DE WENTELTRAP N\ 105. Maandag 6 September 4926 145e Jaargang. ..Economie". .6 FEUILLETON ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. (dB g COURANT Uitgave Naamlooz» Vennootschap Goesche Courant igiggjjllgg en Kteeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. ,,De economisch zoo achterlijke be volking". „De economisch niet geschool de bevdiking". „De Javaan, die van eco nomie niet dat weet' Zoo hoort imen spreken. Maar waar over praten we toch? Daar gaat er één. Hij heeft f 15, in de maand. Hij heeft een vrouw en een kind. Hij betaalt belasting, links en rechts. Niet veel, maar toch weinig. Van die f 15,-in de maand. Hij, zijn vrouw en zijn kind eten daarvan. Niet veel, maar toch weinig. Hij betaalt er de huis huur van, niet veel maar toch enz. Hij betaalt er zijn licht van des avonds. Hij betaalt er het water van, dat de koe lie vriendelijk uit de gemeentelijke re servoirs haalt. Hij komt, als wat ook, op Uw kantoor en hij heeft een schoone jas aan. Zijn vrouw heeft ook kleeren aan. Zijn kind ook. Wanneer het regent, gaat hij des middags naar huis, niet met de tram doch te voet. Hij loopt dan tusi- schen de druppels door, want den vol genden dag heeft hij nog een sdhoome ja9 aan. Hij gaat minstens eens per week naar een feest, een bruiloft, een begrafe nis, of welke andere vrooiijke plechtig heid ook. Dat kost h^jn minstens f 2,50. Ja, je moet je stand ophouden. Hij gaat met zijn vrouw naar de bioscoop. Hij rookt. Met Nieuwjaar geeft hij de be kende groote geldsommen uit aan vuur werk. Overigens is de Javaan, naar het immers heet, verkwistend, dus deze onze man geeft, redeneerend, zuiver volg deze onomstootelijke theorie, nog een heele boel uit, waarvan we geen flauwe notie hebben. En dat alles geschiedt van die f 15,in de maand. U en wij kunnen dat niet eens op een papiertje zetten. En toch zijn we wel, niet waar, „eco nomisch" geschoold. We moeten onze economische theorieën nog eens herzien. BUITENLAND. OVERZICHT. De Volkenbondsrilting'. Aan de volkenbondszittang, die deze week te Genève zal plaats vinden zijn ernstige moeilijkheden voorafgegaan. De kleine staten hebben duchtig tegengewerkt, doch dit is tenslotte op niets uitgeloopen. Spanje en Brazilië, die voor zichzelf ook een vaste volkenbondsze'el opeischlen, op hetzelfde oogenblik dat Duitschland er een kreeg, hebben thans afgedaan. Aan de toetreding van Duitschland tot den bond, het hoofdmoment van de komende zit ting, staan zoo goed als geen moeilijk heden meer in den weg. Zaterdag kwam de raad weer bijeen en hij bereidde een groote verrassing door alle verdere mo gelijkheid van bemoeilijking der toetreding van Duitschland tot den bond en den raad voor goed terzijde te schuiven en reeds alvorens Duitschland in de assem- blée als bondslid is gekozen eenstemmig te er klaren, dat Duitschland onmiddel lijk na zijn intrede in den bond een per manenten raadszetel zal kunnen krijgen. Deze vlotte wijze van afwerken van een belangrijk iets is zeer verheugend. Naar het Amerikaansch van MARY ROBERTS RINEHART. )o( Ik probeerde mijn hoed af te zetten en tegelijkertijd de dienstboden te kalmee- ren. „Eliza, als je je gezicht hebt gewas- schen en klaar bent met huilen", zei ik, „moet je maar in- mijn zitkamer komen om mij te vertellen wat er gebeurd is". Zonder een woord te zeggen begon Liddy mijn kleeren op te bergen. Haar heele houding drukte die^e afkeuring uit. „Nu, zei ik, „toen het zwijgen on dragelijk begon te worden „het schijnt dat er weer wat aan de hand is." Liddy zweeg en zuchtte diep. „Alsi Eliza weg gaat, weet ik niet waar ik een ander keukenmeisje vandaan moet halen". Voortdurend zwijgen. /Waarschijnlijk zal Rosie wel goed kunnen koken". Minachtend gesnuif. „JLiddyzei ik ten slotte, „probeer nu maar niet te ontkennen dat je eigenlijk geniet. Je bent dol op al die opwin ding. Je hebt er nooit beter uitgezien. Brazilië en Spanje hebben zichzelf uit geschakeld, Polen, China