VEILIGHEID EN VOLKS
GEZONDHEID.
Het recht van den zuigeling.
Iedere zuigeling heeft recht op borst
voeding. Er zijn maar weinig moeders,
van welke de dokter verklaart, dat zij
niet in staat zijn, haar kind te zoogen.
Ziekte en sterfte zijn onder borstkinde
ren veel lager dan onder fLeschkinde-
ren. Eene moeder, die haar kind wel kan
zoogen, maai' het niet doet, brengt haar
kind in gevaar.
Laat de beantwoording van de vraag,
of gemengde voeding wenschelijk is aan
den dokter over.
GEZONDHEIDSRAAD
Het ligt in de bedoeling van het co
mité, allen die hun pluimvee tengevolge
van den watersnood geheel of gedeeltelijk
verloren of hun pluimveebehuizingen door
het water zagen vernield, te helpen, on
geacht of zij van een der bovenbedoelde
organisaties al dan niet lid zijn. Ge
tracht zal worden den pluimveehouders
zooveel mogelijk goede1 rasdieren, van de
door de N. P. F. erkende bedrijfsrassen
te bezorgen, dus Witte en Patrijskleurige
Leghorns, Witte Wyandottes, Barnevel
ders, Rhode Island Reds. Daar het niet
mogelijk zal zijn, volwassen dieren van
deze rassen in voldoende aantal te beko
men, zullen worden verschaft broedeieren
en kuikens. Waar de pluimveehouders
niet in de gelegenheid zijn, de dieren on
der kloeken te doen uitbroeden, zal de
hulp worden ingeroepen van broodcentra
les, van de groote broedmachinefabrieken,
terwijl verder ook het Rijksproefstation
te Beekbergen, voor zoover de dienst zulks
toelaat zal worden indieinstgesteld voor
het op peil brengen van den pluimvee-
stapel. De hulp zal verder worden inge
roepen van alle in Nederland op pluimvee-
gebied werkende vereenigingen en orga
nisaties, zoowel voor het verzamelen onder
hunne leden van de benoodigde gelden of
giften in natuara, als broedeieren, eendags-
kuikens, voedermiddelen en materialen,
als voor het controleeren van de inkomen
de aanvragen om steun.
De formulieren in te vullen, door hen,
die op steun aanspraak maken, kunnen
worden aangevraagd bijl het lid der com
missie Bern. H. Vos, p. a. Oostel. Pluim
vee Coöperatie te Enschedé, alwaar deze
formulieren na invulling en na controlee-
ring door het bestuur der daartoe aange
wezen vereeniging ook weer moeten wor
den ingezonden, voor 1 Maart a.s.
De toezeggingen van, beschikbaarstel
ling van geld als anderszins worden ver
zameld door den heer A. F. van den
Broek, administrateur van de Kon. Ned.
Vereen. Avicoltura, Atjehstraat 117, Den
Haag.
Behalve van een aanbod van een zeer
belangrijk kwantum voeder, werd staande
de vergadering nog mededeeling gedaan,
door den seer, van den R. v. B., dat deze
vereeniging een bedrag van f 1000 ter be
schikking stelt van het comité. Voor op
slag van voeder en materialen werd door
bus schenk om st van een pluimveeliefhebber
te Ede de beschikking aangeboden over
een terrein en pakhuizen aldaar, terwijl
verder nog verschillende toezeggingen,
zooals 600 eendagskuikens en 1000 broed
eieren werden vermeld.
Een ruzietje.
De heeren Stenhuis en Bonger, beide
leden der S.D.A.P. zijn aan het kibbelen
geraakt.
Stenhuis schrijft o.a.„Het is een typi
sche eigenschap van een bourgeois een
arbeider te prijzen zoolang deze han
delt, in overeenstemming met zijn op
vattingen en hem minachtend te kwalifi-
ceeren, zoodra hij het tegendeel doet
Hierop antwoordt prof. Bonger:^
Ik kom voort uit de „bourgeoisie" en
ik schaam mij voor mijn afkomst niet.
Doch daarom mogen nog niet diskwali-
fikaties op mij, op mijn ook „bourgeois -
partijgenooben, en evenmin op duizenden
en duizenden andere „bourgeois" worden
toegepast, wijl zij zich volkomen vrij we
ten van deze verfoeilijke eigenschappen.
Te meenen dat een „bourgeois" die de
zijde der arbeiders heeft gekozen, eigen
lijk niets liever heeft dan dat zij hem
naar den mond praten en prijzen, is een
even infame als onzinnige beschuldiging.
