N\ 26 Maandag I Maart 1926 115® Jaargang DE VROUW ZONDEK HART 8 FEUILLETON ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE fi COURANT Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant i. SH j en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. G. W. VAN BARNEVELD f Zondag 28 Februari 1926 overleed, na een langdurig en smartelijk lijden, geduldig gedragen, onze Directeur, de heer G. W. van Barneveld, in den ouderdom van 51 jaar. De N.V. Goesclie Courant en Kleeuwens en Ross heeft hiermede een zwaar en droevig verlies geleden, een verlies dat uiterst moeilijk zal zjjn te herstellen. Met ingang van 1 Maart 1913 werd de heer v. Barneveld benoemd tot Directeur van de toenmalige N.V. Goesche Courant, als opvolger van den heer A. F. A. v. Seters. Op 8 Januari 1921 vond de samensmelting plaats van de twee N.V.'s de Goesche Courant en Kleeuwens en Ross en werd de heer v. Barneveld benoemd tot directeur van het gecombineerd bedrjjf, van courant en drukkerij. Een der meest kenmerkende eigenschappen van den overledene was zijn groote liefde, zijn onverflauwde belangstelling voor het bedrijf en voor de courant, met de algemeene leiding van welke hij was belast. Steeds was het zijn streven en zijn zorg het bedrijf, voor zoover dit moge lijk was te verbeteren en om de krant aantrekkelijk te maken voor de lezers. Voor „de zaak" was hem niets te veel, daarvoor stond hij immer klaar, daarvoor was hjj altijd te spreken. Ook nog op zijn ziekbed. Zijn bijdragen in de Goesche Courant hebben steeds uitgemunt door hel derheid, een vlotten sty 1 en een geestigheid, die even kon toucheeren, zonder echter te wonden. Onpartijdigheid en rechtvaardigheid, twee op den voorgrond tredende trekken van zijn karakter, kon men ook in deze bijdragen terug vinden. Hij acbreef zooals hij waseerlijk en ronduit en met een opmerkelijk inzicht in en kennis van vaak Z9er uiteenloopende zaken. Van huis uit geen journalist, bezat hij ongetwijfeld vele aangeboren eigen schappen, die een goed journalist kenmerken. En werd de courant aangevallen, dan stond hij op de bres als een moedig ridder, hooghoudend zijn banier en dan konden zijn woorden soms fel zija en dreunend als zwaardslagen op het schild van den tegenstander. Tegenstander van excessen, was hij met hart en ziel de ware liberale be ginselen toegedaan. Uit het bovenstaande hoe onvolledig ook blijkt toch wel afdoende, hoe veel de Naamlooze Vennootschap aaD den overledene te danken heeft. Het personeel verliest in den heer van Barneveld een waarachtig vriend, wien niet alleen hun zakelijke, doch ook hun persoonlijke omstandigheden zeer ter harte gingen. En wij zijn overtuigd uit naam van allen te spreken, wanneer wij bet hier neerschrijven, dat zijn nagedachtenis te midden van ons zal blijven voortleven, dat zijn lichtend voorbeeld ons steeds voor oogen zal staan. Met den heer van Barneveld is heengegaan een gevoelig en nobel menseh. Er zijn menschen, die, wanneer men er mede in contact komt, veredelend en verrijkend op anderen inwerken. Zulk een mensch was de overledene. Hij kon de dingen bezien uit het oogpunt van een ander, hij kon eigen belangen achter stellen bij die van anderen. In Galsworthy's roman„The white Monkey", zegt een zekere Bicket „Er zijn te veel menschen als ik». En zjjn vronw, Victorine antwoordt „Nee, er zijn er niet genoeg». „Waarom f» vraagt Bicket. „Omdat jij niet het eerst aan je zelf denkt. Daarom En zoo was het ook met dtn heer van Barneveld. En daarom lijdt niet alleen het bedrijf, maar ook de samenleving door dit heengaan een gevoelig verlies. Persoonlijk hebben wij zeer veel aan den overledene te danken. Hij leidde onze eerste schreden