in de plaats stelt van de sancties van het geweld. Briand zei-de te megnen dat het een niet te ver- waarloozen zaak was dat te Locarno Duitschland vrijwillig een document had geteekend, waarbij het de Fransche gren zen erkent en afziet van geweld tot het regelen van mogelijke conflicten met zijn buren. Frankrijk had een voorbeeld gege ven en de naties aangemoedigd de arbi trageverdragen te vermenigvuldigen. Wij hebben te Thoiry alle kwest.es onder handen genomen. Wij zijn niet naar het Rijnland gegaan om er een strafclausule uit te voeren en Duitschland te breken. Aan de bepalingen van een verdrag kan een menschelijken inhoud worden gege ven, indien de beide partijen er zich toe 18 domr Hot/wig O&urthm—Mmhlorw Smeekend klonk de jonge stem. En hare woorden legden hem het geheele lijden van hare jonge ziel bloot. Voor niets ter wereld had hij kunnen zeggen, dat hij door hare komst meer verschrikt dan verblijd was. Bovendien zag hij in haar de vrouw die recht had op zijne ridderlijkheid. Hij bedwong het gevoel van hulpelooze ver legenheid, die hare komst hem gegeven had en streelde zacht haar kleine, koude hand. „Zeker houd ik van je, mijne kleine Rita, U at spreekt toch vanzelf, al zijn wij door de lange scheiding ook eenigs- zins van elkaar vervreemd." Als bevrijd haalde zij adem en drukte zijne hand tusschen de hare. „O, dat wist ik wel. Mama zei al tijd, dat u niet van me hieldt en niets van me wilde weten. Ook grootmama zei altijd, dat u blij was van mij verlost te zijn. Maar ik heb 't niet willen gelooven en dan werd ik boos en ik zei haar, dat zij jokte en dan werd ik heel onaardig lemen. Een eenvoudig onderhoud kan den toestand tusschen Frankrijk en Duitsch land niet veranderen. Wat daarvoor nood zakelijk is, is de goede wil aan beide kanten. Briand wilde een ge waarborgden vrede. Allereerst is noodig, zeide hij, dat het veiligheidsvraagstuk wordt gere geld. Hij uitte het ga.voelen, dat nu de Volkenbond zou moeten overgaan tot het overdragen van de bestaande militaire controle aan zijn organen. Het ontwape- ningsvraagstuk ging velen anderen mo gendheden buiten en behalve Frankrijk en Duitschland ter 'harte. Sedert Locarno had Frankrijk vele con cessies in Rijnland gedaan, waar negen tiende der eischen van de Duitsche rijks- regeering waren ingewilligd. Groote stap pen waren gedaan naar verbetering in de betrekkingen der beide landen. Het is, zeide Briand, een groote vordering, die groote veiligheid geeft. Briand eindigde zijn rede met te her halm, dat wanneer de militaire controle commissie eenmaal zal zijn verdwenen en de Volkenbond zich in haar plaats zal hebben gesteld, de veiligheid van Frankrijk, verre van te verminderen, zal zijn toegenomen. De Kamer juichte Briand toe. Door den verrokijker. De mijnwerkers van Zuid-Wales hebben met een meerderheid van 42.000 tegen 21.000 stemmen, dus van 2 tegen 1 besloten, de onderhandelingen met de eigenaars over de aangeboden voorwaar den te hervatten. Er zijn gisteren in Groot-Brittannië weer 60.000 mijnwer kers aan het werk gegaan. Verdere cij fers zullen niet meer worden verstrekt. De correctiomeele rechtbank te Nantes heeft dm communistischen afge vaardigde Cachin, die werd beschuldigd de militairen tot insubordinatie te hebben aangespoord, tot een jaar gevangenisstraf en een boete van tweeduizend francs ver oordeeld. De Spaansche koning heeft een decreet onderteekend, waarbij de af dee ling voor Volkenbondszaken aan het mi nisterie van buitenlandsche zaken wordt opgeheven. (Daar Spanje automatisch nog gedu rende twee jaren lid van dm Bond blijft, zullen de bondsaangelegenheden zoolang door de afdeeling voor politieke zaken aan het departement worden behandeld). De macht van de republikeinen in den Senaat der Ver. Staten is verze kerd door de verkiezing van den republi- keinschen candidaat Gould (bij een tus schen tijdsche verkiezing tengevolge van het overlijden van een senator), die een groote meerderheid behaalde op zijn de- mocratischen tegenstander. Tevoren telde de Senaat 47 republikeinen en 47 demo craten.