BIGGELAAR1 N°. 151. ST. NICOLAAS- s PRIJSVRAAG. Wereldvrede. De] fijne pijptabak is Douwe Egbert :ê^Liven Vrijdag 12 November 1926 115e Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel. GOESCIffl ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag- Uitgave Naamlooz» Vennootschap Goesche Courant en Vrijdagavond. COURANT ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Onze Sint Nicolaas-prijsvraag ligt ge reed. In drie opeenvolgende nummers van de „Goesche Courant" zal een kort artikel verschijnen, dat op het eerste gezicht niet te lezen is, daar de regels (niet de c woorden) van het oorspronkelijk opstel i met opzet door elkaar zijn geplaatst. Be- c kijkt men het gedrukte nader, dan zal blijken dat met eenige moeite een leesbaar geheel te formeeren is, door de regels uit te knippen en ze anders te rangschik ken dan wij deden. Men zou echter niet tot een goed resultaat komen als men niet wist dat het wir-war opstel de namen van onze adverteerders bevat en dat het handelt over artikelen die in de Sint Nicolaas-étalages der adverteerders voor komen. De sleutel tot de goede oplossing is dus te vinden in de advertentie-pagina van onze courant en in de étalaiges van hen, wier namen de advertenties be vatten. Ter verduidelijking hieronder een voor beeld Men zal lezen: handtaschje offreeren, die ik in alle ges van den heer M. in de winkelstraat fraaie overhemden. Geef mij zoon das en keek goed rond. Tegen Sint Nicolaas trekken de étala- straat. De jongen trad den winkel binnen zei de jongen met het roode haar tot veel bekijks door de kleurige dassen en prijzen weet te liggen bij K. in de Lange zijn 'z war be meisje, dan zal ik je een f I I Als men de regels uitknipt en in de goede volgorde opplakt leest men het volgende Tegen Sint Nicolaas trekken de étala ges van den heer M. in de winkelstraat veel bekijks door de kleurige dassen en fraaie overhemden. Geef mij zoo'n das zei de jongen met het roode haar tot zijn 'zwarte meisje,dan zal ik je een handtaschje offreeren, die ik in alle prijzen weet te liggen bij K. in de Lange straat. De jongen trad den winkel binnen en keek goed rond. De oplossingen der prijsvraag moeten uiterlijk 1 December te 9 v.m. aan onze bureaux zijn afgeleverd. Later inkomende inzendingen worden terzijde gelegd. Even zoo wordt gedaan met de oplossingen die niet bestaan uit gedrukte en geknipte re gels uit onze courant. Als prijzen worden beschikbaar ge steld bons ad f 20,f 15,f 10, en f 5,De gelukkige winnaars kunnen dieze 'bons bij een der adverteerders, in het Sint Nico laas-artikel genoemd, in wisselen tegen een cadeau naar eigen keuze. De prijswinnaars worden aangewezen door de Directie der „Goesche Courant". Van hare beslissing kan niet in hooiger beroep worden gekomen, ook zal niet worden ingegaan op correspondentie over de prijsvraag. Directie „Goesche Courant", Het groote, piëteitvolle zwijgen, het stille herdenken van hen die vielen in den wereldoorlog, heeft ook gisteren, 11 uur des morgens, weer plaats gevonden. Twee minuten lang hebben over een groot deel van de wereld millioenen mensühen ter zelfder tijd ongeveer alle gedachten aan zaken en beslommeringen op zij gezet, hebben even gedacht aan dat o, zoo vurig verbeide moment, van toen11 Novem ber 1918. toen eindelijk, eindelijk de vree- selijke oorlogsnachtmerrie ten einde was. Er zullen vele droeve gedachten geweest zijn: van stille oude moedertjes, van vrou wen, van kinderen, die zoons of echtgenoo ten of vaders daar ginds lieten, in de troostelooze vlakten van Noord-Frank rijk, waar nu de storm huilt en de regen de oïioogelijke kruisjes geeselt. Of aan den Ijzer, of in Rusland, of in Mesopo- tamië of waar dan ook de alles-verzen- gende vlammen van den wereldbrand uit sloegen. Maar er zullen ook dankbare gedachten geweest zijn: van hen, die on gekrenkt uit den vuurpoel terugkwamen en van hun vrienden en verwanten. Er is deze keer een nieuw element m de „groote