De voorz. deelt mede dat hij met den Directeur van genoemde spoorweg maat schappij heeft gesproken en deze de zaak ter sprake zal brengen. Besloten wordt om, wanneer de spoorwegmaatschappij een lantaarn plaatst, de gemeente voor ver lichting zal zorgen. Dhr. Trimpe merkt nog op, dat wan- neer in den Moolweg een lantaarn noodig is, bij den overweg naar den Tol er ook een noodig is; spreker heeft over de ver lichting van dien overweg ook al klach ten gehoord. De begrooting 1925 wordt gewijzigd. Bij de rondvraag vestigt dhr. Sfcraub de aandacht op den hoogen waterstand van de drinkplaats. Naar hij vernomen heeft, is de afvoerbuis niet heeLemaal in orde. De voorz. zegt een onderzoek toe. Daarna sluiting. Hansweert. De timmerman J., werk zaam op een in aanbouw zijnde schip op de werf Zeeland alhier, had het ongeluk bij zijne werkzaamheden in liet schip een luik op het hoofd te krijgen waardoor hij rnstig gekwetst werd en geneeskundige hulp direct moest worden ingeroepen. Per auto is hij naar zijn huiis vervoerd. DE WATERSNOOD. Koninklijk bezoek. Donderdag heeft H. M. de Koningin een bezoek gebracht aan Ede, waar in de barakken achter de kazerne vluchte lingen zijn opgenomen. Zij onderhield zich met de vrouwen en de kinderen. H. M. reed daarna naar Arnhem en bracht, na aldaar het noenmaal gebruikt te hebben een bezoek aan Partner den. Ver- olgens werd naar Arnhem teruggereden, waar een bezoek werd gebracht aan de vluchtelingen iin de R.K. leeszaal en het St. Elisabethsgasthuis. Heden (Vrijdag) zal Z.K.H. de Prins zich bij het hooge gezelschap voegen. Geen ongeval met matrozen. Geruchten liepen, dat bij Oef feit een vlet was omgeslagen, waarbij een korpo raal en een matroos zouden verdronken zijn. Het Departement van Marine deelt nu mede, dat er van een ongeval, dat bij Oeffeit zou plaats gevonden hebben, niets bekend is. Nadere berichten. De gunstige berichten houden aan.Maas en Waal vertoornen val. Bij Drie! is het gevaar geweken. Aan den dijk zijn 12000 zakken zand verwerkt In Deventer is de toestand vrijwel stationair. Er is nog steeds geen gas Bij Dalfsen is de toestand nog verre van rooskleurig. Met man en macht wordt het dichtingswerk van cle doorbraak voort gezet. Uit het land van Maas en Waal wordt gemeld Veel vee is er, zooals reeds is gemeld* omgekomen. De beesten, die op den dijk stonden, zijn alLie naar den, vfciligen Be- tuwschen oever overgebracht. Die nog in de stallen zijn, voeren een verwoed ge vecht om hun leven; 't is een aanhoudend dringen tegein, kruipen over elkaar. Op een vluchtheuvel, die in den vloed van 1861 droog gebleven was, had men veel vee gedreven. Nu liep de heuvel on der en alle beesten waren, bij gebrek aan booten, verloren. Terwijl te Dreumel bin nendijks reeds 40 booten ter redding ge reed lagen vóór den vloed het dorp binnen drong, kon de burgemeester van Wamel, onder welke gemeente Leen .e;i behoort, ze niet krijgen. Ronselaars in vee vallen nog altijd in zwermen op de geteisterde streken neer, om den nood van de veehou ders in hun voordeel te expioiteeren. Door het verdwijnen van het vee wordt de ge legenheid daartoe minder, maar een enkel kanske....! Gisteren dwong de politie te Met een schok kwam Marcel Verduijne bij. Hij lag nog steeds vooraan in den corridor, vlak bij het boveneinde van den den trap. Er stonden iraenscüen om hem heen, in haastig aangeschoten kleding stukken. Iemand waschte zijn hoofd met water en azijn, en hij voelde een ste kende pijn. Dan sloot hij de oogen weer. Men iiide hem nu behoedzaam op en bracht hem in zijn slaapkamer. Hij voelde hoe hij tusschen de koele lakens van zijn bed werd gelegd en hoe iemand hem toe dekte. Toen viel hij in een diepen slaap. Den volgenden avond stond de so ciëteit „De Kroon" op stelten. Marcel Verduijne was er niet. Dein dag daarop weer niet. De vrienden vloekten en schol den, want. Marcel Verduijne kwam