Purol bij Huiduitslag en Huidverwonding. DE WENTELTRAP N\ 65, Maandag 51 Mei 1926 115e Jaargang. FEUILLETON ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant COURANT en Kteeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. BUITENLAND. OVERZICHT. De Fransche valuta. In Frankrijk gaat men zich met groote ernst aan het herstel van den frank wij den. Zaterdag is dit in een officieel com muniqué dat na de tweede kabinetszitling werd uitgegeven, vastgesteld. De keuze der leden van de deskundi gen-commissie, welke Péret gedaan had, werd goedgekeurd. Die commissie heeft tot taak het oog te houden op de beweging van dein wis selkoers en maatregelen aan de regeering Fransche valuta kunnen bijdragen. De regeering heeft besloten geen en kele nieuwe belasting te eischen, welke van dien aard zou zijn den spaarzin der be volking te ontmoedigen. Men zal echter zeer spoedig de grens vaststellen van den last welke de verschillende categorieën van belastingbetalers kunnela opbrengen alsmede de natuur der belasting. Aan de Kamer zal een wetsontwerp betreffende het maximum der belastingen worden aan geboden. Ook zijn er maatregelen overwogen tot bestrijding van de vlucht van het kapi taal en ter verkrijging van den terugkeer van het zich reeds in het buitenland be vindende Fransche vermogen. Er zal geen theoretische belas tingpoli- tiek gevolgd worden, welke van dien aard zou zijn om het vertrouwen te ondermij nen en het openbare crediet af te schrik ken. De regeering wil integendeel het ver trouwen herstellen. Mussolini aan het woord. In de Itajiaansche Kamer is de bui tenland sche politiek der regeering Ier sprake gebracht. Mussolini somde eerst de verschillende successen op, die de fas cistische budtenlajndsche politiek heeft kun nen boeken. Duitschland mag geen nabuur van Italië worden, zeide de Duce. Zoo lang de Brenner Oosfcenrijksch is, bestaat er voor Italië geen gevaar. Het verdrag van Locarno, vervolgde Mussolini, is een zeer delicate zaak, aan gezien alle uitleggingen ervan tegen el kaar indruischen. De geest van Locamo schijnt in den laatsten tijd te zijn ver zwakt; de geest van Locarno is voor Italië de geest van vrede en tevens de loffelijke poging om de toestanden aan den Rijn te stabiliseeren. Het te Berlijn onderteekende Du.tsch-Russische verdrag werpt ongetwijfeld een schaduw op den geest van Locarno. Men moet de betee- kennis van dit verdrag wel is waar niet al te hoog aanslaan, maar men moet haar evenmin onderschatten. Het Duitsch-Russische verdrag is een ernstige aangelegenheid en vereischt de grootste aandacht en waakzaamheid. Mus solini is er van overtuigd, dat Duitschland thans weldra lid van den Volkenbond zal worden, zooals de Italiaan sche regeering steeds heeft verlangd. Het zou onge- Naar het Amerikaansch van MARY 'ROBERTS RINEHART. )o( Ergens beneden gaf een klok met een speelwerk den tijd aan: half twaalf,kwart voor twaalven, twaalf uur. En toen gal gen de lichten voor goed uit. De eïectrische centrale van Casanova sluit te midder nacht. Iedereen gaat dan naar huis: als men een feest geeft is het geloof ik de gewoonte om een fooi te geven, zoodat personeel met sterke koffie nog een paar uur wakker blijft. Maar voor dien nacht waren de lichten uit. Liddy was in slaap gevallen, zooals ik wel verwacht had. Ze was iemand waarop men weinig staat kon maken, altijd wakker en geneigd tot praten als men haar niet noodig had en slapend als men haar gebruiken kon. Ik riep haar een paar maal, maar het eenige resultaat was een geweldig gesnurk toen stond ik op en stak een kaars aam. Mijn slaap- en kleedkamer waren op de eerste verdieping, boven de groote woonkamer. Op de tweede verdieping liep een lange gang over de heele