GOESCHE COURANT BIJVOEGSEL EB EN VLOED. VAN DE VAN VRIJDAG 16 APRIL 1926. Rijk als Amerika. Men behoeft werkelijk niet meer naar het strand te wandelen, om de beweging van eb en vloed te kunnen zien. Overall om ons been, in alle uitingen van het leven zien wij de eeuwige golfbeweging. Vooral ook in bet economisch leven. Heeft Engeland een kleine eeuw ge leden den tijd gekend van zijn „industrial leadership" en n na 1870 Duitsohland een dominoerende positie giai i .nemen in het i.ndustrieele productie-proces, thans is het Amerika, dat de toon aangeeft op de wereldmarkt en dat door, vrijwel alle andere naties, die tobben nut werkloos heid, gebrek aan afzet e.d. met min of meer afgunstige oogen wordt aangezien. In zeker opzicht is het tragisch, dat het vooral het macht.ge Bri'.sche rijk is, waaraan Amerika op economisch gebie 1 zoo reusachtig veel te danken heeft, dat, terwijl in de Vereenigde Staten „vloed' is i,n het bedrijfsleven, zelf een periode van laagconjunctuur heeft door te maken, die verstrekkende g wolgen zal hebben. Ook voor ons, Nederlanders, is kennis van deze buitenlandscbe toestanden van belang, want ook wij sukkelen aan dezelfde kwaal als onze Engelsche buren. De diagnose kan, zoowel voor Enge land als voor ons land, luiden: Op de wereldmarkt niet „konkurrenz- fahig." Als gevolg van te hooge prijzen. Wat hiervan de oorzaken zijn? De voorzitter van de federatie Van Britsche fabrikan ten vei eenlingen, de heer Willey heeft aan deze oorzaken een be schouwing gewijd, di.e veel stof heeft opgejaagd in de Engeische pers. De Londcnscbe medewerker van 'het „Handelsblad" vermeldt het een en an der hieromtrent en daar wij van oordeel zijn, dat veel ervan ook van toepassing i.s op Nederlandsche toestanden en verhou dingen, veroorloven wij ons een kort citaat. De schrijver wijst op de enorme rijk dommen in het land van den dollar, waar duizenden en duizenden „gewone" mil lionaire zijn en waar de arbeiders niet zelden met bun eigen auto's naar de werk plaats kunnen gaan en veelal een goed burgermans inkomen hebben. De oorzaak hiervan is echter vooral de intense productiviteit per man. Zulks niet omdat bij langer uren werkt, doch omdat hij van zijn arbeid beter profijt weet te trekken. In Amerika is het vakwezen niet sterker, doch wel zwakker dan in Enge land. Wat ook de theorie moge zijn, iji de practijk is juist die al te sterke vak organisatie geen voordeel gebleken voor cjen Engelschen arbeider. Zij heeft hem gelegd, en met hem het bedrijf, aan tal van 'hinderlijke banden en belemmerende regelingen, welke uitgaan van de dwaal leer, dat hoe minder men werkt, des te meer werk er voor de kameraads over blijft. Met band en tand verzet de vakbewe ging zicb in Engeland daarom tegen de invoering van arbeiidbesparende machine rie. Zij organiseert er werkstakingen te gen, of op zijn best beperkt zij het gebruik daarvan met alle macht. In Amerika daar entegen maakt over het algemeen de arbei der met alle macht gebruik van de nieuw ste vindingen, met het gevolg, dat naar kolonel Willey's berekening in 10 jaar tijds er gemiddeld 23 pet. minder arbeiders noodig zijn geworden per productie-een heid, met het gevolg, dat deze productie- eenheid goedkooper is geworden, en met het gevolg, dat er meer vraag naar is ont staan, grooter omzet in is ontstaan, beter aan is verdiend geworden, beide door ar beiders en patroons. In dat verband vragen de Engeische liberalen zich met verbazing af, waarom toch de doctrinaire Labourleiders al maar voortgaan delegatie op delegatie uit te zenden ter bestudeering der toestanden in Rusland, waar alle revolutionaire leer en en phrase ten spijt de arbeider in ellende leeft. Noch geniet hij er de hoog geloofde vrijheid. Zelfs het