Grinnik-Pilletjes Nikkertje en Dikkertje in Sprookjesland Een zorgzaam huisvader was gewoon den dokier steeds telefonisch op te bel len om zoodoende goedkoop advies te krijgen en een doktersvisite uit te sparen. Den dokter begon dat op den duur te vervelen. Weer op een avond belde de vader op en zei door de telefoon: Dokter mijn joegen wordt 't beurtelings rood en groen voor de oogen. Wat moet ik met hem doen? Verhuur hem aan de Staatsspoor als signaallamp, adviseerde de dokter. Ze waren pas verhuisd en het was de eerste avond dat mijnheer rustig op zijn kamer kon zitten. Plotseling werd hij gestoord door het luide spreken van iemand in het huis daar naast. Toen het na een half uur nog niet op hield werd hij driftig en belde het dienst meisje. „Betsie wat is dat toch voor een geluid, het lijkt wel of er iemand aldoor aan 't opspelen is". O meneer, dat is de heer die hiernaast woont, die spreekt altijd in zijn eigen.' -Maar wat drommel, dat heeft hij toch niet zoo hard te doen". „Ja meneer dat moet hij wel, want hij is doof". De kleine jongen stond met de groote roode luchtballon nog voor den winkel waar hij hem gekregen had en keek met begeerige blikken naar binnen. Eindelijk stapte hij naar den winkelier toe en vroeg: „Meneer mag ik alstublieft nog zoon groene hebben?" „Neen ventje dat doen we niet, ieder kind krijgt één ballon, maar heb je mis schien. nog een broertje?" Het jongetje mocht niet jokken, dus zei hij eerlijk: „Nee meneer", maar voeg de er haastig aan toe: „mijn zuster heeft er wel een". Schoonmoeder: Ik wil een foto laten maken, Gerard. In welk costuum zie je mij het liefst? Schoonzoon: In reiscostuum. Mijn dochter Tine wil met dien Nico trouwen. Nou waarom niet? Maar man, dat zou zwaar vergif zijn, hij Nico en zij Tine .nicotine. zoo gelukkige wijze het verslag van Van Cauwelaert completeert, in andere woorden de verklaringen te herhalen, door hem in de Kamer afgelegd. Spreker verheugde zich er over, dat men in Nederland wel wilde toegeven, dat deze verklaringen duidelijk en eerlijk waren. Van economisch standpunt hecht België het hoogste belang aan een vriendschappelijk accoord met Nederland in zake het regime van de Schelde en de verbinding door water tus- schen Antwerpen en den Rijn. Van poli tiek standpunt is het, indien zulke nog hoeft te worden gezegd, zonder bijbedoe lingen of voorbehoud, dat de Belgische regeering de oplossingen heeft aanvaard, welke alle overdracht van grondgebied of internationale servituten uitsluiten. Spre ker zeiile verder, dat België zich daarbij houdt aan artikel 6 van het tractaat van 19 April 18S9, waarbij beide partijen voor eeuwig afzagen van alle territoriale aan spraken op grondgebied, gelegen binnen elkanders grenzen. Ook verklaarde hij nog iti antwoord op door het Kamerlid Herman Vos bestelde vragen, dat wat de Wirlingen betreft, beide Staten bij brieven, 3 April 1925 tusscher- de ministers van buiten landsche zaken gewisseld, overeen kwamen, deze kwestie buiten de gesloten overeen komsten te laten. Wat ds kwestie van de vrije vaart der Belgische oorlogsschepen in de Schelde betreft, deze is niet opge lost, maar heeft ook niet het belang dat sommigen er aan hechten. België heeft geen vloot meer en hij een verdedigings oorlog zouden de meeste gevallen toch onder toepassing vallen van het pact van den Volkenbond, waarvan ook Nederland lid is De minister besloot zijn rede met de hoop uit te spreken dat het nieuwe verdrag veel zal bijdragen tot verbetering van de betrekkingen van beide Staten Nader wordt gemeld, dat de Senaat het verdrag heeft goedgekeurd. 