SAMOS PRIMA
N\ 19.
Vrijdag 12 Februari 1926
113° Jaargang.
DE VKOUW ZONDER HART
Ruwe,Schrale Huid
PUROL
behoort een Bijvoegsel.
i FEUILLETON
ABONNEMENT,
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regeL Adverten'iën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Bij dit nummer
WAT ONDER ONS LIGT.
„Dat vind ik toch eigenlijk een on
juiste uitdrukking", zei mijn vriend, toen
we opmerkten, dat er alweer een jaar
achter ons ligt. „We moesten liever spre
ken van: onder ons liggen. Want het
geen achter ons ligt, heeft zijin beteeke-
nis verloren. En dit is met de vervlogen
jaren en de doorleefde gebeurtenissen toch
niet het geval. Vormt het verleden niet
de grondslag van heden en toekomst? Wij
bouwen voort op hetgeen onder ons ligt".
Er spreekt wijsheid uit het woord van
mijn vriend. Wie aldus het verleden be
schouwt, neemt er vrede mee, dat de
tijd voortijlt. Hij weet, dat het geen
zin heeft, hier van verlies te spreken.
Niets gaat, als wij het verband der din
gen beseffen, verloren. Alles bestendigt
zichzelf. Er mag slechts sprake zijn van
verandering, gedaanteverwisseling, groeien
ontwikkeling.
Er zijn menschcn, die licht over 't ver
leden denken. Ze meenen er een schrap
door te kurmen halen en maken zich
wijs, dat het dan niet meer bestaat. Het
geleden leed, het is voorbij, niet meer
over spreken! De begane misslag is
verrekend na de onvermijdelijke boete en
het noodwendig berouw. Met een schoo-
ne lei staat de gestrafte aan t begin
van een nieuwen dag.
Eenzelfde opvatting huldigen sommige
radicale hervormers. Wat hebben we nog
te maken met verouderde staatsinstellin
gen, beschavingstijdperken, godsdienstige
leerstukken of wetenschappelijke stelsels?
Al dit verouderde heeft zijn tijd gehad
maar nu ligt het achter ons, onherroepelijk!
Mis vrienden!, niet achter ons ligt het,
maar onder ons. Gelijk de bladeren, idie in
den herfst zijn afgevallen, neerzinken in
den slijkerigen bodem, zich vermengen met
het stof en, vergaande, zich omzetten in
voedingsmiddelen voor het nieuwe groen
in de lente. Gelijk het puin van een huis,
dat gesloopt wordt, en dat de bouwlie
den in den grond graven, opdat het zal
dienen tot fundament van het nieuwe pand.
Wij beginnen geen dag als een onbe
schreven blad papier. Al onze plannen
berusten op vorige plannen, onze ge
dachten op vorige gedachten. Onze ge
voelens sluiten zich aan bij hetgeen wij
gister en eergister aan liefde en haat.
aan dapperheid en wantrouwen hebben
verzameld. Ons bewustzijn is geen bodeni-
looze put, waarin het vergaarde verzinkt,
maar een voorraadkelder, waaraan wij
onzen leeftocht ontleenen, telkens als wij
iets noodig hebben.
Heel ons leven wordt beheerscht door
de wet van oorzaak en gevolg; er loopt
een heiegen, zuivere wijn in luxe
rietverpakking voor f 1,10.
Firma J. A. L. G. WITTE
Wijnhandel Goes
Oorspronkelijke Hollandsche detective
roman door R. J. BRANDENBURG.
HOOFDSTUK I.
In Holland.
Wij waren den vorigein dag te Vlas
singen aangekomen en omdat de zee ruw
geweest was, had ik mij onprettig ge
voeld; daarom zouden wij de reis niet
terstond voortzetten, maar hadden ons ge
ïnstalleerd in hotel „Noordzee Boulevard"
vlak bij het standbeeld van den grooten
Nederlandschen zeeheld, Michiel deRuy-
ter. Ik was spoedig weer opgeknapt en
den avond na den dag van aankomst had
ik mijn diner alweer met smaak genuttigd
en zaten wij onder het neergelaten zeil
hl de witgelakte armstoeltjes te genieiten
van ons kleintje koffie en van het heerlijk
gezicht op de Schelde.