niet meer terug. Verduijne's im- en exportzaak begon op te leven. De directeur zat s morgens om acht uur al in zijn privé-kantoor en werkte. Piet personeel werkte ook, en harder dan ooit te voren. Want de direc teur had opeens ecu eind gemaakt aan het gelanterfant. Er moest gewerkt wor den, had hij op een morgen gezegd, toen hij uren was bezig geweest met het con troleeren van de boekhouding en het op maken van een proefbalans. En niemand kon begrijpen, hoe die plotselinge om mekeer geschied was. Dreumel zoon koopman de gekochte gei ten, waarmee hij het dorp walde verlaten, terug te brengen. De koopsom zou hij later wel terug krijgen. Te Dreumel zijn thans 27 huizen inge stort, te Alphen aan de Maas, naar ver luidt, 40. Uit Oef feit wordt gemeld, dat de toe stand daar nog allertreurigst is, al is het water 26 c.M. gevallen. Zóó diep staat daar alles onder, dat hier en daar het water door de schoor- steenen in de huizen golft. Op een zolder werden door militairen 20 menschen ontdekt, die in geen twee da gen eten hadden gehad. Ze waren als verdoofd door den ramp. STADS-NIEUWS. Bevolking. Gedurende de 2e helft der maand De cember 1925 zijn ingekomen: D. F. de Laat, zonder beroep, van Amsterdam, Molendijk 26; N. Moerlandgeb. Smit, zonder beroep, van 's Heer Arendsker- ke, Korte Nieuwstraat 14; M. P. Gle- rum, expeditieknecht, van Zierikzee, Klei ne Kade 7; M. v. d. Aart, liefdezuster, van Maastricht, Lombardstraat 2; J. M. Geense, telefoniste, van Middelburg, Nieuwstraat 45; A. van der Bliek, tim mermansknecht, van Kloefinge, Lange Vorststraat 33; J. A. Molhoek, kok, van Groningen, Groote Markt 40; J. J.Rui- saard, huishoudster, van Amsterdam, Kei- zersdijk 22; H. Kiers, klerk registratie, van. Emmen, Zusterstraat 9. Vertrokken: A. E. v. d. Velden, cou peuse, naar Woensdrecht C 39; A. B. Herlaar, stoffeerder, naar Rotterdam, Stuurmanstraat 13; L. M. van Breen, journalist, naar 's Gravemhage, Willem straat; P. Koolwijk, keilner, naar Middel burg, D 26; S. N. M. Clerx, boemist, naar Amsterdam, Riouwstraat 8211; I. Buijse, onderwijzeres, naar Teraeuzen, Noordstraat 103; J. A. Relijk, apotheker, naar Leiden, J. van Houtkade 1M. N. Maijs, onderwijzeres, nair Zaltbommel, Kerkstraat 24; G. Baarens, Wed. Domi- nikus, zonder beroep, naar Raauisdonkveer INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) De pat dempen M. d. R. Vergun mij een plaatsje in Uw geachi blad voor onderstaande. Bij voorbaat be leefden dank. Uw Dw. P. Het tragisch ongeval op het veer br, Tholen heeft in de laatste dagen velei aanleiding gegeven de peu op te nemer en in verschillende bladen uiling te geveD aan grieven, die helaas maar al te vrak zeer gegrond zijn. Al is het dat niet aan al die oezwaren kan worden tegemoet gekomeD, toch is het goed, dat de aan dacht er op gevestigd wordthet is vers;andig den put te dempen, voor het kalf verdronken is. Dat heeft men heiaar te laat bedacht Het is niet de eerste keer, dat een auto in de Eendracht terecht komt. Ik herinner mij nog heel goed, dat eenige jaren geleden bij gelegenheid van een keuring van gewassen in Tholen, daar een auto met 5 personen te water ge raakte en de inzittenden zich slechte wonder boven wonder hebben kunnen redden. Na dit laatste ongeval zullen er zeker wel maatregelen worden getroffen om te voorkomen, dat een auto 't zij vooruh of achteruit rijdende in het water terecht komt. Een andere vraag is of er ook vol doende voor de veiligheid van de voet gangers zal worden gezorgd. Want de gevareD, waaraan deze blootstaan, zijn lang niet denkbeeldig. Wanneer de eb is ingetreden, liggen de hellingen, die naar de pont voeren, vaak vel schelpjes, slijk, klappers, enz. waardoor het loopen uiterst bemoeil^jkl wordt, ja het is zelfs mogelijk, dat iemand, die de helling wat driftig afloopt, zijri vaart niet kan inhouden en in 't water terecht komt. De hellingen, zoodra