lengte van het huis, waar aan beide zijden kamers op uit kwamen. In de zijvleugels waren kleine gangetjes, die loodrecht op den hoofdgang stonden zoo eenvoudig mo gelijk. En net toen ik weer in bed wilde wemschit zijn de toetreding van Duitsch land te vermijden. Het Italiaansche imperialisme, zoo be sloot Mussolini, is een kwestie van waar digheid voor het sinds vier jaar tol groote macht gekomen jonge volk. De Italiaan sche politiek moet een poü'iek van vrede zijn met bescherming van de Italiaan sche belangen. Jong Italië wil zijn plaats in de wereld hebben. Men geve het deze plaats goedschiks, dat is het beste mid del ter bescherming van den vrede. Nie mand in de wereld kan koloniën verkrij gen, indien ook niet Italië er zijn deel van krijgt. De stem, waarover Italië be schikt in den raad van den Volkenbond en waarvan het nimmer afstand zal doem bewijst wel, dat aldus zal Revolutie ih Portugal. Dezer dagen is in Portugal een revo lutie uitgebroken, die zich blijkens de telegrammen aanvankelijk niet ernstig liet aanzien. Thans blijkt het tegendeel. De opstandelingen hebben de spoorwegen in het Noorden opgebroken, en daardoor de verbinding met Oporto onmogelijk ge maakt. Het revolutionnaine comité heeft een proclamatie uitgevaardigd, waarin ge zegd wordt, dat de beweg'ng geen militair karakter draagt, en dat het een regeering wenscht te vormen op democratische basis. De opleidingsschool der matrozen heeft zich bij de beweging aangesloten. Nader wordt gemeld, dat de revolution- naire actie zich zeer Jiieeft uitgebreid en het karakter van een volksbeweging heeft aangenomen. Het revolutionnaire comité wordt te Lissabon verwacht, waar het aan den staatspresident een lijst met de namen der nieuwe regeering zal voorleggen. Een B. T. A.-te)Iegram meldt tenslotte, dat het kabinet is afgetreden, en het staatshoofd stappen zal doen tot het vor men van een nationale regeering. Door den verrekijker. De strijd in China tusschen Kan ton en zijn vijanden in het moorden, welke al wdkenlang op het punt had gestaan, uit te barsten, is thans begonnen. De strijdkrachten van Woe-pei-foe, die de provincie Hoenan zijn doorgetrokken zijn thans van drie strategische punten aan de grens van de provincie Kwam- toeng aanvallend opgetreden tegen de troe pen, die Kanton verdedigen. De Fransche minister van oor log maakt bekend, dat de Fransche ver liezen sinds den aanval van Abd-el-Krim, dus van April 1925 tot Mei 1926, hebben bedragen: gedood 1306, vermist 294, aan ziekten bezweken 562, tezamen 2162. kruipen, hoorde ik een geluid, blijkbaar in den oostelij ken vleugel, en terwijl ik een van mijn pantoffels al uit had bleef ik zitten luisteren. Het was een ratelend metaalachtig geluid en liet weerklonk ont zettend in de leege ruimten. Het was net of er iets zwaars, misschien een stuk staal rammelend en ratelend de trap af naar het speelzaaltje was afgerold. In de stilte, die hierop volgde, bewoog Liddy zich en snurkte weer. Ik was wan hopig; eerst hield ze mij wakker door haar malle angst en nu. ik haar noodig had sliep ze als een os. Ik ging naar binnen en wekte haar, ein ik moet haar tot haar eer nageven dat ze onmiddellijk klaar wakker was. „Sta op", zei ik als je niet in je bed vermoord wilt worden." „Wat? Hoe?" gilde ze ontzei, en sprong overeind. „Er is iemand in huis", zei ik. „Sta op. We moeten probeeren ooin bij de tele foon te komen." „Toch niet in de hal?" vroeg ze ver schrikt. „O, juffrouw Rachel, toch niet in de hal?" en ze probeerde mij tegen te houden. Maar ik ben een groote vrouw en Liddy is klein. We bereikten tenslotte de deur en Liddy had ©en koperen staaf in de hand, die zoo zwaar was dat ze hem nauwelijks dragen kon, laat staan er iemand