II behoort mijn hart N°. 128. jz De] fijne pijptabak is Vrijdag 29 October 1926 115" Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel. Liefde en Honger. J I. SAMOS PRIMA f 1,10 4 FEUILLETON KW4TTAJV VOLLE MELR REEPEN DatsKWATTA ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f»1.20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Het is bekend, dat een belangrijke be volkingsaanwas beschouwd wordt als een bewijs van gezondheid en van levenskracht van een volk terwijl daarentegen vermin dering of stilstand van het zielenaantal wijst op verval op decadentie. Men heeft slechts een Duitsch werk over het be volkingsvraagstuk ter hand te nemen om overtuigd' te worden van de trots dier natie over de snel stijgende bevolking, waar tegenover Frankrijk staat, waar velen de onvruchtbaarheid van Marianne een natio nale ramp noemen. Daarnaast is echter een andere men taliteit ontstaan. Dank zij de uitgebreide en uitstekende gegevens, waarover wij be schikken met betrekking tot de bevolkings statistiek, kan men man of meer betrouw bare voorspellingen maken omtrent het bevolkingscijfer in de tweede helft van deze eeuw. Ook hij ons heeft men becijferd hoe groot het aantal Nederlanders zal zijn, dat omstreeks het jaar 2000 over „ons dierbaar plekje grond" zal rondwanden. En Lfipiaats van een nationale trots, kun nen- we dan veelal een niet geringe onrust tuisschen de regels doorlezen, een onrust die trouwens niet geheel en al ongegrond is. Om een enkel cijfer te noemen. De bevolkings-toeneming bedraagt per jaar per duizend zielen: in Frankrijk 2.6 in België 6.5 in Engeland 8.5 in Duitschland 8.7 in V. S. van N.-Amerika 11.1 in Japan 11.1 isn Nederland 15.2 Zooals men ziet, stijgt de Nederland- sche bevolking het snelst en wat deze stijging voor ons land beteekent, wordt duidelijk als wij bedenken, dat ons landje dat momenteel ongeveer 7.000.000 zielen telt aan heteind dezer eeuw ongeveer 15 millioen Nederlanders zal hebben te herbergen. Dat deze cijfers te denken geven en dat menigeen de schrik orn. het hart slaat, als !h ij zich Nederland voorstelt met een tweemaal zoo (jroot inwonertal waar nu reeds de vraag gewettigd is, of er in ons land geen permanente werkloosheid zal heerschen, is alleszins begrijpelijk. In ieder geval staat het bevolkingsvraagstuk in het centrum van belangstelling en het is daar om dat wij willen trachten aan te geven in luxe rietverpakking Fa. J. A. L. G WITTE Wijnhandel, Goes. door Hedvèig Courthm—Mahler. „Beste oom, ik ben met hart en ziel sol daat, omdat 't nu eenmaal mijn beroep is en omdat een flinke man zijn beroep moet hooghouden en naar zijn beste krachten moet vervullen. Maar ik kam. u zeggen, dat ik met vreugde mijn kool zelf zou planten, als ik maar het kleinste stukje grond mijn eigendom kon hoemen. 't Lijkt me heerlijk één te worden met den eigen grond en er uit te halen, wat er uit te halen is". Baron Viktor keek glimlachend in het stralend gelaat en legde zijin slanke, ge spierde hand op Günters schouder. „Jongen waarom heb je me nooit iets verteld van je dwepen met het bui tenleven?" „Beste oom, u hebt er mij nooit naar gevraagd en ik kon niet weten, dat u dat interesseerde. Dat zijn van die gehejhne wenschen, die men in zijn hart opsluit, omdat zij niet te vervullen zijn." Baron Viktor schudde heftig het hoofd. „Volstrekt niet, mijn jongen. Nu komen wij langzamerhand tot de kern der zaak. Laten wij aannemen, dat je vandaag ma joraatsheer van Vaiberg werd, zou je dan welke factoren van beslissendem in vloei zijn op den toekomstiigcn bevolkings-aan- was. Het is duidelijk, dat het over chot be paald wordt door