beroemde stakings recht ontbeert hij er! Al dadelijk toch bij het eerste optreden van het nieuwe re giem is zulks gebleken, toen de onge lukkige werklieden der Poetilof-fabriek tot staking wenschten over te gaan, doch met de mitrailleuses naar het werk wer den teruggedreven, nadat tachtig hunner de ongedweeheid met den dood hadden moeten bekoopen. „Indien onze revolutie een socialistische revolutie is geweest", heeft de bolsjewiek Tomski zeer logisch gevraagd, „boe kan er dan sprake blij ven van stakingskassen, van werkstakin gen, van al de andere wapenen en weer middelen uit den klassenstrijd?" Waarom vraagt de „Daily Chronicle" niet veeleer arbeiders-delegaties en pa troonsdelegaties desgelijks, uitgezonden ter bestudeering der toestanden in Amerika, waar zoo de arbeider als de arbeid in goeden doen is „Ginds stelt men zich op het stand punt, dat hooge loonem en hooge winst samengaan, en dat loonsverlaging een ramp is voor den patroon als voor dein arbeider", schrijft Alfred Spender in de „Westminster Gazet'e". Hie." wanen velen, dat boog loon het bedrijf u'tput. Ginds overkg' de vakvereniging ine! den patroon, welke de beste wijze is om het uiterste uit een nieuwe machine te halen. Hier veroorzaakt het invoeren van nieuwe machinerieën soms een s'.ali-g cn zeer dikwijls een angstvallige overeen komst, welker doel is de productiviteit der machine tot een minimum te beperken". Het spreekt vanzelf, dat deze beschou wingen betrekking hebben op Engeland, maar zij, die kennis nemen van hetgeen er leeft in breede arbeiderskringen weten, dat ook hier to lande nog dwaalbegrippen beslaan omtrent economische vraagstuk ken, die onze industrieelc ontwikkeling groote schade doen. En dit moet veranderen, zal ook in ons land nog eens de vloedgolf der welvaart ons omspoelen. Rijk als Amerika zal ons land wel nooit worden, dat hoeft ook niet, maar dat cfe productiviteit van onzen arbeid belangrijk kan worden opgevoerd, waar door de algemeene welvaart zal toenemen, betwijfelen wij geen oogenblik. MORILISATIEKRUIS WEE. Zeven meisjes, kort voor schooltijd, overmoedig, jong en frank, zaten, hoog huin mondjes roerend, op de Jubileumbank. Alle zeven ('t was te hooren) hadden blij bericht van thuis; alle zeven meisjesvaders kregen 't mob'lisatiekruis. Leuke, blonde Lenteland je s meldden juichend Pappa's eer; kinderlij k-naïeve hoogmoed tri 1de door de atmosfeer. Vijf-en-twintig pa.sjes verder staat een zwartje, rood behuild, dat met smeekend-droeve oogjes naar de zeven meisjes pruilt. „Waarom huil je, kleine zwartkop?" is de vriendelijke vraag. „Ben je soms gevallen, Zusje", „krijg je 'n slecht rapport vandaag?*" „M-Meneer, ik-ik-ik wou mè" „datte scboole gauw begon." Kinderleed, dat diep mysterie baart opnieuw een tranenbron, „M-M'n vader is zo doóve" „dirrom bluuften a l tied tuus" „en noe mak nie op de banke" „wapt me vader krieg gin kruus. J. DE WIT. STADS-NIEUWS. De sjaehthuis-kwestiie. Zooals medegedeeld, hadden we dezer dagen een onderhoud met de heeren Van Baak en Rothuizen, die in opdracht van B. en W. de slachthuis-kwestie hebben bestudeerd en een rapport daarvan hebben samengesteld. Uit hetgeen deze heeren ons mededeelden willen we het navolgende aanstippen. Juli 1927 moeten de slachterijen cn de winkels waar vleesch verkocht wordt, vol doen aan de eischen .vervat in het Koninklijk besluit, betrekking hebbend op de vleesch- keuringswet. Toetst men de verschillende slachtplaatsen hier ter stede aan bedoelde eischen, dan blijkt dat nagenoeg geen enkele voldoet. Een paar slachte rijen zouden zonder te hooge kosten in orde gebracht kunnen worden, de meeste evenwel niet. Dit doet de vraag ontstaan of het niet eenvoudiger zou zijn van gemeentewege een slachtplaats in te