* De troepen van Soen Tsjoean Fang, den dictator van Sjanghai, trekken terug op Foetsjau voor dm opmarsch der Zuidelijken. De Chineesche burger lijke gouverneur heeft besloten den terug- tegen haar. Maar ik kon het ook niet gelooven, ik wist toch immers 'zoo goed hoe lief u altijd voor mij was, als ik u vroeger af en toe mocht zien. Al het speelgoed, dat u mij gaf, heb ik zorg vuldig bewaard, m als mijne zusjes er mee wilden spelen, wilde ik dat niet en ik drukte het vast tegen me aan en kuste het. Daar plaagden zij mij mee. En eens hebben zij moedwillig allerlei daarvan ge broken. Toen heb ik hm van woede als een dolle geslagen. Tom heeft mijn stief vader mij geslagen en opgesloten. Mama wilde mij dagenlang niet zien. Ik zat schreiend bij mijn gebroken speelgoed en een der dienstmeisjes kwam stilletjes bij me en troostte me en hielp me alles weer te maken. Ik heb daarna alles in mijn kast gesloten en droeg dm sleutel altijd bij me. En altijd zei ik als troost tot mezelf: ik heb nog een lieven papa, die zoo goed voor me was en als ik groot ben, dan ga ik naar hem toe, zooals hij me gezegd heeft. Mama had wel gelijk, ik geloof, dat ik een naar en ondank baar kind was en ik kon nooit blij zijn over iets. Maar als je hart zoo vol ver driet en verlangen is en niemand houdt van je dan kun je toch ook niet lief en dankbaar zijn. En torn mamage storven was en ik van verdriet en schrik niet huilen kon, toen vonden allen me harteloos en mijn stiefvader zei, dat ik hem niet meer onder de oogen moest komen, hij kon mijn hartelooze houding Kantoor Groote Markt 21. Telefoon 74 (2 lijnen). IERSEKE - KAPELLE 's HEERENHOEK. trekkende troepen te beletten Foetsjau binnen te komen. (Foetsjau is de hoofdstad der provin cie Foekien en ligt aan de kust ten zui den van Sjanghai). KUNST EN WETENSCHAP. Pisuisse komt terug. Jean Louis Pisuisse, de cabaretier en liedjeszanger, die in het najaar van 1925 naar Indië vertrokken is om een tweede tournee te maken, keert midden Februari 1927 in ons land terug. Hij heeft ditmaal op Java weer even veel succes gehad als in 1909, toen hij het zoo buitengewoon trof met de fees ten ter gelegenheid van de geboorte van Prinses Juliana. KOLONIËN. H et communisme in Indië. De hoofdredacteur in Nederland van het weekblad „De mdische Post" te Soerabaja, jhr. Jan Feith, heeft een on derhoud over het communisme in Indië gevoerd met den vroegeren landvoogd mr. Fock, waarvan we enkele hoofd punten weergeven. 1. Hoe beschouwt u het zoogenaamde bolsjewisme, met name in Ned. Indië, zoowel als maatschappelijk en politiek verschijnsel AntwoordVolgens mijn inzicht is 'het onjuist te spreken van bolsjewisten en communisten. Dezen toch vertegenwoor digen een bepaalde leerstelling, hoe anti- maatschappelijk deze ook moge zijn. De oud-voorzitter van den volksraad, mr. Schumann, sprak dab ook in een rede voering van de „zich noemende commu nisten". Wat men in Indië aanduidt als communisten, is een kleine kern van half- ontwikkelde lieden, meestal van inland- sdhe geboorte, en als uitzondering slechts niet tot de eigen bevolking be'hoorend. Het aantal beroepspropagandisten van bui ten is slechts gering en laat zich gemak kelijk signaleèren. De zoogenaamde in- niet langer aanzien. Och, als hij maar in mijn hart had kunnen zien, hoe bedroefd ik was. Ik heb toen eenige dagen op mijne kamer gezeten. Flet eten werd mij daar gebracht. Toen kon ik het van el lende niet langer uithouden. En mijn ver langen naar u werd steeds grooter. Toen ben ik stilletjes het huis uitgeslopen toen iedereen nog sliep en ik ben naar het station geloopen, zooals ik me dat al lang had uitgedacht, en hier ben ik nu". Een wonderlijk ontroerd en verlegen gevoel, beving baron Valberg bij deze schildering van het kinderlijdcn van zijne dochter, waaraan hij voelde niet geheel onschuldig te zijn. Hij schoof een stoel bij en ging dicht naast haar zitten. Vol teederheid trok hij de handschoenen van haar koude handjes en streelde ze om ze te verwarmen. „Mijn arm, klein meisje, ik heb heele- maal niet vermoed, dat je zoo naar mij verlangde. Ik heb altijd gemeend, dat je vroolijk en gelukkig bij je mama leefde en ik wilde je in geen enkel opzicht sto ren. Ik dacht vast en zeker, dat je me al lang vergeten was. Ik kan het alles nog niet begrijpen, ik kan het nauwelijks gelooven, dat mijne dochter daar naast me zit. En ik weet niet eens, wat er nu met je gebeuren moet". Met een hartroerend lachje