een slag mee toebrengen. Ik luis terde en toen ik niets hoorde deed ik de deur een eindje open en keek ia de hal. Het was er pikdonker en door het schijn sel van mijn kaars maakte de duisternis nog meer indruk. Liddy gaf een gil en Bartïet, de commissaris van po litie te Chicago en tevens chef van de Ku Klux Klan, is gearresteerd wegens het verzenden van bommen, waarbij ver schillende menschen zijn gedood. LANDBOUW, VEETEELT EN VISSCHERIJ. Een Albino-vaarskalf. In „De Boerderij" deelt (dr.) v. d. P(lank) mede, dat korten tijd geleden in Emuien een Albino-vaarskalf is gebo ren. Het is aangekocht door het Zoötech- nisch Instituut te Utrecht voor fokproeven. Dit instituut zou ook gaarne een Albino- stierkalf bezitten. Hij betwijfelt echter, of deze wensch spoedig in vervulling zal gaan; hij las nog nooit iets over Albino- ruindemeti en oude veehouders en men schen, die veel koeien zien, verklaarden hem, nooit daarvan gehoord te hebben. Er komen wel veel totaal witte runderen voor, maar met donkere oogen, en gelijk bekend is, hebben Albino's roode oogen. PROVINCIE-NIEUWS. Een tocht door Zeeland. De architect H. Th. Wijdeveld heeft vijf dagen in Zeeland doorgebracht en geeft in „Architec'ura een „reis-synthese" van dien tocht. „De architectuur", zoo lezen wij, „is op deze eilanden gespaard gebleven voor het ruwe geweld van oorlog en vernieling en al is de liefdevolle verzorging van het Godsgebouw verzonken in de groote om wenteling van geest en geloof, haar mo numentale houding is nog fier en krach tig middeleeuwsch. De pracht van de dé tails wedijvert met de Zeeuwsche knoopen en gouden oor sieradenfiligraan werk in heerlijken overvloed van leven. Hier ligt de oude wereld nog in de zware muren en hooge torens verscholen. Domburg en Zou telande, M,iddelburg en Veere, idyllen voor den mijmerenden geest, verboden vruchten voor den modernen kunstenaar, maar d5e geurender lokken en kostelijker smaken dan de vormen, d£e onze zoekende geest nu rijpen doet. Veere een oase aan den zoom van de waterwoestijnen der zee. Goes en Zlierikzee, Wemeldinge en Ka- pelle, verschrompeld en scheef, verzonken in dommelenden onwil tot nieuwe schep pingen, nooden tot beschouwingen over leven en dood. Het conflict tusschen het gaande en komende ontbrandt ook hier. Ik bemin deze oude wereld al evenzeer als dat wat komen gaat, betreur in het onver mijdelijk verdwijnen de medestervende schoonheidzooals ik verlang naar de har monie in de nieuw groeiende cultuur. Er schijnt in ieder mensch die bloeiende en stervende wereld aanwezig te zijn. In fede- trok mij weer terug, en toen de deur dicht sloeg viel het spiegeltje, dat ik op het bovenraam had gelegd naar beneden, bo ven op haar hoofd. Toen was het heele- maal mis. Het duurde een heelen tijd voor ik er haar van kon overtuigen dat ze niet van achteren was aangevallen door een inbreker, en toen ze den spiegel fepot op den grond zag liggen maakte dat het ai niet veel beter. „Dat geeft een dooie", jammerde ze. „O, juffrouw, nu gaat er iemand dood!" „Ongetwijfeld", zei ik streng, „als jij je mond niet houdt, Liddy allen". En zoo bleven we tot den ochtend zit ten, hopend dat de kaars het zou uit houden tot het dag werd, en we bespra ken met welken trein we naar de stad terug zouden gaan. Als we maar bij dat besluit waren gebleven en teruggegaan waren voor het te laat was! Tenslotte ging de zon op en vajn mijn raam uit zag ik de boomen in de oprij laan langzaam zichtbaar worden, eerst grijs en toen groen. Aan dein anderen kant van het dal werd de Greenwood Club een witte vlek tegen een heuvel aan en een paar vroege roodborstje trip pelden rond in de dauw. Pas toen de melkboer en de zon kwamen, ongeveer om denzelfden