laten richten. De vraag kan bevestigend worden beant woord. Een gemeentelijk abattoir zal zon der luxieus te zijn, zoodanig kunnen worden ingericht, dat het ook na verloop van jaren aan de eischen der hygiëne zal blijven voldoen. Het gevaar bestaat, dat hetzélfde met de door de slagers omge bouwde slachterijen niet het geval zal zijin. De laatsten toch zullen mieer dan de gemeente naar goedkoopte streven, de ma terialen die aangewend worden zullen minder solide zijn. tengevolge waarvan na eenigen tijd de particuliere slachtplaat sen weer in desolaten toestand komen. Een tweede voordeel der centrale slacht plaats is de bevordering der hygiëne. Omwonenden van slachterijen klagen te recht meermalen over den overlast, die zij ondervinden, vooral in den zomer. O.a. laat de afvoer van afvalstoffen veel te wenschen over. Dit is zoo eenvou dig niet, want bloed mag niet in de rio- leering wegloopen. Bij een abattoir is op alles een geregelde controle ut te oefe nen. Daar is reinheid bij de verschillende behandelingen; de wanden, de vloeren en werktuigen worden geregeld gereinigd en er is permanent toezicht bij de slachting, terwijl er nu slechts even controle is bij de keuring van levend en geslacht. Er is een geregelde afvoer van afvalstoffen, bloed, mest enz., zoodat de omgeving niet meer verontreinigd wordt. Bij het slachthuis, dat ontworpen is, heeft men tevens aan een koelhuis ge dacht. Het vleesch komt daar in een om geving. die niet door vliegen kan worden verontreinigd en wordt nooit aan bederf onderhevig. De verleiding om, zooals thans wel gebeurt, vleeschwaren, die niet te best meer zijn in sterk gekruiden vorm te verkoopen, is daardoor weggenomen. Uit hygiënisch oogpunt is een gemeen telijk slachthuis niet alleen aan te be velen, doch zelfs zeer noodig, luidt het oordeel van den heer Van Baak, die uit hoofde van zijn functie volop gelegenheid heeft achter de schermen van het sla- gersbedrijf te kijken. Hoe staat het met den economischen kant van het abattoir-vraagstuk? Een slachtcentrale zal altijd in gebruik zijn, waardoor de kosten minder hoog kunnen zijn dan voor particuliere inrich tingen. De meening heeft zich bij de slagers gevestigd, dat de, bouw van een gemeentelijk abattoir een prijsverhooging van het vleesch tengevolge zal hebben. De practijk heeft echter geleerd, dat dit niet het geval is. In het begin loopen de prijzen van het vleesch iets op, doch na eenigen tijd keert de oude noteering terug. Van slagerszijde wordt aangevoerd, dat het vleesch 10 of 15 cent per K.G. zal oploopen, die heer Van Baak rekende ons echter voor, dat in den beginne deze bedragen theoretisch hoogstens 21/2 cent kunnen zijn. Practisch nog niet eens. Prijs verhooging zou ontstaan als de slagers zelve hun inrichtingen tin overeen stemming met de eischen der wet zouden brengen. Verschillende kleine slagers zou den hiertoe niet bij machte zijn, de groo teren alleen zouden blijven bestaan en concurrentie, het beste tegenwicht van prijsopdrijving zou verdwijnen. Een abat toir zal bovendien het grossieren, d.i. het verhandelen door slagers van een groot gedeelte van een beest, in de hand wer ken, hetgeen aan de vleeschprijzen in het belang der clientèle ten goede komt. Ook in economisch opzicht heeft de burgerij dus belang bij een gemeentelijk slachthuis. De heeren Rothuizen en Van Baak hebben ons de teekeningem en beschrijvin gen van het ontworpen abattoir voorge legd en wij kregen de overtuiging dat er iets zeer goeds tot stand kan worden ge bracht. Wij widlem nu nog niet op de on derdeden van het plan ingaan, daar de raad alles nog zal moeten goedkeuren, alvorens het verwezenlijkt kan worden. Men heeft an het ontwerp gestreefd naar soliditeit, doelmatigheid, hygiëne