Inr. DE WENTELTRAP N°. 115. Vrijdag 24 September 1926 115e Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel ZIJ ABONNLLREN GRATIS. Individu en Gemeenschap- s. FEUILLETON )0( SAMOS PRIMA *1,10 GOESCHE COURANT Uitgave Naam loo ze Vennootschap Goesche Courant j en Kleeuwens Ross" Drukkers- eu Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Wij willen zelfs nog meer ontkennen. Wij gaan- geen „nieuwe" ordening van het maatschappelijk Leven tegemoet. Het vraagstuk der „sociale politiek", dat thans zoo velen bezig houdt en waar voor schier evenveel oplossingen worden gegeven als er schrijvers over zijn, is geen vraagstuk van „nieuw-ordening", maar van ordening zonder meer. De cultuurstrijd van ons Westerlingen een voortdurende worsteling van bet individu tegen alle krachten, die de ont wikkeling van zijn persoonlijkhe d tegen werkten. Niet te dikwijls kan het her haald worden: onze beschaving is per soonlijkheidsbeschaving en, geen per soonlijkheidsbeschaving is mogelijk zon der de economische zelfverantwoordelijk heid van het individu. Een sociale politiek, die hieraan tornt, Schaffle, de Duilsche socioloog1, heeft dit erkend, werkt vernietigend! En hier mede is et vonnis uitgesproken over tal van sociaal-politieke en sociaal-econo mische maatregelen, die in de laatste jaren getroffen werden door overheids organen, die bij de heibel en drukte op het tooneel van het wereldgebeuren den kluts zijn kwijt geraakt. Nu loont het de moeite, goed gade te slaan, wat er zich afspeelt in de wereld en waarvan zoo veel een bevestiging is van Hegels woorden „dat het de list der Rede te noemen is. dat zij de hartstochten van den mensch voor zich werken laat' Tot dat wat redelijk is keeren wij terug, den arbeid van alle maatschappij hervormers ten spijt. KOLONIËN. Aangeteekend pakket vermist. De Handelsbank te Batavia vermist een pakket, inhoudend f21.000,dat aangeteekend van Hongkong aan haar was toegezonden. Het kankervaagstuk opgjelo s t? De röntgenoloog dr. H. F. Lumer^ut uit Batavia, beweerde op het natuurweten schappelijk Congres, het kankervraagstuk opgelost te hebben. BINNENLAND. Droeve toestand. Enkele weken geleden brandde te Nieuw Amsterdam (gem. Emmen) de woning af, bewoond door het huisgezin P. De vrouw van P. heeft t.b.c. en haar is indertijd door een Ingezetene een lighal verschaft. P. heeft direct moeite gedaan een nieuwe woning te krijgen. Ook klopte hij bij de autoriteiten aan om een woning van den woningbouw. Daar maakte men evenwel bezwaar hem een wonung te ver schaffen, en zei: „Uw vrouw is t.b.c. en onze woningen zijn voor gezonden, niet voor t.b.c.-lijdenden, want t.b.c. is besimettelijk". En nu wonen reeds twee weken man, vrouw en 3 kindieren in een lighal, die vier vierk. M. groot is en 2 vierk. M. wordt in beslag genomen Links: Ernest Vierkötter, de Duit- scher, die in 12 en driekwart uur het Kanaal overzwom, aldus het record van Gertrude Ederle verbeterend. Rechts De jeugdige Jeddu Krish- namurti uit Indië, die, vergezeld door zijn „geestelijke moeder", Annie Be- sant, een wereldreis maakt. door het bed der ouders. Onder de tafel gen 's nachts 3 kleinen. Straks komt er nog een vierde bij, die, dank zij de gast vrijheid van de gemeente Velsen, daar wat op krachten komt. Die wordt dan mis schien onder de legerstede der ouders een nachtverblijf aangewezen. Dokter gearresteerd. Te Holten is gearresteerd de genees heer E. C. L. R., die voor dr. Gerritsjma aldaar tijdelijk de praktijk waarnam. De jonge dokter-waarnemer