het aantal geboorten verminderd met het aamtal sterfte-ge- vallen. Indien men dan ook wil ingrepen, zal men zijn aandacht moeten wijden aan het geboortecijfer. De invloed die het menschdom op de sterfte kam ui oefenen en ook inderdaad uitoefent, kan slechts ver lenging van den levensduur en dus vermin dering van het sterfte-cijfer tot gevolg heb- hebben, indirect werkt de menschelijke invloed hier dus overbevolking in de hand. Anders staat het ten opzichte van de ge boorten. Alle factoren die een druk leggen op (het geboorte-cijfer werken tevens als een rem op de bevolkings-vermeerdering. En welke factoren zijn het die fundamen teel de grootte van den bevoikings-aanwas bepalen Het zijn de Liefde en de Flonger. De machtige en geweldige drang der menschelijke natuur, die met onweerstaan bare kracht naar een onbeperkten aanwas der bevolking streeft, kunnen we met een enkel woord als Liefde aanduiden. Het is de motor, die ons met razende snelheid naar een noodlottige •verbcvoiking zou voeren. Zou voeren, want tegenover de Liefde staat de Honger. Onder Honger dan te verstaan al die materialistische overwegingen, die de men- schen er toe brengen hun gezinnen klein te houden. Naast die duizende gezinnen, waar de honger werkelijk tot beperking dwingt, zijn er tienduizenden waarbij het meer ego islische motieven zijn, en waar gemak- of genotzucht de eigenlijke drijfveer is, voor het één- of twee-kinderstelsel. En ook leggen slechte economische om standigheden een druk op het geboorte cijfer in dien zin, dat zij velen niet cm staat stellen een huwelijk te sluiten. Wij zullen ons niet wagen aan een be oordeeling van de methoden van hen., die al of niet gedwongen hun ge zinnen klein houden, omdat wij weten hoe deze geheele materie voor velen een teer onderwerp is: bovendien wordt het standpunt in deze veelal bepaald door godsdienstige opvattingen, die wij niet wenschen te bespreken. Maar er is iets anders waarop wij de aandacht willen vestigen. Het heeft ons getroffen, dat, naast de geweldige hoeveelheid artikelen en bro chures^ die het tegenwoordige en toekom stige aantal Nederlanders onder de loupe nemen er zoo bitter weinig wordt geschre ven over de hoedanigheid van onze land- genooten. Veel belangrijker dan de kwan titeit, achten wij de kwaliteit. Het meest fnuikende voor Neerland's toekomst is niet het feit, dat er ieder jaar ongeveer 120.000 landgenoo'en bijkomen, maar dat het met de mentaliteit van een groot deel der ouders dier zuigelingen allerbedroe vendst gesteld is. Men vergeet maar al te dikwijls dat men de plicht heeft zelf voor zijn kinderen te zorgen. Men is er niet mee af, wanneer men voor de inschrijving in het geboorte-regis ter gezorgd heeft. De staat is zeker niet je ontslag uit den dienst nemen en Vai berg zelf gaan besturen?" Günter knikte verheugd, zonder te ver moeden, waar zijn oom heen wilde. „Zeker! Dat zou ik dadelijk doen." Een oogenblik keek baron Viktor hem nadenkend aan. Daarna knikte hij alsof hij 't met zichzelf eens was geworden en wierp de rest van zijne sigaret in het aschbakje. Toen klopte hij met beide 'han- op de armleuningen van zijn stoel en zei snel: „Nu, dan kan ik kort zijn. Luister, beste jongen, naar het voorstel, dat ik je doen zal, zoodat je niet naar mijn dood behoeft te verlangen. Je neemt zoo spoe dig mogelijk je ontslag en neemt nu reeds, tijdens mijn leven het majoraat Vaiberg over onder de volgende voorwaarden: je werkt je onder leiding van den ouden administrateur, zoolang hij nog blijft, in alles in, zoodat de nieuwe administrateur je niet bedotten kan. Je neemt dan de hoofdleiding en bestuurt het