N°. 29. Maandag 8 Maart 1926 £13" Jaargang. ii FEUILLETON DE VROUW ZONDER HART ROELOF WlEBENGA Gp Ka.DE 24 GcEs lhl.154 HET BESTE ADRES GOESCHE ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag- Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Vrijdagavond. COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf HET VERDRAG MET BELGIE. II. De Schelde. Wat de Schelde betreft, was de leiden de igedadhte, die bij de in 1839 getroffen regeling heeft voorgezeten, dat aan de vaart van Antwerpen naar zee geen on- noodige hindernis mocht worden in den weg gelegd. Wij zorgen dan ook naar onze beste weten voor een behoorlijke betonning en bebakenirag van de vaargeu len, voorzoover zij op ons grondgebied liggen. Dit is niet zoo gemakkelijk als hel lijkt; in de We ster schelde met haar ge weldige oppervlakten overstroomde ver dronken landen, bevinden zich betrekke lijk smalle kronkelende vaargeulen; door de ge tij-beweging en stormvloeden worden millioenen kubieke meters zand verplaatst, met het gevolg, dat ook de vaargeulen zich verleggen. Nimmer sedert 1839 is aan Bel gië geweigerd om ten behoeve van den scheepvaartweg van Antwerpen naar zee de baggerwerken ie verrichten, die onze naburen wenschelijk achtten. Op hun eigen kosten: die vaargeulen strekken ten be hoeve van Antwerpen, niet van onze havens. Het nieuwe verdrag gaat echter verder wij zullen de onderhoudswerken zelf uit voeren en die betalen op den koop toe. Nederland zal zich dus verantwoordelijk stellen voor het in goeden staat houden van een uiterst onbetrouwbaar vaarwater, dat al zeer weinig geschikt is om den toegangsweg te vormen tot een haven van den rang van Antwerpen. De groote Engelsche en Amerikaainsche wereldha vens zullen In de naaste toekomst vaar- diepten van 130 d.M. bieden; Antwerpen zal uiteraard niet achter willen blijven. De Belgen zullen dus op onze Schelde een nauwlettend toezicht uitoefenen; wat hen betreft kan de baggermolen nooit ge noeg draaien, te meer waar de kosten voor hen toch geen rol spelen. Zelfs de voor het behoud van. de Zeeuwsche lan den van het grootste gewicht zijnde wa terstaatswerken, o.a. dienende om de dik wijls sterke diepe stroomen van onze dijken af te houden, ztilLen op last van België eenvoudig kunnen worden opge ruimd. Verzet Nederland zich tegen de eischen van België, dan wordt de schuld van het eerste het beste scheepsongeval dat plaats vindt, geschoven op het on willige Nederland. Aanvaarden wij alles of bjjna alles wat België van ons verhangt, dan zal het ons èn schatten geids kosten èn ons tot zondebok maken van de gri- ligheid der Zeeuwsche stroomen. Maar ook ten aanzien van andere be palingen inzake de Schelde geldt: België krijgt en Nederland geeft zonder er iets voor in de plaats te ontvangen. Onze Nederlandsche haven Terneuzen heeft de Belgische spoorwegen noodig voor haar ontwikkeling; toen in 1914 de gunst van de uitzonderingstarieven werd ingetrok ken, werd aan Terneuzen een zware slag toegebracht. Maar in het verdrag, waarin aan de Belgische havens een haast niet te overziene rij van economische voordee- len wordt toegezegd te onzen koste, was blijkbaar geen plaats om Terneuzen terug Oorspronkelijke Hollandsche detective roman door R. J. BRANDENBURG. „Ik was vlak bij de laan, toen ik een schot hoorde; ik sprong naar voren en zag een ruiter in vliegende vaart op mij afko men; hij schoot den hoek om en was ver dwenen; eenige honderden meters daar achter kwam een paard aanhollen met slingerende stijgbeugels. Ik ving het dier op en liep er mee de laan af in de rich ting van het kasteel. Zoo vond ik den baron". „Hoe zag de man er uit, die je gepas seerd is?" „Ik zou mij al heel erg moeten vergis sen, mijnheer als ik hem niet kende. Voor een paar dagen ben ik eens met mijn vrouw naar het groote Duitsche circus geweest, dat veertien dagen in Utrecht staat en daar zag ik dezen man optreden als Jockey des Doods en later als kunst- schutter. Ik zou er een eed op durven idoen, dat het dezelfde man was". „Dankje", zei