zij bloot komen, geregeld reinigen, goed schoonvegen is een gebiedende eisch. Waar het in mijn stukje vooral te doen is, zoo mogelijk goeden raad te geven al ben ik ook een stuurman aan wal wensch ik nog op iets te wijzen. M. i. is het aankomen en draaien van de bus op het steiger te H edekens- kerke lang niet van gevaar ontbloot. Ik twijfel er geen oogenblik aan of het materiaal van de ondernemers is puik in orde, ik ken de chauffeurs als kalme, ervaren menschen, die uiterst voorzichtig rijden en alleszins voor hun taak ge schikt zijn maar ondanks dit alles, kan het toch o zoo gemakkelijk voorkomen, dat een bus van 't steiger te water raakt, trots alle behoedzaamheid van den be stuurder. Een verbreeding van het terrein voor het steiger, waar gedraaid kan worden, is een gebiedende eisch Ieder, die den tocht wel eens heeft meegemaakt, of zich ter plaatse op de hoogte wil stellen, zal mij moeten Sgelijk géven. Voor nog een derde zaak vraag ik wen aandacht en wel voor het auto verkeer langs de Westzijde Markt, van Politiebureau tot de Zoutkeet, Dinsdags gedurende het drukste van den marktdag. Het is inderdaad vermakelijk te zien, welke bokkesprongen de marktbezoekers naken, als ze voor een groote bus, die, 't is waar, leven genoeg maakt, plotseling >p zij moeten, 'k Heb menige „zegen- wensch" hooren uiten als de een plotse ling tegen den ander in bonst of hem >p meer dan gevoelige wijze aan 't bezit van eksteroogen doet herinneren. Maar scherts ter zijde! Het autoverkeer op Marktdag daar zal slachtoffers vragen. Vroeger was immers tijdens beurstijd dat traject voor rij- en voertuigen wel afgesloten Daarom dat verkeer op tijjd stop te zetten, is een gebiedende eisch. Avond van Gewijde Kunst. Geachte Fleer Redacteur, Mag ik zoo vrij zijn Uwe belangstel ling en niet minder die van de lezers van dit Blad te vragen voor den Avond voor Gewijde Kunst, die de plaatselijke af deeling van den Vrijzinnig Christ. Jonge ren Bond op a.s. Dinsdag hoopt te geven. Ik wil dan eerst in herinnering bren gen, dat van 11 14 Juli 1924 in het Bondsgebouw „Het Olgaardt-huis" te Arnhem een conferentie voor Dramatische Kunst vanwege dien Bond werd gehou den. Die conferentie was van verstrek kende beteekenis voor de opwekking van het zich steeds meer ontwakend bewust zijn, dat goede kunst van grooten invloed is voor de persoonlijke geestes-ontwik- keling en het geluk van een volk. In die conferentie kwam zoo sterk naar vo ren het nieuwe en betere contact dat ver kregen kan worden tusschen publiek en acteur. Albert van Daisum, de groote tooneel- speler, schreef naar aanleiding daarvan over de groote vreugde, welke hierdoor den tooneelspeler is geschonken. Want „hij weet nu, dat er in het religieus leven van dezen tijd een verlangen opbloeit zijn stem opnieuw te hooren, opnieuw zijn gebaar te zien. Er wordt vanhem ver langd, dat hij dit religieuze leven in zijn zoeken, zijn twijfelingen, zijn vréugden beelding zal geven. Het rukt hem voor goed uit het amusementsmoeras, waarin hij dreigde ten onder te gaan. Hij weet nu weer, dat er een groep menschen is, die van hem het hoogste vragen; de wor steling om het Goddelijke te benaderen Alzoo weer trachtende de waardeering voor goed kunst op te wekken, liet de Middelburgsche afdeeling verleden en voor verleden* jaar het Verkade-toomeei- gezeischap opvoeren „De dienstknecht in het huis" en „Bouwmeester Solnes". Ook de Goesche afdeeling wil er het hare toe bijdragen en noodigde daarom Mevr. Ja- coba Flothuisvan Dommelen, de be kende declamatrice, uit hier te trachten bij het publiek een religieuze stemming te wekken door het voordragen van eenige grepen uit de oude en moderne poëzie. (Zie verder Stadsnieuws. Red. G. Crt.) Met het uitspreken van de verwachting, dat ook wederom een goed deel van het Goesche publiek met deze nuttige poging om religieuze kunst te propagandeerem zal