stilte" gekomen. Men wil deze twee minuten van bewust beluiste ren der eigen gedachten, wanneer alle onvriendelijke, jachtende gedadhten rus ten, zwijgen, en alleen één groote har monie zich van ons denken meester maakt, ben nutte maken aan de vredesgedachte. Verleden jaar werd hiervoor reeds in de vroegere oorlogvoerende landen en ook in de neutrale landen, door werkers voor den wereldvrede een vredesactie gevoerd. En alom vond de gedachte weerklank, bij alle gezindten, in alle klassen. Dit jaar hebben ook talloozen in ons eigen land huin gedadhten van een vurig verlan gen naar vrede, van goedwillende tege moetkoming jegens anderen, bij de devote gedachten van de millioenen in het bui tenland gevoegd. Weer was dus de „in ternationale gedachte-keten van wereld vrede en eenheid" grooter, sterker, meer omvattend. Het is heel merkwaardig, dit nieuwe element in de „groote stilte". Van een weemoedig herdenken, een droeve her innering, is het nu geworden tot een krachtig, opbouwend verlangen naar vre de, éénheid, harmonie. Het is een aan wijzing, dat men begonnen is, de gedach ten in de juiste- richting te leiden. En men dus is gaan heseffen, van welk een ontzaglijke waarde ons denken is, ja, dat ben slotte alleen het denken waarde en macht heeft. Dat liet dius van vitaal belang is, hoe wij denken, en dus om goed te denken. Goed denken Ja, maar dat behoeft, neen, dat mag niet beperkt zijn tot 2 minuten in een heel jaar. Eenmaal wetende, dat de we reld slechts vooruit gebracht kan wor den, wanneer- we onze gedachten goed en liefdevol en rein houden, zullen we ons niet meer kunnen bepalen tot 2 mi- nuetn goed denken in een heel, lang jaar. Dan wordt het duidelijk, dat de wereld vrede niet eerder komen kan, dan wan neer we allen, eiken dag en elk uur gedachten van vrede uitzenden. Zoodat er voor velen dus een algeheele ver andering in hun denken zal moeten komen. Maar hoe die vriendelijke, vrede-lie- vende gedachten te behouden, steeds op nieuw vast te houden, ook in het aange zicht van oogenschijnlijk heel vijandige, onharmonische daden of gebeurtenissen? Door te weten, dat niets aanwezig is of macht heeft, dan het goede, dat de goddelijke logos of het volmaakte immer tegenwoordig is. En dat de macht van het kwaad slechts een vermeende macht is, door ons gedachtelijk daaraan toegekend. Feitelijk is dus niets te veranderen, de wereldvrede, de volledige harmonie ondier de volken, is aanwezig en bereik baar. Het zijn slechts onze gedachten, die veranderd moeten worden., onze ge dachten die voorstellingen scheppen van vijandschap of haat, onze gedachten, die ons beperkingen opleggen en ons zouden willen doen gelooven, dat het kwaad even veel macht had, zoo niet meer, en even werkelijk, zoo niet werkelijker, was dan het goede. En wanneer onze gedachten veranderd worden, we allen individueel dus ook in onze daden en woorden blijk geven van vernieuwing in ons denken, wanneer we geen werkelijkheid, noch macht meer toe kennen aan kwaad en kwade gedachten, wanneer dus alle nevel zal zijn opge trokken, dan zal daar in ons midden de wereldvrede zijn. Dan zullen we weten, dat die altijd daar was en er altijd zal zijn en we er slechts van gescheiden kon den worden door verblinding, begooche ling en onjuiste gedachten. MEDISCHE RUBRIEK. De levensduur van typhusbaciillen. Nu ook in verschillende plaatsen van ons land typhus gevallen voorkomen, is het niet van belang ontbloot iets mede te dieelen omtrent de bacillen^ die oorzaak van deze ziekte zijn. Het mag als alge meen bekend worden verondersteld, dat de typhusbacteriën door voedings- en genotmiddelen kuinnen worden overgebracht en op verschillende daarvan blijven zij lang in leven. Volgens de jongste onder zoekingen staat het vast, dat typhusbac- feeriën door voedingsmiddelen kunnen wor den overgebracht, dat zij niet alleen in verschillende levensmiddelen kunnen voor komen, doch dat zij zich' in enkele ge vallen