N\ 89.
Vrijdag 50 Juli 1926
Ü5e Jaargang.
fl,-
ORANGE
DE WENTELTRAP
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel.
Hinderpalen.
so FEUILLETON
Vacantiereis
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Meermalen wordt beweerd in verband
«et een tot stand gekomen verlenging van
den arbeidsduur en de alierwege te consla-
teeren daling van bet loon, dat wij langza
merhand weer teruggaan naar den ouden
tijd, naar de toestanden van voor den oor
log. Die zoogenaamde „verslechteringen"
worden dan gesteld op rekening van wat
men „reactie' noemt en de arbeiders op
gewekt zich daartegen te verzetten.
Het komt ons voor, dat de arbeiders in
dezen voorzichtig moeten zijn. Als zij de
verbetering van den toestand van het be
drijfsleven aangrijpen als een grond voor
een nieuwe loonaotie, zou het best kunnen
zijn, dat zij daarmede het ingetreden her
stel gingen te niet doen.
De zoogenaamde „verslechtering" is
het gevolg van omstandigheden, waarop
noch de reactie, noch de democratie veel
invloed uitoefenen. Zij is een natuurlijk
uitvloeisel van factoren, die men in 1918
meende te kunnen uitschakelen, maar die
zich niet laten doen. De malaise ont
stond vooral daardoor, dat de menschen
gezamenlijk meer wilden verteren dan zij
voortbrachten en zij zal eerst voor goed
geëindigd zijn, als óf de voortbrenging
per hoofd der bevolking toeneemt in even
redigheid met de stijging der levenseischen,
óf wel men die eischen belangrijk lager
gaat stellen dan eenige jaren geleden, ja
misschien wel lager dan vóór den oorlog.
Wie even nadenkt zal moeten begrij
pen, dat dit laatste vrij zeker onvermij
delijk is. De wereld is door den oorlog
verarmd. Dat dit met den iin den oorlog
betrokken landen is geschied, begrijpt
ieder. Met den welstand van die landen
is de welvaart hier te lande intusschen ten
nauwste verbonden. Dit echter niet alleen.
Ook ons land heeft bij den oorlog meer
verloren dan gewonnen. Men denke aan
de kosten dier mobilisatie, aan het waarde
loos worden van buitenland sche effecten,
aan het gooien met geld kort na den oor
log. Dan neemt onze bevolking ieder jaar
met meer dan 100.000 zielen toe. Daar
voor moet werkgelegenheid worden ge
schapen. Hiervoor is kapitaal noodig: per
jaar 400 a 500 millioen gulden. Beseft
men wat zulks beteekent? Dat jaarlijks
per gezin van 5 personen gemiddeld f 300 a
f350 op zij moeten worden gelegd, welk
bedrag, als onze bevolking constant bleef,
verteerd zou kunnen worden.
Met kapitaal, om fabrieken te bouwen,
zijn wij er nog niet. Wij moeten voor de
producten daarvan ook afzet hebben. De
zen te vinden gaat moeilijker, naar mate
meer uitgevoerd zal moeten worden.
LIMONADESIROOP
Sinaasappel. Per flesch-
Fa. J. A. L. Q. WITTE
Tel. 264, Qoes.
En in de derde plaats wordt er waar
schijnlijk per hoofd belangrijk minder ge
produceerd. De uitbreiding van de Regee-
ringsbemoeiïng op schier elk gebied, leidt
tot het verricbten van veel improductief
werk. Daartoe behoort de arbeid der amb
tenaren met de uitvoering van die Regee-
ringsmaatregelen belast. Daartoe behoort
ook alh et werk, dat bedrijfsleiders en hun
personeel moeben verrichten, om aan alle
eischen, die de verschillende wetten aan
het bedrijf stellen, te kunnen voldoen.