Telkens klonk het gillen van de stoom
fluit van een schip, dat om den hoek
kwam aangevaren, en dan schoot een der
kleine Hollandsche of Belgische loods-
bootjes uit het haventje met een sneltrein»-
vaartje op het schip af, draaide bij en
als een mier zagen wij dan den loods tel
gen de verschansing, die als een muiur
een keten van daad tot daaid, van over
weging tot overweging. Er is samenhang
tusschen hetgeen onze bet-overgrootvader
heeft bedreven en hetgeen onze achter
kleinzoon zal doen. De dagen, de eeuwen,
de duizendtallen van jaren zetten zich
voort als een oneindige reeks. Wie heeft
dan het recht om te spreken: „het ligt
achter me?"
Voor sommigen is het een benauwen
de gedachte, dat ze het verleden met
zich moeten meesleepcn als een bezwaren
de last. Ze zouden zoo gaarne den
eeuwigen keten willen verbreken. Is er
dan geen kwijtschelding, geen gratie, die
met één streep koninklijk doorhaalt
wat wetmatige stiptheid had voorge
schreven
Zij vergeten, dat het verleden niet
louter uit kwade gedachten en booze da
den bestaat. Ook het goede werkt in
het oneindige door. En een oogenblik van
vergeving, van inkeer, vian verademing of
liefde zal evenmin als het slechte ooit
ongedaan kunnen worden gemaakt. Als
eenmaal een ster is opgegaan, zal haar
lichtglans nawerken tot het uiterste der
dagen. Als eenmaal een teere en zachte
melodie de wanklanken van het geweld
heeft onderbroken, zal de aether natril
len en het liefelijk lied al/s een eeuwig
durend refrein herhalen.
Het besef, dat wij deel blijven houden
in hetgeen schijnbaar achter ons ligt, zal
ons verantwoordelij ksheidbesef verster
ken. Het zal ons op onze hoede doen
zijn tegenover de lichtvaardigheid, d.e
ons voorspiegelt, dat een oogenblik
gauw voorbij en vergeten is. Maar het
zal ons ook met meer eerbied doen staan
tegenover de lotgevallen, die ons ten deel
vallen.
Al die duizende dingen, d.e 't leven
ons dagelijks biedt: welslagen en teleur
stelling, nederlaag en zelfoverwinning,
ze zijn geen passanten, maar vestigen
zich als blijvende burgers in het domein
onzer ziel. We hebben, zoodra ze ons
gebied hebben betreden, met hen rekening
te houden; van nu af zullen ze ons be
staan en ons lot mode bepalen.
Daarom dienen wij acht op hen te
slaan, hen te leeren kennen en begrijpen,
en vooral: hen te leeren gebruiken als
medearbeiders aan onze taak, als mede
bouwers aan het heiligdom van ons
leven. Wat achter ons ligt, laten we wap
peren als snippers in den wind; wat on
der ons ligt, trachten we te bewerken,
gelijk de tuinman de vallende bladeren
en de grondwerker het puin van het ge
sloopte huis.
Materiaal is het verleden ons voor
heden en toekomst; het wordt bloed van
ons bloed en vleesch van ons vleesch,
maar materiaal krijgt eerst waarde,
wanneer vaardige hand het bearbeidt. La
ten we derhalve met zorgvuldigheid pro
fijt trekken, van hetgeen wij in donkere
dagen hebben doorworsteld en m blijde
oogenblikken hebben genoten. Het is het
onze, maar het onze eerst, wanneer wij
het onder de knie, wanneer wij het on
der den voet hebben.
