oosterbakid
SAMOS PRIMA
N0. 25.
Vrijdag 26 Februari 1926
Ü5e Jaargang.
Bij dit nummer
behoort een Bijvoegsel.
7 FEUILLETON
DE VROUW ZONDEK HART
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 re gels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentien worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag
WAAROM DIE DRUKTE?
(Nadruk verboden).
Het geschiedde in de rechtzaal, dat een
getuige in een strafzaak bezwaar maakte
tegen het afleggen van den eed. Toen de
president van de rechtbank hem i
eeds-formulier had voorgelezen, vroeg de
getuige, of hij met een belofte mocht
volstaan.
Op dit verzoek keken alle rechters
verwonderd den getuige aan en de pre
sident vroeg ietwat korzelig: „Bent u
Doopsgezind
„Dat niet, maar ik heb bezwaar tegen
den eed".
„Zoo. En is dat bezwaar van diein
aard, dat u den eed niet kunt afleggen?
Kom, ik zou er maar over heen stap
pen- waarom nou die drukte?"
De getuige hield vol en wrevelig legde
de president hem een formulier voor,
waarop de bezwaarde zijn handteekening
moest zetten.
„Is alleen de handteekening voldoen
de?", vroeg de getuige, die zich na dc
woorden van den president een langdu
rige plechtigheid had voorgesteld.
„Al meer dan voldoende!" beet ide
kortaangebonden rechter hem toe.
De „drukte" bleek dus te bestaan uit
het zetten vaen een handteekening, een ma
nipulatie, die die zitting geen halve mi
nuut ophield. Maar om deze „drukte"
te voorkomen, had de getuige zijn begiin-
selbezwaar tegen den eed dienen te la
ten vallen.
Zou, vraag ik me af, deze rechter in
derdaad hebben gemeend, dat een begin
selbezwaar zoo weinig kan wegen? Het
moet wel zoo zijn geweest.
Ik heb getracht, me in den gedachten-
gang van den rechter te verplaatsen. Het
was een morgen, die vlot liep. Geen in
gewikkelde gevallen; een reeks strafzaak
jes van doodeenvoudigen aaind, waarbij
het vonnis werktuigelijk op de misdaad
volgde en de verdediger zich, omdat al
les zoo klaarblijkelijk was, onmiddellijk
bij de strafmaat kon neerleggen. Binnen
een kwartier waren tegen een. brandstich
ter, een oplichter en een dief onderschei
denlijk drie jaren, zes maanden en een
iaar geëischt. De volgende zaak!
Dan is het verdrietig, dat ten over
staan van zooveel eenvoud en klaarblijke-
Wij vestigen er de aandacht op,
dat de schrijver hier een uitzonderingsgeval
behandelt. In dein regel heeft de rechter
ongetwijfeld allen eerbied voor beginsel-
bezwaren. De lezer generaliseer© dus
niet. Red. G. Crt.
een belegen, zuivere wijn in luxe
rietverpakking voor f 1,10.
Firma J. A. L. G. WITTE
Wijnhandel Goes
Oorspronkelijke Hollandsche detective
roman door R. J. BRANDENBURG.
„Ik meen, dat u de enveloppe ineen
gefrommeld heeft en in uw rechter jas
zak gestoken".
Tot zijn eigen verbazing haalde mr.
Van den Drent een onooglijk propje pa
pier te voorschijn dat inderdaad de enve
loppe bleek te zijn. Het adres was met
een forsche hand, blijkbaar door een man
geschreven. De omslag was den vorigen
dag in Den Haag afgestempeld..
Arthur inspecteerde ook dit stuk nauw
keurig; doch kon er, naar het scheen,
niets opvallends aan ontdekken. Den post
zegel bezag hij met een vergrootglas, doch
alles scheen in orde. In detective-verha
len die een tijdlang mijn meest geliefde
lectuur vormden, leest men gewoonlijk,
idat de speurhond een heele geschiedenis
van zoon enveloppe afleest, maar in wer
kelijkheid zijn de misdadigers niet zoo na-
ief om als 't ware hun visite-kaartje aan
1de detectives in handen te stoppen.