sympathiseeren door een groot en aandachtig gehoor op dien avond, tee- ken ik, met harteiijken dank voor het verieenen van deze onbescheiden groote plaatsruimte. Hoogachtend, d. B. BUITENLANDÖCH imiEUWS. z/Het Westen ea het Oosten." Aan een belangwekkende correspon dentie in de N. R. C. „het Westen en het Oosten*' ontleenen we het volgende Gelijk gezegd, overal tracht Rusland de machtspositie van Engeland afbreuk te doen en door te werken op de ge voelens van natver op en wantrouwen tegen Engelan t of uit vrees voor Engeland andere staten 1e trekken naar den ande ren kant dau waar hun plaats is, als zij op hun eigen diepere belangen letten. Overal, ook in ons laud. JBjj ons te landt is toch weer onlangs het bericht verspreid, dat aan Rotterdam de handeJ met Rusland ontgaat, omdat het zoozeer onder „En» geischen" invloed staat. Op dezen onzin heeft de minister van buitenlandsche zaken een afdoend antwoord gegeven. Maar de verspreiding van onzin, vooral van gif— tigen onzin, is ook een wapen. Velen worden daardoorgeïocponeerd, bijvoorbeeld, naar uit zijn vragen blijkt, de heer Duys. Rusland voert dus overal met alle be schikbare wapenen een strijd tegen Enge land, die echter een strijd tegen de ^kapitalistische/' staten is. Laten we nu een oogenblik aannemen, dat de voor spelling van Zetkin uitkomt en dat het dezen strijd zal winnen. Dan zal Engeland verdrongen worden in de eerste plaats van het terrein, waar Rutland's wapenen het sterkst zijn uit Azië. En men stelle zich daar even de gevolgen van voor. Welke mogendheid zal daar stand kunnen houden als Eögeland wijken moet? Ook Frankrijk niet, om van kleinere staten in het geheel niet te sprpken. En hoe zal Engeland's positie in Europa, Engeland's belangstelling voor Europa veranderd en gereduceerd zijn, als het heeft opgehouden de grootste Aziatische mogendheid te wezen. De talrijke evenwichfsstaten, waar toe ook ons land behoort, zijn dan in hun bestaan ten zeerste bedreigd, vooral voor zoover zij aan de zijde van de wes telijke zeeën liggen. Als de wereld zich verder geheel naar de Russische wenschen zou kunnen ontwikken, dan zou het zeker zoover komen, dat Engeland, en daarmee op den duur ook de andere en Europöesche staten, uit Azië worden weggedrongen en dat in Europa nauwelijks een andere mogelijkheid overblijft dan dat er een continentaal blok ontstaat, waarin Rusland de leiding heeft. Een Aziatisch-commu- aistische wereldgemeenschap voorafgegaan door een chaotische voorontwikkeling. Ik wil in den strijd tusschen Rusland en Engeland, dien men ook den naam kan geven van een strijd tusschen communis me en kapitalisme naar de tegenwoordige Aardrijkskundige verdeeling van die twee stelsels, of dien men ook wel een strijd fusschen Azië en Europa kan doopen, niet bepaald partij trekken. Ik gun een ieder zyu sympathieën ten deze. Dat is een kwestie van overtuiging. Ik wil alleen wijzen op het beslaan van dezen strijd, welke ons tijdperk van de geschiedenis oeheerscht. Moge dat op het oogenblik log onder de oppervlakte blijven, later, als dit tijdperk tot het verleden behoort, /.al men dit naar mijn meening stellig tlgemeeu z o inzien. Verder heb ik in tier voege, dat ook ons vaderland ten gevolge van een uiteindelijke beslissing ten voordeele van Rusland, althans in zijn fegenwoordigen vorm van ook over- zeesche mogendheid vermoedelijk zou op houden te bestaan. In het bijzonder moet er tegen gewaarschuwd worden zich ie laten verleiden tot het voorbijzien vau de groote belangen, die alle Eufropeesche mogendheden en in het bizonder de kleine, die ook belangen in Azië hebben, gemeen hebben, zoowel daar als in Europa, ter wijl daarentegen Duitschland, dat geen koloniën in Azië heeft, zeer bizondere belangen in Oost-Europa zelf behartigen moet, die echter niet de onze z\jD, En juist omdat de Volkenbond dat gemeen schapsgevoel onder de West-Europeesch' mogendheden