Arthur. „Ann, wil jij nu oom en tante voorzichtig op de hoogte stellen van het gebeurde en den bosch wachter wilde ik verzoeken even naar het kasteel te gaan, om de politie op te bel len. Wij kunnen dan zoolang hier blijven te bezorgen wat het gedurende veertig ja ren heeft bezeten. Daarenboven vindt in het tractaat een nieuwe, eveneens geheel onredelijke bevoordeeüng van België plaats doordat het de bepaling bevat, dat de loodsgelden voor de reis vanuit volle zee tot Antwerpen en omgekeerd, niet meer mogen bedragen dan die, welke geheven worden voor de reis vanuit volle zee tot Rotterdam en omgekeerd. Maar deze loodsgelden mogen wel lager zijn! Ook deze bepaling teekent den geest, waarin het geheele verdrag is opgesteld. Is het wonder, dat het nieuwe verdrag het rechtsgevoel van het Nederlandsche volk niet bevredigt, maar beleedigt? BUITENLAND. OVERZICHT. Het Fransche staatsschip lek. Gestrand op belasting. De anti-belastingbetalers kunnen van heden af een nieuw motief in hun strijd- programma opnemen om aan te toonen, dat d© belastingen uit den booze zijn. Zij kunnen aan hun betoogen, die aan den haat jegens de fiscus, uiting geven een buitensporig voordeelig argument toevoe gen. Buitensporig voordeelig: want het zal niet nalaten de groote meerderheid der menschheid, die toch al geen zwak heeft voor alles wat naiar belasting zweemt tot nadenken te stemmen, haar met een wijsgeerige gebaar van duimen en wijsvimr gers aan gladde, gestoppelde en ombaardo kinnen te doen plukken en haar te ont lokken: „Je zegt daar zoo iets." De kansen van de anti-belasting-pro pagandisten stijgen van. heden af sprongs gewijze. Wat is n.l. het geval,? Terwijl heöl de wereld, tenminste dat gedeelte der we reld, dat men voor vol en beschaafd pleegt aan te zien, vol goede verwachtingen tuur de naar de uitkomsten van de Geneefsche vergadering, terwijl velerlei knappe staats lieden uit velerlei landen met zwaar be laden hoofden en dito koffers zich op maakten naar de Zwitsersche stad van vrede, werd in Frankrijk de belasting aan leiding tot een kabinetscrisis. Briand wil de in de Kamer de belasting op de be talingen er door halen en de Kamerleden verklaarden zich er tegen. Er zat toen van den Franschen premier en zijn mi nisters niet veel meer op dan ontslag te nemen. Het Fransche regeeringsschip is op de belasting aan stukken gevaren. Een ministercrisis we weten het bij ondervinding uit het eigen land mag in vele gevallen van niet zoo verstrek kende beteekenis zijn, de huidige Fran sche is het, door het moment waarop zij ontstond juist wel. Behalve de binnenland- sche gevolgen heeft zij konsekwenties voor het buitenland. Aan den vooravond van de zeer gewichtige gebeurtenis van van den Volkenbond te Genève ontstond hij t. o. hiervan psychologisch op een absoluut verkeerd tijdstip. Hij had oor zaak kunnen worden, dat de geheele po litieke arbeid, die de laatste maanden in en de boschwachter kan ons dan straks weer komen aflossen. De heeren blijven zeker hier?" Met zijn gewone zekerheid had Arthur de leiding van deze zaak in handen ge nomen en gaf zijn bevelen. Niemand waag de het hem tegen te spreken. Ik ging met den boschwachter, die Jansen bleek te heeten, naar huis en vond daar oom en tante geagiteerd in den tuin rondloopen. Terwijl Jansen doorliep, om zijn opdracht te vervullen, bracht ik met enkele woor den oom en tante van het gebeurde op de hoogte. Beiden verbleekten, maar toch, nu zij eenmaal wisten wat er was geschied, hervonden ze spoedig weer hun oude kalmte. „Ik had altijd wel gedacht, dat die jon gen op een gekke manier aan zijn eind zou komen", mompelde oom. „Je moest je schamen", antwoordde tante bestraffend. Zij dacht daarbij zeker aan haar zoon, wiens vriend baron Lu cius toch geweest was. Daar kwam Jansen terug. „Ik heb om den dokter getelefoneerd en den commis saris van politie in D. Zij zullen ailje twee terstond hier komen". De boschwachter ging de drie heeren aflossen en even later zaten wij allen in de bibliotheek. Er