majoraat zoo, dat mijn opvolger, dus jijzelf, tevreden is. Voor het geval, dat ik op mijn ouden dag genoegen in het buitenleven zou krijgen, worden er voor mij op Vaiberg levenslang een rleeks van vertrekken gereserveerd, ar ik ten allen tijde vrij over kan be schikken. De inkomsten van het majoraat komen voor de helft aan jou, voor de helft aan mij. Zoo dat is voorloopig het voornaamste. Ga je er op in, dan ben ik bevrijd van alle zorgen over het majoraat en dan weet ik het in de beste handen. Slechts één merk kanaandespits staan gebaat bij een steeds stijgend aantal pau per tjes, die ongezond ter wereld komen en voorbestemd zijn om het beroep huniner ouders, n.l. trekken uit de „werkloosheids- kas" voort te zetten. Want dit is „des Pudiels Kern". Het tegenwoordige geslacht moet be seffen dat het in ons land minder dan ergens anders regel mag worden, dat de staat de zorg en de kosten der opvoeding gaat overnemen. Alle ouders zullen moe ten overwegen of zij in staat zijn kun kin deren behoorlijk toegerust de wereld in te sturen, opdat er menschen uit kunnen groeien, die niet tegen Vadertje Staat behoeven te leunen, maar die geleerd heb ben op eigen beenen te staan. Zoo bezien komt ons het bevolkings vraagstuk veel belangrijker voor dan het domweg naast elkaar plaatsen van cij fers. Wel is er verband tusschen ver meerdering in aantal en verbetering van kwaliteit. Een toenemende bevolking zal de na tionale bronnen van welvaart steeds in tensiever moeten aanboren. Men zal har der moeten werken om den gevoerden levens-standaard te kunnen handhaven. Ook hier geldt het bekende spreekwoord van de dunne spoeling. En derhalve zullen de maatschappelijke verhoudingen steeds hooger eischen stellen aan de Spankracht der individuen. M.a.w. de strijd om het bestaan zal voor ons Nederlanders steeds moeilijker worden en het zal verstandig zijn, dat wij in plaats van ons blind te staren op de aangroeiende bevolking en tegen dien was maatregelen te beramen, ons meer dan ooit realisee- ren, dat wij het opgroeiende geslacht een wapenrusting moeten meegeven, die voor namelijk zal moeten bestaan uit deze dee- len: energie, kennis en verantwoordelijk heidsbesef. Maar als wij zoo het bevol kingsvraagstuk zien, wordt het ons tege lijk duidelijk dat er een groote kern van 'waarheid zit in'het gezegde: dat een snel toenemende bevolking de hefboom is van den maatschappelijken vooruitgang. En jonge menschen, die op een derge lijke wijze uitgerust de wereld inge stuurd worden, zullen een zegen voor het land blijken te zijn. Al zijn het er ook 150.000 per jaar. Van dat soort hoe meer, hoe liever. BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN. „Letje", of „De weg naar geluk", door Top Naeff. (Van Holkema en Warendorf, A'dam). Ondanks het bewonderenswaardige pro ductievermogen van onze schrijvers zijn we arm aan nationale lectuur, waaronder we hier niet believen te verstaan de be Je wordt nu al majoraatsheer, kunt doen en laten wat je walt,en je hebt voor je moeite ook een grooter inkomen dan tot nu toe, want ]e weet. dat Vaiberg zeer veel opbrengt. Wat zeg je nu van dit voorstel?" Gunter was bleek geworden. Als een Fata Morgana doemde het voor hem op. Hij dacht aan het meisje, dat hij liefhad. Dit voorstel opende de mogelijkheid inu zonder zorgen een gezin te kunnen vormen. Het was een prachtig aanbod, dat hem zeer aanlokte. Maar hij durfde het nog niet voor mogelijk te houden. Een poosje keek hij zijn oom met groote oogen aan, hij haalde diep adem en zei met ge dwongen kalmte: „Ik was een oogenblik in de war, oom Viktor, alsof ik duizelig was. Als een armen duivel plotseling het groote Lot aangeboden wordt, dan draait het voor zijn oogen. Ik kan zoo ongeveer taxeeren, Wat u mij daar met open handen wilt ge ven. 