versterkt, daarom moet Rus land er in den tegenwoordigen vorm niets van hebben. Zooals gezegd, deze strijd openbaart zich thans ten deele nog vaag, z)j het das ook algemeen, maar h\j begint zich allengs reeds duidelijk af te teekenen. Eerst nadai dit t d voile het geval .zal zijn, zullen Engeland en zullen ook de andere Euro- peeeche staten, naar te hopen is, zich teL volle den staat v&n zaken bewust maken. En dan begint de worsteling eerst. We hebben ons echter een oogenblik de wor steling als voleind en wel in het voordeel van Rusland voorgesteld om de strekking ervan, ook in het tegenwoordig oogenblik, duidelijk te maken. ALLERLEI. Het jubiieuui van de speld. De speld, in den vorm waarin we deze tegenwoordig kennen, zou dezer dagen haar honderdsten jaardag mogen vieren. Ook zij heeft, als zoovele andere uit vindingen haar uitvinder geen geluk aan gebracht. Eeo slotenma ;er»knecht, wieDe aaam niet eens bekend is gebleven, slaagde er, naar het verhaal wil, na langdurige proefnemingen in, een stukje puntig ijzerdraad van eeD knopje te voorzien en dat ding te brengen in de plaats van de zeer ingewikkelde inrichtingen, welke tot dusver voor hetzelfde doel hadden ge diend. Maar toen hij verheugd zijn uit vinding aan zijn baas toonde, liet deze hem gevangen nemen, omdat hij het ijzerdraad voor zijn proefnemingen weder rechtelijk van hem had weggenomen, dus gestolen had. Ook verder was de uitvinder niet in staat, zijn uitvinding waardeering te doen vinden. Als een krankzinnige querulant moet hij in een gekkenhuis ziju gestorven. Dit is de treurige geschiedenis van het ontslaan van een voorwerp, dat men zich tegenwoordig uit het dagelijksch leven aauwelijks meer zou kunnen wegdenken. Toch is 't gebruik van de speld in onzeD fcijjd aan het afnemen. De kleermakers zou den zonder haar natuurlijk geen raad meer weten en men kan zich niet goed voorstellen, hoe vroeger zonder de hulp van de speld een japon gepast kon wor den, maar een dam1, weet thans met een speld niet meer te beginnen. Terwijl in ie laatste tientallen jaren van de vorige eeuw te Parijs en dientengevolge in alle beschaafde laöden het beginsel gold, dat het toilet van een dame niet volkomen af was, als niet eenige spelden de laatste kleine tekortkomingen uit den weg had den geruimd, heeft een hedendaagsche dame van dat hulpmiddel voor het toilet weinig begrip meer. De losse japon zonder sluiting, waaraan bovendien de niet omvangrijke garneering dadelijk voor goed kan worden vastge naaid, biedt de speld geen terrein voor toepassing. Er gaapt geen roksplit, geen sluiting van een staanden kraag behoeft de hulp van een speld, en sedert er druk knoopjes zijn, maakt men ook ejn jabot □iet meer vast, met een speld, die hoog stens als redster in den nood gebruikt wordt, als er plotseling een scheur komt in een japon. Maar ook in zulk een geval gebruikt men ze alleen, als er geen ander lulpmiddel ter beschikking is, want de *peld is niet bijzonder betrouwbaar, zij wijkt gemakkelijk weer van de plaats, waarop zij is aangebracht, en daarom heeft men boven haar de voorkeur gege ven aan de kleine veiligheidsspeld, als.^er op het hachelijk oogenblik toevallig een hij de hand is. De veiligheidsspeld heeft, >m de reeds aangevoerde redenen, trou wens tegenwoordig ook lang niet meer de beteekenis van vroeger. De tegenwoordige mode lijkt de speld als gebruiksvoorwerp vijandig gezind. De tleine hoedjes, waarmede de dames zich tegenwoordig bij voorkeur tooien, zijn weliswaar b\jna zonder uitzondering ge garneerd met sierspelden met kleurige steeneu, maar het gebruik van de zooge naamde hoedepen schijnt volstrekt over bodig. Eu wat was de hoedepen nog pas eenige jaren geleden een industrie-artikel Zelfs een vechtartikel, want de uit de hoeden stekende punten van de tamelijk dikke metalen spplden vormden in het bijzondei in de tram of in een gedrang