GOESCHE COURANT
BIJVOEGSEL
EB EN VLOED.
VAN DE
VAN VRIJDAG 16 APRIL 1926.
Rijk als Amerika.
Men behoeft werkelijk niet meer naar
het strand te wandelen, om de beweging
van eb en vloed te kunnen zien. Overall
om ons been, in alle uitingen van het
leven zien wij de eeuwige golfbeweging.
Vooral ook in bet economisch leven.
Heeft Engeland een kleine eeuw ge
leden den tijd gekend van zijn „industrial
leadership" en n na 1870 Duitsohland
een dominoerende positie giai i .nemen
in het i.ndustrieele productie-proces, thans
is het Amerika, dat de toon aangeeft op
de wereldmarkt en dat door, vrijwel alle
andere naties, die tobben nut werkloos
heid, gebrek aan afzet e.d. met min of
meer afgunstige oogen wordt aangezien.
In zeker opzicht is het tragisch, dat
het vooral het macht.ge Bri'.sche rijk is,
waaraan Amerika op economisch gebie 1
zoo reusachtig veel te danken heeft, dat,
terwijl in de Vereenigde Staten „vloed'
is i,n het bedrijfsleven, zelf een periode
van laagconjunctuur heeft door te maken,
die verstrekkende g wolgen zal hebben.
Ook voor ons, Nederlanders, is kennis
van deze buitenlandscbe toestanden van
belang, want ook wij sukkelen aan
dezelfde kwaal als onze Engelsche buren.
De diagnose kan, zoowel voor Enge
land als voor ons land, luiden:
Op de wereldmarkt niet „konkurrenz-
fahig." Als gevolg van te hooge prijzen.
Wat hiervan de oorzaken zijn?
De voorzitter van de federatie Van
Britsche fabrikan ten vei eenlingen, de heer
Willey heeft aan deze oorzaken een be
schouwing gewijd, di.e veel stof heeft
opgejaagd in de Engeische pers.
De Londcnscbe medewerker van 'het
„Handelsblad" vermeldt het een en an
der hieromtrent en daar wij van oordeel
zijn, dat veel ervan ook van toepassing i.s
op Nederlandsche toestanden en verhou
dingen, veroorloven wij ons een kort citaat.
De schrijver wijst op de enorme rijk
dommen in het land van den dollar, waar
duizenden en duizenden „gewone" mil
lionaire zijn en waar de arbeiders niet
zelden met bun eigen auto's naar de werk
plaats kunnen gaan en veelal een goed
burgermans inkomen hebben.
De oorzaak hiervan is echter vooral de
intense productiviteit per man. Zulks niet
omdat bij langer uren werkt, doch omdat
hij van zijn arbeid beter profijt weet te
trekken. In Amerika is het vakwezen niet
sterker, doch wel zwakker dan in Enge
land. Wat ook de theorie moge zijn, iji
de practijk is juist die al te sterke vak
organisatie geen voordeel gebleken voor
cjen Engelschen arbeider. Zij heeft hem
gelegd, en met hem het bedrijf, aan tal
van 'hinderlijke banden en belemmerende
regelingen, welke uitgaan van de dwaal
leer, dat hoe minder men werkt, des te
meer werk er voor de kameraads over
blijft.
Met band en tand verzet de vakbewe
ging zicb in Engeland daarom tegen de
invoering van arbeiidbesparende machine
rie. Zij organiseert er werkstakingen te
gen, of op zijn best beperkt zij het gebruik
daarvan met alle macht. In Amerika daar
entegen maakt over het algemeen de arbei
der met alle macht gebruik van de nieuw
ste vindingen, met het gevolg, dat naar
kolonel Willey's berekening in 10 jaar
tijds er gemiddeld 23 pet. minder arbeiders
noodig zijn geworden per productie-een
heid, met het gevolg, dat deze productie-
eenheid goedkooper is geworden, en met
het gevolg, dat er meer vraag naar is ont
staan, grooter omzet in is ontstaan, beter
aan is verdiend geworden, beide door ar
beiders en patroons.