'tls geen wonder dat me dit deed duizelen. Maar als het geen scherts van u is, dan is het toch niet rijpelijk over dacht mij zulk een aanbod te doen." Baron Viktor schudde het hoofd. „Toch wel, mijn jongen, 't Is rijpelijk overdacht en goed overlegd. Ik weet, dat Vaiberg in jouw handen beter geborgen is dan in de mijne. Bovendien is 't mij wer kelijk tot een last. En je weet ik ben rijk genoeg om de helft der inkomsten van Vaiberg te kunnen missen." Gunter wreef over zijn voorhoofd. schrijving van ons land, maar de weer gave van het levensrytJhme gedurende een bepaalde periode. Na de Camera Obs- cura is er eigenlijk geen vaclerlanclsche zedenschildering van eenige waarde meer verschenen. En plots komt nu Top Naeff van wie men als een der eersten in de li teratuur wel heel veel, maar .toch niet dit had mogen verwachten, ons verrassen met haar „Letje", een werk zóó natio naal en tevens zoo innig geschreven, dat het de beteekenis van de Camera nabij streeft. In „Letje" teekent de schrijf ster de samenleving uit het e'.nde der 19e en het begin der 20ste eeuw. We maken kennis met de hoofdpersoon uit het boek, het figuurtje (zooals Top Naeff in haar volkomen overbodig voorwoord verklaart) dat niet „echt" is als een Jaapje van van Looij of een Boefje van Brusse, gedurende de kinderjaren, om geven door de zorgen van oma, mama cn papa. We zien haar onder dit toezicht absoluut gelijkmatig gedijen, zonder eenige storing bereikt Letje den leeftijd waarop men zich verlooft, zij trouwt, krijgt kin deren en is gelukkig, omdat zij aan het einde van haar verlangens is gekomen. Groote verlangens heeft Letje, die in alle opzichten gewoon was, nooit gehad, want op zeer jeugdigen leeftijd werd zij er al van doordrongen dat men aan het leven slechts zeer beperkte eischen mag stellen. Deze idee, de verdere opvoeding en de omstandigheden onder welke Letje opgroeide, zorgden er voor dat het kind, het meisje en later de vrouw de wendin gen van het leven gehoorzaamde, dat zij zich nooit geroepen gevoelde opstandig te worden. Letje is een van hen, die z.ch laten leven en die zich niet verdiepen. Op meesterlijke wijze heeft Top Naeff ons van dit kind van zijn tijd, en van zijn omgeving verteld. De schrijfster heeft haar voornamen humor gebruikt om ons de minder goede eigenaardigheden vain een vorig geslacht onder oogen te boen en zij doet dit op zulk een wijze dat nie mand zich gekwetst kan gevoelen. In „Letje" zal iedere lezer iets van zichzelf terugvinden, omdat een ieder on zer met den tijd, Ln het boek weergege ven, in aanraking is geweest. „Letje" i,s een wonderlijk boek, ook daar het ons eenige uren verplaatst uit het jachtige moderne leven naar een pe riode dat de dagen gelijkmatig vervloei den. Het is een spiegel, waarin het ge slacht van heden niet blikken zal zon der iets te leeren. Top Naeff heeft ons met dit boek, dat de komende geslachten even gretig zullen lezen als dat van heden het doen zal, een meesterlijke daad verricht. „In de wildernissen van Azië", door Dr. F. Ossendowski. (H. P. Leopold's Uitg. Mij., Den Haag). De Russische geleerde en letterkundige Dr. Ossendowski, wiens werk in de ge- heele wereld de aandacht heeft getrokken, legt in dit boek de ervaringen vast, die hij opdeed tijdens zijn wetenschappelijke onderzoekingen, in opdracht van de Rus- „Ja, ja, dat kan allemaal waar zijn. Maar u hebt vergeten met één factor re kening te houden." „Met welken factor?" „Dat u nog eens zoudt kunnen her trouwen en een