zou zich schul dig hebben gemaakt aan homo-sexueeLe handelingen met patiënten. Hij is ge vankelijk naar Almelo overgebracht. Na de spoorwegramp. Men is thans bezig op de plaats van het ongeluk twee bokken op te slaan, ten einde de trucks van de D. en van de A. B. wagens, die nog in de sloot liggen, op te takelen. Hiermede zal waarschijnlijk nog een week gemoeid zijn. Vermoed wordt, dat in de sloot nog wel eenige goederen van passagiers of uit den bagagewagen zullen liggen. Reeds zijn opgehaald een zak met kleeren van een visscker, alsmede een takel en een doos met films, die als spoedbestelling werden vervoerd, terwijl o.m. nog wordt vermist de beurs van mevr. Lobo-Braakensiek. Een der patiënten van het ongeluk, de heer Metz, uit Rotterdam, heeft Woens dagmorgen een operatie ondergaan, die goed is gelukt. De andere patiënten maken het goed. Een gevaarlijk individu gearrept eerd'. In den laatsten tijd kwam het herhaal de malen voor, dat vrouwen, meisjes en kinderen, 's avonds aan den Grooten Hout of Koningsweg te Wijkeroog, werden las tig gevallen door een man, doch het mocht de politie nimmer gelukken, den bedrijver te pakken. Zoo waren voor eenige weken ook strafbare handelingen met kinderen ge pleegd. Hoewel dezen den man pertinent aanwezen, hebben de ouders, terwille van zijn familie, de zaak niet in handen van de politie gegeven. Het geval kwam echter den brigadier der rijks veldwacht ter oore, die een onder zoek instelde, met het gevolg, 'dat de 29- jarige fabrieksarbeider B., wonende te Wijkeroog, werd gearresteerd. Hij legde bij zijn verhoor een volledige bekentenis af, waarop hij voor den commissaris van politie te IJmuiden is geleid en vervolgens overgebracht naar Haarlem, waar hij ter beschikking vain de justitie is gesteld. De Culemborgsche moordzaak. Bij de behandeling van het proces tegen O. de Beus verklaarde de getuige J. Blitterwijk, dat hij van vrouw Have- man heeft gehoord, dat wanneer Have- man gearresteerd zou worden, hij tijdig zou worden gewaarschuwd door den com missaris, door middel van vrouw Borg- stein. Deze vrouw Borgstein zou al dus getuige ook in opdracht van den commissaris de uitgaven controleeren, die vrouw H aveman in winkels deed en mocht ook vrouw Haveman gearresteerd worden, dan zou vrouw Borgstein voogd over de kinderen worden van Haveman. Volgens de „Voorw." heeft vrouw Borg stein tegen getuige J. Blitterwijk een klacht ingediend bij de rechtbank te Tiel wegens meineed. Aan een groot gevaar ontsnapt. Uit Castricum wordt gemeld: De reizigers van trein 8l7, die ïn de richting Alkmaar rijdt, zijn Woensdag aan een groot gevaar ontsnapt. Terwijl de trein uit Heilo zou vertrekken, ontspoor de de locomotief. Bij onderzoek bleek dat van een der wielen de as gebroken was. Dit euvel moest reeds bestaan hebben, gedurende den rit van Beverwijk af. Dit bleek uit het feit, dat de spoorweg lich telijk beschadigd was. Het spoorwegver keer ondervond eenige vertraging. Door een gewicht getroffen. De monteur J. L. van Leeuwen was werkzaam in de bluschinrichting van de Koolgasinstallatie der stedelijke Licht fabrieken te Leiden. Hij werd getroffen door ,een zwaar contragewicht, dat door een tot nu toe onopgehelderde oorzaak was losgeraakt. Zwaar gewond werd hij naar het Elisabethsgesticht vervoerd, waar hij enkele uren later is overleden. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes 12, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. die zich met ingang van heden, voor min stens 3 maanden op de Goesche Courant ontvangen de nummers tot 1 October a.s. In het jaar 1452 vergunt Philips de Goede aan de stad Amsterdam, dat „van nu voortaan, wijn noch bier, niemant tap pen noch drincken en sal op een vierendeel weeg na onser voorseyde stede, in alle kanten ommegaende." De drinklustige buitenman uit die jaren was bijgevolg verplicht zijn biertje in Am sterdam te drinken en geen Amsterdam- sche brouwer of waard moebt van de wetenschap, dat daar builen velen waren, die gaarne op tijd bier hadden, gebruik maken en een zaakje buiten een van de poorten der stad openen. Een eeuw later waren de toestanden nog van gelijken aard. Gaan wij naar builen de grenzen van ons vaderland, bij voorbeeld naar Enge land, dan ontwaren wij hoe ook daar de overheid met gelijksoortige middelen bet economische leven regelt en.... beperkt. Koningin Elisabeth vaardigde in 1571 een „mutsenwet" uit; ieder mannelijk per soon was verplicht op Zon- en feest dagen een in Engeland vervaardigde wol len muts te dragen. Ja, nog verder ging men. Bij de plechtigheden in een sterfhuis had de geestelijke te onderzoeken, of de doode wel in een, kleed van Engelsche wol gewikkeld was, verzaakte deze zijn plicht, dan werd hij beboet met vijf pond sterling. Bij deze oude koeien die we uit de economische sloot halen, zullen de lezers wel glimlachen over die zonderlinge op vattingen van onze voorouders, die blijk baar geen begrip haddien van het uuiver- scele recht van den mensch om zijn leven naar eigen inzicht in te richten. Wij gaven bovenstaande voorbeelden van over heidsinmenging uit lang vervlogen tijden met het doel den lezer te brengen tot het trekken van vergelijkingen tusschen voor-' heen en thans. Naar het Amerikaansch van MARY ROBERTS RINEHART. We hadden een kalmen dag en toen werd Liddy 's nachts ziek. Ik ging naar haar toe, toen ik haar hoorde kreunen, en vond haar met een kruik tegen haar gezicht en haar rechterwang heelemaal opgezet. „Kiespijn?" vroeg ik, niet overmatig •vriendelijk. „Dat heb je aan je zelf te ^danken. Een vrouw van jouw leeftijd, die liever met een slechten kies in haar mond blijft loopen, dan hem te laten trekken! Je bent er zóó doorheen, het duurt maar een oogenblik." „Ophangen duurt ook maar een oogen blik", bromde Liddy, van achter haar kruik. Ik zocht naar watten en kiespijndrup peltjes. „U heeft zelf precies zoo'n kies, juf frouw Radhei", jammerde ze „En ik weet zeker dat dokter Boyle al jaren be zig is geweest om u over te halen hem te laten trekken". Er waren geen druppeltjes en Liddy piaakte een verschrikkelijk kabaal toen ik Wie niet geheel vreemd staat tegen over het 'economisch gebeuren van onze dagen, zal, na het bovenstaande gelezen te hebben, opmerken: „wel, dat alles lijkt veel op hetgeen than9 de overheid verricht!" Zoo is het ook! Arbeidswet, hinderwet, warenwet, schoenen wetje en nog tal van verorde ningen van de lagere overheidsorganen betreffen ^beperkingen van de vrijheid van voortbrenging en die wijhieid van ver bruik van den burger. En wie weet wat ons nog te wachten staat. De vraag dringt zich op, of wij, twin tigste eeuwers, met al onze kennis, met ons hoog ontwikkeld besef van eigen waarde, zullen dulden, dat de overheid steeds verder voortschrijdt op het terrein, waarop wij ons heer en meester waan den. Zullen wij ten slotte komen te leven in een samenleving, waarin van hooger- hand ons voorgeschreven wordt, hoe wij ons dagelij ksch leven hebben in te rich ten, bij wie wij onze inkoopen moeten doen en