en andere sta ten, die ook speciale easchen hadden, hebben zich bij het nieuwe compromis ter verdee'ing der raadszetels, neergelegd. Er is geen vuiltje meer aan de lucht. Volgens de „Petit Parisien" zullen Po len en China een semi-permanenten zetel in den raad van den volkenbond krijgen Wat de niet-peirmanente zetels betreft, verwacht het blad, dat België en Uruguay opnieuw gekozen zullen worden. Twee andere Amerikaansche republiken, w. o, waarschijnlijk Cuba, zullen eveneens een zetel verkrijgen. Tsjecho-Slowakije zal zijn plaats inruimen voor Roemenië en Zwe den voor Nederland. In de „Matin" schrijft Sauerwein, dat naar hem van bevoegde zijde is verze kerd, de crisis in den volkenbond op het punt staat overwonnen te worden. De heime en openbare verdragen, die geslo ten zijn om aan te sturen op een ontbin ding van den volkenbond, zijn met een bankroet geëindigd. De volkenbond zal uit deze crisis ver sterkt te voorschijn komen. Mocht het tot uittreden van staten komen, dan zal dit slechts van voorbijgaanden aard zijn. De volkenbond bestaat uit een permanent directorium en uit een parlement. Duitsch land zal thans de voorrech [en van het permanente raadslidmaatschap verkrijgen^ en zal van de voorrechten dezer positie geen afstand doen» Italië, dat herhaaldelijk in twijfel ten opzichte van den volkenbond heeft ver keerd, heeft er thans wezenlijk belang bij olm in den raad van den volkenbond ver tegenwoordigd te zijn en zal voortaan niet meer voor Spanje opkomen. De crisis, die door een uittreden van Spanje zal ontstaan, kan niet ernstig zijn. De nieuwe raad steunt op de sa menwerking tussdhen Engeland, Duitsch land en Frankrijk. Het conflict in de mijnen. Op gevaar af vervelend te worden tnoet men steeds weer opnieuw in het overzicht der buitenlandschg gebeurtenis sen het conflict in de Engesche mijnen ter sprake brengen. Nog steeds is deze kwestie niet opgelost, alhoewel er al meer teekening in begint te komen. Cook, de secretaris van den mijnwer- kersbond heeft dezer dagen een brief gericht tot Churchill met het verzoek een conferentie bijeen te roepen van mijn eigenaars en mijnwerkers en deze zelf bij te wonen. De brief bevat een bereid verklaring om onderhandelingen te openen nopens een nieuwe nationale overeen komst met het oog op de verlaging der kosten van den arbeid, ten einde aan de onmiddellijke behoeften der industrie tege moet te komen. De regeering heeft in deze tegemoet koming van de zijde der mijnwerkers aan leiding gevonden voor een schrijven aan de mijneigenaren waarin verzocht wordt de onderhandelingen te hervatten. De eigenaren hebben erin toegestemd te confereeren met de bijzondere commissie uit het kabinet, die zich met het mijncon- flaot bezig houdt. Alle hoop, dat het mijnconflict ééns uit de wereld zal geraken is dus nog niet in rook opgegaan. Al deze drukte na je kalme leventje heeft bepaald een goede uitwerking op je ge zondheid gehad". „Ik denk niet aan mij zelf", zei ze eindelijk. „Misschien ben ik wel gezonder dan vroeger, misschien ook niet, maar dit weet ik wel: ik ben nog niet heele- maal onverschillig geworden en toen ik u onder aan de trap zag staan, terwijl u door de deur schoot o, ik kom er nooit over heen, ik ben er een andeat mensch van geworden." „Nu, dat doet me plezier zoon verandering is wel eens aardig", zei ik. En toen kwam Eliza binnen, met Rosie en Mary Anne. En afgewisseld door snikken en op merkingen van de beide anderen vertelde ze het volgende: „Om twee uur (kwart over tweeën beweerde Rosie) was ze naar boven gegaan om een portret uit haar kamer te halen om dat aan Mary Anne te laten zien. (Het portret van een dame, viel Mary Anne hier in de rede). Ze ging de bedienden trap op en langs de gang naar haar kamer, die tus sdhen den kofferzolder en de onafge maakte balzaal lag. Toen ze op de gang liep hoorde ze een geluid alsof er iemand meubels verzette, maar ze was niet ze nuwachtig. Ze