In dat verband vragen de Engeische
liberalen zich met verbazing af, waarom
toch de doctrinaire Labourleiders al maar
voortgaan delegatie op delegatie uit te
zenden ter bestudeering der toestanden in
Rusland, waar alle revolutionaire leer en
en phrase ten spijt de arbeider in ellende
leeft. Noch geniet hij er de hoog geloofde
vrijheid. Zelfs het beroemde stakings
recht ontbeert hij er! Al dadelijk toch
bij het eerste optreden van het nieuwe re
giem is zulks gebleken, toen de onge
lukkige werklieden der Poetilof-fabriek
tot staking wenschten over te gaan, doch
met de mitrailleuses naar het werk wer
den teruggedreven, nadat tachtig hunner
de ongedweeheid met den dood hadden
moeten bekoopen. „Indien onze revolutie
een socialistische revolutie is geweest",
heeft de bolsjewiek Tomski zeer logisch
gevraagd, „boe kan er dan sprake blij
ven van stakingskassen, van werkstakin
gen, van al de andere wapenen en weer
middelen uit den klassenstrijd?"
Waarom vraagt de „Daily Chronicle"
niet veeleer arbeiders-delegaties en pa
troonsdelegaties desgelijks, uitgezonden ter
bestudeering der toestanden in Amerika,
waar zoo de arbeider als de arbeid in
goeden doen is
„Ginds stelt men zich op het stand
punt, dat hooge loonem en hooge winst
samengaan, en dat loonsverlaging een
ramp is voor den patroon als voor dein
arbeider", schrijft Alfred Spender in de
„Westminster Gazet'e". Hie." wanen
velen, dat boog loon het bedrijf u'tput.
Ginds overkg' de vakvereniging ine! den
patroon, welke de beste wijze is om
het uiterste uit een nieuwe machine te
halen. Hier veroorzaakt het invoeren van
nieuwe machinerieën soms een s'.ali-g cn
zeer dikwijls een angstvallige overeen
komst, welker doel is de productiviteit der
machine tot een minimum te beperken".
Het spreekt vanzelf, dat deze beschou
wingen betrekking hebben op Engeland,
maar zij, die kennis nemen van hetgeen
er leeft in breede arbeiderskringen weten,
dat ook hier to lande nog dwaalbegrippen
beslaan omtrent economische vraagstuk
ken, die onze industrieelc ontwikkeling
groote schade doen.
En dit moet veranderen, zal ook in ons
land nog eens de vloedgolf der welvaart
ons omspoelen.
Rijk als Amerika zal ons land wel
nooit worden, dat hoeft ook niet, maar
dat cfe productiviteit van onzen arbeid
belangrijk kan worden opgevoerd, waar
door de algemeene welvaart zal toenemen,
betwijfelen wij geen oogenblik.
MORILISATIEKRUIS WEE.
Zeven meisjes, kort voor schooltijd,
overmoedig, jong en frank,
zaten, hoog huin mondjes roerend,
op de Jubileumbank.
Alle zeven ('t was te hooren)
hadden blij bericht van thuis;
alle zeven meisjesvaders
kregen 't mob'lisatiekruis.
Leuke, blonde Lenteland je s
meldden juichend Pappa's eer;
kinderlij k-naïeve hoogmoed
tri 1de door de atmosfeer.
Vijf-en-twintig pa.sjes verder
staat een zwartje, rood behuild,
dat met smeekend-droeve oogjes
naar de zeven meisjes pruilt.
„Waarom huil je, kleine zwartkop?"
is de vriendelijke vraag.
„Ben je soms gevallen, Zusje",
„krijg je 'n slecht rapport vandaag?*"
„M-Meneer, ik-ik-ik wou mè"
„datte scboole gauw begon."