hoe wij het goederenverbruik in eigen zin zullen hebben te regelen? Voor deze uiterste consekwenties be hoeven wij niet bevreesd' te zijn; maar wel bestaat dé kans, dat, zoo op den thans ingeslagen weg wordt voortgegaan, de economisch zelfverantwoordelijkheid van den enkeling geducht beperkt zal worden. Heel de „sociale beweging" van onze dagen is ten slotte niets anders dan een voortdurende verplaatsing naar binnen van de grenzen van het terrein, waarover 't individu tot voor kort onbeperkt heer- scher werd. Tegen het einde der achttiende eeuw zegevierde het bakende beginsel „laissez - faire, laissez passer" en omstreeks het midden der vorige eeuw vond de Jaat- maar-waaien-poliiiek haar wetenschappe lijke fundeering in werken als die van den Fransdben economist Bastiat. Ja, nog in onze eeuw predikte een Yves Guyot de leer van de economisten uit de achttiende eeuw. „Laissez faire, laissez passer" en het maatschappelijk leven zal zich ont wikkelen tot een geheel, zoo goed ais mogelijk is met de beschikbare hulp middelen. De menigte evenwel denkt anders. En zij, die leiden, zij, die macht bezitten om hun wil op t e leggen aan die gemeen schap, handelen anders. Twee stroomin gen kunnen wij ontwaren, een gericht op vergrooting van de staatsmacht, een gericht op vergrooting van de macht van de organisaties, die in het bedrijfsleven tot ontwikkeling zijn gekomen. Welke verschillen er ook tusschen de program ma's van de aanhangers der beide rich tingen bestaan, één beginsel hebben zij gemeenhet individu moet opgaan in de gemeenschap. Is, zoo zijn wij geneigd te vragen, dit het beginsel, waarop de „nieuwe orde", waarvan zoo velen droomen, gegrondvest zal zijn? Gaan wij inderdaad terug naar het punt, waarop onze beschaving in ha ren ontwikkelingsgang stond in het tijd perk, dat wij aanduiden met de naam: Middeleeuwen Wij gelooven deze vragen met een be slist „neen" te mogen beantwoorden. haar voorstelde om er carbolzuur op te te doen alleen maar omdat ik eens één keer teveel op het watje had gedaan, waardoor ze een blaar in haar mond ge kregen had. Ik ben er van overtuigd dat het haar geen blijvend kwaad heeft ge daan, de dokter zei later, dat het vloei bare diëet waarop ze een poos had moe ten leven uitstekend voor haar maag was geweest. Maar ze wilde er niet van hoo- ren en ze hield mij met haar gekerm uit den slaap, zoodat ik tenslotte opstond en naar Gertrude's kamer ging. Tot mijn verbazing was de deur op slot. Ik liep om, de gang over, en zoo door de andere deur haar slaapkamer in. Het bed was opengeslagen en haar nachtjapon en kimono lagen in het kleine kamertje klaar, maar Gertrude was er niet. Ze had zich niet uitgekleed. Ik weet niet welke vreeselijke gedach ten er bij mij opkwamen, terwijl ik daar zoo stond. Door de deur heen hoorde ik Liddy mopperen en af en toe gillen als de pijn heftiger werd. Toen zocht ik werktuigelijk naar de druppeltjes en ging weer naar haar toe. Het duurde 'n half uur voor Liddy's gejammer ophield. Af en toe liep ik eens naar de deur en keek ik de gang door, maar ak zag of hoorde niets verdachts. Toen Liddy eindelijk indommelde, waag de ik het zelfs tot bovenaan de wentel trap te gaan, maar ik hoorde niets dan het regelmatige ademhalen van Winters, den detective, die vlak bij de deur sliep. En toen hoorde ik in de verte het geklop waardoor Louise twee weken te voren 's nachts was opgestaan. Het was boven mijn hoofd en heel zacht drie of vier doffe slagen, dan een poos stilte, en dan weer een paar