Van nog veel meer invloed op de pro
ductie is de verkorting van den arbeids
duur. Hoe wemscheiijk men die ook mag
vinden met het oog op de geestelijke be
langen van dein arbeider, men moet toch
niet vergeten, dat, als alle menschen vier
vijfde van den tijd werken, dien zij vroeger
werkten en in dien kor teren werktijd ook
slechts vier-vijfde produceeren van wat
zij vroeger produceerden, zij gezamenlijk
ook slechts vier-vijfde kunnen verbruiken
van wat zij vroeger verbruikten.
Zal dit er niet toe leiden, dat sommige
groepen der bevolking nog veel meer met
gebrek hebben te kampen, dan vóór den
oorlog, dan is één ding wel iin de eerste
plaats noodig: versobering van het leven
niet alleen bij hen wier inkomen tot die
versobering dwingt, maar ook bij hen wier
inkomen hen wel iu staat stelt, zich een
zekere luxe te veroorloven.
Als wij om ons heen zien, bemerken
wij van die vrijwillige versobering ech
ter niet veel. Er bestaat ook waar
de voorziening in de noodzakelijke behoef
ten dit niet noodig maakt veeleer een
streven steeds te leven op een voet, als
het inkomen maar eenigszins toelaat.
Er zijn dus zeker hinderpalen genoeg
op den weg naar het economisch herstel!
BOEKEN EN
TIJDSCHRIFTEN.
Naar h«t Amerikaansch van
MARY ROBERTS RINEHART.
)o(
„{Wat Louise ook doet", zei hij, ik
laat mij door niets overtuigen, tante Ray,
dat ze niet van mij houdt. En tot twee
maanden geleden toen zij en haar moeder
op reis gingen was ik de gelukkigste man
ter wereld. Toen kwam er verandering;
ze schreef mij, dat haar familie tegen ons
huwelijk was, dat ze nog net zoo voor
mij voelde als altijd, maar dat er iets ge
beurd was, dat haar ideeën over de toe
komst had veranderd. Ik moest maar niet
schrijven voor zij mij schreef, en wat
er ook gebeurde, over haar moest ik al
tijd zoo goed mogelijk denken. Het klonk
afs een raadseltje. Toen ik haar
gisteravond zag was het hetzelfde lied
je, alleen misschien nog wat erger'
„Halsey", vroeg ik, „heb je eenig
j idee van den aard van het gesprek tus-
i schen Louise Armstrong en Arnold op
den avond voor hij vermoord werd?"
„Het was een stormachtig onderhoud.
„De idealist", door A. H. vain der Feen-
(Van Holkema en Waremdorf, A'dam).
De rechtspraak hier te lande kent geen
waarde toe aan de menschejijke inzich
ten van den leek, in Nederland is er geen
jury, zooals in Frankrijk en vele andere
staten, die op de beslissingen van de
rechtbank invloed kan uitoefenen. Er zijn
er, die het gebrek aan waairdeering jegens
het primitieve gevoels-element betreuren,
doch daar tegenover staan tal van voor
beelden uit landen, die het instituut der
fury handhaven, welke er op wijzen, dat
deze instelling niet altijd de gerechtigheid
waarborgt.
Intusschen neemt men ook in ons land
wel eens uitspraken van de rechtbanken
waar, die op den leek den indruk moe
ten maken, dat rechtspraak en recht te
genstrijdige begrippen zijn.
Onze vroegere stadgenoot, de heer van
der Feen, heeft op dit gegeven zijn jong
ste roman gebaseerd. Een vriend van den
idealist wordt door zijn veel jongere vrouw
die een liaison heeft met een advocaat
gedood. De idealist weet door een vroe
gere bekentenis van het slachtoffer, dat
de vrouw reeds eerder pogingen daartoe
aanwendde en dat de dood geen natuur
lijke kan zijn, noch een zelfmoord. Voor
hem staat de schuld der vrouw onomstoo-
tel ijk vast, en hij is het ook, die de zaak
in handen der justitie geeft. Verschillende
Thomas zegt, dat hij een paar maal op
het punt heeft gestaan om de kamer in
te gaan, zoo bezorgd maakte hij zich over
Louise".
„En dan nog iets, Halsey", zei ik,
„heb je Louise ooit hooren praten over
een vrouw die Carrington heette Nina
Carrington?"
