BZK
GOESGHE COURANT
BIJVOEGSEL
Goede toon.
LCwIS DOBBELHANN
Voor de VrouW
VAN DE
VAN VRIJDAG 8 OCTOBER 1926
„Weet gij waarom ik zoo graag bij
onze nieuwe buren kom hoonden wij
eens iemand op ernstigen toon vragen.
En bet daarop gegeven antwoord luidde:
„Omdat daar zoon prettige, goede toon
heerscht in buis
Gelukkig als er op die manier van net
gezinsleven kan worden getuigd en hulde
aan hen, die onder alle omstandigheden
den goeden toon weten te bewaren. Nie
mand zal ons betwisten', dat heel veel
afhangt wan den toon waarop we uiting
geven aan onze gedachten'. Immers door
den toom, waarop wij iets zeggen krijgt
het gesprokene eerst waarde en beteeke-
ris. De toon kan pijnlijk aandoen, of
veel goeds uitwerken,, al naar mate die
toon zelf boos of goed is. Er bestaat een
oud gezegde: „een goed woord vindt een
goede plaats", en dat is ook zoo, miti
daarbij echter niet vergelen wordt, dat
het op een goeden toon dient gezegd te
worden.
Goede toon is niet alleen het bezit
van de groolen dezer aarde, van de ge
letterden en de goed geschoolden, al mo
gen wij aannemen dezen bij hen te kun
nen verwachten in al hun zeggen en doen.
Goede toon heeft niets te maken met bij
zondere verstandelijke ontwikkeling, maar
staat in zeer nauw verband met het hart.
Wie hoort en voelt niet "den toom, die
komt uit de diepten des harten. De woor
den kunnen zoo uiterst eenvoudig zijn,
de toon, hier trillende van vreugde en ge
luk, elders juichend, weer ergens anders
vol deelememiiag ja, die toon zoo warm
en innig, als onbedwingbaar den trek van
het hart volgend, dringt zich zelf naar de
lippen. Waar het hart niet spreekt en
het verstand alleen den waren toon moet
zoeken, daar wordt veelal im het duister
rondgetast, want waar 't hart zwijgt, ont
breekt de ware bekoring en de zachte
tooverkrach't. Hoe vaak wordt er gezegd:
„Ja, maar, zóó heb ik dat niet bedoeld,
hoe kan die uitdrukking iemand zoo heb
ben gekrenkt? Mijn woorden beteekenden
toch niets!" Niet de woorden, maar de
toon, die heeft het gedaan, die heeft de
wonde geslagen. De uitdrukking van de
stem, haar toon, dient elk in zijn macht
te hebben, fee kunnen veranderen, ver-
zachtigen, maligen. Waar de goede toon
heerscht in huis, straalt die ook naar bui
ten, daar toeft men gaarne.
Welken invloed de toon der stem uit
oefent Üp het fijn besnaarde, teere ge
moed van 't kind, weet ieder, die van kin
deren houdt en hen tracht te verstaan.
Dat elke vermaning of berisping op em-
sligen, doch tevens goeden en hartelijken
toon worde uitgesproken, daarbij wekkend
vertrouwen in het kindergemoed. Menage
verbi.terde en teruggetrokken kinderziel
wijt haar treurig eenzamen toestand aan
den harden, groven toon waarmede de op
voeders hem in zijn jeugd hebben toege
sproken. En die toon klinkt nog lang na in
het oor te lang dikwijls De
aantrekkingskracht, de macht en de invloed
van den toon, die het hart ontroert,
zijnx daarentegen tot zegen van allen en
alles, die er kennis mee maken. Door den
toon werkt een. woord of een uitdrukking
of werkt het niet.
Willen we dus, dat ons woord den wa
ren, goeden zin heeft voor hen, die er maar
luisteren, laten we dan steeds gedachtig
zijn aan het gezegde: het is de toon, die
het lied maakt, of zooals het in 'tFransch
in rijmtrant heet: „C'est le ton, qui fait
la chanson".
RECHTSZAKEN.
Doodslag op zijm vrouw.
Woensdag heeft voor het Gerechtshof
te 's Gravenhage in hooger beroep terecht
gestaan een bootwerker uit Rotterdam,
gedetineerd, die door de rechtbank te
Rotterdam wegens doodslag op zijn vrouw
werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisr-
straf.
De procureur-generaal, mr. Brants, be
toogde, dat de rechtbank te Rotterdam
z.i. ten onrechte de voorbedachte rade
niet bewezen had verklaard. Spr. con
cludeerde tot schuldigverklaring wegens
moord en veroordeeling tot tien jaar ge
vangenisstraf.
UIT DE RADIO-WERELD.
Een nieuwe zender.