slagen. De regelmatige ademhaling van Win ters vond ik een troost; ik wist nu dat ik hem altijd te hulp kon roepen en kwam er niet toe om hem wakker te maken. Ik bewoog mij niet; hoewel ik heelemaal niet bijgeloovig ben, behalve misschien midden in den nacht als het overal don ker is, moest ik voortdurend denken aan allerlei dingen, die Liddy gezegd had over spoken. Ik kon geen hand voor oogen zien. Terwijl ik met gespannen aandacht stond te luisteren hoorde ik dacht bij me een vaag, onverklaarbaar geluid. Toen hield het op; onderaan de trap bewoog Winters zich en maakte een geluid in zijn slaap. Daarna was alles weer stil. Ik bleef staan waar ik was, en durfde nauwelijks adem te halen. Toen wist ik, dat ik goed had ge hoord. Er liep iemand stilletjes boven aan de trap en kwam in het donker op mij af. Ik ging tegen de muur staan majn knieën knikten. De voetstappen wa ren nu vlak bij en plotseling dacht ik aan Gertrude. Natuurlijk was het Gertrude. Ik stak een hand uit, maar voelde ner gens iets. Ik kon bijna geen geluid ge ven, maar ik kon nog net fluisteren: „Gertrude!" ,Mijn hemel!" zea een mannenstem, vlak naast me. En toen zakte ik in el kaar. Ik voelde dat ik viel, voelde dat iemand mij opving verder herinner ik mij niets meer. Toen ik weer bijkwam was het dag. Ik lag op het bed in Louise's kamer met een deken van mijn eigen bed over mij heen. Ik voelde mij zwak en duizelig, maar ik kon toch opstaan en naar de deur toe loopen. Onderaan de wenteltrap zat Winters nog te slapen. Ik kon nau welijks op mijn beenen blijven staan en sleepte mij naar m'n kamer. De deur naar Gertrude's kamer was nu niet meer op slot; ze lag te slapen als een ver moeid kind. En in mijn kleedkamer lag Liddy en mopperde in haar slaap: „Er.zijn dingen, die ie met handboeien niet in bedwang kunt houden HOOFDSTUK XXIX. Een stukje papier. Dien dag bleef ik in bed, voor hel eerst sedert twintig jaar. Liddy was er heelemaal van in de war en stuurde na het ontbijt om dokter Stewart. Gertrude bleef 's morgens bij me, en las mij iets voor, ik weet niet meer wat. Ik had zooveel om aan te denken, dat ik er niet eens naar luisterde. Als Jamieson er geweest was, zou ik hem alles wel verleid hebben, maar ik kon aan deze twee vreemde mannen toch niet vertellen dat ik mijn nichtje niet op haar kamer vond, en haar bed on beslapen was; dat ik haar in huis was gaan zoeken en toen een vreemden man had ontmoet, die mij, toen ik flauw gevallen was, in een ka- had binnen gedragen. De heele toestand was afschuwelijk; als er niet zooveel van had afgehangen, zou'het idioot geweest zijn. Dag en nacht werden we bewaakt door detectives, er hield iemand de wacht in den tuin en toch waren we even veilig alsof we in een Japansch papieren huis woonden. Dan was er nog iets: de man, die ik daar in donker ontmoet had, was pog verbaasder geweest dan ik, en zijn stem was me beleend voorgekomen. En den hee- len ochtend, terwijl Gertrude mij voor las en Liddy naar den dokter uitkeek, probeerde ik mij die stem te herinneren, maar het lukte mij niet. En ik piekerde er ook over of Gertrude's niet-naar-bed- gaan met het heele geval in verband stond of niet. Ik probeerde mezelf wijs te maken dat ze het geklop eerder had giehoord dan ik en op onderzoek was uit gegaan, maar ik vrees, dat ik dien dag erg laf was en ik had den moed niet om het haar te vragen. (Wordt vervolgd). 'J I' in luxe rietverpakking Fa. J. A. L. G WITTE Wijnhandel, Goes.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1