„Nooit zei hij positief.
Want al deden we nog zoo ons best,
onze gedachten kwamen toch telkens weer
terug op dien vreeselijken Zaterdagnacht
en den moord. Bij ieder gesprek kwa
men we er op terug en we voelden alle
maal dat Jamieson het er op aanlegde om
John Bailey tot schuldige te maken. Het
feit dat de detective er niet was, stelde
ons niet bepaald gerust; hij had bepaald
een spoor gevonden in de stad, andersi zou
hij wel terug gekomen zijn.
In de kranten stond dat de kassier van
de Handelsbank ziek lag op zijn kamer
wat, alles wel beschouwd, nu niet zoo
heel erg te verbazen was. Aan de schuld
van den overleden directeur viel niet lan
ger te twijfelen er was over de ver
miste effecten geadverteerd en een deel
er van was ontdekt. Ze waren overal
gebruikt als onderpand voor hooge geld-
leeningen en men geloofde algemeen dat
er niet minder dan anderhalf millioen
dollars mee opgenomen waren. Iedereen,
Het doorzitten bij Wielrijdön en Stukloo
pen van Huid en Voeten of verbranden
der Huid door de Zon, verzacht en geneest
men met PUROL. Doos 30, Tube 80 ct.
feiten pleiten voor de schuldigverklaring,
doch het bewijs kan op juridische gronden
niet geleverd worden. De idealist, die tij
dens het vooronderzoek verdwaalt raakt
in den doolhof van vakkundige inzichten,
die den eersten eisch van het strafrecht
objectiviteit niet begrijpen kan, en voor
wiens schuld en strafbaar één zijn, wordt
overspannen. Tijdens de rechtszitting, bij
de vrijspraak van beklaagde, trekt hij een
revolver en voltrekt zelf de straf aan de
moordenares van zijn vriend.
De schrijver heeft „het geval" op zeer
boeiende en aanneembare wijze ontwik
keld. Evenals in vele zijner vorige werken
treft hier de scherts, die soms even den
ernst afwendt om deze later met grootere
zwaarte te doen terugkeeren. Van der
Feen geeft ook hier weer de vlotte ge
sprekken en de rake typeeringen, die hem
een aparte plaats in onze litteratuur verze
kerd hebben. Een met overtuiging en ken
nis van zaken geschreven werk dat van het
begin tot het einde den lezer boeit.
„Den Gulden Winckel".
(Hollandia-drukkerij Baarn). -
De jongste aflevering brengt „Al pra
tende met R. van Genderen Stort", door
G. H. Panne koek Jr., „over oude legen
den", door Dr. J. de Vries, „Indische
letterkunde" door Aug. v. d. Ven met een
naschrift van Johan Koning, „Rondom de
villa d'Annunzio", „De opera Omnia"
van Gabrielle d'Annunzio, „De afvallige"
door J. Gresshoff, „Fransche tooneel-
spelers in Nederland", door Dr. J. de
Vries, „Nederlandsche Lyriek", door P.
L. van Eek Jr.y Voorts nog de kronieken
der poeza en van het proza.
Het gouden boek.
Van de paramount-fiimfabrieken ont
vingen we een keurig uitgevoerd program
ma van het seizoen 1926-1927. Het bevat
foto's van enkele films die in het a.s. sei
zoen in Nederland vertoond zullen wor
den en mooie portretten van de bekend
ste paramount-artisten.
„Delft".
Bij de N.V. D« Y Alta's uitgevers en
Crt. bedrijf (e Amsterdam zag het licht
„Delft", door Antoine v. d. Berg, een met
foto's en teekeningen verluchte beschrij
ving van, uit architectonisch en historisch
oogpunt, een der interessantste steden vain
ons land.
„Wonderen der oudheid".