Kinderleed, dat diep mysterie
baart opnieuw een tranenbron,
„M-M'n vader is zo doóve"
„dirrom bluuften a l tied tuus"
„en noe mak nie op de banke"
„wapt me vader krieg gin kruus.
J. DE WIT.
STADS-NIEUWS.
De sjaehthuis-kwestiie.
Zooals medegedeeld, hadden we dezer
dagen een onderhoud met de heeren Van
Baak en Rothuizen, die in opdracht van
B. en W. de slachthuis-kwestie hebben
bestudeerd en een rapport daarvan hebben
samengesteld. Uit hetgeen deze heeren ons
mededeelden willen we het navolgende
aanstippen.
Juli 1927 moeten de slachterijen cn de
winkels waar vleesch verkocht wordt, vol
doen aan de eischen .vervat in het Koninklijk
besluit, betrekking hebbend op de vleesch-
keuringswet. Toetst men de verschillende
slachtplaatsen hier ter stede aan bedoelde
eischen, dan blijkt dat nagenoeg geen
enkele voldoet. Een paar slachte
rijen zouden zonder te hooge kosten in
orde gebracht kunnen worden, de meeste
evenwel niet.
Dit doet de vraag ontstaan of het niet
eenvoudiger zou zijn van gemeentewege
een slachtplaats in te laten richten. De
vraag kan bevestigend worden beant
woord. Een gemeentelijk abattoir zal zon
der luxieus te zijn, zoodanig kunnen
worden ingericht, dat het ook na verloop
van jaren aan de eischen der hygiëne zal
blijven voldoen. Het gevaar bestaat, dat
hetzélfde met de door de slagers omge
bouwde slachterijen niet het geval zal
zijin. De laatsten toch zullen mieer dan de
gemeente naar goedkoopte streven, de ma
terialen die aangewend worden zullen
minder solide zijn. tengevolge waarvan
na eenigen tijd de particuliere slachtplaat
sen weer in desolaten toestand komen.
Een tweede voordeel der centrale slacht
plaats is de bevordering der hygiëne.
Omwonenden van slachterijen klagen te
recht meermalen over den overlast, die
zij ondervinden, vooral in den zomer.
O.a. laat de afvoer van afvalstoffen
veel te wenschen over. Dit is zoo eenvou
dig niet, want bloed mag niet in de rio-
leering wegloopen. Bij een abattoir is op
alles een geregelde controle ut te oefe
nen. Daar is reinheid bij de verschillende
behandelingen; de wanden, de vloeren en
werktuigen worden geregeld gereinigd en
er is permanent toezicht bij de slachting,
terwijl er nu slechts even controle is bij
de keuring van levend en geslacht. Er is
een geregelde afvoer van afvalstoffen,
bloed, mest enz., zoodat de omgeving
niet meer verontreinigd wordt.
Bij het slachthuis, dat ontworpen is,
heeft men tevens aan een koelhuis ge
dacht. Het vleesch komt daar in een om
geving. die niet door vliegen kan worden
verontreinigd en wordt nooit aan bederf
onderhevig. De verleiding om, zooals thans
wel gebeurt, vleeschwaren, die niet te
best meer zijn in sterk gekruiden vorm te
verkoopen, is daardoor weggenomen.
Uit hygiënisch oogpunt is een gemeen
telijk slachthuis niet alleen aan te be
velen, doch zelfs zeer noodig, luidt het
oordeel van den heer Van Baak, die uit
hoofde van zijn functie volop gelegenheid
heeft achter de schermen van het sla-
gersbedrijf te kijken.
Hoe staat het met den economischen
kant van het abattoir-vraagstuk?
Een slachtcentrale zal altijd in gebruik
zijn, waardoor de kosten minder hoog
kunnen zijn dan voor particuliere inrich
tingen. De meening heeft zich bij de
slagers gevestigd, dat de, bouw van een
gemeentelijk abattoir een prijsverhooging
van het vleesch tengevolge zal hebben.