op het journalistieke pad, zoo vol oneffenheden. Hij was een leermeester vol zachtheid en met fijn begrip. Zooals wij hierboven reeds schreven een lichtend voorbeeld. En met diepe ontroering en innige droefheid, vervuld van warme dank baarheid jegens den heer van Barneveld, schrjjven wij deze regels van afscheid. R. J. B. i Oorspronkelijke Hollandsche detective roman door R. J. BRANDENBURG. HOOFDSTUK IV. Vrijdag. i De fatale dag brak aan; de zon scheen even vroolijk als steeds; alle gasten ver schenen op het gewone uur aan het ontbijt. Alleen een scherp opmerker zou heb ben bespeurd, dat mr. Van den Drent, die den vorigen avond door Arthur nog eens goed onderbanden was genomen en was geïnstrueerd, nog beweeglijker was dan op vorige dagen en eenigszins absent. Echter meende ik op zijn gezicht ook een zekeren trots te zien lichten; voor zichzelf voelde hij zich ongetwijfeld een gewichtig persoon; hij had iets over zich van den tooneelspeler, die zich langen tijd met be scheiden rolletjes heeft moeten tevreden stellen en die zich nu plotseling geroepen ziet een hoofdrol te vertolken. Bij mijzelf dacht ik, dat hij het misschien wel verve lend vond, dat nu niemand wist, behalve dan de drie ingewijden, die daarvan door taal noch toeken blijk gaven, welk een voorname figuur daar nu aan de ontbijt tafel op „Den en Beuk" zat. Het viel mij echter op, dat hij heel weinig at; zijn maag had hij niet onder zijn of liever Arthur's duim. Wij maakten dien morgen met mr. Van den Drent een flinke wandeling. Hij bleek een heel aangenaam mensch te zijn, on danks zijn eigenaardigheden; iemand, die veel gelezen had en een bezonken oordeel had over de meesterwerken der b innen- en buitenlandsche literatuur. Al spoedig waren Arthur en onze be schermeling in een diepzinnig gesprek ge wikkeld over den invloed der Nieuwe- Gidsbeweging op de jongste Nederland- sche dichters, en het bleek mij, dat Ar thur uitstekend thuis was in de letter kunde van zijn „moeder"-land. Arthur betoogde, dat de tegenwoordige dichtkunst eenvoudig een ontwikkeling, men zou ook van een reactie kunnen spre ken, van die der mannen van tachtig was. Wij kwamen eerst tegen lunchtijd thuis cn hadden alle drie trek in eten, zelfs het advocaatje. s Middags vlijden wij ons neer op de ruststoelen, welke achter in den tuin in de schaduw van een drietal roode beuken stonden. Charles en zijn beide andere vrienden gingen een autotocht maken; zij schenen het wel prettig te vinden verlost te zijn van het gezelschap van mr. Van den Drent. Wij hadden boeken en kranten meege nomen; Arthur zat kalm te lezen; ijk sluimerde telltens in, mr. Van den Drent BUITENLAND. OVERZICHT. Mussolini's nachtmerrie. Zelfs de grootste mannen kennen, den angst. Als deze maar in een bepaalden vorm voor den dag treedt. Wanneer we aan den Italiaanscben dictator denken, zien we een forsch gebouwd heerschap met ijzeren kaken van ons opdoemen, zijn we er bijna zeker van de personificatie van bravour voor oogen te hebben. Aan den naam Mussolini verbinden we onwil lekeurig de eigenschappen, die men geneigd is aan de grooteo der grootiein toe te ken nen. Nachtmerries en andere uitingen van vrees behooren daar niet onder. Men kan zich vergissen, ook in waar deering vain dictators. Dit blijkt meer dan overtuigend uit hetgeen wereldkundig is geworden over de wijze waarop de Ita- liaanschc Duce onze Oostelijke naburen, de Duitschers ziet. Als de dappere Mus solini aan de doch t eren en z onen van den Rijn denkt, zinkt alle overmoed hem in de schoenen en doet hij dingen, die geacht mo gen worden onvereenigbaar te zijn met de gedragingen van een onverzettelijk impe rator. Neen, van de Duitschers