VEILIGHEID EN VOLKS GEZONDHEID. Het recht van den zuigeling. Iedere zuigeling heeft recht op borst voeding. Er zijn maar weinig moeders, van welke de dokter verklaart, dat zij niet in staat zijn, haar kind te zoogen. Ziekte en sterfte zijn onder borstkinde ren veel lager dan onder fLeschkinde- ren. Eene moeder, die haar kind wel kan zoogen, maai' het niet doet, brengt haar kind in gevaar. Laat de beantwoording van de vraag, of gemengde voeding wenschelijk is aan den dokter over. GEZONDHEIDSRAAD Het ligt in de bedoeling van het co mité, allen die hun pluimvee tengevolge van den watersnood geheel of gedeeltelijk verloren of hun pluimveebehuizingen door het water zagen vernield, te helpen, on geacht of zij van een der bovenbedoelde organisaties al dan niet lid zijn. Ge tracht zal worden den pluimveehouders zooveel mogelijk goede1 rasdieren, van de door de N. P. F. erkende bedrijfsrassen te bezorgen, dus Witte en Patrijskleurige Leghorns, Witte Wyandottes, Barnevel ders, Rhode Island Reds. Daar het niet mogelijk zal zijn, volwassen dieren van deze rassen in voldoende aantal te beko men, zullen worden verschaft broedeieren en kuikens. Waar de pluimveehouders niet in de gelegenheid zijn, de dieren on der kloeken te doen uitbroeden, zal de hulp worden ingeroepen van broodcentra les, van de groote broedmachinefabrieken, terwijl verder ook het Rijksproefstation te Beekbergen, voor zoover de dienst zulks toelaat zal worden indieinstgesteld voor het op peil brengen van den pluimvee- stapel. De hulp zal verder worden inge roepen van alle in Nederland op pluimvee- gebied werkende vereenigingen en orga nisaties, zoowel voor het verzamelen onder hunne leden van de benoodigde gelden of giften in natuara, als broedeieren, eendags- kuikens, voedermiddelen en materialen, als voor het controleeren van de inkomen de aanvragen om steun. De formulieren in te vullen, door hen, die op steun aanspraak maken, kunnen worden aangevraagd bijl het lid der com missie Bern. H. Vos, p. a. Oostel. Pluim vee Coöperatie te Enschedé, alwaar deze formulieren na invulling en na controlee- ring door het bestuur der daartoe aange wezen vereeniging ook weer moeten wor den ingezonden, voor 1 Maart a.s. De toezeggingen van, beschikbaarstel ling van geld als anderszins worden ver zameld door den heer A. F. van den Broek, administrateur van de Kon. Ned. Vereen. Avicoltura, Atjehstraat 117, Den Haag. Behalve van een aanbod van een zeer belangrijk kwantum voeder, werd staande de vergadering nog mededeeling gedaan, door den seer, van den R. v. B., dat deze vereeniging een bedrag van f 1000 ter be schikking stelt van het comité. Voor op slag van voeder en materialen werd door bus schenk om st van een pluimveeliefhebber te Ede de beschikking aangeboden over een terrein en pakhuizen aldaar, terwijl verder nog verschillende toezeggingen, zooals 600 eendagskuikens en 1000 broed eieren werden vermeld. Een ruzietje. De heeren Stenhuis en Bonger, beide leden der S.D.A.P. zijn aan het kibbelen geraakt. Stenhuis schrijft o.a.„Het is een typi sche eigenschap van een bourgeois een arbeider te prijzen zoolang deze han delt, in overeenstemming met zijn op vattingen en hem minachtend te kwalifi- ceeren, zoodra hij het tegendeel doet Hierop antwoordt prof. Bonger:^ Ik kom voort uit de „bourgeoisie" en ik schaam mij voor mijn afkomst niet. Doch daarom mogen nog niet diskwali- fikaties op mij, op mijn ook „bourgeois - partijgenooben, en evenmin op duizenden en duizenden andere „bourgeois" worden toegepast, wijl zij zich volkomen vrij we ten van deze verfoeilijke eigenschappen. Te meenen dat een „bourgeois" die de zijde der arbeiders heeft gekozen, eigen lijk niets liever heeft dan dat zij hem naar den mond praten en