De practijk heeft echter geleerd, dat
dit niet het geval is. In het begin loopen
de prijzen van het vleesch iets op, doch
na eenigen tijd keert de oude noteering
terug. Van slagerszijde wordt aangevoerd,
dat het vleesch 10 of 15 cent per K.G.
zal oploopen, die heer Van Baak rekende
ons echter voor, dat in den beginne deze
bedragen theoretisch hoogstens 21/2 cent
kunnen zijn. Practisch nog niet eens. Prijs
verhooging zou ontstaan als de slagers
zelve hun inrichtingen tin overeen
stemming met de eischen der wet zouden
brengen. Verschillende kleine slagers zou
den hiertoe niet bij machte zijn, de groo
teren alleen zouden blijven bestaan en
concurrentie, het beste tegenwicht van
prijsopdrijving zou verdwijnen. Een abat
toir zal bovendien het grossieren, d.i. het
verhandelen door slagers van een groot
gedeelte van een beest, in de hand wer
ken, hetgeen aan de vleeschprijzen in het
belang der clientèle ten goede komt.
Ook in economisch opzicht heeft de
burgerij dus belang bij een gemeentelijk
slachthuis.
De heeren Rothuizen en Van Baak
hebben ons de teekeningem en beschrijvin
gen van het ontworpen abattoir voorge
legd en wij kregen de overtuiging dat er
iets zeer goeds tot stand kan worden ge
bracht. Wij widlem nu nog niet op de on
derdeden van het plan ingaan, daar de
raad alles nog zal moeten goedkeuren,
alvorens het verwezenlijkt kan worden.
Men heeft an het ontwerp gestreefd naar
soliditeit, doelmatigheid, hygiëne en naar
eenvoud.
Foutief is de veronderstelling van en
kele slagers, dat de slachtplaats een imi
tatie zou willen zijn van de ware vleesch-
paleizen in de groote steden. Ook doet
men verkeerd in den opzet van dit alles
een streven van ambtenarij en groot-doe-
nerij te zien. Goes vergalloppeert zich
door het verlangen naar een gemeentelijk
abattoir absoluut niet. Het beste bewijs
da|arvan is, dat verschillende piaatsen van
nagenoeg dezelfde grootte reeds een cen-
traial slachthuis hdbben, o.a. Geldrop,
Lochem, Baarn, Tiel, Valkenswaard,
Weert, Monster.
De Goesclhe slagers hebben bezwaren
tegen de plannen. Eeh der argumenten
luadt: „Wij houden het bedrijf liever aan
huis." Wij kunnen dit begrijpen, doch
ook alleen dit van de véle bezwaren be
schouwen we als steekhoudend, al de an
dere zijn denkbeeldig.
Het slachthuis zal zichzelve geheel
moeten en ook kunnen bedruipen. Een
uitvoerige berekening en de practijk in an
dere steden geven aan, dat dat inderdaad
mogelijk zal zijn. Van het ontworpen plan
bedragen de kosten per jaar f7665, die
bestreden moeten worden uit slachthuis-
loon uit keurloon (waaronder de con
currentie van buiten voorkomen wordt)
en uit noodslachtingen. In totaal .wordt
gerekend op een inkomen van f8580 per
jaar.
Het behoeft geen betoog, dat de beide
heeren, die de plannen en een uitvoerige
studie van het vraagstuk maakten, ook
rekening met de slagerspraktijk hielden.
Van slagerszijde wil men laten voorkomen
als zou dit niet het geval zijn.
Als tot de conclusie is gekomen: Een
gezamenlijk slachthuis is uit hygiënisch
oogpunt noodzakelijk, het zal zichzelve
geheel kunnen bedruipen, het zal de
vleeschprijzen niet verhoogen, de slagers
zullen niet op grootere kosten komen
dan mag men aannemen, dat dit inderdaad
ook zoo is.