mannelijke erfgenaam krijgen. Als ik nu op uw voorstel inging en mij zoo ging wennen aan een goed leven, aan de gedachte heer van Vaiberg te zijn en als er dan op een dag een zoon van u ter wereld kwam dat zou voor mij be- teekenen mijn boeltje te pakken en heen te gaan van Vaiberg. En dat zou een bittere pil voor me zijn en dan zou ik waarschijn lijk toch nog een slecht afgunstig mensch worden. Opstijgen is gemakkelijk maar neerdalen moeilijk." Baron Viktor maakte eene afwerende beweging. „Maar, mijn beste jongen, je kunt toch wel begrijpen, dat ik je dit voorstel niet gedaan, zou hebben, als ik nog eenig idee" had weer te hertrouwen. Ik ben toch geen Ldeoot. Zoo'n domheid kan een man hoog stens éénmaal begaan. En dat zou bij mijn aanleg haast strafbaar zijn. Gunter moest lachen. „Toch kan men er nooit vooruit iets van zeggen, oom Viktor. Ik zou in elk geval altijd in angst en zorg leven." Baron Viktor keek nadenkend. „Neen, dat mag niet, dan zou ik je al een heel slechten dienst bewijzen. Hoe kan ik je overtuigen, dat ik vast en zeker nooit hertrouwen zal? Och dat is immers on zin, mijn jongen, houd toch niet vast aan Een nieuwigheid van den Parijschen Automobiel Salon. Deze, als motorboot gemodelleerde auto kan ook als zooda nig gebruikt worden. sische regeering verricht. Hij toert den lezer mede naar de Siberische steppen aan de Jenissei, naar de Oesoerische vlakt© nabij Wladiwostok, naar het eiland Sachalin, waar de veroordeelden zijn on dergebracht, en naar het Altai-gebied. De geleerde, die behalve een scherp opmerker, een hartstochtelijk en moedig jager is, vertelt van zijn avornturen met zulk een verve, dat hij de aandacht steeds gespannen houdt. Men verwondert zich erover dat enkele jaren geleden in Azia tisch Rusland menschen leefden onder omstandigheden die wel niemand bijna kon vermoeden. Een scherpe aanklacht tegen het Russische strafstelsel vormen de adembeklemmende hoofdstukken, ge wijd aan de uitgestootenen, die op Sacha lin, het eiland der vervloekten hun ellen dig bestaan rekken. Het boek bevat zoovele wonderlijke feiten, dat men zich vaak afvraagtis hier de fantasie of de werkelijkheid aan het woord. Dr. Ossendowski's reputatie sluit ech ter iedere overdrijving uit. Dit zeer interessante werk vormt een kos telijk bezit, men zal het Lezen en herlezen. zoo n absurde gedachte, waarop mijn mooi plan schipbreuk zou lijden. Maar wacht eens daar krijg ik een idee. We zullen, om je rust te geven, het geval als mogelijk stellen: ik trouw en krijg een zoon maar hij kan toch voor zijn een-en-twin tigste jaar het majoraat niet overnemen. Wij beiden sluiten dus een verdrag, dat jij, zelfs al laat ik een mannelijken erf genaam achter, tot het eind van zijn twin tigste jaar, Vaiberg onder de voorwaar den, die ik zooeven genoemd heb, blijft besturen en dat niemand er iets in heeft te zeggen. Nu, ik geloof wel, dat je 't daarop kunt wagen de uniformjas uit te trekken, het contract sluiten wij voor jouw rust, want ik denk er niet over nog eens de huwelijksketenen te dragen. Dus, mijn beste Gunter, zeg ja en amen, schrijf je ontslagbrief en ga, na het ver kregen ontslag, dadelijk naar Vaiberg. 't Is best mogelijk, dat ik dikwijls naar Vaiberg kom als ik jou er weet. In elk geval reizen wij er samen heen en bren gen alles in orde. Ik geef zeer plechtig den heelen boel aan je over, zoek kamers uit, die ik voor mezelf wil rêserveeren. Het slot Vaiberg is groot genoeg, dat ik je daar niet in den weg zal zitten en er blijft ruimte genoeg voor je over. Dus bedenk je maar niet Langer. Zijn we 't eens?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1