11 et wapen der marechaussee. Op vragen van het Tweede Kamerlid van Rappard betreffende een voornemen tot onderbrenging van het wapen der marechaussee bij het ministerie van jus titie, heeft de minister van oorlog ge antwoord Het denkbeeld, om het wapen der Ko ninklijke marechaussee bij het ministerie van justitie onder te brengen, is voor en na wel eens ter sprake geweestbepaalde plannen in die richting bestaan echter voor het tegenwoordige niet. Voor een dergelijken maatregel zouden zoodanige voorzieningen noodig zijn, dat dat in elk geval, niet buiten voorkennis der Kamer zou kunnen worden gehandeld. Studenten. In de Leidsche wereld is Zomerzorg een veel en dankbaar bezochte buitenplaat" Men drinkt er thee. men wacht er op den trein, men heeft er afspraakjes fr was een dansavond in Zomerzorg. Natu-.rlijk waren er studenten Maar de aanwezige studenten vonden dat er niet genoeg dames waren, «Khans niet genoeg dansdames voor studenten. Daarom dansten de studenten met stoelen Dat was niet „coinme il faut" vond terecht, de dansmeester en dus ve bood tij stoelen als dames te engageeren voor den volgenden step. Er kwam studentikoos protest, student! kose herrie, de muziek hield op en de poppen waren aan het dansen Eén student deed er niet aan mee. Hij was in training voor roeien, dus mocht hij zich niet te veel opwinden. Daarom hield hij zich rustig bezig met voetzoekers en zevenklappers en probeerde daar zijn •igaret aan te steken Ook dat mocht niet en de rustige stu dent werd buiten Zomerzorg geleid met ernstige bedreigingen als hij het waagde terug te komen. Evenwel grenst er aan Zomerzorg een weiland en over de sloot kwam de rustige student Zomerzorg weer binnen. En hij hervatte het onschuldige spel met zijn zevenklappers en zijn voetzoekers Thans werd de politie getelefoneerd Aangezien er zes agenten tegelijk ver schenen, vond de rustige student die in training was, het beter zich voorloopig buiten het strijdperk te begeven En hij toog waar de keiter te voet gaat. De politie beraadslaagde en zette een agent op post voor een zekere deur. De rustige student meende te moeten protesteeren Als ik op de W. 0. verblijf, weusch ik met rust te worden gelaten, zei hij. Ik ben in training voor de volgende roei wedstrijden. De wakende Hermandad bleef nochtans up z'n post Doch het verblijf duurde lang. Te laug vond de politie Zij sommeerde, sommeerde nog eens en forceerde de deur. Er was daarachter een verlaten kamertje Door het venster had de rustige student zich verwijderd Hij moest zich trainen Het publiek, dat op een vroolijkhe dje had gehoopt, lacht de politie retireerde en de dans werl voortgezet Voorloopig zonder spes patriae. Een lastig sinjeur. Reeds langer dan tien jaar wordt een 28-jarige boerendochter te Barneveld zonder dat zij daar eenige aanleidi g toe geeft, h t leven ondragelijk gemaakt door een 35 jarigen boerenknecht, die een hopelooze liefde voor haar heeft opgevat. Heeft zij eens verkeering met een ander jongmensch aangeknoopt, dan wordt deze door den boerenknecht zoolang bedreigt en zelfs mishandeld, dat de jongeling de verkee'ring afbreekt. Reeds heeft de boe renknecht deswege zes maanden gevange nisstraf ondergaan Doch niets helpt. Thans hadden e^n aantal jongelieden uit de buurt van het meisje besloten eens met dezen lastpost af te rekenen Met dit doel wachtten een twintigtal ongens, met stokkend gewapend, den Doerenknecht op, toen hij zijn gebvuike lilk bezoek aan het meisje wilde brengen Alvorens hun plannen te kunnen vol voeren sloeg de bedreigde op de vlucht, rende het huis der veelgeplaagde boeren dochter binnen, greep daar een hooivork en stormde toen op zijn achtervolge s los, die op hun beurt de vlucht namen Sedert durft bedoeld meisje niet ineer in het onderlijk huis vertoeven en heeft zij haar intrek bij familie genomen. D e overval