tijd, durfde ik de deur naar de hal open te doen en rond te kijken. Alles was nog precies zooals wij het ge laten hadden. Hier en daar stonden kof fers, die nog naar den kofferzolder ge bracht moesten worden en door een raam van gebrand glas scheen het daglicht op gewekt rood en geel naar binnen. De melk- re samenleving woont oud en Jong h be stendige wisseling te samen; beiden zoe ken erkenning en behoud. Verderop vindt men de volgende impres sie van Veere Waar het sterven komt vindt de jeugd geen plaats. Aldus ligt in Veere de onder gang in opperste schoonheid. Wat nieuw is, blijft op veiÜgen afstand. Kan het frap panter dan juist in Veere? De watervlieg- fuigenfabriek ligt in haar nuchtere Jpod- senreeks naast den ouden toren en het raadhuis. De ijle metalen draden, gespan nen dunne velden van triplex, de glimmen de schitteringen der gedraaide assen, de gepolijste glijvlakken en sleden; het zijn de juichende kreten van het durvende nieu we leven. Het roept vergeefs naar den gammelen toren, naar de zwaar beproefde kerk- en raadhuismuren... het wil niet meer! De gemeenschap heeft echter schoone herinneringen aan de dagen van geloof en glorie, en al is de gevel van het raadhuis verzand, verbiaasd, verschrompeld en ver gaan, een steiger omgordt den ouden toren tot steun en restauratie. Het stervensuur van het oude wordt geheim gehouden, want hier en daar steunt een ijzeren, balk de nok van een dak dat doorzakt als de rug van een oude koe, de lampen zijn reeds gas geworden, de zeilende veerboot turbient ons naar de overzijde, en de vis- schersbooten hebben gasmotoren in hun bast geborgen. Ik h-oor de gescheurde klanken van de klok over Veere galmen, de heesche stem zegt nog te bevelen, maar de jeugd tuurt op het armbandhorloge en deelt de kwartieren van den grijsaard in minuten en seconden. Hij eindigt zijn beschouwing aldus: Zeeland heeft een schoone en grootsche natuur. De wjjsheid en kracht van vele eeuwen ligt in de vette klei verborgen en wie er loopt wordt mede doordrongen van haar vruchtbaarheid. Eens zal dit land we derom helpen de symbolen eener nieuwe cultuur te vormen, want haar bodem heeft de beloften van den arbeid in zich. Ik heb de rijpheid van haar velden ge proefd ik heb de paarden zien veulen, en de schapen zien lammeren; ik heb de Zeeuwsche wateren doorkliefd en den re genboog veelbelovend aan den hemel zien staan; ik heb op een killen voorjaarsdag de boomen gezien die aan een onbekende toekomst hun teeder bloesemende knoppen hadden toevertrouwd en zelfs beschaamd over deze overgave, gaf het mijn eigen kracht en hoop gelijkelijk nieuwe bloesems. Het land van Zeeland heeft in mij schoone droomen gewekt en hoewel ik wist dat in het betooverde Japan de kers en goudenregen in onovertreffen schoonheid bloeien,' waren voor mij de bloesemende boomgaarden in het Zeeuw sche landschap tuinen van pen tooverland. boer liep ergens beneden rond en de dag was begonnen. Ongeveer om half zeven kwam Tho mas Johnson de oprijlaan af en wij hoor den hem beneden rondscharrelen en luiken open zetten. Ik moest met Liddy meegaan naar haar kamer boven ze was er van overtuigd dat ze daar iets griezeligs zou vinden. En toen er niets bijzonders was, voelde ze zich zoo moedig in het dag licht, dat ze heusch een beetje teleurge steld was. En we gingen dien dag niet naar de stad terug. Toen we ontdekten dat er in den salon een klein schilderijtje van den muur ge vallen was, was Liddy er van overtuigd dat we ons noodeloos bezorgd hadden gemaakt, maar ik dacht er anders over. In aanmerking nemend dat ik zenuwach tig was, en dat kleine geluiden 's nachts altijd erger lijken, was het toch niet mo gelijk dat het schilderijtje die serie ge luiden