De nieuwe 60 K.W.-zender, die door
Teiefunken bij Lamgenberg in Rijnland
wordt gebouwd, is van een type, dat tot
op heden in Europa nog niet werd uit
gevoerd. De normale bouwtijd voor zulk
een' groot station bedraagt ca. een jaar.
Verkorting van dezen termijn was alleen
mogelijk doordat de Duitsche rijkspost
een, reeds in opstelling zijnden zender,
kan hem van zijn dage-
lijksche werkzaamhe
den weerhouden, want
verwarmt en geeft
nieuwen lust tot werken
BZK houdt lang tegen
en is daardoor voor-
deelig in het gebruik.
ROTTERDAM.
Wordt vervolgd.
welke oorspronkelijk voor andere doel
einden bestemd was, direct voor het Rijn
land beschikbaar stelde. Met den bouw
en den ombouw van den zmder alleen
is het station echter niet gereed. Er móet
hier een volledig nieuw statiën gescha
pen worden in den kortst mogelijken
tijd. Niet alleen moeten onder geweldige
technische en transportmoeilijkheden de
zend- en bijgebouwen, antennemasten op
gericht worden, doch ook moeten nieuwe
sterkstroom- en telefoonkabels gelegd
en de bestaande telefoonkabels zoodanig
verbeterd worden, dat van de verschil
lende plaatsen, die hiervoor in aanmer
king komen, een volkomen zuivere mu-
ziekoverdracht lïaar den zender gewaar
borgd is. Bij den bouw van een derge
lijke zendiinrichling, met een vermogen
als nooit te voren' en waarbij alle erva
ringscijfers ontbreken., moeit met voorzich
tigheid te werk worden gegaan. Wan
neer zich geen bijzondere omstandighe
den voordoen, zal in December van dit
jaar nog met de zendproeven begonnen
kunnen worden.
BOEKEN EN
TIJDSCHRIFTEN.
„Een liefdes-intrige", door E. Philips
Oppenheim.
(Bruna en Zoon's Uitg. Mij., Utrecht).
„The prince of story-tellers", zoo
noemt men Oppenheim in Engeland wel,
heeft weer een nieuw werk geschreven,
dat als alle Oppenheim 's romans zeld
zaam boeiend is. De schrijver zet het ge
val, hier de naijver van een vrouw op een
andere betreffende de geliefde, prachtig
op, doet een spannende verwikkeling ont
staan en laat deze voortduren tot even
voor het einde. De lezer wordt daar
door in de intrige meegesleurd. Te waar-
deeren is de oplossing van de liefdesge
schiedenis, die de schrijver zich niet zoo
zoo gemakkelijk heeft gemaakt als voor
de hand lag.
Dit nieuwe boek van Oppenheim is een
brok ontspanningslectuur.
Leerboek voor kantklossen", door L. P.
J. de Jager Meezembroek-van Beverwijk.
(Van Holkema en Warenidorf, A'dam).
Een werk, dat door inhoud en verzor
ging de aandacht zal trekken, van allen,
die het kantklossen beoefenen. Het is
rijk geïllustreerd en bevat duidelijke tee-
keningen van patronen. De methode is
ingedeeld in drie groepen: het teekenen
en werken van geometrische patronen;
het gebruiken dier patronen voor indee-
ling der vlakken; en het teekenen en
werken van modern gestyleerde dier- en
insectmotieven.
„Wonderen der oudheid".
(Uitg. Mij. „Elsevier" - Amsterdam).
Van deze schitterende uitgave -is thans
de 24ste en laatste aflevering versche
nen. Mrs. Arlhuir Strong schrijft over
„De vreemde onderaardsche tempel te
Rome", Donald A. Mackenzie over „De
kunstnijverheid van Oucl-Britannië"; H
R. Hall draagt „De steen van Rosette"
bij;- van de hand van F. Deaviüe Walker
lezen we een interessante studie over:
„De groóte Hindoe-tempels van En
gelsch-Indië". Voorts houdt het laatste
nummer weer tal van kleurige illustraties
in. De uitgeefster heeft met deze uit
gave een ar li s' lek-we lertsdhappelijke daad
verricht, die men zeer op prijs kan stellen,
„Nederland".
(Uitgave W. G. den Boer, Middelburg).
In het jongste nummer van het letter
kundig maandblad „Nederland", onder
redaclie van Joban Koning, treffen we
het vervolg van „Wind op de Molens",
naverteld door Amit. Thiry; S. de Vries
Jr. schreef een fijn schetsje uit een Jo-
denmilieu „Nar"; Morie MelzKoning
vervolgt „De roep van den zilveren
hoorn": „Uit een dagboek" zijn impressies
van Nina; Van Hans Voorwijk werd
„Het telegram" geplaatst, dat we reeds
elders lazen. Henri van Wermeskerken
draagt het vervolg van „Suikerfreule"
bijJ. E. van Hildevoort ,",De bood
schap". Verder bevat het nummer „Kro
niek" en „Dramatische Kroniek".