te Bussum. De aangehouden woonwagenbewoner blijft volhouden, met het misdrijf niets uitstaande te hebben, doch verschillende getu'gen verklaren pertinent, hem kort vóór den overval in de nabijheid van de Boazbank te hebben gezien Hij zelf ont kent, in Bussum te zijn geweest Zijn bewering, dat hij Ponderdag op de paar denmarkt te Zaandam is geweest, hand haaft hij niet ineerhij weet nu, dat aldaar dien dag geen 'paardenmarkt ge weest is Enkele bewoners van het woon wagenkamp zijn later komen beweren, dat hij Donderdag in het kamp te Amsterdam was, maar aan dit alibi meent de politie geen waarde le moeten hechten, in ver band met andere, voor de hand liggende aanwijzingen. De vergissing. De volgende ware historie, die van hninor allerminst ontbloot is, speelde zich zeer kort geleden af aan zeker politie bureau te Amsterdam, meldt het „Volk». Daar waren dan, op verschillende uren van den dag, twee arrestanten binnen gebracht. De eene, dien wij Jansen zullen noemen, had al te groote offervaardigheid jegens l'acchus betoond, de andere, dien wij als Pielersen zullen aanduiden, was aangehouden, daar hij een vonnis ten zijnen laste had, Jat, „aar de justitie oordeelde, eindelijk eens moest worden ondergaan. Beide arrestan'en kregen, zooals ge bruikelijk is, logies in de cellen van het bureau, de eerste „ter ontnuchtering", zooals dat officieel beet de tweede ter „voorloopige bewaring"", in afwachting van zijn uitlevering aan de justitie. En, zooals eveneens gebruikelijk is, beide arrestanten werden alvorens men ben insloot, gefouilleerd en al wat zij bij zich hadden werd door den acht commandant tijdelijk opgeborgen Tot zoover ging alles zooals bet naar letter en geest der voorschriften inzake clen internen politiedienst behoort te gaan Maar toen naderde het tijdstip dat de arrestant Jansen geacht werd bekomen te zijn van zijn alcoholische beneveling en een agent kreeg opdracht Jansen uit de cel te halen, opdat hem zijn vrijheid zou worden hergeven. Te politie-beambte klopte op de eers'e de beste celdeur, waarin hij eenige be weging meende te hooren en onder den uitroep „Hé, Jansen, ben je wakker?' ontgrendelde hij de celdeur, waaruit Pietersen te voorschijn kwam. Pe politie' beambte, die noch bij de insluiting van Jansen, noch bij die van Pietersen was tegenwoordig geweest, geleidde den pseudo- Jansen naar het lokaal van den wacht commandant, die op het tijdstip dat de arrestanten waren binnengebracht, ook niet in dienst was *Nou Jansen, je kunt weer weggaan Hier heb je je bullen terug en deDk d'r nou verder een beetje om Aldus ongeveer sprak de brave wacht,, commandant tot I ietersen toen hij Jansen uit liet politie arrest dacht te ontslaan en hij gaf hem de voorwerpen, bij diens fouilleering afgenomen, weer terug. En zoo geschiedde het dat Pietersen, behalve een zakdoek, sleutelbos, tabaksdoos, pijp, enz ook een kleine acht gulden ter hand *erd gesteld. Tegen die laatste gave had Pietersen bezwaar. //Pat geld' is niet van mij', zei de eerlijke kerel, mot hot oprechtste gezicht, dat hij trekken kon. Pe wachtcomman dant echter, gedachtig aan het verhaal, dat hij van zijn voorganger had gekregen, dat Jansen straat-dronken bet bureau binnengebracht, meende ie begrijpen dat de ontnuchterde niet meer wist, dat hij nog geld bij zich had en voegde hem daarom toe* „Nou, 't is in orde hoor geen kletspraatjes 'meer en maak nou maar gauw dat je de straat*op komt*. f at liet Pietersen zich gee tweemaal zeggen Hij was al een paar uren vei dwen jn, toenlansen, met stevig vuistgebonk op zijn celdeur aankondigde dat hij uit zijn roes ontwaakt was Pe stemming, die er toen in het politiebureau, dat wij nit menschlievendheid niet nader zullen aanduiden, heerschte