„Heeft u ook vijanden in Den Haag
pf elders?"
lijkheid plotseling een dweper de zaak
ophoudt met beginselbezwaar. Wat kan
een normaal mensch nu toch voor be
zwaar maken tegen het opsteken van de
twee voorste vingers der rechterhand, een
manipulatie, die voor de rechtbank dag
in dag uit elk oogenblik plaats vindt?
Waarom nu plotseling die drukte?
Het is juist dit werktuigelijke, dat den
rechter den eed onbelangrijk doet achten.
De president van de rechtbank neemt dui
zenden eeden af. Maar de getuige staal
voor t eerst van zijn leven voor deze
handeling geplaatst. En dit maakt haar
voor hem belangrijk; dit doet hem over
de waarde en de beteekeriis er van na
denken. Dit maakt hem opmerkzaam op
de i nnerlijke overtuigingen en opvattingen,
die in deze uitwendige handeling zijn be
lichaamd.
Het opsteken van de twee voorste vin
gers der rechterhand Het lijkt zoo'n
kleinigheid. Waarom eet een Roomsch
Katholiek op Vrijdag geen vleesch en
waarom steekt op den Sabbat een Israë
liet de lamp niet aan? Waarom weigert
een geheel-onthouder een welgemeend
glaasje bier en neemt een sociaal-demo
craat den hoed niet af voor 't Wilhel
mus? „Waarom die drukte?"
Was het onzinnige dweepzucht van
Willem Teil, dat hij den paal niet wou
groeten, waarop Gessler, de landvoogd,
zijn hoed had gehangen? Was Gemma
van Burmama, de standfries, een dwars
kop, omdat hij Karei V niet knielend
wou huldigen, en zich verantwoordde met
het fiere woord: „Wij, Friezen, knielen
alleen voor God!"
„Waarom die drukte?", had de keizer
ook hem kunnen toevoegen..
Wij leven in een tijd van alzijdigheid,
Wij weten te waardeeren en te verdragen
naar allen kant. Wij hechten niet meèr
zoo aan den vorm als onze voorvaderen.
Wij beseffen, dat de waarheid van onze
overtuiging slechts betrekkelijk is en dat
ons beginsel de keerzijde is van het te
genovergestelde beginsel. Daarom staan
wij niet meer zoo op ons stuk en geven
wij gauwer toe, als men jegens anders
denkenden een beroep doet op onze hof
felijkheid. Wij willen een ander niet kren
ken en geen aanstoot geven; wij voegen
ons gemakkelijk naar de inzichten en
gebruiken onzer omgeving en leggen ons
volgzaam neer bij wat de conventie van
ons vraagt. Waarom zouden wij ons ver
zetten tegen de traditie en den vorm, die
immers toch slechts onbelangrijke zaken
betreffen? Waarom die drukte?
Ach, indien zich achter onze hoofsche
verdraagzaamheid maar niet zulk een
zedelijke slapheid verschool! Want wat is
onze meegaandheid vaak anders? Gebrek
aan beginselbezwaar is meestal gebrek
aan beginsel; ontstentenis van gewetens
bezwaar ontstentenis van geweten. Voor
ieder onzer, weik geloof en welke poli
tieke overtuiging wij ook aanhangen, komt
eenmaal het oogenblik, waarop wij moe
ten belijden. En hoe uiterst gering is het
offer, dat waarachtigheid dan van ons
vergt!