prijzen, is een even infame als onzinnige beschuldiging. Hoe ernstig het geval ook is, de humor ontbreekt gelukkig niet! Het is eenvou dig potsierlijk, dat iemand hier als (han- den)-„arbeider" poseert, die al vele ja ren niet meer met zijn handen werkt, doch met zijn hoofd, en dus lang tot „die intellectueelen" behoort, die ook een goed middenklasse-inkomen geniet en daar mede in overeenstemming leeft. Ik gun het Stenhuis en zijn collega's van harte, het komt hun toe voor hun zwaar en ver antwoordelijk werk, maar dan ook geen demagogisch gehuichel van „wij (handen- arbeiders" meer. Incidenten bij een begrafenis met militaire eerbewijzen. Op vragen van het Tweede Kamer lid Albarda 1. Is Ket den minister bekend, dat bij de begrafenis, op 17 December 1.1, te Amsterdam, van H. Richard, aan een aantal gepens ionneer de marinemannen be let is, zich bij den begrafenisstoet aan te sluiten en op de begraafplaats getuige te zijn van de teraardebestelling, en dat aan den voorzitter van den bond van otiid- pefsoneel der marine verboden is, bij het graf het woord te voeren 2. Is het waar, dat dit een en ander is geschied door den officier, belast met het regelen van de begrafenis? 3. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, wil de minister dan mededeelen, of hij het goedkeurt, dat die officier op die wijze gezag uitoefende over niie I-militairen 4. Is de minister bereid maatregelen te nemen, waardoor dergelijke voorvallen lin de toekomst kunnen worden voorkomen heeft de minister van marine a.i. ge antwoord Ad vraag 1. Het is ondergeteekende bekend, dat aan een aantal personen ge weigerd is bij de begrafenis op 17 De cember j.l. van het stoffelijk overschot van den gepensionneerden sergeant-zeil maker N. Richard, ridder der Militaire Willemsorde, plaats te nemen in den mili taire plechtigheid aan het graf het woord te voeren. Deze weigering berustte op de door den commandant der marinekazerne te Amsterdam verkregen inlichting, dat meer dere leden der Vereeniging van ridders der M. W. O. zich zouden onthouden van deelneming aan de militaire plechtig heid, indien de bond van het oude vloot- personeel met welks wijze van actie voeren voor pensioenverbetering zij zich niet kunnen vereenigen tot deelneming werd toegelaten. Hierbij moet wel in het oog worden gehouden, dat de aan spraak, om met militaire eerbewijzen te worden begraven, uitsluitend ontleend werd aan het feit, dat de overledene ridder der M. W. O. was en dat van de personen die zich vanwege den genoemden bond hadden aangemeld voor het houden eener redevoering, desgevraagd, niet de verzeke ring was verkregen, dat zij zich zouden onthouden van propaganda voor hun actie. Den leden van dezen bond is geenszins geweigerd zich bij den begrafenisstoet aan te sluiten; zij hadden daartoe gelegenheid achter den militairen stoet. Evenmin is hun belet aam het graf het woord te voe ren, nadat de militaire plechtigheid was afgeloopen. Ad vraag 2. Door den officier, be last met de regeling der militaire plech tigheid, werd zorg gedragen, dat aan eein en ander de hand werd gehouden. Ad vraag 3. De verbodsbepaling gold het deelnemen aam een militaire plechtig heid, waarbij de militaire autoriteit gezag uitoefent. Het optreden van den bevel voerenden officier wordt goedgekeurd. Ad vraag 4. Afgescheiden van de omstandigheid, dat in dit geval een keuze moest worden gedaan tusschen de verte genwoordiging van één der beide bovenge noemde vereenigingen, zullen maatregelen als bovenbedoeld, in de toekomst niet noodig zijn, wanneer de bond van het oude vlootpersoneel er van afziet, bij plech tigheden als deze propaganda te voeren. Carnaval en de over 9troomi ng. Ged. Staten van Limburg hebben in een brief aan de colleges