keek zij hem aan, met een glimlach die het smalle bleeke kindergezichtje mooier maakte en de groote oogen wonderlijk deed stralen. landsche „communisten" zijn lieden, «die meestal om den broode de kampongs intrekken, waar zij dan hun tijdelijke belangen ijverig propageeren. De des sa- bevolking, misschien nog minder dan de inlandsche bevolking in die groote ste den, begrijpt niets van hun „leerstellin gen". Zij luisteren echter gretig naar de fraaie voorspiegelingen, welke meestal neerkomen op in uitzicht gestelde gratis paddivelden en afschaffing van belastingen De propagandisten laten zich indirect voor hun moeite betalen door een niet onbelangrijk bedrag achter te houden van de door de goedgeloovige kampomgbewo- ners gestorte penningen, waarvoor zij als kwitantie dan een rood lidmaatschaps kaart ontvangen. Defce propaganda heeft op sommige plaats zeer intensief plaats, omdat hoe grooter het aantal zieltjes is, dat de propagandisten winnen, des te grooter ook hun inkomsten zijn. Bij dit alles werken echter zoovele en zoo uiteenloopende factoren mee. Ook godsdienstige invloeden, waarbij de dik wijls fanatieke uitingen van bet Mohame danisme een belangrijk verschijnsel vor men. Vandaar dat het jongste verzet zich het sterkst uitte' in Bantam, waar zich reeds herhaaldelijk voorbeelden van fanaliek Mohamedanisme voordeden. 2. Meent u, dat deze, ook vroegere en eventueel latere verzets-acties in Ne- derlandsch Indië, te zien zijn in verband met de ras sen-kwestie, zoodat zij be schouwd moeten worden als uitingen eener tegenstelling tusschen Oosten en Westen? Antwoord: Wat de nationalistische be weging betreft, welke men eveneens in andere oostelijke landen kan waarnemen, bijvoorbeeld het sterkst in Engelsch Indië, bestaat inderdaad bij velen het verlangen eigen baas te zijn, welk verlangen zich uit in een toenemende actie voor zelf bestuur. Inderdaad is ook deze groep in onze inlandsche bevolking van Indië be trekkelijk gering. Het over groote deel der bevolking van Indië begrijpt dat stre ven niet; voelt er evenmin iets voor. Het „medezeggenschap" is een leuze, welke aan hen voorbij gaat. Evenzoo zijn de verschijnselen van z.g.n. „coöperatiën zeldzaam. Indien er ooit tot uiting komt een meer bepaalden vorm van ras-tegenstellingn dan moet er van onzen kant alles worden gedaan, om de ontwikkeling daarvan tegen te gaan en haar te voorkomen. Ik acht echter al heel ongelukkig wat inbaar artikels in het Soer. Hbld. voor een vor ming van het „witte front" werd ge propageerd. Ook hèt plan van Aneta, om burgerwachten te willen vormen, lijkt mij het tegendeel van nuttig effect te sorteeren. Eerder zou men het kunnen beschouwen als een opruiing in verkeerde richting. Dat de geëmployeerden op een aantal ondernemingen, waar misschien hun leden, of de. aan hun zorgen toever trouwde goederen gevaar zouden lommen loopen vanwege de regeering gewapend werden, is natuurlijk iets anders. Bij dit alles, ik herhaal nog eens, heeft men te maken met een maatschappij, welke in tallooze onderdeelen verschilt met een westersche gemeenschap. Ze is zooveel gecompliceerder. Want wat de door u „Wat er met me gebeuren moet?" vroeg zij, schroomvallig, maar toch ook hoopvol. „Och, dat is me onverschillig. Als ik maar altijd bij u mag blijven. U stuurt me toch niet weer weg, is 'twel?" Smeekend en vol vertrouwen keek zij hem aan. Maar hij ontweek haar blik. „Ja, mijn lief kind ik weet nog niet zie je, mijn huis is er in 't ge heel niet op ingericht een jong meisje te herbergen. Ik leef al jarenlang hier als jonggezel en heb geen geschikte kamers voor je en je zou hier zooveel missen' Weer lachte zij zoo bekoorlijk, half verlegen, half gelukkig. „Och, er zal wel ergeins een hoekje voor me wezen. Ik zal heel bescheiden zijn, als ik maar bij u mag blijven." Opgewonden streek hij zich over het voorhoofd. Een onzinnige angst kwam plotseling over hem de angst voor dwang, voor gebondenheid. Het geheel beviel hem niet. Wat moest hij beginnen met eene volwassen dochter in zijn jong gezellen huis? Bovendien hij hij met een volwas sen dochter! Dat was eenvoudig belache lijk. Hij en balvader. Want het; kind moest toch uitgaan. Neen 't ging wer kelijk niet. Hij zou zich belachelijk ma ken. En die gedachten was hem onver draaglijk. 