En het is nu wel heel' gemakkelijk van
de slagers hier ter sbede om te zeggen„Dat
wordt niets met een slachthuis, alles wordt
veel- te duur", dit is< geen „bewijs", dat
de commissie verkeerd zou zijn.
De plannen tot den bouw van een cen
traal slachthuis in de Zaagmolenstraat
zullen den raad weldra bereiken.
Wij achten de goedkeuring ervan een
groot algemeen belang.
„Vuiiverwijdering" en
„Uitbreiding Goes?'.
Waardeering in technischen
k r i n g.
Over de jaarvergadering van den bond
van hoofden van gemeentediensten in Zee
land, die Woensdag in het „Schuttershof"
plaats vond, kan aan de vermelding i,n ons
vorig nummer nog toegevoegd worden:
Des middags waren enkele ge noodig-
den op de vergadering aanwezig, o. w.
burgemeester Hajenius, Ir. J. van Poel
geest, directeur der waterleiding Zuid-
Beveland en de heer Van Ballegoijen de
Jonggemeen te - secretari s
De voorzitter, de heer Oudehand ui.t
Vlissingen, heette inzonderheid het ge
meentebestuur en de pers hartelijk wel
kom. Vervolgens hield de heer J.F.Ver
meulen uit Middelburg, een interessante
lezing fever „Vuiiverwijdering". Spr. gaf
een kort overzicht van het reinigingswezen
in vroegeren tijd en deed vervolgens uit
voerige mededeeli,ngen uit de practijk der
laatste jaren.
Al het stadsvuil kan ni;et worden op
geslagen. Zuilke hoopem vuil zijn on-
aasthetiscli, vormen een lokaas voor rat
ten en leveren een gevaar voor de ge
zondheid op. In Middelburg nemen
de volkstuinen een deel van die stoffen
af. Ook is een deel gebruikt bij het dem
pen van een gedeelte vest, voor ophoo
ging van weiden, dempen van poelen.
Voor ophooging van weiden kunnen na
tuurlijk alleen rotbare stoffen worden
gebruikt. Voor potten, pannen, emmers,
teilen, lompen, fiesschea, oud ijzer, enz.
worden wel koopers gevonden.
De overige verzamelde vaste veegvuil-
stoffen worden gedeeltelijk gebruikt voor
oompost-aanmaak, die ook op Walcheren
ingang heeft gevonden. Hiervan js een
stijgende afname te comstateeren.
Compost is een der voornaamste mest
stoffen die er bestaan. De analyse heeft
aangetoond, dat ze voor den landbouwer
onmisbaar i.s. Ze is samengesteld uit
huis- en straatveegvui), paardenmest,
bloedafval, koemest, rioolbagger en beer.
Zij bevat alle voor het land benoodigde
stoffen. Vooral op de zware klei L ze
onontbeerlijk. Ook in droge perioden is
haar groote waarde gebleken, daar ze het
vocht langen tijd vasthoudt.
De beerstoffen hebben dus waarde bij
de samenstelling van de compost.
Spr. behandelde ook het vuiinislandbouw-
stelsel, d.w.z. dat een landbouwbedrijf
wordt vastgeknoopt aan den gemeente
lijken reinigingsdienst. Men kaïn dan wat
meststoffen kwijt ter bemesting van eigen
land en men kan graan en mangels ver
bouwen en hooi oogsten, welke producten
weer noodig zijn voor het voederen der
paarden. i
Bij het ontginnen van gronden kan de
stadscompost goede diensten bewijzen.
Het verbranden van huisvuil en veeg-
vuiil was vroeger voor een belangrijk deel
het gevolg van de onverschilligheid van
de landbouwers voor het gebruik van
de natuurlijke, stedelijke meststoffen Ge
durende de oorlogsjaren nam" de afname
van compost toe. Door den nood gedwon
gen, werden er zelfs hooge prijzen voor
betaald.