en naar eenvoud. Foutief is de veronderstelling van en kele slagers, dat de slachtplaats een imi tatie zou willen zijn van de ware vleesch- paleizen in de groote steden. Ook doet men verkeerd in den opzet van dit alles een streven van ambtenarij en groot-doe- nerij te zien. Goes vergalloppeert zich door het verlangen naar een gemeentelijk abattoir absoluut niet. Het beste bewijs da|arvan is, dat verschillende piaatsen van nagenoeg dezelfde grootte reeds een cen- traial slachthuis hdbben, o.a. Geldrop, Lochem, Baarn, Tiel, Valkenswaard, Weert, Monster. De Goesclhe slagers hebben bezwaren tegen de plannen. Eeh der argumenten luadt: „Wij houden het bedrijf liever aan huis." Wij kunnen dit begrijpen, doch ook alleen dit van de véle bezwaren be schouwen we als steekhoudend, al de an dere zijn denkbeeldig. Het slachthuis zal zichzelve geheel moeten en ook kunnen bedruipen. Een uitvoerige berekening en de practijk in an dere steden geven aan, dat dat inderdaad mogelijk zal zijn. Van het ontworpen plan bedragen de kosten per jaar f7665, die bestreden moeten worden uit slachthuis- loon uit keurloon (waaronder de con currentie van buiten voorkomen wordt) en uit noodslachtingen. In totaal .wordt gerekend op een inkomen van f8580 per jaar. Het behoeft geen betoog, dat de beide heeren, die de plannen en een uitvoerige studie van het vraagstuk maakten, ook rekening met de slagerspraktijk hielden. Van slagerszijde wil men laten voorkomen als zou dit niet het geval zijn. Als tot de conclusie is gekomen: Een gezamenlijk slachthuis is uit hygiënisch oogpunt noodzakelijk, het zal zichzelve geheel kunnen bedruipen, het zal de vleeschprijzen niet verhoogen, de slagers zullen niet op grootere kosten komen dan mag men aannemen, dat dit inderdaad ook zoo is. En het is nu wel heel' gemakkelijk van de slagers hier ter sbede om te zeggen„Dat wordt niets met een slachthuis, alles wordt veel- te duur", dit is< geen „bewijs", dat de commissie verkeerd zou zijn. De plannen tot den bouw van een cen traal slachthuis in de Zaagmolenstraat zullen den raad weldra bereiken. Wij achten de goedkeuring ervan een groot algemeen belang. „Vuiiverwijdering" en „Uitbreiding Goes?'. Waardeering in technischen k r i n g. Over de jaarvergadering van den bond van hoofden van gemeentediensten in Zee land, die Woensdag in het „Schuttershof" plaats vond, kan aan de vermelding i,n ons vorig nummer nog toegevoegd worden: Des middags waren enkele ge noodig- den op de vergadering aanwezig, o. w. burgemeester Hajenius, Ir. J. van Poel geest, directeur der waterleiding Zuid- Beveland en de heer Van Ballegoijen de Jonggemeen te - secretari s De voorzitter, de heer Oudehand ui.t Vlissingen, heette inzonderheid het ge meentebestuur en de pers hartelijk wel kom. Vervolgens hield de heer J.F.Ver meulen uit Middelburg, een interessante lezing fever „Vuiiverwijdering". Spr. gaf een kort overzicht van het reinigingswezen in vroegeren tijd en deed vervolgens uit voerige mededeeli,ngen uit de practijk der laatste jaren. Al het stadsvuil kan ni;et worden op geslagen. Zuilke hoopem vuil zijn on- aasthetiscli, vormen een lokaas voor rat ten en leveren een gevaar voor de ge zondheid op. In Middelburg nemen de volkstuinen een deel van die stoffen af. Ook is een deel gebruikt bij het dem pen van een gedeelte vest, voor ophoo ging van weiden, dempen van poelen. Voor ophooging van weiden kunnen na tuurlijk alleen rotbare stoffen worden gebruikt. Voor potten, pannen, emmers, teilen, lompen, fiesschea, oud ijzer, enz. worden wel koopers gevonden. De overige verzamelde vaste veegvuil- stoffen worden gedeeltelijk gebruikt voor oompost-aanmaak, die ook op Walcheren ingang heeft gevonden. Hiervan js een stijgende afname te