van B. en W. in die provincies de vraag gesteld of het thans, nu overal giften verzameld wor den ter leniging van den nood in de overstroomde streken, wel oirbaar is dit feest te vieren op de wijze als waarop dat in deze provincie op vele plaatsen nog steeds pleegt te geschieden. „Deze vraag stellen is, meenen wij, haar beantwoorden. Het is ons bekend, dat reeds vroeger in meerdere gemeenten de raad tot alge- heele afschaffing van het carnavalsfeest is overgegaan. Wij willen u thans niet vragen dit loffelijk voorbeeld te volgen, maar meenen in dezen ernstigen tijd toch niet te mogen nalaten een be roep te doen op de besturen van die ge- gemeenten, waar men daartoe nog niet gekomen is om dein raad maatregelen voor te stellen, die er toe leiden, dat althans voor dit jaar de openbare viering van het carnavalsfeest achterwege blijft." LANDBOUW, VLEI EELT EN VISSCHERIJ. Groenteteelt te Waarde. Eenige jaren geleden heeft men ook te Waarde op bescheiden schaal ge tracht met groenteteelt te beginnen. Men heeft het toen geprobeerd met augurken en spinazie. Na twee teelten reeds werden de plannen opgegeven. Veel bezwaren werden toen ondervonden bij het vervoer naar veiling of andere marktplaatsen. Thans zijn weer plannen opgevat om dezelfde zaak aan te vatten. Voorloopig zou men willen beginnen met aard beienteelt. Ongeveer een twintig gemeten zullen dit voorjaar aldaar worden ingestoken. Mogelijk dat de vrachtau o s en auto bussen die ook van hier dagelijks naar Goes heen en weer rijden bij het ver voer daarvan wel van dienst kunnen zijn. Waarde is een van die gemeenten waar ontzaglijk veel klein grondbezit is. (M.C.) RECHTSZAKEN. De handteekeningenkwestie van „St. Willibrord" te Arnhem. Gelijk men weet, heeft de Hooge Raad eenigen tijd geleden de cassatie verwor pen van het vonnis van het gerecii'shof te Arnhem, waarbij die ambtenaar van het schoolbestuur „St. Willibrord" te Arnhem, dhr. Chr. Vr. in de bekende kwestie der valsche handbeekeningen, werd veroordeeld tot een maand ge vangenisstraf. „De Tijd" deelt mede, dat thans een verzoek om gratie bij H. M. de Konin gin door den veroordeelde is ingediend. Een zelfde verzoek is ook ingediend door het schoolbestuur St. Willibrord" en door de betrokken autoriteiten van het gemeentebestuur van Arnhem. UIT DE PERS. De „uiterste noodzaak af. De „Voltakrant" (r.-k.) bespr jkt de houding, die mr. Marchant heeft aange nomen tegenover de aanwijzing als ka binetsformateur van mr. Limburg-. Indien vaststond, of zelfs indien er maar redelijk uitzicht op was, dal op de mislukking der opdracht aan mr. Lim burg zou volgen een „rood-rose-roomsch" kabinet, dan ware het verzet van mr. Marchant begrijpelijk. Maar op hetgeen mr. Marchant beoogt en nastreeft bestaat iniet het minste uit zicht: een kabinet van sociaal- en vrij zinnig-democraten en katholieken komt er niet. Eenvoudig omdat aan vervulling der voorwaarden, door dr. Nolens indertijd gesteld, niet valt te denken. LimburgMarchant. „Het Vaderland" schrijft: Over den banvloek van den Hr. Mar chant zal de Hr. Limburg zich wel niet ongerust maken. Hij kent de wijze waarop de leider van de Vrijzinnig-Democratische partij zich pleegt uit te drukken over hen, die anders handelen, dan hij zou gewild hebben, beter dan wij. Sommige verrukte (zet for heavens sake geen Umlaut op dit woord, o zetter!) partijgenooten van den Hr. Marchant noemen zulk optreden het bewijs van zijn „weergaloos tempe rament" en wij geven nederig toe, dat het inderdaad weergaloos is. De Hr. Marchant heeft Vrijdagavond te Smeek gelegd: „Mr. Limburg is een der onzen. Dat Mr. Limburg een derge lijke opdracht aanvaarden zal, ik kan het niet gelooven, maar indien hij het toch doet, dan wenden wij ons van hem af