gelukkig niet in vele daarop kunnen vermeerderen. Het gevaarlijkst zijn de typhusbactericn in rauwe melk, waarin zij langen tijd in leven blijven, ter wijl zij b.v. in joghuirt binnen 24 uur dood gaan. Rauwe vruchten en rauwe groen ten brengen eveneens de typhusbacteriën gemakkelijk over. Op fruit blijven zij vrij wel zoo 'lang in leven als het fruit eet baar is. Ook rauw vleesch kan drager dezer bacteriën zijn; ongeveer 12 dagen blijven zij daarop in leven. Ook dierlijke en plantenvetten en zeif^ kaas kunnen de overbrengers der ziekte zijn. In kaas houden de bacteriën het van tien tot veertien dagen uit. In bier houden zij het van twee tot vier dagen. Hieruit moge blijken, dat men in de zen tijd, vooral in gemeenten waar zich typhusgevallen hebben voorgedaan, goed doet geen rauw fruit, rauwe melk en diergelijke te gebruiken. BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN. Licht. (W. de Haan Utrecht). De vijfde aflevering brengt een be schouwing over „Twee Godszoekers' Giordano Bruno en Franciscus van As- sisieen artikel over „Inlanders", door T. W. Hoogkaas; „Boomschors"; „Ont staan en ontwikkeling van het alphabet", en een causerie over „Oefening maakt dein meester". Verder tal van duidelijke afbeeldingen. Een keer per maand zal de redactie een lijst van boekwerken op nemen, waarin men over de behandelde onderwerpen meer te weten kan komen. Kinderboeken. Bij Van Holkema en Warendorf te Amsterdam verscheen „Voor altijd bezige kinderen", een reeks van zelf te maken speelgoed en handwerkjes voor kinderen, bijeengebracht door Elsa Beskow en Anna Warburg. Het aardige van dit boekje is, dat den kleinen geleerd wordt te knutselen met materiaal van weinig waar de, wat papier, stukjes touw en draad en ze kunnen hun fantasie uitleven. De tekst is erg eenvoudig en de beeke- nrtigcn duidelijk, zoodat slechts zelden de hulp van volwassenen^ ingeroepen be hoeft te worden. De nieuwste eer ie-uitgave van Van Holkema en Warendorf vormen de pop- penprentenboeken, een nieuwigheid in de kinderwereld van zeer oorspronkelijke vin ding, die opnieuw bewijst welke knappe menschen zich ten dienste van het kind hebben gesteLd. De serie bestaat uit vier groote poppen, bijna zoo lang als een kleuter zelf. Ze zijn prachtig geteekend en in kleur gedrukt en om den hals dra gen de kartonnen kinderen een naamplaat je. Het uiterlijk is een ware introductie tot het innerlijke. Slaat men de poppen open dan ontdekt men een viertal pren tenboeken, die boeiende verhaaltjes be vatten. De uitgeefster zal ongetwijfeld succes van deze nieuwigheid beleven. De kin deren die de prachtpoppenprentenboekem zien, zullen St. Nicolaas niet met rust laten voordat hij hun speelvoorraad met Van Holkema en Warendorf's nieuwste uitgave heeft verrijkt. Ook ouderen zul len over de uitvoering van de poppen- prentenboeken verrukt zijn. BUITENLAND. OVERZICHT. Het Duitsche spook. Die toenadering van Frankrijk tot Duitschland is na de ontmoeting te Thoiry niet erg veel gevorderd. Er zijn na Thoiry wel veel bezoeken afgelegd en besprekingen gevoerd, maar eenig prac- tisch resultaat is nog niet bereikt. In Frankrijk blijken velen, en daar zijn ook regeeringsleden onder, die de toenadering tot Duitschland weliswaar niet direct willen afwijzen, maar er in den grond dier zaak toch weinig voor gevoelen. Heili ge dagen geleden verscheen er in de EchodeParis" een artikel waarin weer eens duchtig geschermd werd met de moei lijkheden en bezwaren, die verbonden zijn aan die cardinale kwestie, die bij alle toenaderingspogingen de groote rol speelt: de vervroegde ontruiming van het Rijnge bied. In Duitschland is men van oordeel dat die vervroegde ontruiming de absolute noodzakelijkheid is voor een voortzetten van wat in Thoiry begonnen is in Frankrijk zijn er nog steeds leringen, die in die vervroegde ontruiming een zeer groot gevaar zien. Het artikel in „Echo de Paris", dat tot titel draagt „de misdadige