comstateeren. Compost is een der voornaamste mest stoffen die er bestaan. De analyse heeft aangetoond, dat ze voor den landbouwer onmisbaar i.s. Ze is samengesteld uit huis- en straatveegvui), paardenmest, bloedafval, koemest, rioolbagger en beer. Zij bevat alle voor het land benoodigde stoffen. Vooral op de zware klei L ze onontbeerlijk. Ook in droge perioden is haar groote waarde gebleken, daar ze het vocht langen tijd vasthoudt. De beerstoffen hebben dus waarde bij de samenstelling van de compost. Spr. behandelde ook het vuiinislandbouw- stelsel, d.w.z. dat een landbouwbedrijf wordt vastgeknoopt aan den gemeente lijken reinigingsdienst. Men kaïn dan wat meststoffen kwijt ter bemesting van eigen land en men kan graan en mangels ver bouwen en hooi oogsten, welke producten weer noodig zijn voor het voederen der paarden. i Bij het ontginnen van gronden kan de stadscompost goede diensten bewijzen. Het verbranden van huisvuil en veeg- vuiil was vroeger voor een belangrijk deel het gevolg van de onverschilligheid van de landbouwers voor het gebruik van de natuurlijke, stedelijke meststoffen Ge durende de oorlogsjaren nam" de afname van compost toe. Door den nood gedwon gen, werden er zelfs hooge prijzen voor betaald. En ook na den oorlog bleef de land bouw compost afnemen, ook al, om de na doelen van eenzijdig gebruik van kunst meststoffen te ontgaan. Het Rijksiand- bourwproef station te Groningen noemde de stadscompost het heilmiddel tegen ont- giranihgszjekte, veroorzaakt door eenzijdige bemesting met kunstmest. Werd vóór dén oorlog in verschillende steden de toevlucht tot vuilverbranding genomen, na den oorlog werden de be wuste afvalstoffen weer ten nutte ge bracht. Bovendien i's de overlast van de vliegasch eh de verbrandingsgassen in sommige steden een ware overlast voor de bevolking. Ook ïs het slakkenvraag- stuk (slakken zijn de verbrande resten) nog niet opgelost. Maar vooral" zijn de kosten van verbranding (6 tot f 10 per ton verbrand vuil) enorm hoog. Onder deze omstandigheden kwam men er toe andere wegen in te slaan en wel de ontginning van onvruchtbare heidegronden tot welige landbouwakkers. Spr. wees op een interessante proefneming te Arnhem in 1923 en '24 met droge afvalstoffen, dus zonder toevoeging van faecaliën, waar uit blijkt, dat aardappelen, mangels en gras op hooggelegen zandgrond bij bemesting met belegen en versche droge afvalstof fen wel willen groeüen. Volgens spr. zou het vraagstuk van vuilverwijderihg dus zeer goed en economisch' kunnen worden opgelost. Voor groote steden als Rotterdam, Am sterdam, Den Haag. enz. is di't vraagstuk van nog meer belang, omdat daar de fae caliën ditect door de riolen worden weg gespoeld en compost dus niet gemaakt kan worden. Het huisvuil in zee werpen heeft ook bezwaren, want baj vloed wordt het op de kusten neergeworpen, om bij ebbe te blijven liggen. Als men nagaat, dat er in ons land nog 100.000 H.A. woeste gronden zijn, behalve moerasgronden, weel men wel, dat er nog gronden ter ontginning ge noeg zijn. Na een korte gedachten w.' sselihg wer den lantaarnplaatjes over de reinigings dienst te Middelburg vertoonddie de heer Vermeulen op geestige wijze toe lichtte. Vervolgens hield de heer F. G. C. Rothuizen, directeur van gemeentewerken alhier, een boeiende causerie over de uit breiding van Goes. Onlangs hebben wij uit een gesprek met den heer Rothuizen alle bijzonderheden over de uitbreiding vermeld, zoodat we, teneinde ni;et ia her haling te vervallen, daar thans- mijet op terugkomen. De heer Oudehand dankte de beide sprekers. Spr. liet zich zeer waardeerend uit over de uitbreiding van Goes, het werk van den heer Rothuizen, dat in technische kringen de aandacht heeft getrokken. Burgemeester Hajenius