Hier was de dictator aan het woord, want Mr. Marchant kan als vrijzinnige (de partij heet immers nog altijd vrijzin nig-democratisch, en stelt zelfs op dat praedicaat zoo'n prijs, dat ze het ter wille van de fusie met Heeres niet heeft willen laten vallen) zoo iets toch maar niet decreteeren zonder zijne partij daarover te hebben gehoord. Maar van veel poli tieke beteekenis is het niet, vooral niet nu de S.D.A.P. eene afwachtende houding aanneemt. En het is niet van humor ont bloot daartegenover den leider van om zoo te zeggen van anderhalven man en een paardekop een toon te jhtooren aanslaan', alsof zijne houding nu eigenlijk over het wel en wee van het ministerie-Limburg, dat wij hopen geboren te zien worden, zou beslissen. PROVINCIE-NIEUWS. Krabbendijke. Door mej. P. Vervloet, wijkverpleegster voor Krabbendijke en Waarde, werden gedurende 1925 te Krabbendijke afgelegd 1845 ziekenbe zoeken, 177 bezoeken betreffende zuige lingenzorg en 130 bezoeken betreffende t. b. c., samen 2152 bezoeken; en te Waarde gewone bezoeken 337 en 41 be zoeken betreffende zuigelingenzorg. Voor de beide gemeenten samen alzoo 2530 bezoeken. Rilland-Bath. Door het Fanfare-Mu ziekgezelschap „Vroolijk Voorwaarts werd in de zaal van den heer Luajk een mooi geslaagde uitvoering gegeven. De voorz. der vereeniging opende met een kort woord. De verschillende muzieknum mers werden, gezien de grootte van het korps, tamelijk goed uitgevoerd en de uitgevoerde tooneelnummers gaven blijk van goede studie in de verschillende rol len. Deze gezellige avond werd weer door den voorz. gesloten, waarna men nog eenigen tijd bijeen bleef. Dinsdagavond werd in het Vere nigingslokaal Ons Huis, door dhr. Boo gaard, inspecteur van den Raad van Ar beid te Goes, een lezing gehouden over de Vrijwillige Ouderdoms verzekering V.O.V. De agent van den Raad van Ar beid, de heer E. Tange, opende de verga dering met een welkomstwoord aan den spreker en aan de talrijke aanwezigen. De heer Boogaards, daarna het woord verkrij gende, zette op een interessante wijze uit een de V.O.V. Vanaf begin van de wet 1919 tot heden en loonde de vooruitgang aan in de zaak der V.O.V. Mot ver schillende voorbeelden uit het prac i che leven werden de voordeelen der V.O.V. aan het licht gesteld. Verder werden ver schillende premietarieven cin verschi lende ouderdomsstadiums behandeld, waaruit viel op te maken, dat hoe eerder men een .erzekering sluit, hoe lichter de onkos'en daarvoor zijn. Spr. drong er op aan, zoo spoedig mogelijk een V.O.V. af te slui ten. Van de g legenheid om vragen te stel len werd druk gebruik gemaaki. De ver gadering werd met een dankend woord aan de aanwezigen voor de belangstelling, ge sloten. Opbrengst gehouden collecte Wa tersnood f 1073,20. Voor de lichting V1927 zijn alhier 25 personen ingeschreven. STADS-NIEUWS. Selma Lagerlöf. Uitgenioodigd door de afd. Goes der Ned. Vereeniging van Huisvrouwen hield Mej. Chris.ine Doorman Woensdagavond voor de leden van genoemde Vereeniging en verdere belangslellendeni een zeer be langrijke lezing over de groote Zweed- sche schrijfster Selma Lagerlöf, in het Gebouw der Vereeniging van Vrijzinnig Godsdienstigen alhier. Een flink aantal leden, ook van buiten de stad was opge komen. Aangevuld' met belangstellenden was de zaai zeer goed bezet. Nadat Mevr. Abeleven, de pre Jen le der Vereeniging, allen welkom had ge- liceten en een woord van dank had ge bracht aan allen die door giften in muur a hadden bijgedragen lot leniging der ge- trof fenen bij de jongsie Wa'ersii' oKram pen, begon Mej. Doorman te vertellen over deze groote Zweedsche schrijfster, haar leven en haar werken. Teneinde deze vrouw en haar werken te kunnen waard „eren en begrijpen, die nen wij, aldus