Zoolang het verleden ons overheerscht,
is het een schadelijke factor; zoodra wij
het o verheer schen, wordt het onze die
naar. Op dit voetstuk richten wij ons
uit het water oprees, omhoog klauteren.
De lucht was vervuld van de zee en
geurde frisch en kering, als naar avon
tuur. De ondergaande zon trok oranje
en lilastrepen langs de bank, die uit het
westen uit de zee kwam opstijgen.
Wij zaten beiden te peinzen. Nog één
dag gezellig met zijn beiden en dan zou
den wij vertrekken naar „Den en Beuk'
de buitenplaats van Arthurs oom den
broer van z'n overleden moeder Al-
bert van der Heule. Dan zou ik kennis
maken met de Hollandsche familie van
mtijn man. En daarom had ik er op aan
gedrongen om hier te blijven tot ik ge
heel de oude weer was, want ik wilde
graag een goeden indruk maken.
Sinds de dramatische gebeurtenissen,
die mijn verloving nnet lord Comway
vergezelden, (deze zijn beschreven in
„Het doodend zwijgen") zijn ruim vijf
jaar verloopen.
Tante Jane, die een tweede moeder
voor mij is, zegt, dat ik een heele dame
geworden ben en aan den klank van haar
stem kan ik wel hooren, dat zij dat nooit
van mij had verwacht. Er klinkt werke
lijk eerbied uit. Ik ben na mijn huwelijk
heusch wat gezetter geworden, maar ove
rigens ben ik nog precies dezelfde als
vroeger en mijn humeur laat nog steeds
niets te wenschen over behalve wan
neer deze mij te pakken heeft gehad.
Want gisteren was ik wérkelijk om uit
op als een standbeeld in de gestalte van
den triumfeerenden held.
BUITENLAND.
Duitschland en Mussolini.
Wij laten hoer nog een passage volgen
t het antwoord van Stresemann aan
Mussolini: (zie vorig nummer).
De Duitsche minister van buitenland-
sche zaken zeide o.m.
De Duitsche regeering kan er weinig
aan doen als een paar dozijn particulieren
te Münc'hen op eigen houtje de richting
der buitenlandsche Duitsche politiek trach
ten aan te geven, maar zulk onverant
woordelijk gedoe had geen aanleiding mo
gen worden voor den Italiaanschen premier
om tegenover onzen gezant te Rome te
dreigen met een verbod van invoer van
Duitsche goederen en zelfs een algeheelen
boycot van den Duitschen handel als
deze dingen niet mochten ophouden.
Ik zou het ongepast achten als derge
lijke meeningsuitingen door den minister
president van een anderen Staat beant
woord werden met een breuk van reeds
gesloten internationaal-bindende handels
verdragen. Op deze wijze is een beslech
ting van tegenstellingen niet te bereiken.
Ook aan ons is, zooals aan andere Sta
ten de vraag gericht, hoe wij over een
herziening van de B renner grens zouden
denken. Ons antwoord is geweest dat men
met deze vraag bij ons n et aan het juiste
adres was, omdat niet Duitschland, maar
Oostenrijk aan Italië grenst.
De publieke opinie in ons land was met
dit antwoord tevreden, maar ik wil er
kennen dat zij veranderd is toen de voort
durende berichten over de onderdrukking
der Duitsche volksgenooten in Zuid-Tirol
niet wilden ophouden.
Als Mussolini denkt, dat een eenvoudig
verbod der Duitsche regeering, om van
deze dingen melding te maken, voldoende
zou zijn, dan kent hij de vrijheid van onze
pers niet (zeer goed). Maar de Duitsche
regeering zou ook onze pers niet willen
verbieden om op te komen voor een volk,
waarmee wij sinds eeuwen door een hech
ten band van cultureele gemeenschap ver
bonden zijn.
En als de verontwaardiging over die
onderdrukking mocht voortbestaan, zouden
wij een beroep doen op den Volkenbond
om de bescherming van de nationale min
dierheden te ondersteunen (gelach rechts en
bij de communisten).