En ook na den oorlog bleef de land
bouw compost afnemen, ook al, om de na
doelen van eenzijdig gebruik van kunst
meststoffen te ontgaan. Het Rijksiand-
bourwproef station te Groningen noemde de
stadscompost het heilmiddel tegen ont-
giranihgszjekte, veroorzaakt door eenzijdige
bemesting met kunstmest.
Werd vóór dén oorlog in verschillende
steden de toevlucht tot vuilverbranding
genomen, na den oorlog werden de be
wuste afvalstoffen weer ten nutte ge
bracht. Bovendien i's de overlast van de
vliegasch eh de verbrandingsgassen in
sommige steden een ware overlast voor
de bevolking. Ook ïs het slakkenvraag-
stuk (slakken zijn de verbrande resten)
nog niet opgelost. Maar vooral" zijn de
kosten van verbranding (6 tot f 10 per
ton verbrand vuil) enorm hoog.
Onder deze omstandigheden kwam men
er toe andere wegen in te slaan en wel de
ontginning van onvruchtbare heidegronden
tot welige landbouwakkers. Spr. wees op
een interessante proefneming te Arnhem
in 1923 en '24 met droge afvalstoffen,
dus zonder toevoeging van faecaliën, waar
uit blijkt, dat aardappelen, mangels en gras
op hooggelegen zandgrond bij bemesting
met belegen en versche droge afvalstof
fen wel willen groeüen. Volgens spr. zou
het vraagstuk van vuilverwijderihg dus
zeer goed en economisch' kunnen worden
opgelost.
Voor groote steden als Rotterdam, Am
sterdam, Den Haag. enz. is di't vraagstuk
van nog meer belang, omdat daar de fae
caliën ditect door de riolen worden weg
gespoeld en compost dus niet gemaakt kan
worden. Het huisvuil in zee werpen heeft
ook bezwaren, want baj vloed wordt het
op de kusten neergeworpen, om bij ebbe
te blijven liggen.
Als men nagaat, dat er in ons land
nog 100.000 H.A. woeste gronden zijn,
behalve moerasgronden, weel men wel,
dat er nog gronden ter ontginning ge
noeg zijn.
Na een korte gedachten w.' sselihg wer
den lantaarnplaatjes over de reinigings
dienst te Middelburg vertoonddie de
heer Vermeulen op geestige wijze toe
lichtte.
Vervolgens hield de heer F. G. C.
Rothuizen, directeur van gemeentewerken
alhier, een boeiende causerie over de uit
breiding van Goes. Onlangs hebben wij
uit een gesprek met den heer Rothuizen
alle bijzonderheden over de uitbreiding
vermeld, zoodat we, teneinde ni;et ia her
haling te vervallen, daar thans- mijet op
terugkomen.
De heer Oudehand dankte de beide
sprekers. Spr. liet zich zeer waardeerend
uit over de uitbreiding van Goes, het werk
van den heer Rothuizen, dat in technische
kringen de aandacht heeft getrokken.
Burgemeester Hajenius zei de, dat het
gemeentebestuur den heer Rothuizen hoo-
geiijk waardeert. Spr. dankte den voor
zitter voor den interessanlen middag en
sprak zijn beste wenschen voor den nut
tigen bond uit.
Visch-ajcten.
Volgens de „Tel." is een wijziging
van de Visscherijwet in voorbereid.ng,
waarvan de bedoeling is, naast enkele
kleine technische verbeteringen, eenige be
perkende bepalingen ten aanzien van de
hengelsport in het leven te roepen. Daar
toe zouden de prijzen van de visch-acten
verhoogd worden. Het ligt in de bedoe
ling, den prijs van een visch-acte, gel
dig voor de binnenwateren en rivieren,
te bepalen op f7,50 per jaar en van een
visch-acte voor de ri\ieren op f2,50.