Hoe ernstig het geval ook is, de humor
ontbreekt gelukkig niet! Het is eenvou
dig potsierlijk, dat iemand hier als (han-
den)-„arbeider" poseert, die al vele ja
ren niet meer met zijn handen werkt,
doch met zijn hoofd, en dus lang tot „die
intellectueelen" behoort, die ook een goed
middenklasse-inkomen geniet en daar
mede in overeenstemming leeft. Ik gun het
Stenhuis en zijn collega's van harte, het
komt hun toe voor hun zwaar en ver
antwoordelijk werk, maar dan ook geen
demagogisch gehuichel van „wij (handen-
arbeiders" meer.
Incidenten bij een begrafenis
met militaire eerbewijzen.
Op vragen van het Tweede Kamer
lid Albarda
1. Is Ket den minister bekend, dat
bij de begrafenis, op 17 December 1.1,
te Amsterdam, van H. Richard, aan een
aantal gepens ionneer de marinemannen be
let is, zich bij den begrafenisstoet aan te
sluiten en op de begraafplaats getuige te
zijn van de teraardebestelling, en dat aan
den voorzitter van den bond van otiid-
pefsoneel der marine verboden is, bij het
graf het woord te voeren
2. Is het waar, dat dit een en ander
is geschied door den officier, belast met
het regelen van de begrafenis?
3. Indien de vorige vraag bevestigend
wordt beantwoord, wil de minister dan
mededeelen, of hij het goedkeurt, dat die
officier op die wijze gezag uitoefende over
niie I-militairen
4. Is de minister bereid maatregelen
te nemen, waardoor dergelijke voorvallen
lin de toekomst kunnen worden voorkomen
heeft de minister van marine a.i. ge
antwoord
Ad vraag 1. Het is ondergeteekende
bekend, dat aan een aantal personen ge
weigerd is bij de begrafenis op 17 De
cember j.l. van het stoffelijk overschot
van den gepensionneerden sergeant-zeil
maker N. Richard, ridder der Militaire
Willemsorde, plaats te nemen in den mili
taire plechtigheid aan het graf het woord
te voeren.
Deze weigering berustte op de door
den commandant der marinekazerne te
Amsterdam verkregen inlichting, dat meer
dere leden der Vereeniging van ridders
der M. W. O. zich zouden onthouden
van deelneming aan de militaire plechtig
heid, indien de bond van het oude vloot-
personeel met welks wijze van actie
voeren voor pensioenverbetering zij zich
niet kunnen vereenigen tot deelneming
werd toegelaten. Hierbij moet wel in
het oog worden gehouden, dat de aan
spraak, om met militaire eerbewijzen te
worden begraven, uitsluitend ontleend werd
aan het feit, dat de overledene ridder der
M. W. O. was en dat van de personen
die zich vanwege den genoemden bond
hadden aangemeld voor het houden eener
redevoering, desgevraagd, niet de verzeke
ring was verkregen, dat zij zich zouden
onthouden van propaganda voor hun actie.
Den leden van dezen bond is geenszins
geweigerd zich bij den begrafenisstoet aan
te sluiten; zij hadden daartoe gelegenheid
achter den militairen stoet. Evenmin is
hun belet aam het graf het woord te voe
ren, nadat de militaire plechtigheid was
afgeloopen.
Ad vraag 2. Door den officier, be
last met de regeling der militaire plech
tigheid, werd zorg gedragen, dat aan eein
en ander de hand werd gehouden.
Ad vraag 3. De verbodsbepaling gold
het deelnemen aam een militaire plechtig
heid, waarbij de militaire autoriteit gezag
uitoefent. Het optreden van den bevel
voerenden officier wordt goedgekeurd.
Ad vraag 4. Afgescheiden van de
omstandigheid, dat in dit geval een keuze
moest worden gedaan tusschen de verte
genwoordiging van één der beide bovenge
noemde vereenigingen, zullen maatregelen
als bovenbedoeld, in de toekomst niet
noodig zijn, wanneer de bond van het
oude vlootpersoneel er van afziet, bij plech
tigheden als deze propaganda te voeren.
Carnaval en de over 9troomi ng.
Ged. Staten van Limburg hebben in
een brief aan de colleges van B. en W.
in die provincies de vraag gesteld of het
thans, nu overal giften verzameld wor
den ter leniging van den nood in de
overstroomde streken, wel oirbaar is dit
feest te vieren op de wijze als waarop
dat in deze provincie op vele plaatsen
nog steeds pleegt te geschieden.