spr. ons eerst eenig be grip, eenig denkbeeld te kunnen vormen van dat wondere land, waarin zij leeft en dat zij zoo bij uitstek kent, van Noord tot Zu d, en waarvan vrijwel niemand de ziel zoo goed aanvoelt als Selma Lager löf. Zweden, het land vain de sagen, van de heldendichten, het land van de som bere, lange, donkere winters, waarin 's menschen fantasie zoo vrij spel heeft, dat land met zijn groote sombere bos- schcn, zijn eentonige groote meeren, onder het koude Noorderlicht, met zijn krach tige, eerlijke, eenvoudige bevolking, dat alles heeft zij zoo zuiver gevoeld en haeeft zij zóó treffend weergegeven in naar werken als geen ander ooit te voren. Zij was één met Zweden, met Varmland, deze „Petedochter van Moeder Svea". Selma Lagerlöf in haar jeugd een teer kind, groot gebracht op het groote een zame landgoed Morrbackai in Varmland, is geworden de groote sage-vertelster. Met haar heeft de mystiek haar intrede ge daan in de Zweedsche Letterkunde. Spr. maakt duidelijk hoe dit alles in haar ge groeid is, in dit fijnvoelende, teerbesnaar- de kind, dat niet kon spelen met andere kinderen, doch moest luisteren naar de sprookjes die Grootmoeder haar vertelde in de lange winteravonden, die sprookjes welke de kiem zijn geweest van haar prachtige fantasie; hoe een Indianenver haal, dat zij eens onverwachts in handen kreeg, haar het gevoel voor romantiek bracht. Dit alles is tot uiting gekomen in haar groote werk „Gösta Berling", een heldensage met de sfeer van de rid derromans en de sagefiguren, lief en idyl lisch. Spr. toont dan een serie licht beelden, betrekking hebbende op Selma Lagerlöf's leven en wij zien haar wo ning, het groote statige Morrbacka, een zaam diep, verborgen in Varmland, de mooie bibliotheek waarin de geschilderde paneelcn zijn aangebracht, welke zij ge kregen heeft en die allen betrekking heb ben op figuren en episoden uil Gösta Berling. Ook zien wij de verschillende landgoederen en zelfs de personen uit de helden-sage Gösta Berling, daar Selma Lagerlöf alle personen voor haar werk naar levende voorbeelden heeft beschre ven, evenals zij het verhaal heeft laten «pelen in de thans nog bestaande gebou wen, kerken enz. Zoo zien wij o.a. ook het mooie Eckeby, waar de Majorska met haar Cavaliers leefde en nog vele andere. Zoo vertelde Mej. Doorman, die de schrijfster persoonlijk ook zeer goed be kend is, nog vele andere momenten en gebeurtenissen, die ons een duidelijken kijk gaven op het mooie, lieve karakter en haar innig, menschelijk werk. Het was een aangename en gezellige avond. Vereeniging van Vr ij zinnig G o d s d i e n s t i ge n. Zondagavond om kwart over zes zal een godsdiens toef ening worden gehouden onder leiding van, Ds. E. J. v. d. Brugh, van Tiel. Doordat eenzelfde advertentie 3 maal geplaatst 2 maal wordt berekend, is de prijs per regel slechts 16 cent GEMENGD NIEUWS. Bleeke kindertjes ein die pe kinderwagens. Een echtpaar collega's deelt in The Brit. med. Journ. van 26 December 1925 mede, dat hun kindje, toen het twee maan den oud was, wel goed groeide, maar erg b eek was. Het lag als het uitging in een dijpen kinderwagen, waar de zon het niet bereikte. Toen de onderlaag in den wagen flink was opgehoogd, was het kindje in dr.e dagen een blozend cherubijntje ge worden. Eigenlijk geen nieuws. Maar als men hoort, dat in dommige kringen de ouders den zeer oorspronkelijken raad van den dokter krijgen, om gedurende de eerste levensmaanden toch vooral geen zonlicht tot den zuigeling te doen doordringen, en denken dat wie weet wat daarmee gemoeid is, lijkt het niet overbodig, dat oude nieuws nog eens op te rakelen. (Tijdschr. v. Geneesk.) De matrozen van de „Java' Toen de nieuwe kruiser Java te Priok aankwam, schreef de Weltevredensche