Verder zou een gewone hangel-acte wor
den ingevoerd, waarvan de prijs f0,50
per jaar zou bedragen.
Betere treinverbinding.
De Verkeerscornmissie der Zeeuwsche
handelsreizigersvereeniging is dezer da
gen op bezoek geweest bij de directie der
Ned. Spoorwegen, teneinde te verkrijgen
op Maandag een sneltrein ver 1) i ndin g van
Roosendaal naar Breda aansluitende op
den alleen op dien dag rijdende sneltrein,
die vertrekt van Vlissingen 5.46 u. v.m„
van Middelburg 5.56, van Goes 6.16 en
van Vlake 6.28, aankomst te Roosendaal
te 7.09. Met genoemde in te lasschen
sneltrein kan te Breda aansluiting verkre
gen worden op trein 183, die aldaar om
/.38 vertrekt en kan men dan verschil
lende plaatsen veel eerder bereiken, dan
met den sneltrein, die iederëïTclag te 7.07
van Vlissingen vertrekt. Volgens de thans
geldende win terdien stregeling kan men dan
zijn te Tilburg 8.01; te Eindhoven 8.44
Venlo 10.13; Roermond 9.43; Maastricht
10.37; 's Hertogenbosch 8.45; Nijmegen
9.46; Arnhem 10.12; Zutphen 10.48;
Almelo 12.56; Utrecht 10.04; Amersfoort
10.33; Zwolle 11.41; Leeuwarden 2.55
en Groningen 1.22.
Ofschoon genoemde commissie direct
geen definitieve toezegging kon krijgen
was er bij diverse autoriteiten geen enkel
motief dit verzoek niet toe te staan.
Binnenkort hopen wij er dan ook nadere
mededeelingen over te kunnen doen.
Bovendien vernemen wij van de com
missie, dat met de nieuwe dienstregeling
welke 1 Mei a.s. ingaat, de trein no. li,
die thans te 2.49 van Rotterdam D. P.
vertrekt te 2.36 zal vertrekken en niet
meer in Roosendaal boemeltrein zal wor
den, doch te 4.06 van daar als sneltrein
zal vertrekken en stoppende alleen aan de
hoofdstations te 5.23 te Vlissingen zai
aankomen.
Bazar Wijkverpleging.
De bazar ten bate van de Goesche Wijk
verpleging is Woensdagavond gesloten. De
voorzitter, Ds. P. J. Steinz, dankte allen
die tot het welslagen hebben medegewerkt,
en zonder daarbij iemand te kort te doen,
speciaal de dames van het Bazar-co-'
mité, de diverse leveranciers (bakkers),
de drie muziekclubs, dje de ooren der
bezoekers streelden, de pers die voor pu
bliciteit zorgde, en degenen die belange
loos tijd en materiaal beschikbaar stelden.
De uitslag dier restanten- verloi ing kon
nog niet bekend worden gemaakt, omdat
eerst twee-vijfde van het aantal loten ge
plaatst is. Trekking en loqalpiteiit zullen
later bekend gemaakt worden.
Het aantal boonen in de stopflesch be
droeg 8722, welk getal door niemand ge
raden was. Het didhtsbij kwam dhr. J.
Holles telle, die daardoor eigenaar werd-
van het fraaie schip.
Het bleek dat de naam van de ver
pleegster-pop Machteld, door niemand ge
vonden was. Onder de „raders" zal nu de
pop verloot worden. De Volendammer
had niet minder dan 11 M. 79 c.M. touw
in z'n zak. Na loting onder de dichtsbij-
komenden werd dhr. Van Melle de geluk
kige winnaar van den prijs (rollade).
De gewone pop viel ten deel aan mej.
P. de Laat.
Doopsgezinde Gemeente.
Zondag 18 April, des morgens te half
elf, Ds. J. Koekebakker.