Het is in ons vrije vaderland gewoon
lijk niet meer dan ten hoogste de over
winning van wat valsche schaamte en het
prijsgeven van een onbeteekenend voor
deel. En toch, wanneer wij, als uitzonde-
„Ik, vijanden?" vroeg mr. Van den
Drent met stomme verwondering. Ik moest
mij dwingen om niet in lachen uit te
barsten; inderdaad scheen het ongeloof
lijk, dat dit onschuldige kereltje vijan
den zou hebben op den aardbodem.
„Heeft u misschien een of andere be
langrijke zaak behandeld, een proces ge
wonnen of zoo?"
„Ik heb nog maar alleen voor den kan
tonrechter gepleit" bekende de aange
sprokene op meewarigen toon. „Ik ben
pas het vorig jaar gepromoveerd".
„Dus u heeft absoluut geen vermoeden,
wie dit briefje kan hebben afgezonden?"
„Kan het niet de een of andere studen
tenmop zijn?" vroeg oom, die tot nu toe
aan het gesprek geen deel had genomen.
„Dat zou best mogelijk kunnen zijn?"
beaamde Arthur; naar het mij voorkwam,
om mr. Van den Drent gerust te stellen,
die zichtbaar opluchtte. „Doch in allen
gevalle zullen wij lliever op alle eventua
liteiten voorbereid zijn en onze maatre
gelen treffen. Ik hoop, mijnheer Van den
Drent, dat u Vrijdag den geheelen dag
het gezelschap van mij en mijn vrouw
voor Lief zult willen nemen".
Het slachtoffer boog.
Wanneer men werkelijk de een of an
dere misdaad beraamd, vermoed ik, dat
deze wei niet op klaarlichten dag zal wor
den uitgevoerd, maar wij moeten er toch
ring In een bepaalde omgeving verkee-
rend, bevreesd zijn, terwille van onze
overtuiging een figuur te slaan, geven
wij gereedelijk toe aan de stem der ver
leiding, die fluistert: „Waarom die druk
te?" Aan die stem geven wij gehoor,
wanneer het verlies van een klant of
onze kans bij een sollicitatie op het spel
staat. Dan valt het zoo gemakkelijk, be-
valligwcg onze beginselen te verbloemen
en over onze gewetensbezwaren heen te
stappen. Is onze overtuging al dien om
slag en die moeite, die wij ons op den
hals zouden halen, eigenlijk wel waard?
Zeker, het zou alles vlotter loopen,
zoo men het wat minder nauwgezet nam
met zijn beginselbezwarenmaar wij zou
den iets missen, waarbuiten de maat
schappij het al even weinig kan stellen
als de enkele mensch, die zonder rug-
gegraat in elkander zinkt.
BUITENLAND.
Het einde van de Mafia.
De Mafia, die gedurende een reeks
van jaren Sicilië geterroriseerd heeft door
roof- en moordpartijen, heeft in de laat
ste drie maanden, dank zij het krachtig
optreden der Fascisten onder leiding van
den prefect van Palermo', Mori, onge
veer opgehouden te bestaan. Meer dan
200 leiders zitten op dit oogenblik reeds
achter slot en grendel, de benden zijn
uit elkaar gedreven en de definitieve ont
binding der organisatie is nog slechts
een kwestie van dagen. Vóór de laatste
leider in haar handen gevallen is, wil
de politie niets mededeeien over haar
langdur.gen en inspannenden veldtocht,
doch dan zal men vreemde verhalen ver
nemen, zegt de corr. der Chicago Tribune.
De Mafia is een oude organisatie. Zij
werd in de zestiger jaren, na den eer
sten onafhankelijkheidsoorlog reeds ge
sticht door de teruigkeerende Garibal-
dianen, en niet met de bedoeling om te
plunderen of te terroraseeren, doch inte
gendeel met de hoogste idealen. De sol
daten, die voor de vrijheid van Italië ge
vochten hadden, vonden bij hun. terugkeer
overal ontmoediging wegens de rechte
looze toestanden en de onderdrukking der
zwakkeren, welke ha het land heerschten.