kwam thee en er werden cocktails gepresenteerd; maar de stemming was, zooals begrijpelijk is, zeer gedrukt en er werd bijna geen woord ge zegd. Na een half uurtje kwam de dokter en voor HEERENKLEEDfNG NAAR föAAT het belang van den vrede verricht werd, te niet was gedaan. Gelukkig is dit niet het geval. Tenminste zoover men de zaak thans reeds overzien kan. Briand besloot ondanks zijn val naar Genève te gaan om daar deel te nemen aan de besprekingen der staatslieden. De bijeenkomst van den Volkenbond zal hij echter, hoewel hij als demissioniiair mi nister, het recht ertoe heeft, niet bijwo nen. Een en ander kan niet nalaten invloed ten kwade uit te oefenen op het werk, dat in Genève te wachten ligt. In ieder geval zal het moreel© gezag van Frankrijk minder groot zijn, dan het ge weest had kunnen zijn. Zij, die Frankrijk zullen vertegenwoordigen zulllfen zich min den" kunnen doen gelden, zullen zich minder overtuigend weten als men voor den cri sis voornemens was. Zoowel voor het land zelve alls voor den raad van den Volkenbond is dit te be treuren. Verwacht wordt, dat thans alken Duiitschland in den Volkenbondsraad zal worden opgenomen, en dat de kwestie van toelating van overige staten verscho ven zal worden. Dit is slechts één van de gevolgen, die men thans reeds kan overzien. Dat het de eenige zal blijven is niet aan te nemen. Hoe de crisis opgelost zal worden weet men nog niet. Er zijn er, die Briand terug verlangen en de Kamer ontbonden wil len hebben en sommigen noemen Herriot als formateur en Briand als minister van buitenlandsche zaken. Dit alles moge voor later belang groot zijn, grooter voor de buitenwereld en dus primair zijn de con- sekwenties van deze lek varing van het Fransche staatsschip, voor de Volken bond s vergadering. Dat zij niet omvangrijk genoeg zullen blijken het werk van vrede te onderbreken en uit te stelkn mag men hopen. De belastingen behoeven niet méér op het geweten te nemen. Het is zoo al welletjes. Schadeloosstelling aan vorsten. Terwijl de overige landen zich moeten vergenoegen zoo nu en dan kwesties van schadeloosstelling aan maatschappijen en gewone stervelingen op te lossen kan Duitschland zich de luxe permitteeren er een schadeloos stellings- vraagstuk van vor stenhuizen op na te houden. De kwestie mag bekend verondersteld worden. Veel pleizier heeft Duitschland anders aan dit monopolie nog niet beleefd. Het hoogste gewin was herrie in de partijen, lange en saaie artikelen in de couranten en verve lende debatten in de rijksdagcommissies. Een en ander had tengevolge, dat het voor- werd door Arthur en oom' naar de plek des onheils gebracht; even later kwam de commissaris, een gezellige oude heer, met grijzen board. Charles, De Weerden en nu ook mr. Van den Drent, gingen met hem heen. Tante ging naar beneden om bevel te geven nog wat met het diner te wachten en ik bleef eenige oogenblik- ken alleen. Hoe wonderbaarlijk was het leven toch; hoe vol verrassingen. Den vorigen avond had ik tegen den vermoorde nog de be schuldiging uitgesproken, dat hij mijn snoer gestolen zou hebben. Thans voelde ik er veel voor om die beschuldiging maar weer in te trekken. Of had hij het wel gedaan en was hij daarom juist doodge schoten, omdat de aanvaller zich van den kostbaren buit meester wilde maken? Het was een raadselachtige historie. Daar kwam tante weer terug. „Hoe jammer, liefje, dat dit nu juist moest plaats grijpen, nu jullie hier zijn! Het bederft jullie vacantie heelemaai. „Welnee", antwoordde ik, niet zonder trots, „Arthur en ik zijn al zoon beetje aan dergelijke dingen gewoon. Misschien kan Arthur den dader van dezen moord wel opspeuren; hij is daar heel knap in". „Zouden wij dat maar niet aan de po litie overlaten, liefje?" „O, t is heel interessant en je hebt er zulk een voldoening van, wanneer je je hand op een misdadiger kunt leggen; het is net als een goed gelukte patience." Ik zag de heeren dien tuin in komen. stel een grondige herziening moest onder gaan. Deze is thans gereed en het gewij