Van „Wonderen der oudheid", ver
scheen bij de Uitgevers-maatschappij „El
sevier" te Amsterdam, thans de twee en
twintigste aflevering. Deze keurige uit
gave begint langzamerhand haar voltooi
ing te naderen. We treffen in dit mummer
weer tal van belangwekkende artikelen en
mooie reproducties aan.
die iets met de bank' te maken had, was
gearresteerd en tegen een hooge borg
stelling vrijgelaten.
Was hij de eenige schuldige of was de
kassier zijn medeplichtige Waar was
het geld? De nalatenschap van den over
ledene was betrekkelijk klein een flink
huis in de stad. Zonmehoek, nog een
groote bezitting waar veel hypotheek op
stond, een levensverzekering van vijftig
duizend dolLar, en enkele persoonlijke
eigendommen, dat was alles. De rest had
hij waarschijnlijk door speculaties verlo
ren, beweerden de kranten. Er was één
ding dat er voor Jack Bailey leelijk uit
zag; Paul Armstrong en hij hadden samen
een spoorwegmaatschappij in Nieuw-Mexi
co gefinancierd en er werd beweerd dat
ze er allebei veel geld bij hadden inge
schoten. Het feit, dat de beide mannen
samen zaken gedaan hadden, versterkte
het vermoeden dat Bailey van den dief
stal af moest weten. Zijn onverklaarbare
wegblijven van de Bank op dien Maandag
maakte het nog ongunstiger voor hem.
Maar het eenige vreemde was het feit,
dat hij zich zelf bij de politie had aange
meld. Ik voor mij beschouwde dat als een
handigheidje van een slimmen schurk. Ik
was niet bepaald bevooroordeeld tegen
Gertrude's aanbidder, maar op de een of
andere manier wilde ik overtuigd worden.
Bergbeklimmen in Zwitserland. - ISl
Zwitserland, het ideale land voor sport en tourisme trekt 's winters en 's zomers
baast evenveel vreemdelingen. Onze foto geeft een drietal koene bergbeklimmers
weer, die met onbedwingbaren moed de gevaren der smeltende sneeuw trot-
seeren om den top van dezen bergreus te bereiken.
RECHTSZAKEN.
Een hond leve nd begraven.
Voor den politierechter te Zwolle heeft
terechtgestaan K. O., een 40-jarig arbei
der uit Vroomshoop-, wegens dierenmis
handeling. Hij heeft op 27 Maart een
kuil gegraven, daarin een hoind levend met
gebonden pooten gelegd, het dier een klap
met den schop op den kop gegeven, daar
na er grond o p gegooid ein dien grond va si-
gestampt. Wanneer het dier pogingen deed
zich- los te werken, gooide hij er nog meer
grond op en stampte dien wederom vast
aan, tot eindelijk alles stil was.
Hij poogde zich te verontschuldigen
door te zeggen, dat hij het gedaan heeft
op bevel van Lumenberg, aan wien de hond
toebehoorde, en die de pooten van het
dier had vastgebonden. De hond had
schurft.
Getuige Schutte heeft do daad gezien,
Telkens werkte de hond zijn kop boven
den grond, maar dan gooide O. er weer
grond op' en stampte diem vast. -Getuige
was tenslotte weggegaan, hij kon bet
niet meer aanzien.
De politierechter, mr. M. de Muick,
zeide, dat te kunnen begrijpen.
De officier van justitie vroeg de maxi
mumstraf voor dierenmishandeling: zes
maanden gevangenisstraf.
Verdachte verzocht een lichte geld
boete. „Ik heb nog gezegd", zoo zeide hij,
„laten we hem verdrinken", maar Lunen-
berg zei„neen, we begraven hem'
De rechter: Begrijpt u zelf wel, hoe
beestachtig het is geweest? En u doet zoo
iets voor 20 cent per uur.
Verdachte: „Het dier had schurft en
ik heb vijf kinderen."
Rechter: „Zijn uw kinderen bij dat
levend begraven geweest?"
Verdachte: „Ja".
Verdachte werd veroordeeld tot 3 maan
den gevangenisstraf.
Ik vertrouwde niemand, „zoo maar".