Zij richtten geheime organisaties en ben
den in, welke voor het herstel van ge
ordende toestanden en de uitoefening van
een directe justitie zorgden. Eerst op
den duur ontaardden deze organisaties
in benden van moordenaars en dieven.
Vier van de rijkste provincies van Si
cilië, Trapini, Palermo, Girgenti en Cal-
tanisetta werden geregeld door de Mafia
gebrandschat; de benden voerden eenmee-
doogenloozen strijd tegen armen en rij
ken en vielen elkander aan, wanneer er
niet meer te rooven viel.
Reeds in 1920 wilde Gholitti den strijd
aanbinden met de Mafia, doch de politie
macht die hij er op afzond, was te ge
ring: zij liet zich bij de Mafia inlijven
of werd uit het land verdreven.
Het is eerst onder Mussolini toen het
Fascisme stevig gevestigd was, dat de
strijd op groote schaal ondernomen werd.
Er werd een flink fonds bijeengebracht om
de onkosten der campagne te dekken. Er
werd een heel plan opgemaakt en een
rekening mee houden, dat dit zou kunnen
gebeuren, 's Avonds zullen mijn vrouw
en ik u op uw slaapkamer gezelschap ko
men houden; het is beter, dat onze gast
heer niet van de partij is, en dan zullen
wij wel eens zien, welk gevaar u dreigt.
Als er ten minste gevaar is, wamt ik be
schouw dit meer als een misplaatste grap.
Ik verzoek u aan niemand iets te ver
tellen van het briefje, dat u ontvangen
heeft,a bsoluut niets. U moet heel gewoon
uw gang gaan, vooral niet zenuwachtig
zijn en de rest maar aan ons overlaten."
„Ik begrijp er heelemaal niets van",
zuchtte mr. Van den Drent.
„Als u ons nu eenige oogenblikken
met mijnheer Van der Heule alleen zoudt
willen laten
„O zeker, zeker", antwoordde mr. Van
den Drent gewillig, sprong op van zijn
zetel alsof een vuurpijl onder hem was
afgeschoten, en verdween na een gro
teske buiging naar ons te hebben gemaakt.
„Ik dank u wel", mompelde hij nog in de
deur, welke woorden door Arthur werden
beantwoord met het leggen van den vinger
op den mond.
„En wat denk je er nu van?" vroeg
oom toen wij alleen waren.
„Het is mij vrijwel even duister als
den geadresseerde zelf. Natuurlijk zou
het een mop kunnen zijn, een studenten-
ÏPiop."
leger van agenten uitgerust. Geheime
agenten sloten zich aan bij de Mafia, leef
den met de aanvoerders en zoo slaagde
men er tegen de maand December in om
al de namen van de leaders bij elkaar
te hebben. Toen ging men op groote
schaal aan het werk met motorbrigades en
nachtelijke invallen, zoo dat men het ge
vaar thans definitief onder de knie heeft.
Het Roode Leger verjaart.
In geheel Rusland zijn naar „De Crt."
meldt, feestelijkheden ter viering van den
achtsten verjaardag van de stichting van
het Roode Leger gehouden. Een indruk
wekkende parade was voorbereid te Mos
kou, Leningrad en andere groote steden.
Te Leningrad heeft men echter heden
van Moskou telegrafisch instructies ont
vangen, om de parade aldaar niet te doen
houden. Een reden wordt hiervoor niet
opgegeven; aangenomen wordt echter, dat
deze moet gezocht worden in de wijd-ver-
spreide ontevredenheid in communisti
sche kringen te Leningrad, als gevolg van
de jongste partijzuivering in. deze stad.