zigde voorstel zal Dinsdag aan de regee- ringspartijen voorgelegd worden en in de juridische rijksdagcommissie in behande ling komen. De regeer.ng neemt het centrumsvoor-1 slel van 4 beroeps- en 4 lee ken rechters over maar tot voorz. van de speciale recht bank zal de voorzitter van het rijksge- rechtshof dr. von Simons benoemd worden In het algemeen is de strekking van het ontwerp om behoorlijke schadeloosstel ling te geven of althans niet te weigeren maar den bewijslast om te draaien en op de vorsten te leggen. Door den verrekijker. „De Mattino" meldt, dat Mussolini hoogstwaarschijnlijk zelf aan de besprekin gen te Genève zal deelnemen. Koningin Elisabeth van België, ver gezeld van prins Leopold, is naar Enge land vertrokken. Beiden zullen er eenigen tijd in het strengste incognito doorbrengen. De koning heeft de koningin en den prins tot Dover vergezeld. Het blijkt dat er op het oogenblik acute aanleidingen zijn tot een conflict tusschen Turkije en Engeland, waarbij de Britsche gezant slechts ten deele met suc ces tusschen heiden trad. De Turken eischen dat het personeel der Ionische Bank voor 50 pet. Turksch zal zijn. Dit percentage werd weliswaar wat vermin derd, doch ide bedreiging blijft dat de bank wordt gesloten wanneer de eisch niet in gewilligd wordt. Dezer dagen deed zich nog een incident voor. Daar een Engelsche kostschool den toegang ontzegde aan een Turkschen lee- raar, die reeds tweemaal dronken ter col lege was gekomen, werd de school door de Turksche autoriteiten gesloten. De „Messagero" meldt uit Mes sina, dat door een orkaan de bouwvallige muren van het vroegere klooster van Santa Barbara zijn ingestort. De muren kwamen op twee barakken terecht, die verpletterd werden. Er zijn 4 dooden en 3 gewonden. Nabij Zeebrugge is gestrand de Let land sche schoener „Danna". Het schip was met hout van Paramaribo naar Mid delburg bestemd. De kapitein en drie ma trozen zijn verdronken. Het schip staat vol water en breekt reeds op. Te Rivage is een personentrein uit Marche in botsing gekomen met een ran- geerende locomotief. Drie personenrijtui gen ontspoorden. Er zijn vijf gewonden. Te Praag is in de afgeloopen week munitie-transport, bestaande uit 400 hand granaten ontploft. Het was alsof er plot seling een vreeselijke aardbeving plaats greep. Er viel een regen van glassplinters neer. Op straat liepen menschen met ge scheurde kleeren en bloedende gezichten. Eenige soldaten werden door de geweldige schok tegen de huizen geslingerd en er vlogen stukken van menschenldchamen tot aan de bovenste verdiepingen. Achter hun aan kwamen twee bedienden, die het lichaam van baron Lucius droe gen dat in een laken gewikkeld was. Ar thur vertelde mij later, dat het op zijn kamer op bed was gelegd. Nog dienzelf den avond werd het per Roode Kruis- auto naar het ziekenhuis in Utrecht over gebracht om te worden geschouwd. Tante liet den heeren vragen of zij niet het een of ander gebruiken wilden en een oogenblik later zaten wij met den dokter en den commissaris in de bibliotheek. Later nam de commissaris nog verschil lende verhoeren af en gaf hij telefonisch aan de politie te Utrecht last om den Jockey des Doods, die zijn naam ditmaal alle eer had aangedaan, te arresteeren als den vermoedelijkein dader. Daarna vertrokken de dokter ein de commissaris broederlijk samen op de fiets. Wij aten dien dag laat en terstond na tafel verontschuldigde tante zich wegens hoofdpijn. Arthur en ik gingen vroeg naar onze kamer; ik voelde mij afgemat door de tragische gebeurtenis, maar verlangde er tevens naar om met Arthur alleen te zijn en zijn lezing over het geval te hooren. Dus begon ik mij niet te ontkleeden, maar zette mij in een geoiakkelijken stoel neer en nam een afwachtende houding aan. Arthur liep met groote passen de ka mer op en neer, dan stond hij voor mij stil en keek mij glimlachend aan. „Nieuws gierig Aagje!" zei hij. ,Plaag me nu niet langer", riep ik ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Adverfcentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Volgens