„Deze vraag stellen is, meenen wij,
haar beantwoorden.
Het is ons bekend, dat reeds vroeger in
meerdere gemeenten de raad tot alge-
heele afschaffing van het carnavalsfeest
is overgegaan. Wij willen u thans niet
vragen dit loffelijk voorbeeld te volgen,
maar meenen in dezen ernstigen tijd
toch niet te mogen nalaten een be
roep te doen op de besturen van die ge-
gemeenten, waar men daartoe nog niet
gekomen is om dein raad maatregelen voor
te stellen, die er toe leiden, dat althans
voor dit jaar de openbare viering van
het carnavalsfeest achterwege blijft."
LANDBOUW, VLEI EELT
EN VISSCHERIJ.
Groenteteelt te Waarde.
Eenige jaren geleden heeft men ook
te Waarde op bescheiden schaal ge
tracht met groenteteelt te beginnen.
Men heeft het toen geprobeerd met
augurken en spinazie. Na twee teelten
reeds werden de plannen opgegeven.
Veel bezwaren werden toen ondervonden
bij het vervoer naar veiling of andere
marktplaatsen.
Thans zijn weer plannen opgevat om
dezelfde zaak aan te vatten. Voorloopig
zou men willen beginnen met aard
beienteelt.
Ongeveer een twintig gemeten zullen
dit voorjaar aldaar worden ingestoken.
Mogelijk dat de vrachtau o s en auto
bussen die ook van hier dagelijks naar
Goes heen en weer rijden bij het ver
voer daarvan wel van dienst kunnen zijn.
Waarde is een van die gemeenten waar
ontzaglijk veel klein grondbezit is. (M.C.)
RECHTSZAKEN.
De handteekeningenkwestie van
„St. Willibrord" te Arnhem.
Gelijk men weet, heeft de Hooge Raad
eenigen tijd geleden de cassatie verwor
pen van het vonnis van het gerecii'shof
te Arnhem, waarbij die ambtenaar van
het schoolbestuur „St. Willibrord" te
Arnhem, dhr. Chr. Vr. in de bekende
kwestie der valsche handbeekeningen,
werd veroordeeld tot een maand ge
vangenisstraf.
„De Tijd" deelt mede, dat thans een
verzoek om gratie bij H. M. de Konin
gin door den veroordeelde is ingediend.
Een zelfde verzoek is ook ingediend door
het schoolbestuur St. Willibrord" en
door de betrokken autoriteiten van het
gemeentebestuur van Arnhem.
UIT DE PERS.
De „uiterste noodzaak af.
De „Voltakrant" (r.-k.) bespr jkt de
houding, die mr. Marchant heeft aange
nomen tegenover de aanwijzing als ka
binetsformateur van mr. Limburg-.
Indien vaststond, of zelfs indien er
maar redelijk uitzicht op was, dal op de
mislukking der opdracht aan mr. Lim
burg zou volgen een „rood-rose-roomsch"
kabinet, dan ware het verzet van mr.
Marchant begrijpelijk.
Maar op hetgeen mr. Marchant beoogt
en nastreeft bestaat iniet het minste uit
zicht: een kabinet van sociaal- en vrij
zinnig-democraten en katholieken komt er
niet.
Eenvoudig omdat aan vervulling der
voorwaarden, door dr. Nolens indertijd
gesteld, niet valt te denken.
LimburgMarchant.
„Het Vaderland" schrijft:
Over den banvloek van den Hr. Mar
chant zal de Hr. Limburg zich wel niet
ongerust maken. Hij kent de wijze waarop
de leider van de Vrijzinnig-Democratische
partij zich pleegt uit te drukken over hen,
die anders handelen, dan hij zou gewild
hebben, beter dan wij. Sommige verrukte
(zet for heavens sake geen Umlaut op
dit woord, o zetter!) partijgenooten van
den Hr. Marchant noemen zulk optreden
het bewijs van zijn „weergaloos tempe
rament" en wij geven nederig toe, dat het
inderdaad weergaloos is.