't Was hem, als was hij plot seling met duizend ketenen gebonden. Wat moest hij doen met dat jonge schep seltje? Hij had medelijden met Rita, hij ter sprake gebrachte eventueele tegen stelling betreft, moet men in datzelfde Mohamedanisme tegelijk den grootsten tegenstander zien van het bolsjewisme. En dat juist Bantam de felste verzet- haard is gebleken, bewijst mijns inziens slechts dat de propagandisten er met groote handigheid zijn opgetreden, en ook met het geloof hebben, weten te werken. Hoe weinig overigens het meerendeel der bevolking van Indië zicjh dergelijke acties aantrekt en volkomen onverschillig staat ten opzichte van eenige nationale solidariteit, moge blijken, uit de spoor wegstaking van 1923 op Java, welke, uitsluitend door het inlandsche personeel werd georganiseerd; doch waarbij de be volking, ook menschen die vlak bij de stakende spoorweg-oentra woonden, zich geheel aflzijdig hielden. 3. In hoeverre treft der vorige ne geering de kritiek dat de jongste Novem ber-gebeurtenissen op Java door haar niet voldoende zouden zijn onderkend, tegen gegaan en onderdrukt? Antwoord: Wij zijn altijd bezig geweest met ons op de hoogte te houden van alles, wat onder de bevolking van Indië om gaat. En altijd waren wij voldoende op de hoogte. Gedurende mijn bewind stond ik voortdurend in relatie met den pro cureur-generaal, wiens dienst over ge heel Indië uitnemend geoutilleerd was. In Bantam heb ik wat, kort vóór mijn aftreden als gouverneur-generaal, in Augustus van dit jaar, door militairen laten patrouilleeren, omdat enkele plaat selijke verschijnselen zich hadden voor gedaan, welke ons aanmaanden op onze hoede te zijn tegenover een mogelijk agressief optreden van de zijde van sommige drijvers. Gedurende mijn bestuurs-periode ben ik steeds krachtig tegen de communis ten opgetreden. Ook bestond het voortdurend ernstig streven om go«ed op de hoogte te blijven van al hetgeen er omging onder zekere lagen der bevolking. 4. Is het uwe meening, dat tegen over gewelddaden en georganiseerde moorden op Europeanen en Javanen, als onlangs op enkele plaatsen op Java heb ben plaats gehad, intemeering een juis tere bestraffing der daders is dan de doodstraf? Antwoord: Het vraagstuk van het toe passen der doodstraf is een uiterst moei lijk iets voor een bestuurder, die door zijn handteekening een doovonnis heeft te be krachtigen of van zijn recht van gratie gebruik kan mak-en. Gedurende mijn Indi sche ambtelijke periode heeft dit geval zich slechts éénmaal voorgedaan. Het ging om een jeugdigen moordenaar te Soera baja, wiens doovonnis mij ter teekening was voorgelegd. Ik heb mij toen laten overtuigen door een oudere dame, die op welsprekende wijze voor het levejn van den jongen moordenaar bij mij is komen pleiten; waarbij zij mij kon aantoonen, dat de mogelijkheid groot was, dat de levenslange gevangenisstraf, welke de te rechtstelling verving, stellig van invloed zou zijn om den moordenaar tot inkeer te brengen. gevoelde ook werkelijk, dat hij haar lief had. 't Was onmogelijk haar weer weg te sturen. Hij kon haar toch maar niet zoo aan haar lot overlaten. - Naar het huis van haar stiefvader kon hij haar onmogelijk terugsturen. Hij zou haar niet meer willen ontvangen, nu zij eenvoudig weggeloopen was. Ondanks de benarde positie, waarin hij zich bevond, moest hij toch lachen. Bij al hare verlegenheid was zij toch zeer beslist opgetreden. Kwam daar maar plotseling zijn huis binnen en zat daar nu en keek hem met hare groote, don kere kinderoogen zoo roerend en tegelijk vertrouwend aan, dat zijn hart wel van steen had moeten zijn om geen mede lijden met haar te 'hebben. Lieve hemel, zoo n arm, klein ding. Dat was maar in de wereld gebracht en vader noch moe der had zich' veel om haar bekommerd. De moeder had haar afkeer van den va der op het kind overgedragen en de vader nu die jhad maar niet meer naar bet kind gevraagd, omdat dat hem maar last zou hebben bezorgd. Maar nu was 't dan ook meer dan tijd zijn plicht te genover zijn kind te vervullen, zich haar lot aan te trekken. Maar hoe dan hoe? Hulpeloos en verlegen keek hij haar aatn en streelde hare wangen. (Wordt vervolgd). m mam

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1