Op dit oogenblik zijn van de hier te
lande verbouwde soorten in dit opzicht
geschikt gebleken de navolgende:
Julimulzen, Bloemgraafjes, Gladblaad
jes, Berlikummergeelljes, Lieuwe, Tre-
netria, Triumph, Fontein, Express, Beve
lander, Staring, Alpha, Preferent, Com
mandant Monocraat, Ceres, Energie em
Robijn, terwijl de Roode Star, hoewel
niet volstrekt onvatbaar, toch zeer weinig
aan de ziekte onderhevig is.
Omtrent onvatbare soorten uit liet bui
tenland zullen aan hen, die pootgoed wil
len imporleemen, gaarne voor zoover mo
gelijk nadere inlichtingen worden verstrekt.
Eenige aantrekkelijke Lingerie-modellen.
Eenvoudige lingerie zal dit jaar nog
smaak blijven en de modellen, welke hier
onder zijn afgebeeld, geven de nieuwste
mode aan, die op dit gebied heerscht. Het
is opmerkelijk, dat „stellen" ondergoed
nog meer gevraagd worden, dan eenige
seizoenen geleden. Alles moet zoo ge
maakt worden, dat het bij al het andere
past, schijnt de tegenwoordige regel te
zijn, en, alles wel beschouwd, is het
een prettige regel, want het is een heele
voldoening een iade in de linnenkast te
hebben, die gevuld is met stellen onder
goed. Deze vestigen een veel „grootscher"
indruk, dan losse en niet bij elkander
passende kleecliogslukken.
Fijn linnen komt wederom in den smaak
voor het maken van ondergoed, waar
schijnlijk, omdat echte zijde te duur in
aanschaffing en te duur in het dragen is,
en imitatie of kunstzijde ziet er lang niet
zoo voornaam uit en is zeer zeker ook
lang niet zoo sterk als linnen.
Versiering wordt nog betrekkelijk wei
nig aangebracht, doch fijn borduursel
neemt hand over hand toe, terwijl ook
kant meer wordt aangewend, dan het vo
rige jaar. Voor de meer eenvoudige soort
lingerie is er niets, dat de plaats kan
innemen voor het afwerken, dan tulle, die
tegelijk praotisch en decoratief werkt.
Tulle, b.v. is ook gekozen voor het
afzetten 'van de lingerie-modellen, welke
hier zijn afgebeeld. Op de eerste plaats
de combinaison No. 1155. Deze is ge
maakt van fijn wit linnen en krijgt groote
distinctie door de ingezette godetbaan aan
iederen kant van de pantalon. Deze laat
ste wordt afgezet met een dubbelen rand
tulle van hetzelfde patroon als die van
bet lijfje en verder is het geheel versierd
met geborduurde medaillons in rose, blauw
lila, of een kleur naar verkiezing.
No. 1156 geeft een chemise en panta
lon weer van dezelfde stof en op dezelf
de wijze afgewerkt als de combinaison
No. 1155.
Van beide lingerie modellen zijn knip
patronen verkrijgbaar in de maten 42—
444648, onder opgave van de No/s
1155 en 1156.
Kosten 55 cents per stuk.
Bestellingen op knippatronen worden
ingewacht vóór Dinsdags, aan het bureau
van de Goesche Courant.
Bij de bestelling moet het verschul
digde bedrag betaald worden, terwijl
voor buiten de stad f 0,15 voor porto
voor de toezending berekend wordt.
Achter het schakelbord van een
moderne telefoon-centrale.
Deze foto geeft een beed van den ge
weldigen vooruitgang welken men in de
telefoon-industrie heeft gemaakt sinds de
;en van Bell, den bekenden uitvinder
van de „Bell-Telefoon".
LANDBOUW, VEETEELT EN
VISSCHERIJ.
Voor wratziekte onvatbare
aardappels o.orten.
De piantenziektenkuindigen dienst ves
tigt met nadruk de aandacht van alle
verbouwers van aardappelen op de wen-
scbelijkheid, steeds meer aandacht te wij
den aan en over te gaan tot den verbouw
van aardiappelsoorlen, die onvatbaar zijn
voor de aardappelwratziekte.
Uit de voorschriften, die thans vrijwel
alle landen van Europa en zeer vele daar
buiten met betrekking tot den invoer van
aardappelen hebben vastgesteld blijkt, dat
geen aardappelziekte ernstiger gevolgen
heeft voor onzen exporthandel dan de
wratziekte.
Het meest doeltreffende middel om
deze gevolgen te ontgaan is de verbouw
van voor wratziekte onvatbare soorten.