De Hr. Marchant heeft Vrijdagavond
te Smeek gelegd: „Mr. Limburg is een
der onzen. Dat Mr. Limburg een derge
lijke opdracht aanvaarden zal, ik kan
het niet gelooven, maar indien hij het toch
doet, dan wenden wij ons van hem af
Hier was de dictator aan het woord,
want Mr. Marchant kan als vrijzinnige
(de partij heet immers nog altijd vrijzin
nig-democratisch, en stelt zelfs op dat
praedicaat zoo'n prijs, dat ze het ter wille
van de fusie met Heeres niet heeft willen
laten vallen) zoo iets toch maar niet
decreteeren zonder zijne partij daarover
te hebben gehoord. Maar van veel poli
tieke beteekenis is het niet, vooral niet
nu de S.D.A.P. eene afwachtende houding
aanneemt. En het is niet van humor ont
bloot daartegenover den leider van om zoo
te zeggen van anderhalven man en een
paardekop een toon te jhtooren aanslaan',
alsof zijne houding nu eigenlijk over het
wel en wee van het ministerie-Limburg,
dat wij hopen geboren te zien worden, zou
beslissen.
PROVINCIE-NIEUWS.
Krabbendijke. Door mej. P. Vervloet,
wijkverpleegster voor Krabbendijke
en Waarde, werden gedurende 1925 te
Krabbendijke afgelegd 1845 ziekenbe
zoeken, 177 bezoeken betreffende zuige
lingenzorg en 130 bezoeken betreffende
t. b. c., samen 2152 bezoeken; en te
Waarde gewone bezoeken 337 en 41 be
zoeken betreffende zuigelingenzorg.
Voor de beide gemeenten samen alzoo
2530 bezoeken.
Rilland-Bath. Door het Fanfare-Mu
ziekgezelschap „Vroolijk Voorwaarts
werd in de zaal van den heer Luajk een
mooi geslaagde uitvoering gegeven. De
voorz. der vereeniging opende met een
kort woord. De verschillende muzieknum
mers werden, gezien de grootte van het
korps, tamelijk goed uitgevoerd en de
uitgevoerde tooneelnummers gaven blijk
van goede studie in de verschillende rol
len. Deze gezellige avond werd weer door
den voorz. gesloten, waarna men nog
eenigen tijd bijeen bleef.
Dinsdagavond werd in het Vere
nigingslokaal Ons Huis, door dhr. Boo
gaard, inspecteur van den Raad van Ar
beid te Goes, een lezing gehouden over
de Vrijwillige Ouderdoms verzekering
V.O.V. De agent van den Raad van Ar
beid, de heer E. Tange, opende de verga
dering met een welkomstwoord aan den
spreker en aan de talrijke aanwezigen. De
heer Boogaards, daarna het woord verkrij
gende, zette op een interessante wijze uit
een de V.O.V. Vanaf begin van de wet
1919 tot heden en loonde de vooruitgang
aan in de zaak der V.O.V. Mot ver
schillende voorbeelden uit het prac i che
leven werden de voordeelen der V.O.V.
aan het licht gesteld. Verder werden ver
schillende premietarieven cin verschi lende
ouderdomsstadiums behandeld, waaruit
viel op te maken, dat hoe eerder men een
.erzekering sluit, hoe lichter de onkos'en
daarvoor zijn. Spr. drong er op aan, zoo
spoedig mogelijk een V.O.V. af te slui
ten. Van de g legenheid om vragen te stel
len werd druk gebruik gemaaki. De ver
gadering werd met een dankend woord aan
de aanwezigen voor de belangstelling, ge
sloten.
Opbrengst gehouden collecte Wa
tersnood f 1073,20.
Voor de lichting V1927 zijn alhier
25 personen ingeschreven.
STADS-NIEUWS.
Selma Lagerlöf.
Uitgenioodigd door de afd. Goes der
Ned. Vereeniging van Huisvrouwen hield
Mej. Chris.ine Doorman Woensdagavond
voor de leden van genoemde Vereeniging
en verdere belangslellendeni een zeer be
langrijke lezing over de groote Zweed-
sche schrijfster Selma Lagerlöf, in het
Gebouw der Vereeniging van Vrijzinnig
Godsdienstigen alhier. Een flink aantal
leden, ook van buiten de stad was opge
komen. Aangevuld' met belangstellenden
was de zaai zeer goed bezet.
Nadat Mevr. Abeleven, de pre Jen le
der Vereeniging, allen welkom had ge-
liceten en een woord van dank had ge
bracht aan allen die door giften in muur a
hadden bijgedragen lot leniging der ge-
trof fenen bij de jongsie Wa'ersii' oKram
pen, begon Mej. Doorman te vertellen
over deze groote Zweedsche schrijfster,
haar leven en haar werken.