moet de dic tator heel weinig hebben, en hij steekt zijn afkeer van deze aardbewoners niet on der stoelen en banken. Een van de vele methoden om angst te verbergen is: dikke woorden gebruiken en boos worden. De Duce is zoo verstan dig dit t.o. van zijn Duitsche nachtmerrie te doen. Momenteel is hij tegenover de Duitschers geweldig boos. Men kan zijn houding verklaren uit vrees voor het streven naar een aanslui ting van Oostenrijk bij Duitschland. De toekomstmogelijkheid van de ver vanging van den zwakken, onmachtigen Oostenrijkschen buurman, door een krach tig, hersteld en met Oostenrijk vergroot Duitschland verontrust hem. En dus zoekt hij steun bij Frankrijk, waar men door deze Oostenrijksche aansluitingsplannen al even verontrust is. Mussolini heeft gelijk als hij zegt, dat zijn oogen voor het Duit sche gevaar eerst langzamerhand zijn open gegaan. Aanvankelijk immers schenen zijn opvattingen ten aanzien van Duitschland wel eenigszins anders. En in Frankrijk, hoe verheugd men in vele kringen daar wellicht moge zijn over den ommekeer in de denkbeelden van den leider der Itali- aansche politiek, en vooral ook over de krachtige wijze, waarop deze thans „het recht" van Polen op de toekenning van een zetel in den Volkenbondsraad, tege lijk met Duitschland bepleit, in Frankrijk zal men de liefdesverklaring van Musso lini vermoedelijk wel met eenige reserve aanvaarden. Want men zal zich herinne ren, dat bij iedere liefde de eene partij geeft en de andere neemt, en Mussolini is er niet de man naar om de meest pas sieve rol van een verbintenis te vervullen. Aan een bijzonderen correspondent van de „Petit Parisien" heeft de Italiaansch' dictator dezer dagen zijn hart gelucht. Sprekende over de groote betooging van de Rijksvlag te Hamburg zeide Mus solini: Dat zijn nu republikeinen, wierp zich van de eene zijde op de an dere, hij scheen niet te kunnen slapen en evenmin zijn aandacht bij zijn lectuur te kunnen bepalen. Iets, wat wel eenigszins te begrijpen was. Hoe meer het naar diner-tijd liep, hoe onrustiger hij werd, en ten slotte zat bij maar zoo'n beetje op zijn ruststoel rond te springen. Hij ging mee, toen wij opstonden, om ons te klceden, en bovengekomen, vroeg hij of hij zijn deur open mocht laten staan en' of wij de onze wilden laten aanstaan. Arthur knikte, dat het goed was, en keek mr. Van den Drent aan alsof hij hem tot kalmte wilde suggeneeren. Beneden wachtte ons ais gewoonlijk tante met thee en cocktails. Oom, die te paard een inspectie-rit gemaakt had, kwam uit het bosch aangereden en volgde het breede tuinpad. Afgestegen, bleef hij eeni ge oogenblikken, het paard bij den teugel houdend, met ons praten, totdat de stal jongen het paard ovemam en er mede wegging in de richting van de garage. Charles en zijn vrienden zouden niet mede dineerenzij waren in de snelle race wagen naar Arnhem gereden en zouden eerst 's avonds laat thuiskomen. Wij waren dus en petit comité en als tante er niet geweest was zouden wij, wanneer de bediende afwezig was, over de af faire-Van den Drent hebben ge sproken. standers van het Pruisische militarisme, pacifisten! Wat doen ze? Ze houden parades, met honderden vaandels. Met hen mee trekt een Oostenrijksche delega tie, die het voorwerp is van speciale ovaties. Die Duitschers vergeten niets. Ze geven hun oude diroomen niet prijs. Niets is bij de Duitschers veranderd. Voortdurend vinden parades en militaire revues plaats. Men bereidt zich op den volgenden oorlog voor. Mussolini waarschuwt de Franschen in het bizonder tegen de z.g. „Duitsche handelsluchtvaart", die met de machtigste technische middelen is toegerust. Met nadruk betoogde Mussolini, dat het