Ook in andere lauden wordt aan den
verbouw van dergelijke aardappelsoorlen
steeds meer aandacht gewijd, om de na-
deelige gevolgen van de wratziekte op
den aardappeiverbouw tegen te gaan. In
ons land hebben wij echter niet alleen
met de belangen van den aardaopelver-
bouw, maar in niet minder mate ii£et die
van den aardappekiitvoer rekening te
houden. Toename van den verbouw van
onvatbare soorten is daarom in de hoog
ste mate gewen sekt. Het wil mij daarom
voorkomen dat met het aanhouden of aan
schaffen van, pootgoed met de onvatbaar
heid der soorten voor wratziekte veel
meer dan tot nu toe rekening gehouden
moet worden. I i IaI *Lfcl
Nuttige wenken.
Glaswerk.
Indien men bij het water, waarin men
zijn glaswerk afwascht, een klein scheut
je azijn doet, zal het glas een prachtigen
helderen glans krijgen.
Ook geverniste verf en emaille kan
men met een slappe oplossing van azijn
in water geheel schoon krijgen.
Linoleum.
Linoleum zal niet barsten of scheuren,
al® men het geregeld onderhoudt en in
wrijft met gelijke deelen olie en azijn.
Zure melk.
Met zure melk kan men in sommige
gevallen succes hebben om ijzerroest uit
witte linnen stoffen te krijgen. Altijd
echter gaat het er niet mede uit. Ijzer
roest is een kwaadaardige vlek, die niet
gemakkelijk te verwijderen is.
Heldere ruiten.
Wanneer men de ruiten inwrijft met
een beetje parafine, dan worden zij zoo
helder als crista!
Bij het opstrijken van dassen moet
men er aan denken een kartonnetje in
de das te schuiven, zóó, dat de geheele
er mede „opgevuld" is. Dan legt men
een schoone doek over de das en strijkt
deze. Verzuimt men een kartonnetje in
de das te leggen, dan komen bij het strij
ken aan den voorkant vain de das glim
mende plekken van de naden, die zich
aan de achterzijde bevinden.
1 1 Ij'
Zijde lampekappen kan men rei
nigen, zonder ze uit hun bestaanden vorm
te nemen. Ge kunt de strak gespannen
ijde voorzichtig afwrijven met een propje
watten, gedrenkt in Ammonia-water. Een
'.etlepel ammonia op een teil water is
voldoende. Het watje moet eerst worden
uitgeknepen, zoodat geen vloeistof langs
de zijde kan loopen. Wil men vetvlekken
van zijde verwijderen, neme men benzine;
vliegenvuil verwijdert men 't best met
zeepsop, waarna afgesponsd wordt met
schoon water.
KOLONIËN.
Bommen te Soerabaja.
Een bom is ontploft op het bouwter
rein van het nieuwe postkantoor te Soe
rabaja. De politie vond nog twee bommen.
Koeliemishandeling.
JCort geleden maakten wij melding van
de koeliemishandelingen op Poelau Man-
di. De arbeids-inspectie deelt hierover
o.a. het volgende mede;
Poelau Mandi heeft een Japanschen
beheerder, drie Japansche assistenten en
een Inlandschen fabrieksassistent. Tot
dusverre is alleen op de afdeelimg van
een der Japansche assistenten, Oriochu
genaamd die thans gevangen is ge
nomen gebleken van ernstige mis
handelingen. Deze Oriuchu schijnt een
hardhandig assistent te zijn geweest,
want reeds eerder bleek, dat het aantal
wegloopers op zijn afdeeling zeer groot
was, in tegenstelling tot de af deelingen
der andere assistenten» waar, naar uit
de boeken is gebleken, het verloop nor
maal was.
Toen dezen assistent bleek, dat de
beheerder de wegloopers niet opzond
naar den magistraat er is er nooit een
opgezonden, hetgeen de beheerder ver
klaart, doordat hij bang was, dat de
Arbeids-inspectie aanmerking zou ma
ken, als hij zooveel koelies opzond
en toen na hari raja de desertie bijzon
der groot bleek te zijn, is de bewuste
assistent zelf rechter gaan spelen. Hij
liet de gedrosten door zijn mandoers
geeselen, eerst in de kebon, later ook
voor zijn huis; verschillenden werden
vervolgens met teer en vuiligheid, inge
smeerd, anderen werden eenvoudig van
hun vrijheid beroofd. Zoodra het werk
was afgeloopen, werden ze weer in een
en hetzelfde hok in de pondoks opge
sloten. De meest verfijnde wreedheden
werden uitgedacht en toegepast, zoodat
de gansche koeliebevolking van die af
deeling, ruim 150 man groot, onder de
vreesdijkste terreur gedrukt ging. De
kodies, die niet drosten, schijnen ech
ter met rust gelaten te zijn. Wanneer
men echter het aantal wegloopers per
maand bekijkt, dan schijnen er niet
zooveel met rust gelaten te zijn over
gebleven» l i 1—J