De indruk van Mussolini's rede
in Tirol.
In dein Landdag heeft, naar het „Vad.
meldt, Stumpf, het Oostenrijksche hoofd
der regeering, verklaard, dat, ten aan
zien van het feat, dat de Italia-ansche re
geering een vooruitschuiven van de grens
naar het Noorden tot de mogelijkheden
heeft gezegd te rekenen, hij aan de Oos
tenrijksche bondsregeering gevraagd heeft
te overwegen of er geen aanleiding is de
kwestie voor te leggen aan den Volken
bond, waar Italië lid van is? Voor het
geval dat het gevolg dezer overwegingen
bevestigend zijn zou, vertrouwt hij, dat
de Oostenrijksche regeering tot een der
gelijke stap zal overgaan. Alle afgevaar
digden keurden deze verklaring goed.
mijn vel te springen.
Wij waren aanvankelijk van plan ge
weest, Arthur en ik, om eerder ons be
zoek aan Nederland te brengen, maar
de groote oorlog stuurde dit plan in d<
war. Eenigen tijd, nadat wij waren ge
trouwd moest Arthur in dienst. Ik heb
ook altijd van die stroppen, dit woord zou
tante Jane nu toch zeker niet erg pas
send vinden voor Lady Corn way, maar
ik kan het niet afleeren ze toch te gebrui
ken. Arthur werd, ongetwijfeld vanwege
zijn buitengewone scherpzinnige eigen
schappen, bij den bijzondenen speurdienst
ingedeeld en heeft zich daarin ten zeer
ste onderscheiden; hij heeft merkwaardige
interessante avonturen beleefd en. mis
schien vertel ik er later weieens van, al
vind ik het ook niet leuk, dat ik er niet
bij geweest ben.
Een baby heb ik nog niet. Het spijt
ons heel erg. En nu zeg ik er geen woord
meer over.
„Wat ben je stil", zei Arthur plot
seling, ,,ben je nog niet heelemaal opge
kikkerd?" Arthur is altijd vol zorg voor
mij, wat natuurlijk niet meer dan een
staaltje van zijn plicht als echtgenoot
is. Om die zorg zooveel mogelijk te ver
lichten, houd ik mij meestal heel dapper,
als ik eens wat heb, wat gelukkig maar
zelden voorkomt. Maar nu voelde ik mij
zoo lekker als kip en ik antwoordde in
het Hollandsch:
springende
lippen
Doos30«60-90ct
- iQ.. Tube 80ct. I
^1 Oi i Apoth.en Dromsten
Sneeuw en storm in de Ver. Staten.
Op den Atlantischen Oceaan en aan
de kusten daarvan heeft het Woensdag ge
weldig gespookt. In Westelijk Schotland
woedde een sneeuwstorm vafi 4 uur 'smor
gens tot 6 uur 's avonds, dae een sneeuw-
tg van 10 tot 30 c.M. opwierp. Aan
de Oostkust der Vereenigde Staten woed
de een sneeuwstorm, van Charleston tot
New-York, die vooral in laatstgenoemde
stad het verkeer zeer heeft ontwricht.
Treinen uit Pittsburg, Philadelphia en
Chicago kwamen van een tot vier uur
over tijd binnen en verschillende locaal-
treincn in de Adizondacks zijn inge
sneeuwd. De draadlooze berichten van
de groote stoomschepen melden alle boos
weer op den Oceaan, met zware sneeuw
buien en torenhooge golven.
New-York is onder de sneeuw, die
20 tot 30 c.M. dik ligt. Vele wegen buiten
de stad zijn voor het verkeer gesloten.
Een scheepje heeft schipbreuk geleden
op een eenzaam punt aan de kust van
Massachusetts, waarbij eenige menschen
verdronken zijn.
Duitschland en den Volkenbond.
De buitengewone volkenbondsvergade-
ring ter behandeling van Duitschland's toe
treding tot dien Volkenbond zal 8 of 10
Maart plaats hebben.