Teneinde deze vrouw en haar werken
te kunnen waard „eren en begrijpen, die
nen wij, aldus spr. ons eerst eenig be
grip, eenig denkbeeld te kunnen vormen
van dat wondere land, waarin zij leeft en
dat zij zoo bij uitstek kent, van Noord
tot Zu d, en waarvan vrijwel niemand de
ziel zoo goed aanvoelt als Selma Lager
löf. Zweden, het land vain de sagen, van
de heldendichten, het land van de som
bere, lange, donkere winters, waarin 's
menschen fantasie zoo vrij spel heeft,
dat land met zijn groote sombere bos-
schcn, zijn eentonige groote meeren, onder
het koude Noorderlicht, met zijn krach
tige, eerlijke, eenvoudige bevolking, dat
alles heeft zij zoo zuiver gevoeld en
haeeft zij zóó treffend weergegeven in
naar werken als geen ander ooit te voren.
Zij was één met Zweden, met Varmland,
deze „Petedochter van Moeder Svea".
Selma Lagerlöf in haar jeugd een teer
kind, groot gebracht op het groote een
zame landgoed Morrbackai in Varmland,
is geworden de groote sage-vertelster. Met
haar heeft de mystiek haar intrede ge
daan in de Zweedsche Letterkunde. Spr.
maakt duidelijk hoe dit alles in haar ge
groeid is, in dit fijnvoelende, teerbesnaar-
de kind, dat niet kon spelen met andere
kinderen, doch moest luisteren naar de
sprookjes die Grootmoeder haar vertelde
in de lange winteravonden, die sprookjes
welke de kiem zijn geweest van haar
prachtige fantasie; hoe een Indianenver
haal, dat zij eens onverwachts in handen
kreeg, haar het gevoel voor romantiek
bracht. Dit alles is tot uiting gekomen
in haar groote werk „Gösta Berling",
een heldensage met de sfeer van de rid
derromans en de sagefiguren, lief en idyl
lisch. Spr. toont dan een serie licht
beelden, betrekking hebbende op Selma
Lagerlöf's leven en wij zien haar wo
ning, het groote statige Morrbacka, een
zaam diep, verborgen in Varmland, de
mooie bibliotheek waarin de geschilderde
paneelcn zijn aangebracht, welke zij ge
kregen heeft en die allen betrekking heb
ben op figuren en episoden uil Gösta
Berling. Ook zien wij de verschillende
landgoederen en zelfs de personen uit de
helden-sage Gösta Berling, daar Selma
Lagerlöf alle personen voor haar werk
naar levende voorbeelden heeft beschre
ven, evenals zij het verhaal heeft laten
«pelen in de thans nog bestaande gebou
wen, kerken enz. Zoo zien wij o.a. ook
het mooie Eckeby, waar de Majorska
met haar Cavaliers leefde en nog vele
andere.
Zoo vertelde Mej. Doorman, die de
schrijfster persoonlijk ook zeer goed be
kend is, nog vele andere momenten en
gebeurtenissen, die ons een duidelijken
kijk gaven op het mooie, lieve karakter
en haar innig, menschelijk werk. Het was
een aangename en gezellige avond.
Vereeniging van Vr ij zinnig
G o d s d i e n s t i ge n.
Zondagavond om kwart over zes zal
een godsdiens toef ening worden gehouden
onder leiding van, Ds. E. J. v. d. Brugh,
van Tiel.
Doordat eenzelfde advertentie
3 maal geplaatst 2 maal
wordt berekend, is de prijs
per regel slechts 16 cent
GEMENGD NIEUWS.
Bleeke kindertjes ein die
pe kinderwagens.
Een echtpaar collega's deelt in The
Brit. med. Journ. van 26 December 1925
mede, dat hun kindje, toen het twee maan
den oud was, wel goed groeide, maar erg
b eek was. Het lag als het uitging in een
dijpen kinderwagen, waar de zon het niet
bereikte. Toen de onderlaag in den wagen
flink was opgehoogd, was het kindje in
dr.e dagen een blozend cherubijntje ge
worden. Eigenlijk geen nieuws. Maar als
men hoort, dat in dommige kringen de
ouders den zeer oorspronkelijken raad van
den dokter krijgen, om gedurende de eerste
levensmaanden toch vooral geen zonlicht
tot den zuigeling te doen doordringen, en
denken dat wie weet wat daarmee gemoeid
is, lijkt het niet overbodig, dat oude nieuws
nog eens op te rakelen.