zullen wij maar onbesch even laten. Maar Pietersen denkt met een volle portemonnaie en een dankbaar hart terug aan dien braven wachtcommandant. J uweelendiefstal. Woensdag is in een van de groote hotels le 's Gravenhage een belangrijke juweelendiefstal gepleegd. In bedoeld hotel logeert reeds geruimen tijd een dame, afkomstig uit Duitschland. Woensdag bemerkte zij, dat tijdens haar afwezigheid iemand op haar kamer ge weest moest zijn, dasr de linnenkast opengebroken was In die kast had zij voor een zeer aanzienlijk bedrag aan gouden voorwerpen en juweel en geborgen Tot haar ontsteltenis bemerkte zij, dat het grootste gedeelte van haar sieraden verdwenen was. Volgens haar opgave is voor een bedrag van f 10.000 aan bril lanten en aan gouden voorwerpen ont vreemd. Oogenblikkelijk stelde zij de politie met den diefstal in kennis. Voor eenigen tijd is in een der Sche- veningscbe hotels,- geheel op dezelfde wijz*, eveneens een vrij aanzienlijk bedrag aan goud en diamanten gestolen, aan een der gasten toebehoorende Men vermoedt, dat beide diefstallen door denzelfdeu persoon begaan zijn Snippers. Te Eindhoven Stratum is bij het gezin Verhoenen door het spelen met lucifers brand ontstaan Het 11-jarige dochtertje is aan de bekomen brandwonde» overleden. INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Die onzalige splijtzwam. Men schrijft ons Wie van Goes een wandeling maakt langs den „nieuwenweg naar Middel burg, komt eerst over een klein gehuchtje, Heer Hendrikskinderen genaamd. Geen echte natuurliefhebber zal met rassche schreden het dorpje doortrekken, maal eerder den pas wat inhouden zelfs af en loe stil blijven staan, om met volle teugen van het rijke natuurschoon le genieten Want schoon is de aanblik van het dorpje Die zindelijke, goed onderhouden huisjes, die keurige bloementuintjes er voor, die lachende korenvelden en overvolle tuinen, zij moeten een grootschen indruk maken op iedereen die hier voor 't eerst komt Dikkertje kon gieen uitweg vinden om van die moeilijke taak ontslagen te wordendaarom raapte hij alle moed bijeen en vertelde de geschiedenis van de Drie Beren. Later zei hij tegen Nikkertje: „Zeg, Nikkertje, ik houd er niet van om le pochen, maar het ap plaus was werkelijk oorveirdoovend, vind je niet?" Toen de bewonderende kreten waren weggestorven werd Dikkertje, tot groote vreugde van de menigte, door den Koning naar voren geroepen om een Prins van hem te ma kern. „Ik een Prins! Prins Dik kertje!" riep hij verbaasd uit. Idet be nam hem bijna den adem, en met knik kende knieën naderde hij den troon. En alles zou goed gegaan zijn, als hij niet juist over een vioolkist gevallen was en terecht was gekomen op de teenen van den Koning! en een slem riep: „Hallo, Dikkertje! Heb je lekker geslapen?" Hef51 was kleine Lies je, die terug kwam om haar poppenwagen te halen, nadat zij alle mooie bloemen, die zij geplukt had, aan haar moeder had ge bracht. En hiermede eindigen de wonderlijke avonturen van Nikkertje en Dikkertje in Sprookjesland. EINDE. En wat een bewonderenswaard ge bevol king, kalm, bezadigd, béleefd, geen emotie kennende, wars van elke wrijving, behulp zaam en kameraadschappelijk, zooals nergens Unders. Ze kennen elkaar van jongsaf, weten elkanders lief en leed, vertrouwen op elkaar, kortom daar is het meest idyllisch leven, dat men zich denken kan. In de week samen naar den akker, 's Zondags in troepjes naar de kerk, 's avonds een praatje aan Tt hek en na een welgemeend wel te-rusten zoeken allen al vroeg hun slaapsteden op. Dank baar, tevreden, met gerust geweten, in den gerusten slaap alle zorgen vergetende Eenige jaren later. (s dat het lieve dorpje van weleer? v erwaarloosd zijn huisjes en tuintjes, met