In het Duitsche verzoek tot toetreding
worden verschillende documenten ge
noemd. Hierdoor wordt die grondslag voor
de toetreding van Duitschland nog eens
duidelijk uiteengezet: de voorwaarde van
de onmiddellijke inruiming van een per
manenten raadzetel; er wordt gewezen op
de houding die Duitschland aanneemt te
genover eventueele deelneming aan sanc
ties van den Volkenbond; bovendien woridt
in overeenstemming met elders afgelegde
verklaringen, betoogd dat de rijksregee
ring het standpunt inneemt van het memo
randum van 1924 betreffende de kolo
niale mandaten en de oorlogsschuld.
LANDBOUW, VEETEELT
EN VISSCHERIJ.
Bietencultuur.
In verband met een bezoek van Duit
sche landbouwers aan de Friesch-Gro-
ningsche coöperatieve beetwortel suikerfa
briek heeft het bestuur van deze fabriek,
naar de heer D. Kloppenburg in het
„Gron. Landbouwblad" mededeelt, bijeen
groot aantal landbouwers geïnformeerd
naar de productiekosten van beetwortelen
in vergelijking met tarwe. Teneinde een
vollediger overzicht te krijgen, zijn daar
bij ook algemeene vragen gesteld, betrek
king hebbende op den bietencultuur.
Vele landbouwers hebben hunne mede
werking verleend; uit Groningen kwamen
„Ik zit over je zonden na te denken'
„Bravo!" zei Arthur met een warme
schittering in zijn oogem. Hij weet, dat
ik mij ontzaglijk veel moeite gegeven heb
om de reusachtig zware Hollandsche taal
naar behooren te leeren spreken-. Want
dat is me iets, hoor, dat Hollandsch!
„Ik dacht dat ik altijd zoo ongelukkig
ben, eerst omdat je zoo gauw na ons hu
welijk bij mij weg moest en nu weer met
dae ellendige zeeziekte!" „Er zouden dui
zenden vrouwen in Europa de helft van
haar leven willen geven, als zij zoo on
gelukkig waren als jij." meende Arthur
glimlachend. Hij speelde met zijn trouw
ring; iets wat hij bijzonder graag schijnt
te Idoen.
De tranen sprongen rrrij in de oogen
en ik streelde zijn knie.
„Ik ben vreeselijk ondankbaar zei
ik zacht. „Je bent mijn lieve vrouw
antwoordde hij. Kijk eens hoe prachtig
de zon schijnt aan den overkant van het
water".
De dalende zon scheen tot aTScnead
Haar gouden Hand te leggen op (het stadje
en de duinenrij, die wij heel klein in de
verte over het zilveren water zagen; een
paar schoorsteenen staken als de pijpjes
van een kinderstoommachine omhoog in
de heldere blauwgrijze lucht. „Is het
overal in Holland zoo mooi", vroeg ik.
„Het is een heerlijk land, een land om
veel van te houden; het is moedersland,
26 antwoorden, uit Friesland 27 en van
elders nog 3.
De vraag, of men het noodig vond,
dat de bodem ter bevordering van vrucht
baarheid en zuiverheid periodiek braak
blijft liggen, is zonder uitzondering ont
kennend Beantwoord.
De vraag, of de bietenteelt een gunsti-
gen invloed heeft op de zuiverheid van
den bodem, is algemeen in bevestigenden
zin beantwoord, zij het soms met de bc-
Derking: mits de bieten goed schoon gc-
louden worden. Verscheidene inzenders
noemen den invloed zeer gunstig.
De vraag: Zal de bietenteelt, bij eenig
zins loonende cultuur een blijvende plaats
in uw vruchtwisseling innemen? werd al
gemeen in bevestigenden zin beantwoord.
Ook was men algemeen van meening, dat
de bielenteelt een goede vruchtwisseling
bevordert.