zei de, dat het gemeentebestuur den heer Rothuizen hoo- geiijk waardeert. Spr. dankte den voor zitter voor den interessanlen middag en sprak zijn beste wenschen voor den nut tigen bond uit. Visch-ajcten. Volgens de „Tel." is een wijziging van de Visscherijwet in voorbereid.ng, waarvan de bedoeling is, naast enkele kleine technische verbeteringen, eenige be perkende bepalingen ten aanzien van de hengelsport in het leven te roepen. Daar toe zouden de prijzen van de visch-acten verhoogd worden. Het ligt in de bedoe ling, den prijs van een visch-acte, gel dig voor de binnenwateren en rivieren, te bepalen op f7,50 per jaar en van een visch-acte voor de ri\ieren op f2,50. Verder zou een gewone hangel-acte wor den ingevoerd, waarvan de prijs f0,50 per jaar zou bedragen. Betere treinverbinding. De Verkeerscornmissie der Zeeuwsche handelsreizigersvereeniging is dezer da gen op bezoek geweest bij de directie der Ned. Spoorwegen, teneinde te verkrijgen op Maandag een sneltrein ver 1) i ndin g van Roosendaal naar Breda aansluitende op den alleen op dien dag rijdende sneltrein, die vertrekt van Vlissingen 5.46 u. v.m„ van Middelburg 5.56, van Goes 6.16 en van Vlake 6.28, aankomst te Roosendaal te 7.09. Met genoemde in te lasschen sneltrein kan te Breda aansluiting verkre gen worden op trein 183, die aldaar om /.38 vertrekt en kan men dan verschil lende plaatsen veel eerder bereiken, dan met den sneltrein, die iederëïTclag te 7.07 van Vlissingen vertrekt. Volgens de thans geldende win terdien stregeling kan men dan zijn te Tilburg 8.01; te Eindhoven 8.44 Venlo 10.13; Roermond 9.43; Maastricht 10.37; 's Hertogenbosch 8.45; Nijmegen 9.46; Arnhem 10.12; Zutphen 10.48; Almelo 12.56; Utrecht 10.04; Amersfoort 10.33; Zwolle 11.41; Leeuwarden 2.55 en Groningen 1.22. Ofschoon genoemde commissie direct geen definitieve toezegging kon krijgen was er bij diverse autoriteiten geen enkel motief dit verzoek niet toe te staan. Binnenkort hopen wij er dan ook nadere mededeelingen over te kunnen doen. Bovendien vernemen wij van de com missie, dat met de nieuwe dienstregeling welke 1 Mei a.s. ingaat, de trein no. li, die thans te 2.49 van Rotterdam D. P. vertrekt te 2.36 zal vertrekken en niet meer in Roosendaal boemeltrein zal wor den, doch te 4.06 van daar als sneltrein zal vertrekken en stoppende alleen aan de hoofdstations te 5.23 te Vlissingen zai aankomen. Bazar Wijkverpleging. De bazar ten bate van de Goesche Wijk verpleging is Woensdagavond gesloten. De voorzitter, Ds. P. J. Steinz, dankte allen die tot het welslagen hebben medegewerkt, en zonder daarbij iemand te kort te doen, speciaal de dames van het Bazar-co-' mité, de diverse leveranciers (bakkers), de drie muziekclubs, dje de ooren der bezoekers streelden, de pers die voor pu bliciteit zorgde, en degenen die belange loos tijd en materiaal beschikbaar stelden. De uitslag dier restanten- verloi ing kon nog niet bekend worden gemaakt, omdat eerst twee-vijfde van het aantal loten ge plaatst is. Trekking en loqalpiteiit zullen later bekend gemaakt worden. Het aantal boonen in de stopflesch be droeg 8722, welk getal door niemand ge raden was. Het didhtsbij kwam dhr. J. Holles telle, die daardoor eigenaar werd- van het fraaie schip. Het bleek dat de naam van de ver pleegster-pop Machteld, door niemand ge vonden was. Onder de „raders" zal nu de pop verloot worden. De Volendammer had niet minder dan 11 M. 79 c.M. touw in z'n zak. Na loting onder de dichtsbij- komenden werd dhr. Van Melle de geluk kige winnaar van den prijs (rollade). De gewone pop viel ten deel aan mej. P. de Laat. Doopsgezinde Gemeente. Zondag 18 April, des morgens te half elf, Ds. J. Koekebakker.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina bijlage 1