De zoogenaamde „Vereen: ging voor
militaire wetenschappen" heeft een op-
oproep aan het Russische volk gericht,
om grootere belangstelling te toornen voor
militaire aangelegenheden. Het manifest
zegt verder, diat „een wreede strijd te
wachten staal, een strijd op leven en dood
tegen de kapitalistische machten, die het
Sovjet systeem willen vernietigen. Deze
strijd zal de uiterste inspanning vergen
van alle economische bronnen en van de
massa der werkers. Men kan den komen
den oorlog niet als een proces van korten
duur beschouwen, zoodat men zich moet
voorbereiden op een langen, ernstigen
strijd.
Het manifest dringt er verder op aan,
dat de industrie maatregelen moet treffen,
om, zoo noodig, tot de productie van oor
logstuig te kunnen overgaan, hetgeen een
zeer moeilijke en ingewikkelde kwestie is.
Aan alle vredelievende burgers moeten
de beginselen van den modernen oorlog
wonden geleerd. Ook de schoolkinderen
moeten in een militaire sfeer worden op
gevoed. Overwinnaar zal zijn de partij met
de sterkste zenuwen. Deze sterke zenuwen
kan alleen een volk hebben, dat zich wer
kelijk voor den oorlog voorbereidt en de
ontberingen kan dragen".
In de geheele pers worden dergelijke
manifesten gepubliceerd, die uit officieel©
bron schijnen te komen. De „Prawda"
publiceert een oproep, om geheel Rusland
te militariseeren en klaagt er over, dat
de alom verspreide organisatie van schiet
verenigingen onvoldoende is.
De Duitsche textielindustrie.
Naar men uit Dusseldorp aan de „N.
R. Crt." schrijft, is de toestand in de
textielindustrie van het district Elberfeld-
Barmen, dat een der belangrijkste distric
ten op dit gebied is, den laatsten tijid zoo
zeer achteruit gegaan, dat men voor bui
tengewone moeilijkheden vreest. Er wor
den haast geen zaken meer gedaan. De
fabrieken zitten met groote voorraden af
gewerkte producten, vooral confectie, en
ook de groothandel heeft nog groote voor
raden, zoodat er geen lust tot koopen be
staat. De kleinhandel kan niets afnemen,
daar de koopers wegblijtven en de fiaian-
„Wil ik 'Charles eens onderhouden?"
„Neen, doet u dat alsjeblieft niet; nie
mand, zelfs tante niet, mag iets van het
voorgevallene weten. Ik geloof niet erg
in een grap; want dan had men die toch
beter in Den Haag kunnen uithalen; het
effect zou dan veel grooter geweest zijn".
„Is het niet mogelijk", vroeg ik, „dal
men tracht ons aller aandacht te concen-
treeren op mr. Van den Drent, met de
bedoeling een ander tot slachtoffer te
kiezen?"
„Bravo, Ann", antwoordde oom, heel
scherpzinnig opgemerkt."
„Dat lijkt mij onmogelijk", was Ar
thurs repliek; „wij leven hier ongestoord,
in Abrahams schoot; er was geen aan
dacht af te leiden van een ander, omdat
wij nergens idee op hadden; juist door dit
schrijven wordt ons waakzaamheid ge
boden. Het kan de bravoure zijn van den
misdadiger, die zeker van zijn zaak is;
het kan ook de bedoeling hebben de
goeie mr. Van den Drent zoo zenuwachtig
te maken, dat hij van hier vertrekt, naar
Den Haag terugkeert en daar in een strik
loopt. Wij weten absoluut niets; wij tas
ten in het duister
„Wanneer men onzen advocaat in Den
Haag terug had willen hebben, was er
wel een minder opvallend middel voor
te vinden geweest", zei ik.