Pan-Germaansche gevaar Frankrijk en Italië, die er beide door worden be dreigd, nader tot elkaar moest brengen, in welk geval met 80 millioen Franschen en Italianen een tegenwicht tegen het Ger manistische blok tot stand zou zijn ge bracht. Uit het bovenstaande blijkt overtui gend, dat de sterke man uit Italië ook zijn angsten kent. Voor de meer bescheiden aardbewoners kan dit een kleine troost zijn. Frankrijk in den put. Met de Fransche financiën wil het niet best. Hoeveel woorden er in den Senaat ook aan gewijd worden. De bovenmatige gerektheid der finan- cieele debatten wekt groote ontevreden heid in politieke kringen. De ministers zelf erkennen teleurgesteld te zijn over de onmogelijkheid om ze, zooals zij reken den, vóór 1 Maart te beëindigen. De Senaat heeft Zaterdag de helft der zit ting verloren met het verwerpen en daarna het aannemen van de belasting op den uitvoer, want na een langdurige en ver warde bespreking begreep hij dat anders het deficit met vierhonderd millioen zou worden verhoogd. De minister van finan ciën herinnerde er aan dat weldra de douane-tarieven zouden moeten worden verhoogd. Deze verhooging zou nog groo ter zijn indien de belasting op den uit voer werd verworpen. Toen gaf de Senaat toe en aanvaardde haar. Door den verrekijker. Voor Allen die Sukkelen met Verstopping of moeilijken en onregel- matigen Stoelgang zijn Mijnhardt's Laxeer- tabletten onmisbaar. Zij werken vlug en adicaal en veroorzaken niet de miDstejkramp Doos 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Ter gelegenheid van den algemeenen rouwdag, gisteren ter herdenking van de gesneuvelde Duitschers richtten de rijks president en den rijkskanselier een ge meenschappelijke bekendmaking tot het Duitsche volk, waarin zij verklaren, dat op den dag van stille rouw de tweedracht op zij gezet moet worden. Ook de verte genwoordigers van de verschillende kerk genootschappen en verschillende vereeni- gingen hebben bekendmakingen uitgevaar digd. De Oostenrijksche, Bulgaarsche en Turksche gezant sluiten zich bij deze be tuigingen aan. Popof, de Bulgaarsche ge zant, spreekt daarbij de hoop uit, dat voortaan de geschillen tusschen de volken in vreedzaam overleg zullen worden bij- De Rijksdag komt bijeen voor een rouwplechtigheid, waaraan de rijkspresi dent deel zal nemen. De advocaat trachtte zijn nervositeit te verdrijven met cocktails, waarvan hij er vier dronk. Dit had ten gevolge, dat hij vroolijk werd, dius sprak en gebaarde en zelfs geestig werd. Nadat oom zich verkleed had, gingen wij aan tafel. Het diner onderscheidde zich door niets van dat van andere dag mr. Van den Drent sprak alleen den wijn al evengoed aan als de cocktails en had het, toen wij van tafel opstonden, zoo ver gebracht, dat hij door den alcohol lichtelijk scheen verdoofd en den gehee- len verderen avond maar weinig meer sprak, tot het half elf was en Arthur en ik ons gereed maakten om naar boven te gaan. Wij zeiden goeden nacht, gingen echter alleen maar even naar onze kamer om boeken en Arthurs browning te halen. Vlug inspecteerde Arthur de linnenka mer, waarvan hij den sleutel van oom had gekregen. Hier was niets opmerke lijks. De kamer had op geenerlei wijze communicatie met die van onzen bescher meling. Deze gingen wij daarna binnen. Even later kwam de bewoner zelf. Ar thur verzocht hem fluisterend te spreken en in het geheel niet, wanneer Charles thuiskwam en zich naar bed begaf. Hierop doorzocht Arthur het geheele vertrek nauwlettend. Hij keek uit het raam dat op het groote grasveld uitzag, en constateerde, dat het onmogelijk was hierdoor naar binnen te klimmen, daar zich op den muur er ondier geen klimop Kabinetscrississen