norsche blikken loopen de inwoners elkaar zwijgend voo bij Geen aangename kout meer, geen hartelijk wel-ter rusten norsche, stuursche blikken vervangen de vroegere innemendheid Wat is toch wel de oorzaak van dien ommekeer F Zijn dat allemaal inenschen, die van elders gekomen zijn, met hun norschheid, met hun gewoonten? Niets van dat alles, lezer. Er was voor eenige jaren één school, de school voor het geheele dorpje. Ieder kind ging daarheen, werd daar door brave onderwijzers onderwezen, ook in maatschappelijke en christelijke deugden en de naastenliefde, saamhoorigheid, eens gezindheid, die de opvoeders predikten, vonden weerklank in de onschuldige kinderharten en de resultaten uitten zich in een samenleving, zooals hier boven geschetst. Maar nu. 't Was in den jare 926, dat de school telde ongeveer 66 kinderen. Voor wie niet doof was om te hooren, was er in den laatsten tijd gemor onder de bevol king. Geestelijken deden meer aan huis bezoek dan gewoonlijk, van den kansel werden soms toespelingen gehoord op dingen die eigenlijk moesten gebeuren. Het duurde niet lang of de aap kwam uit den mouw. Het onderwijs op de open bare school was plotseling verderfelijk geworden, de noodige bandteekeningen, het verzoek, het gedwongen toestaan van gelden door den Kaad, kortom het ge one verloop De Raad besloot de openbare school op te heffen en om te zetten in een christelijke schoo', naar d<; leer van de christelijk-historischen. Maar ai ziet hoe lieflijk is 't Van die 66 kinderen waren er 6 die nog naar de openbare school moesten, wier ouders geweigerd hadden te teekenen. Kr bleven er nog plm 60 over Ja, maar, als de christelijk-historischen hun school krijgen, dan willen wij (dat zijn de christelijk-evangelischeu) ook ome school En als dat niet gaat, dan sturen wij onze kinderen, dat zijn er zoo wat de helft, naar Goes of Nieuwdorp. Dan blijfi een eenmansschool over. Prachtig niet waar lezer P Weg met saamhoorigheid, *eg met eensgezindheid, weg met naastenliefde, tot dat eenmaal de tijd zal aanbreken, dat al die secte-scholen, die al zooveel verdeeldh id hebben gebracht, weer op gelost zullen worden in één school. Dc openbare school, de christelijk nationale school bij uitnemendheid. Makster VEILINGS VEREENIGING ZUID-BEVELAND TE GOES. Veiling van 29 Juli 1926. Groote veiling. Frambozen f26, Roode bessen f 14,10 a f 15,20, beide per 100 Kg. Kleine veiling. PerenOoms hmderenperen f 14 a f25, Preooisé de Trevoux f7 a f 12. Poilre Madame f9 a f 11André d Esportes f 10, N.-H. Suikerperen f6 a f 12, Roode Suikerijen f 3 a f 5, Langsleien f 7, Spruit jesperen f7, Koolstokperen f5, Zomer- louwtjes f6 a f8, Gron. Bergamotten f3 a f6. Perzikperen f8, Janbaasperen f4 a f6, Afvalperen f.1 a f5, Appels: Ma- deleinen f 14 a f 29, Perzikroode zomer- appel f 14 a f 18, Eckleville Seedling f 10 a f 16, Ducn. d' Oldenburg f 9, Roode Astrakan f 12, Zomeraagt f 10, Cod!in Keswick f 10, Zoete Sint Jan- appel f 10, Afval appels f 1 a f 3, Prui men Vroege Oranje pruimen f 32 a f 36, Prince pruimen f25 a f30, Okkelanen (28 a f38, Marbelanen f 15 a f32, Eng. krozen f 30 a f 38, Precose Prolifix f 17, Kouwelijnen f6 a f 16, Blinkers f20, Diverse pruimen fll a f34, Afval prui men fl a f 15, Diversen: Kruisbessen (2 a f8, Roode bessen f9 a f 10, Fram bozen f 53, Zure Morellen f 52, Snij- boonen f8 a' f9, Groene boonen f4 a f 15, Gele boonen f4, Zilvenuien f0,50 a f6. Augurken f8 a f27. Sjalotten f2, Aardappelen f3 a f4,30, alles per 100 Kg., Komkommers f9 a f 10, Augurken (0,15 a f 0,31, Bloemkool f 1,50 a f3,70, Roode kool f7 a fll, Savoije kool f3, alles per 100 stuiks, Pootuien f3 per 100 bo».

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina bijlage 2