„Maar dan zou hij spoedig bemerkt
met Akker's Kloosterbalsem, dat zal
Uw spieren weder spoedig lenig maken
en de pijn doen bedaren. Akker's
zet tot diep in de huid zijne weldadige ge-
Q£Zeode_W£iking voort en is een ware
'uitkomst bi) rheumatiek.
ilOveral verknjgba
|in poicelejnen jollen jicht, Spit, Stijven nek,
'Fan 50 Cr! I f I.-
jvan 100 Gr. k f I
stramheid.
cieele toestand, wegens het slecht binnen
komen van de betalingen., zeer ongunstig
is. Verschillende groote huizen der ILber-
feldsche textielindustrie hebben zich de
laatste dagen failliet doen verklaren, aan
gezien zij niet iin staat wanen zich de mid
delen te verschaffen, óm hun belang
rijke verplichtingen na te komen. Andere
firma's onderhandelen met haar crediteu
ren over uitstel van betaling, doeli vaak
zonder succes, daar men een verlenging
van de credieten, die reeds tamelijk lang
loopen, van de hand wijst. Verschillende
nieuwe stakingen van/ betaling worden ver
wacht. De najaars- en winterzaken zijn
ver bij de verwachtingen ten achter ge
bleven, hetgeen in hoofdzaak aan den
algemeenen slechten oeconomischen toe
stand in Duitschland moet worden toege
schreven, die de vraag naar textielproduc
ten achterwege doet blijven. Het milde
weder, dat bijna den geheelen winter
heeft geheerscht, heeft bovendien tenge
volge gehad, dat ook de seizoenszaken
niet aan de verwachtingen beantwoord
hebben. Prijsverlagingen en het stellen
van gemakkelijke betalingsvoorwaarden
hebben de zaken niet kunnen doen herle
ven. Ook de uitvoerzaken zijn sterk inge
krompen en toonen nog geen verbetering.
Het bankwezen in de Sowjet-unie.
In een dezer dagen gehouden vergade
ring van het onder het volkscommissa
riaat van financiën resorteerende Insti
tuut voor oeconomisch onderzoek werd,
naar de „Ekon. Sjisnj" meldt, een rap
port uitgebracht over den huldigen toestand
van het bankwezen in de sowjet-unie en
den toestand van de geldmarkt. Dit rap
port is van groot belang, daar het de er
kenning inhoudt, dat de inflatie in dc
sowjet-unie een aanvang heeft genomen.
Als een der oorzaken hiervan werd ge
noemd de roekelooze credict-politiek der
staatsbank, die groote credieten heeft ver
leend aan de in het algemeen met cre-
dietwaardige coöperatie, die dan ook voor
een zeer belangrijk deel haar verplichtin
gen niet nakomt. Daartegenover staat,
dat het particuliere kapitaal, dat zijn ver
plichtingen veel nauwgezetter nakomt en
het geld doet circuleeren, uiterst moeilijk
cjredaet kan bekomen. Het rapport meent
hebben, dat het een truc was, en hij zou
niet m de Residentie gebleven zijn. Er
staat in het briefje: „Wacht u voor Vrij
dag e. v.!" En volgende dagen! Maar,
het is niet onmogelijk, dat er Vrijdag
nacht het een of ander zal gebeuren
wat, daar heb ik geen flauw idee van".
„Je meent dus, dat Van den Drent hier
niet zoo veilig is, als je tegenover hem
hebt laten voorkomen", merkte oom op.
„Mag ik van u weten, waar het toekom
stig lijdend voorwerp slaapt?" vroeg Ar
thur aan oom. „Het is mij te doen om de
ligging der kamers. Wij moeten op alles
voorbereid zijn".
„Kom dan maar mee!"
„Neen, liever niet direct; van middag
laat u ons dan maar eens onopgemerkt
het huis zien. Men mag niet den minsten
argwaan koesteren."
Aldus geschiedde. Mr. Van den Drenl
sliep in een kamer, welke uitkwam op de
gang, die naar onze slaapkamer leidde en
wel aan den voorkant van het huis; naast
deze lag de kamer van Charles, daarnaast
die van baron Lucius en aan den over kan!
den hoek om, was het logeervertrek van
De Weerden. Feitelijk was de advocaat
onze buurman, maar de linnenkast lag
nog tusschen onze kamer in.
(Wordt vervolgd).