zijn niet beperkt tot ons land. Het Noorscho Storting heelt Zaterdag een stemming gehouden over verschillende gedurende het debat over de troonrede ingediende voorstellen; Het votum van wantrouwen der arbei derspartij werd met 112 tegen 38 slem- men verworpen. Daar evenwel twee voorstellen, welko da regeering onaannemelijk had verklaard, ofschoon zij werden verworpen, nog 54 en 22 stemmen, resp. van de rechterzijde en de boerenpartij, kregen (totaal 76 stemmen, terwijl het Storting 156 leden telt), verklaarde de minister-president dat er een regeeringscrisis bestond, ten ge volge waarvan het kabinet zoo spoedig mogelijk zijn ontslag zou indien sen. De Deensche commissie lot bestu deering van het ontwapeningsvoorstel heeft de rapporten verzameld van de Deensche gezanten in de geheele wereld betreffende de ontwapeningsplannen van dc andere landen. De socialisten en radicalen ach ten den inhoud dezer rapporten niel be lemmerend voor het ontwapeningsplan. De conservatieven echter wenschen intrekking van het voorstel op grond dezer rapporten. In den loop van nieuwe studcnicn- betoogingen in Heverlee bij Luik werden schoten gelost, waarbij een student werd gewond. BINNENLAND. De kabinetscrisis. Mr. Limburg geeft het op. Wat door velen verwacht werd is ge schied. Ook Mr. Limburg heeft geen kans gezien het land aan een kabinet te hel pen. Vrijdag heeft hij de Koningin mede gedeeld niet geslaagd te zijn in de samen stelling van een extra-parlementair kabi net, en verzocht van de hem gegeven op dracht te worden ontheven. De jongste mislukking is voor de bla den aanleiding tot uitvoerige beschouwin gen. Aan de voornaamste ontboezemingen, meestal onder het opschrift: „Wat nu?" ontleenen we het navolgende: De „N. Rotterd. Crt." (lib.) schrijft, dat de vraag, wat nu, na de mislukking van mr. Limburgs pogingen, moot gebeu ren, buitengemeen moeilijk is. Verwacht wordt, dat aan het demissionaire kabinet thans zal worden verzocht wegens geble ken gebrek aan beter de teugels van het bewind maar in handen te houden, en dus op zijn ontslagaanvrage terug te komen. „Als geen ander rechter kabinet kan wor den gevormd; als de christelijk-historischc en de anti-revolutionaire partij, uit wel ker midden enkelen zich n.b. reeds als minister lieten huldigen nog vóór de Ko ningin een kabinetsformateur aangewezen had, thans den moed missen, de taak, waartoe zij zich tegenover de kiezers had den verplicht, te blijven vervullen, al is bevond; hij snuffelde in alle kasten, be klopte den muur welke de scheiding vorm de tusschen dit vertrek en de kamer van Charles en waarin zich een deur bevond, die aan onzen kant op slot gedraaid was; de sleutel stale in het slot. Het leek absoluut onmogelijk de ka mer binnen te komen. Na de deur op sLot te hebben gedraaid, zetten wij ons in luie stoelen neer en wachtten wij op de dingen, die komen zouden. Mr. Van den Drent bood mij hoffelijk zijn legerstede aan, maar met een ko ninklijk gebaar wees ik dat aanbod van de hand. De advocaat schrok even, toen Arthur zijn revolver voor zich op tafel legde. Hij zag nu weer even lijkbleek als op dien morgen in de bibliotheek. „Zouden wij het licht niet uitdraaien? vroeg ik aan Arthur. „Is dat beslist noodzakelijk?" was de wedervraag, welke de advocaat met een benepen stemmetje uitbracht. „De gordijnen laten geen licht naar buiten door, ik heb mij daarvan gister avond overtuigd", antwoordde Arthur; „al leen zou het wel goed zijn, om, wanneer de jongelui thuiskomen, even het knopje om te draaien. Niemand behoeft te welen, dat hier nog gewaakt wordt. Anders slaapt u toch ook niet met het licht aan?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 1