(Tijdschr. v. Geneesk.)
De matrozen van de „Java'
Toen de nieuwe kruiser Java te Priok
aankwam, schreef de Weltevredensche
redacteur van liet Alg. Ind. Dgbl. aan zijn
bladI I
„De geest onder het personeel is niet
om „over te roepen", zooals ons van
betrouwbare zijde werd medegedeeld;
het was „moeilijk om het den rnenschen
naar den zin te maken, en er was geen al-
gemeene tevredenheid
Dal moge al of niet juist geweest zijn
- men had vel gedacht, dat na de har
telijke verwelkoming, welke ook het on-
d'TgeFcl likte personeel in Indië ten deel
viel, de stemming, om welke redenen dan
ook bedorven, weer verbeterd was.
Naar de Nwe Sper. Ct. schrijft, zou
de bemanning van den kruiser geweigerd
hebben den feestavond, door de burgerij
van Soerabaja haar aangeboden, bij te
wonen. Om deze opzienbare houding te
motiveeren, werd den commandant mede
gedeeld, dat de bemanning liever niet
kwam in de voor dien feestavond bestem
de zaal, de zaal van de sociëteit „Con
cordia" en wel omdat die zaal op gewone
dagen voor het marinepersoneel niet toe
gankelijk is, een motief, dat nogal gezocht
klinkt, omdat de ingezetenen van Soera
baja, die geen leden zijn van deze socië
teit, natuurlijk ook geen toegang tot deze
zaal hebben.
De marine-commandant moet daarna
over deze aangelegenheid, welke voor het
comité van ontvangst voor de executanten
van het programma allerpijnlijkst had
kunnen worden, radiografisch hebben ge
confereerd inel den vlootvoogd. En deze
zou bevel hebben gegeven om het bijwo
nen van den feestavond tot „c'ienst" te ver
klaren. Wat beteekende, dat zij, die daar
toe werden aangewezen, den feestavond
moesten bijwonen, wilden zij niet indisci-
plinair handelen.
De bemanning marcheerde dus naar de
feestzaal. Tijdens de rede van den resident
wias zij nogal rumoerig en zelfs ontzag een
der matrozen zich niet om, toen de resi
dent sprak van den „ongedwongen geest,
welke op het feest zou heerschen", hard
te roepen „gedwongen".
Toen het „Wilhelmus" werd gespeeld,
kostte 'ket eenige moeite om alle sche
pelingen tot opstaan te krijgen en terwijl
de burgerij het volkslied meezong, zwe
gen de matrozen.
Gelukkig merkte niet al het publiek
deze onbehoorlijke manifestatie der gas
ten op. DocH op hen, die er getuige van
waren, maakte een en ander een zeer
slechten indruk.
Het is in Soerabaja, als een gevolg van
de uitspattingen en vechtpartijen der ma
rine-schepelingen, moeilijk geweest om de
goede verstandhouding tusschen de bur
gerij en de matrozen te bewaren.
Verpleegsters met page
kopjes.
De Telegraaf meldt:
Zooals men zich ongetwijfeld zal her
inneren bracht deze kwestie destijds
niet vele opgewonden vrouwengemoederen
in beroering? namen in het voorjaar
van 1924, toen de mode van het dragen
van kortgeknipt haar, z.g. page-kopjes,
bij de dames meer en meer ingang vond,
de directeuren der gemeentelijke zieken
huizen hier ter stede het besluit den ver
pleegsters, in hun instellingen werkzaam,
te verbieden, page-haar te dragen.
De directeuren grondden hun verbod
op de instructie, welke het verplegend
personeel in de ziekenhuizen1, waar man
nen en vrouwen verpleegd worden een
eenvoudige haardracht voorschrijft. Bo
vendien waren de directeuren van mee
ning, dat in het algemeen de verpleeg
sters zich van wereldsche ijdelheden af
zijdig dienden te houden.
Naar wij vernemen is thans evenwel
besloten alle verpleegsters in de gemeente
lijke ziekenhuizen, het armenhuis en de
quarantaine-inrichtingen van een kap be
voorzien die de geheele coiffure omsluit.
Dientengevolge zullen zij in de toekomst
worden vrijgelaten in de keuze van haar
hoofdtooi. i
Voor het gebruik van kappen pleiten
natuurlijk in de eerste plaats hygiënische
maatregelen. Intusschen zullen de zus
tertjes, die van page-kopjes droomen,thans
haar wenschep in vervulling zien gaan.