de jongste opgave zijn er 9 do-oden en 80 zwaargewonden. De male- rieele schade zou in millioenen loopen. De gebroeders Julius en Hcmry Barmat, bekend uit de geruchtmakende Duitsche Barmat-affaire zijn opnieuw in hechtenis genomen. Hun verdedigers heb ben tegen deze arrestatie geprotesteerd cn ook de geneesheeinen hebben bedenkingen tegen een nieuwe opsluiting geopperd. De bevoegde rechtbank zou heden haar houding ten opzichte van het protest der verdedigers bepalen. BINNENLAND. De staaf als koopman. Een aajnnemersgraf. In de „H. P." kenschetst Ir. C. P. Vijverberg de Zuiderzeewerken als een aannemersgraf. Hij schrijft o.a. „Door de directie der Zuiderzeewer ken werd onlangs medegedeeld, dat de in totaal aan den afsluitdijk door het Am- steldiep verwerkte hoeveelheid grond on geveer het dubbele bedraagt van den theo- retischen inhoud van het gemaakte dijks- profiel. Meer dan een millioen kubieke meter specie (keileeei, klei en zand) is derhalve verloren gegaan, hoofdzakelijk tengevolge van zTjdelingsche verschuiving en oppersing of door verzakking in den te slappen zeebodem. Verder wordt mede gedeeld dat de kosten van dien dijk, zon- zomder die van het door het rijk beschik baar gestelde steen en rijshout, rond l1/» millioen hebben bedragen. Dit cijfer is in zooverre onjuist, omdat het niet de werkelijke kosten van dien dijk aangeeft, maar slechts Let gedeelte dat het rijk daarvan betaalt. De werkelijke kosten heb ben ruim een half millioen meer bedragen, als gevolg van de verschuivingen, opper sing en verzakkingen, De vraag doet zich nu voor: waren die calamiteiten, en nog wel in de mate waarin zij zich hebben voorgedaan, te voorzien, of heeft de di rectie der Zuiderzeewerken daartegen tij dig gewaarschuwd? Die vraag dient ont kennend te worden beantwoord: de ver strekte resultaten der gemaakte grondbo ringen duidden geenszins op een slappen ondergrond. De gegadigden vertrouwden op de juistheid dier grondboringen en er bestond alle aanleiding daarop te vertrou wen, omdat de staf van technici en geo logen der Z.-zeewerken zich jarenlang met dat grondonderzoek heeft bezig ge houden". De heer V. schrijft vervolgens dat Waterstaat zelf eerst te laat heeft erva ren, dat hier verzakkingen te wachten waren. Indien inderdaad de gegevens in het bestek onjuist zijn gebleken, dan ge schiedt zonder twijfel de billijkheid, dat de staat de schade door de aannemers dientengevolge beloopen, op zich neemt. Dat de staat hiertoe niet bereid zou zijn, stelt de heer V. vooralsnog niet, maar wol geeft hij te verstaan, dat and-ere ervaringen tot emstigen twijfel op dit punt stemmen. Inderdaad is er in de crisis-periode uit; „ik brand van verlangen om er wat meer van te weten te komen. Wat heb je opgemerkt?" „Ik weet alleen, dat de commissaris op een dwaalspoor is en dat de Jockey de moord niet heeft bedreven". „Wat zeg je? vroeg ik verwonderd. „Tusschen het oogenblik, waarop het schot viel, en dat, waarop de boschwach ter den rand van het bosch bereikte, ver liepen slechts eenige seconden. De zand weg nu is ongeveer drie kilometer lang; hij loopt bijna over de geheele diepte der bezitting. In een paar seconden kon do man onmogelijk zijn paard omwerpen en den afstand afleggen van de plek, van waar hij met zekerheid van trefkans zijn schot kon lossen, tot vlak bij het ach terhek. Bovendien liep het paard van den ongelukkigen baron in dezelfde richting als dat van den Jockey. Als deze ge schoten had, zou het paard doorgeloopen zijn in de richting van het kasteel, waar heen Lucius zich begaf. Ten slotte heeft het schot het slachtoffer in 't voorhoofd getroffen, de kogel heeft aan de achter zijde het hoofd verlaten". „Bravo!" riep ik uit, in mijn handen klappende. „En dus? „Dus moet iemand, die uit de richting van het kasteel kwam, het schot gelost hebben. Hij moet dadelijk weer in het bosch zijn weggedoken, want de bosch wachter heeft hem niet gezien". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1