redacteur van liet Alg. Ind. Dgbl. aan zijn bladI I „De geest onder het personeel is niet om „over te roepen", zooals ons van betrouwbare zijde werd medegedeeld; het was „moeilijk om het den rnenschen naar den zin te maken, en er was geen al- gemeene tevredenheid Dal moge al of niet juist geweest zijn - men had vel gedacht, dat na de har telijke verwelkoming, welke ook het on- d'TgeFcl likte personeel in Indië ten deel viel, de stemming, om welke redenen dan ook bedorven, weer verbeterd was. Naar de Nwe Sper. Ct. schrijft, zou de bemanning van den kruiser geweigerd hebben den feestavond, door de burgerij van Soerabaja haar aangeboden, bij te wonen. Om deze opzienbare houding te motiveeren, werd den commandant mede gedeeld, dat de bemanning liever niet kwam in de voor dien feestavond bestem de zaal, de zaal van de sociëteit „Con cordia" en wel omdat die zaal op gewone dagen voor het marinepersoneel niet toe gankelijk is, een motief, dat nogal gezocht klinkt, omdat de ingezetenen van Soera baja, die geen leden zijn van deze socië teit, natuurlijk ook geen toegang tot deze zaal hebben. De marine-commandant moet daarna over deze aangelegenheid, welke voor het comité van ontvangst voor de executanten van het programma allerpijnlijkst had kunnen worden, radiografisch hebben ge confereerd inel den vlootvoogd. En deze zou bevel hebben gegeven om het bijwo nen van den feestavond tot „c'ienst" te ver klaren. Wat beteekende, dat zij, die daar toe werden aangewezen, den feestavond moesten bijwonen, wilden zij niet indisci- plinair handelen. De bemanning marcheerde dus naar de feestzaal. Tijdens de rede van den resident wias zij nogal rumoerig en zelfs ontzag een der matrozen zich niet om, toen de resi dent sprak van den „ongedwongen geest, welke op het feest zou heerschen", hard te roepen „gedwongen". Toen het „Wilhelmus" werd gespeeld, kostte 'ket eenige moeite om alle sche pelingen tot opstaan te krijgen en terwijl de burgerij het volkslied meezong, zwe gen de matrozen. Gelukkig merkte niet al het publiek deze onbehoorlijke manifestatie der gas ten op. DocH op hen, die er getuige van waren, maakte een en ander een zeer slechten indruk. Het is in Soerabaja, als een gevolg van de uitspattingen en vechtpartijen der ma rine-schepelingen, moeilijk geweest om de goede verstandhouding tusschen de bur gerij en de matrozen te bewaren. Verpleegsters met page kopjes. De Telegraaf meldt: Zooals men zich ongetwijfeld zal her inneren bracht deze kwestie destijds niet vele opgewonden vrouwengemoederen in beroering? namen in het voorjaar van 1924, toen de mode van het dragen van kortgeknipt haar, z.g. page-kopjes, bij de dames meer en meer ingang vond, de directeuren der gemeentelijke zieken huizen hier ter stede het besluit den ver pleegsters, in hun instellingen werkzaam, te verbieden, page-haar te dragen. De directeuren grondden hun verbod op de instructie, welke het verplegend personeel in de ziekenhuizen1, waar man nen en vrouwen verpleegd worden een eenvoudige haardracht voorschrijft. Bo vendien waren de directeuren van mee ning, dat in het algemeen de verpleeg sters zich van wereldsche ijdelheden af zijdig dienden te houden. Naar wij vernemen is thans evenwel besloten alle verpleegsters in de gemeente lijke ziekenhuizen, het armenhuis en de quarantaine-inrichtingen van een kap be voorzien die de geheele coiffure omsluit. Dientengevolge zullen zij in de toekomst worden vrijgelaten in de keuze van haar hoofdtooi. i Voor het gebruik van kappen pleiten natuurlijk in de eerste plaats hygiënische maatregelen. Intusschen zullen de zus tertjes, die van page-kopjes droomen,thans haar wenschep in vervulling zien gaan.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina 2