Dien nacht begon het op Zonnehoek
weer te spoken. Liddy had in Louise's
kleedkamer geslapen op een rustbank en
toen het donker werd begon ze de heele
serie kamers te barricadeeren. Daar de
kamers bovenaan de wenteltrap lagen, was
ze alleen in groote opwinding in staat om
er in (donker nog langs te gaan.
Ik moet zelf ook toegeven dat het er
in dien hoek onheilspellend uitzag, maar
we staken daar alle lampen op en totdat
te middernacht het licht uitging zag het
er werkelijk vroolijk uit, als je er verder
niets van af wist.
Dien Vrijdagavond dan was ik naar
bed gegaan, vastbesloten om dadelijk te
gaan slapen. Onaangename gedachten, die
telkens bij mij opkwamen, probeerde ik
ik te negeeren en systematisch ontspande
ik al mijn spieren. Ik viel spoedig in slaap
en droomde dat dokter Walker zijn nieu
we huis vlak voor mijn ramen bouwde:
ik hoorde het geluid van het timmeren en
toen werd ik op eens wakker doordat er
iemand op mijn deur bonkte.
Ik stond dadelijk op en toen mijn voet
stappen hoorbaar werden op den vloer
hield bet kloppen op en volgde er een
zacht gefluister door het sleutelgat.
„Juffrouw Rachel! Juffrouw Rachel!"
zei er iemand, telkens weer.
LANDBOUW, VEETEELT EN
VISSCHERIJ.
Een uur van onbedachtzaamheid.
Een uur van onbedachtzaamheid
Kan maken dat men jaren schreit
Dat dit een zeer waar woord is, weet
ook een ieder, die van nabij met de behan
deling van bedrijfsongevallen in aanraking
komt.
Al zijn uwe machines van alle denkbare
beveiligingen voorzien, al verkeeren uw
wagens en uw tuigen in den besten staat,
al is ook verder in uw bedrijf al het moge
lijke gedaan om de kans op ongevallen
zoo gering mogelijk to maken, vóór alles
blijft noodig, dat Uw werk met bedacht
zaamheid wordt gedaan.
Bedachtzaamheid. In sommiger ooren
heeft dat woord een onaangenamen. klank.
Het doet hun denken aan bedaard over
leg, aan voetje voor voetje, aan „haast
je vooral niet", aan „kom ik er vandaag
niet, dan kom ik er morgen".
Voor bedachtzaam handelen is evenwel
geen vereischte dat men telkens zou stil
staan, de hand aan het hoofd brengen en
langen tijd nadenken.
Bedachtzaam te zijn wil niet anders
zeggen, dan zich op ieder oogenblik reken
schap t e geven van de mogelijke gevolgen
van zijn handelingen. Ook de man, die
van aanpakken weet, kan zijn werk met
„Ben jij daar, Liddy?" vroeg ik, met
mijn hand aan de deurknop.
„Laat mij in vredesnaam binnen!" zei
ze zachtjes.
Ze stond tegen de deur geleund, want
toen ik open deed viel ze naar binnen.
Ze zag groen-bleek en had een zwart met
rood gestreepte flanellen onderrok over
haar schouders.
„Luister eens!" zei ze, terwijl ze mid
den in de kamer bleef staan en zich aan
mij vastklemde. „O, juffrouw Rachel, het
is de geest van dien dooden man, die klopt
om binnen gelaten te worden!"
En werkelijk hoorde ik een dof „klop
klop klop dicht bij. Het was
een gedempt geluid; je voelde het meer
dan dat je het hoorde en het was onmo
gelijk uit te maken waar het precies was.
Het eene oogenblik scheen het tegen den
vloer onder ons te zijn, en dan was het
even stil en begon het klop klop
klop schijnbaar tegen den muur.
jjEen spook is het niet", zei ik vol
overtuiging. „Als het een spook was zou
het niet kloppen, maar door het sleutel
gat komen". Liddy keek naar hel sleu
telgat. „Maar het lijkt er meer op of er
iemand probeert hier in huis in te breken.
(Wordt vervolgd).