een gevaar voor de oogen der lieve naasten en nog tegenwoordig bestaat op vele plaatsen een gemeenteverordening, waarbij het dragen van niet-bescbermde hoede- pennen is verboden. l)e conducteur zal wel zelden meer in de gelegenheid komen, een vronwelyke passagier aan het bestaan van zulk een verordening te moeten herinneren, want de ontzaglijke hoede- pennen zijn volkomen uit de mode ge raakt. In de Jaden, waariD de dames alles bewaren, wat zij misschien in haar leveu nog weer eens zullen kunnen gebruiken, maar waarvoor voor het oogenblik geen mogelijkheid tot dragen bestaat, liggen ook de hoedepennen, die in den beden- daagschen modesmaak den indruk maken van moordwerktuigen en die niet zoo heel lang geleden onmisbaar waren, om de reusachtige randen der hoeden vast te maken op het door paardeharen rollen gesteunde kapsel. Alleen zeer voorname en tegelijkertijd zeer practische vrouwei, die zich de weelde van zilveren hoedepennen hebben kunnen veroorloren en er nog met ve destijds drukbewerkte filigransieraden in haar bezit hebben, hebben een practische wjjze vau gebruik van die nog altijd ?eer kostbare, volgens huu oorspronkelijke bestemming onbruikbaar geworden voorwerpen gevon den Zij hebben er na langdurige en zorgvuldige reiniging het aantal van baar sandwichspietseu mee vermeerderd en hier en daar ontmoet men thans deze snelden bjj feestelijke gelegenheden op de aan- rechttafels in voorname huizen. Maar er zijn menschen, die over de herinnering aan het verleden der hoedepennen niet heen kunnen komen en aan een eenvoudig vorkje boven dat nieuwste //tafelzilver" de voorkeur geven. Ook voor de broche heeft, wat het doel matig gebruik betreft, de hedendaagsche vrouwenkleeding, behalve voor de sport- blouse, weiuig plaats. Dat sieraad is sedert lang een zuivere siemaald of -speld gewor den eD wordt ook niet meer van voren in het midden, maar linksboven opzij vastge maakt en sp nters beweren, dat in verband met de heerscheode mode. die gericht is op buitengewone slankheid bij de vrouwen, de broche ten doel heeft, de voorzijde van het vrouwelijk lichaam te masqueeren, aan gezien dat sedert lang alle kenmerken heeft iDgeboet. Als sluitingsmiddel dient ook de brochespeU grootendeels alleen in uitzon deringsgevallen. Het is iets droevigs, bij een jubileum te moeten vaststellen, dat de jubilaris tame lijk overbodig is geworden, maar bij de speld heeft dat alleen betrekking op de voltooide dameskleeding. Daartegenover staan tallooze andere gebruiksgelegenheden. Kan men zich een bloemruiker voorstellen, waarvan het papieren on hulsel, een frisch gestreken heerenoverhemd, dat niet met spelden wordt bijeengehouden Alleen vrouwen schijnen ook veranderlijk te zjjn ten opzichte van de dingen, welke haar van dienst kunnen zijö, maar wie weet, hoe spoedig de tyd komt, dat zij weer naar de speld zullen grijpen De nieuwste mode. Het einde van den korten rok is nog niet te voorzien, zelfs niet van den zeer korten, die meer dan de kuit zichtbaar laat, en enkele gevallen zelfs de knie. Men weet, dat het protest der zedelijk heidsapostels inzake den korten rok gaat legen de openlijke tentoonstelling van het vrouwenbeen. en in weerwil van hun pro test vertoont de rok een neiging, om den onderzoom hoe langer hoe meer naar bo ven te verleggen. Waar zal het einde zijn Maar nu loopt men in de sjieke mode ateliers te Parijs rond met een plan, om een nog korter worden van den damesrok te laten samengaan met een diepere be dekking van het been. Dat moest wel het gevolg zijn 1 Het komt er slechts op aan, 'n passende bedekking te vinden men meent die te hebben gevonden. Men verwacht voor het volgend voorjaarsBeizoen te Parijs sen nog korter worden van den rok en tegelijkertijd een verlenging van de... pan talon. Gaat deze verwachte mode door,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1926 | | pagina bijlage 2