had gemaakt, die ik gehoord had. Maar om helt te bewijzen, liet ik het nog eens vallen. Helt viel met een dof gekraak van de houtben lijst en was met een hopeloos beschadigd. Ik suste mijn geweten met de gedachte dat de Arm strongs zelf veralntwoordelijk waren, en niet ik. als ze hun schilderijen op minder veilige wijze ophingen en een huis had den waar het spookte. Ik waarschuwde Liddy dat ze tegen niemand mocht zeggen wat er gebeurd was en telefoneerde naar de stad om dienstboden. En na het ontbijt, dat het goede hart van Thomas meer eer aan- Een goed gesalarieerde teekenares. De Amerikaansche mode-teekenares Doris Reir, die van een der groote New- Yorksche modehuizen een jaarlijksch sa laris van maareventjes f250.000ontvangt. Zij vertoefde onlangs ook in ons land, tijdens een reisje naar Europa om nieu we mode-ideeën te vergaren. Zeelandia. In een Vrijdag in de Oranje-Sociëteit te Den Haag gehouden huishoudelijke ver gadering van de Vereeniging Zeelandia, heeft de voorzitter, de heer Vogel, hulde gebracht aan het zangkoor der vereeni ging, hetwelk onder leiding van zijn direc teur, den heer J. Swenne, een tweeden prijs in de 4e afdeeling behaalde op den zaegerswedstrijd te Wassenaar op 2©n Pinksterdag. Gezongen werd het Zeeuwsch Vlaggelied, muziek van den heer C. A. Swenne, woorden van den heer J. Sinke. Tevens werd door de leden der vereeni ging aan den heer Ritter, penningmeester, als bewijs van waardeering voor de toe wijding steeds door hem aan Zeelandia bewezen, een bureau-ministre aangeboden. Met een toespraak werd het geschenk door den heer Ritter aanvaard. Herbenoemd. Herbenoemd tot burgemeester van Noordwelle en Serooskèrke (S.), J. Schooff; van Biggekerke L. Simonse; van Koewacht H. F. J. M. Dicrick; van Dreischor E. H. P. van Nahuijs. Het huis „De Beyster". Men schrijft ons: Aan den straatweg van Wolfaartsdijk naar het veer, ten deele verscholen achter hoo(g geboomte, lag tot vóór eenige weken een der fraaiste oude boerenhuizen, die op Zuid-Beveland te vinden zjjn, n.l. het huis „De Beyster". Daar de kosten van het onderhoud nogal opliepen en fiet. uit wendig zoo belangrijke gebouw door zijn achterwaarts gelegen ligging aan de be woners niet meer voldeed, is thans het deed dan zijn verstand, ging ik op onder zoek uit. Het lawaai was uit den ooste lijken vleugel gekomen en niet zonder angst begon ik daar. In het eerst vond ik niets. Sedert dien heb ik mijn opmer kingsgave geoefend, maar toen ter tiijd was zoo iets nog nieuw voor me. In het speelzaaltje zag alles er normaal uit. Ik zocht naar voetafdrukken, wat geloof ik iets is dat altijd gebeurt, hoewel naar mijn ondervinding voetsporen en vinger afdrukken in boeken nuttiger zijn dan in werkelijkheid. Maar op de trap van dien vleugel vond ik niets. Bovenaan de trap was een groote mand neergezet, vol linnengoed dat uit de stad gestuurd was. Het stond op den rand van de bovenste tree en versperde bijna den weg en op de tree daar onder zag ik een lange kras. Op nog drie andere treden was een kras zichtbaar, maar telkens iets minder, alsof er een of ander voorwerp afgerold was. Toen vier 'treden niets en eindelijk op de vijfde een ronde deuk in het harde hout. Dat was alles en het leek niet erg veel bijzonders, behalve dat ik er vaji overtuigd was, dat die krassen er den vorigen dag niet geweest waren. Het ldopte met mijn iheorie over het lawaai, dat het was of er een metalen voorwerp de trap was afgerold. Die vier treden waren overgeslagen en het leek mij dat bijvoorbeeld een ijzeren staaf zoo zou vallen twee of drie treden raken met het eene eind, dan omdraaien, een paar treden overspringen en met een slag neerkomen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1