dacht, dat het misschien menschen waren, die het huis doorzoch- Een plebisciet. Als wij over onze regeering niet tevre den zijn mopperen we en doen niets. In Spanje, het land waar het bloed iets fel ler stroomt dan hier, doet men andiers. Zooals bekend, bestaan er grieven jegens de regeering en in het bijzonder jegens Primo de Rivera. Het bestuur der Patri ottische Unie heeft gemeend een volks stemming te moeten, uitlokken teneinde na te gaan hoe diep de grieven jegens de overheid wortelen. De minister van bin- nenlandsche zaken heeft machtiging ver leend tot het plebisciet. Hij is zélfs ver der gegaan en den autoriteiten aanbevolen onpartijdig te blijven opdat de werkelijke uiting der gevoelens van het land bewaard blijft. Primo zal dus weldra ervaren hoe men over hem denkt. Of het plebisciet pracrti- sche waarde zal hebben moet echter nog blijken. Schijn en werkelijkheid ontloopen elkaar nog wel eens wat. Vooral i,n Spanje Door den verrekijker. In verklaringen aan de pers zegt de Belgische re geering, dat het land ten volle gehoor heeft gegfven aan haar roepstem. Het moeilijkste deel van het financieel herstel is voltooider blijven nog moeilijk heden te overwinnen, waarvoor evenwel geen enkel nieuw offer van de bevolking zal worden geëischt. De gouverneur-generaal van Korea, de Javaan sche generaal Kodama, heeft de regeering te Tokio voorgesteld in ver band met den toestand in China actief in te grijpen. Hij stelt voor den spoorweg van de Moekden tot Tjantzin, door Japansche troepen te doen bezetten. Verder zullen Japansche oorlogsschepen fictief deelne men aan de blokkade van panton. Het actieve ingrijpen van Japan is nood zakelijk, zei hij, aangezien de Japansche kooplieden en indus-trieelen thans ernstig bedreigd worden. BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN. „Martina, het zonnetje van Lahori", door H. CourthstMahler. (J. T. Swartsenburg Zeist). Deze jongste uitgave van de Courths Mahler-serie speelt nu eens niet in de Duit sche militaire kringen, doch hoofd zakelijk in Ned.-Iridië. Het door haar adellijke familie verwaarloosde meisje Martina, wiens moeder de fout begaan had niet zooveel geld mee te brengen als de verarmde familie van haar man had gedacht, wordt na den dood harer moe der in Indië opgevoed door twee oude vrijgezellen, een oom en zijn vriend, die een ongelukkige liefde voor Martina's moeder had. De mannelijke opvoeders slagen volko men in hun experiment en uit Martina groeit een van die vrouwen, die in het leven van den man niets dan zonneschijn brengen. Na den plotselingen dood harer pleegvaders beschikt ze over een groot fortuin, dat ze in handen gaat leggen van haar jeugdvriend. Deze roman is als ont spanningslectuur zeer aan te bevelen. ten na den brand van den vorigen nacht, maar ze keek op den kofferzolder en zag niemand. Toen ging ze naar haar kamer. Het lawaai was opgehouden en het was overal heel stil. Toen ging ze op den rand van haar bed zitten en omdat ze zich wat flauw voelde ze had zooiets wel meer („Ik heb het je nog verteld toen ik kwam, weet je wel, Rosie?" „Ja, juffrouw, dat is zoo!) legde ze haar hoofd op haar kussen, en „Deed een dutje. Best!' zei ik. „Ga verder." „Toen ik weer bij kwam, juffrouw Innes zoo waar als ik hier zit, dacht ik dat ik dood ging. Ik kreeg iets op m'n gezicht, en ik ging dadelijk recht op zit ten. En toen zag ik de kalk vallen uit een "klein gaatje in dien muur. En even later viel er zoo'n groote ijzeren staaf" (volgens haar aanwijzing bijna twee me ter) „door dat gat en viel op het bed. Als ik nog geslapen had" („Flauw had gelegen, verbeterde Rosie) „was het ding op m'n hoofd gevallen en was ik dood geweest!" ,Ik wou dat u haar had hoeren gil len", viel Mary Anne nu in. „En ze zag zoo wit als een doek toen ze de trap af kwam." ,Er zal wel een verklaring voor te „Mannetjesputters", door Clarence E. Mulford. (J. T. Swartsenburg Zeist). Een aanwinst voor de