De vraag: Acht gij dé waarde van
het loof lager, gelijk of hooger dan wat
bij de teelt van bieten aan arbeidsloon
woridt betaald? werd zeer verschillend
beantwoord. Van de 56 inzenders stelden
18 de waarde hooger, 25 stelden haar
;er en de overigen meenden hun ant
woord afhankelijk te moeten stellen van
de omstandigheden.
De onkosten van tarwebouw (zaaizaad,
kunstmest, bewerken van den bodem, wie
den etc., richten en binden, transport, dor-
schen en persen) bedroegen in Friesland
f 256,62V2 per H.A., in Groningen
f279,91. Het verschil ligt voornamelijk
in het grootere kunstmestverbruik in Gro
ningen (f52,04 tegen f37,20 in Fries
land). De opbrengst aan graan werd in
Friesland getaxeerd op 3405 K.G. per
H.A., in Groningen op 3609 K.G.
De onkosten van bietenteelt (kunstmest,
bodembewerking, wieden, op een zetten
enz., rooien, transport, inkuilen van loof.
en zaaizaadkosten) bedroegen in Fries
land f 387,89V2 per H.A., in Groningen
f 389,39V2. Ook hierbij bleek er ver
schil te bestaan tusschen de kosten van
kunstmest in Friesland en Groningen
(resp. f64,80 en f85,48 per H.A.) Dc
opbrengst aan bieten werd in Friesland
geschat op 31.900 K.G., in Groningen op
33.000 K.G.
Voor beide onko stenberekeningen was
de waarde van 't werk van één paard
per uur 50 cent gesteld, het uurloon van
een knecht op 30 cent en aangenomen, dat
de afstand van de boerderij tot haven of
ètation 1 K.M. was.
Voor tarwe is het geringere kunstmest-
gebruik in Friesland verklaarbaar, omdat
men zich daar waarschijnlijk meer dan in
Groningen toelegt op verbouw van zaai
granen en de strooprijzen door den invloed
der cartonfabrieken in Groningen ge
woonlijk hooger zijn.
Dat het grootere kunstmestgebruik in
Groningen bij bietenverbouw aan de op
brengst ten goede komt, blijkt niet alleen
uit de taxaties,doch nog meer uit de hoeveel
heden, die inderdaad per H.A. worden ge
leverd. Een verhoogd kunstmestgebruik
heeft nog meer invloed op de vorming van
loof dan op de bieten; vandaar de groo
tere waardeering van loof in Groningen.
De conclusie luidt, dat men in Friesland
bij bieten-bouw met voordeel meer kunst
mest kan gebruiken.
antwoordde Arthur.
Er klonk rumoer van stemmen binnen
de restauratie-zaal door de omhoog ge
schoven ramen. Ik keek om, een viertal-
heeren stonden te praten en druk te ge-
stïculeeren om een opengeslagen courant;
zeker het avondblad, dat juist door een
kleinen jongen, die een heelen stapel aan
een riem op zijde droeg was gebracht.
Arthur tikte den ober, die net met een
tafeltje had afgerekend en vlug nader
trad en vriendelijk lachend vroeg wat
wij wenschten. Arthur bestelde nog twee
koffie. De ober bracht de kopjes, doch
niet dan na even met het groepje heeren
te hebben gesproken.
Toen hij de koffie neergezet had, bleef
hij staan, het servet over den arm, en
zeide: „Heeft U het al gehoord? Gis
teravond in Den Haag een bankier ver
moord. De couranten staan er vol van."
„Breng ze me dan straks maar eens",
zeide Arthur en stak een sigaret op,
terwijl ik de klontjes verdeelde en ons
heiden van melk voorzag.
„Heeft het diner mevrouw goed ge
smaakt?" vroeg de ober.
„Uitstekend ober", antwoordde ik.
„Het was erg lekker". Ik zag dat de
ober glunderde; het compliment aan den
hotelhouder straalde blijkbaar ook op hem
af en hij repliceerde galant; „Mevrouw
spreekt al uitstekend Hollandsch".
(Wordt vervolgd).