ontruiming", is, naar men zegt, van de hand van een militaire per soonlijkheid, wat wordt afgeleid uit het signatuur, waarvan dat artikel voorzien is. In dit verband wordt zelfs de naam van Foch genoemd. Of deze of een ander nu dat artikel heeft geschreven het heeft eenige beteekenis, omdat de Fran- sche regeering inzake de ontruiming van het Rijngebied het oordeel heeft gevraagd van militaire autoriteiten. Deze hebben hun oordeel gezegd over de mogelijke ge volgen van een verder gaan in de richting van Thoiry en dat oordeel schijnt nu niet overdeeld gunstig te wezen. ECHTE FIUESCHE HEEREN BAA Natuurlijk wordt er de omzetting van f abriekan in werkplaatsen voor krijgstoe rustingen weer bijgehaald. Het artikel in de „Echo de Paris" zegt, dat die omzet tingen nog steeds voortgezet en op een goeden dag voltooid zijn, zonder dat men in Frankrijk er iets van weet. Gewezen wordt in dit verband op de moeilijkheden', die de Duitsche controle-commissie steeds heeft ondervonden en op het verontrus tende, als er geen controle meer is. Als over deze aangelegenheid quaesties ko men, waarin de Volkenbond betrokken wordt, duurt het maanden voor er eenig resultaat is bereikt: De Duitsche regee ring zal dan natuurlijk een onderzoek eventueel ook een tegenonderzoek eischen en in dien tusschentijd kan men zich- in Duitschland precies voldoende hebben voorbereid en ingericht. Dan zal er ook voldoende tijd zijn geweest, om doormid del van geoefende vrijwilligers de rijen van de weermacht te verdubbelen of ver drievoudigen. En onder den schijn van manoeuvres of orde bewaren zullen die troepen dan daarheen gebracht worden, van waar een aanval op Frankrijk kan plaats hebben.^ De schrijver van het artikel gaat dan uitvoerig na, wat gebeuren zal, als Duitsch land besloten is „met de wapenen zijn positie van voor den oorlog" opnieuw te veroveren. En dan komt de clou van de geheele zaak: als Frankrijk het Rijnland ontruimt kan het Duitsche leger binnen acht-ien-veertig uur de hand leggen op het^ Lotharingsche ertsbekken. De gede militariseerde zone zal dan practisch waar deloos zijn. En daarom men begrijpt de conclusie moet Frankrijk zoo lang aan den Rijn blijven staan, als op grond van de bestaande verdragen geoorloofd is, in elk geval zoolang, als de Lotharingsche grens naar alle kanten openstaat. Merkwaardig bij deze conclusie is, dat F och in een lezing, die hij onlangs in Straatsburg heeft gehouden, ook op deze quaestie van de open Lotharingsche grens is gekomen en toen de noodzakelijkheid heeft bepleit van uitbouwen van het vesting systeem aan de Lotharingsche grens als het eenig effect gevende middel tegen een Diuitschen aanval. Tot dat die uitbouw klaar is, moet men, aldus Foch indertijd in Straatsburg en met andere woorden nu de „Echo de Paris", aan den Rijn blij ven en de Rijinlandbezetting handhaven, omdat onder die omstandigheden Duitsch land het wel laten zal een oorlog te ont ketenen, die dan op Duitsch gebied zou worden gevoerd. Als bewijs van de mentaliteit in Fran- sche militaire kringen hebben deze uitla tingen zeker beteekenis. En zij zijn ook hierom merkwaardig, omdat nu de Rijn bezetting niet meer beschoifwd wordt als een waarborg voor de vervulling van. 'door' Duitschland aangegane verdragen, maar ook dient als een mogelijkheid om zich blijvend te versterken tegen een Duitschen aanval. Men ziet uit een en ander dat Frankrijk in zijn geheel nog niet beireid is aan de goede bedoelingen van Duitschland te ge looven. Het gevaarlijke oorlogsspook speelt Marianne nog steeds parten. Wat moet men uit het artikel in de „Echo de Paris" concludeerenEen begin van de poging om de toenadering weer op de lange baan te schuiven, teneinde de on derhandelingen niet plotseling te doen ein digen, wat op de openbare meening een slechten indruk zou maken, of zijn hier al leen een paar menschen aan het woord, die spoken willen zien?

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1