cowboy-serie, die er zijn mag. De lezer wordt weer meege sleurd door de spannende avonturen der koeherders, hij komt als in de andere nummers der scrip onder den invloed van hun onversaagdheid, hun bravourstukjes en hun overwinningen op de elementen, die het verre Westen onveilig maken. Nauwe lijks heeft men een bladzijde gelezen of de spanning is er en deze blijft tot het einde. KUNST EN WETENSCHAP. Gretchen. De burgemeester van Mohruiigen, de geboorteplaats van Herder, heeft dezer dagen een merkwaardige ontdekking ge daan. Bij het bestudeeren van het Herder archief op het gemeentehuis bemerkte hij, datGoethe's Gretchen werkelijk geleefd heeft. Haar vader zou iemand geweest zijn, die veel bij de familie Herder aan huis verkeerde. Haar moeder, die eerst veer tien jaar oud was, toen het kind geboren werd, is in 1755 op de markt in die buurt van Herder's geboorlebuis terecht gesteld. Herder was toen een jongen van elf jaar en heeft deze geschiedenis terstond aan zijn jongen vriend Goethe, die toen te Straatsburg woonde, medege deeld. Deze geschiedenis zou de kiem voor de latere Gretchenfiguur hebben gevormd. PROVINCIE-NIEUWS. Zwemmend redden. Te Vlissingen heeft Zaterdagmiddag de Vlissingsche Reddingsbrigade een de monstratie gegeven, die door duizenden werd bijgewoond. Alvorens met de de monstratie te beginnen, werd aan de dames Lauwereins en Brasser, leden der brigax die verleden week met 3 heeren-leden van Breskeins naar Vlissingen zwommen een bloemenhulde gebracht. Verschillende nummers werden ten bes te gegeven, o.a. het onder water blijven aan een lijn, een der heeren-leden wist 82 sec. onder water te blijven. Zeker een prestatie. Verschillende grepen bij redding toe te passen, werden duidelijk gedemonstreerd terwijl verschillende meer of minder hu moristische nummers duidelijke voorbeel den waren van de wijze van redding, waar bij ook een uitstekend afgerichte politie hond zijn kunsten in redden ten beste gaf. Een gevaarlijk voorwerp. In een woning te Middelburg, welke voor enkele weken door den toemmaligen bewoner werd verlaten, heeft de nieuwe bewoner op den zolder een voorwerp hangende aangetroffen, dat een nog ge laden granaat bleek te zijn. Gelukkig dat de vinder deskundige was en daarom begreep, dat het gevaarlijk instrument voor zichtig moest worden behandeld. Het werd naar de politie gebracht, die het op haar beurt weer aan de militairen overgaf, die het een betere bewaarplaats gaven. Het mag gelukkig genoemd worden dat geen kinderen of totaal ondeskuindigen de gra vinden zijn, Eliza", zei ik. „Misschien heb je het in je „flauwte" gedroomd. Maar als het waar is, zullen de ijzeren sitaaf en het gat in den muur het be wijzen". Eliza keek een beetje beduusd. „Het gat in den muur is er wel, juf frouw Innes", zei ze. „Maar de staaf was verdwenen toen Mary Anne en Ro sie naar boven gingen om mijn koffer te pakken. „fin dat is nog niet alles", klonk Liddy's begrafenisstem uit een hoekje. „Eliza zegt dat er door het gat in den muur een vurig oog naar haar keek! „De muur is minstens vijftien centi meter dik", zei ik kalm. „Tenzij degeen die het gat in den muur maakte z n oogen aan het eind van een stokje heeft zitten, kan Eliza ze onmogelijk gezien hebben". Maar het was en bleef een teit en mijn bezoek aan Eliza s kamer bewees het. Ik mocht spotten zooveel ik wilde: iemand had in den onafgemaak ten muur van de balzaal een gat geboord, tusschen de steenen van den tusschenmuur door, en door de kalk in Eliza's kamer waren ze met zoo'n vaart heen gegaan, dat de staaf op haar bed was gevallen. Ik was al leen naar boven gegaan en ik moet be kennen dat ik er niets van begreep: op naat vonden, want dit had tot groote on gelukken aanleiding kunnen worden. Men zij voorzichtig met zulke zaken, ook hier is het zeer wel mogelijk, dat men gedacht heeft !met een afgeschoten granaat te doen te hebben gehad. Hoog bezoek. Maandag 13 September bezoekt de commissaris der Koningin de gemeenten Rilland-Bath, Krabbendijke, Waarde en Kruiningen. Kasteelen op Zufd-Beveland. Men schrijft uit Middelburg aan de „N. R. Crt.';. Was de vorige der wisselende tentoon stellingen uit den topografischen atlas van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen aan de kas'teelen en buitenplaat sen van Walcheren gewijd, thans komen die van de o\gprigp Zeeuwsche eilanden aan de beürt. Het verschil tusschen beide is opmerkelijk. Want terwijl op Walche ren in de zeventiende en achttiende eeuw nog tal van bloeiende buitenverblijven aan wezig waren, waarvan ondanks de hier onder aangerichte verwoestingen in onzen tijd nog een vrij belangrijk aantal over is, hebben de overige Zeeuwsche eilanden, met uitzondering van het slot Moermont en het kasteel te Haamstede op Schou wen, niets meer van dien aard bewaard. Van de ook hier in de Middeleeuwen talrijke burchten en kasteden waren de meeste reeds in de zeventiende eeuw óf verdwenen, óf geheel in verval. Een tee kenaar als Jan Arends, die in het laat ste kwart der achttiende eeuiw op Wal cheren zooveel vond te doen, zou op Schouwen slechts weinig en op Beveland gansch geen stof voor zijn album hebben kunnen vinden. Daarmede is tevens, met enkele uitzonderingen, de aard van het aanwezige en hier geëxposeerde mate riaal geleekend: afbeeldingen van ruïnes grootendeels, en daarnaast voorstellingen der kasteden, in welstand", waarvan de historische waarde vaak problematiek is. Een groot aantal der tentoongestelde afbeddingen is vervaardigd naar teeke- nimgen door Isaac Hildemisse, die ver moedelijk in opdracht van Cornells Kien, burgemeester van Veere, die een groot verzamelaar van kaarten en teekeningen was, op het einde der zeventiende eeuw tal van kasteden en hun plattegronden heeft afgeteekend. Hij bracht o.a. het slot Oostende te Goes, waar volgens de over levering van Jacoba van Beieren den moer- beziënboom zou hebben geplant, waar van een afbeelding van 1857 aanwezig is, het kasteel van Kruiningen, omstreeks 1720 afgebroken, Maelslede en Bruëlis ouder Kapelle, mede sinds lang verdwe nen, Gistelles en het Huis te Werf of Hendrikskinderenburg, afgebroken van 1798 tot 1802, in bedd; eveneens maakte hij teekeningen van het huis te Schengen, in zijn tijd nog slechts een ruïne, het slot van Ellewoutsdijk, sinds de zestiende eeuw in verval en van het huis te Baar land, waarvan nog overblijfselen aanwe zig zijn. Ook een teekening van Corne lls Pronk uit 1746 van dit slot is ten toongesteld. A1 deze kasteden lagen op Zuid-Bevdand, evenals het huis te Wa tervliet en Barbestein onder Heiukens- zand; het laatste was in de zeventiende eeuw eigendom van den heer Van Odijdk, twee of drie plaatsen in den muur waren kleine openingen gemaakt, allemaal erg ondiep. En het gekste was nog dat de ijzeren staaf volkomen verdwenen was. Ik herinnerde mij een verhaal dat ik eens gelezen had over een booze dwerg, die in de ruimte tusschen de dubbele mu ren van een oud kasteel leefde. Ik diacht er over of mijn oorspronkdijke idee van een geheimen ingang naar een verborgen kamer ten slotte toch waar zou zijn, en of we daar een onbekenden gast herberg den, die ons in donker .poetsen speelde en de muren verhielde om, veilig verstopt, te luisteren naar onze verbazing en onze onderzoekingen. Dienzelfden middag verdwenen Mary Anne en Eliza, maar -Rosie besloot om te blijven. Het was ongeveer vijf uur toen het rijtuigje van het station kwam om hen te halen en tot mijn stomme verbazing zat er iemand in. Mattheu Geist, de koet sier, vroeg naar mij, en deed mij vol trots zijn verhaal. „Ik breng u een keukenmeisje, juf frouw Innes", zei hij. „Toen ik een boodschap kreeg om twee meisjes en hun koffers te komen halen begreep ik wel dat er iels aan de hand was en aangezien deze vrouw werk zoekt in het dorp, .leek het mij het beste om haar maar mee te brengen". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1