De voorz. deelt mede dat hij met den
Directeur van genoemde spoorweg maat
schappij heeft gesproken en deze de zaak
ter sprake zal brengen. Besloten wordt
om, wanneer de spoorwegmaatschappij een
lantaarn plaatst, de gemeente voor ver
lichting zal zorgen.
Dhr. Trimpe merkt nog op, dat wan-
neer in den Moolweg een lantaarn noodig
is, bij den overweg naar den Tol er ook
een noodig is; spreker heeft over de ver
lichting van dien overweg ook al klach
ten gehoord.
De begrooting 1925 wordt gewijzigd.
Bij de rondvraag vestigt dhr. Sfcraub
de aandacht op den hoogen waterstand
van de drinkplaats. Naar hij vernomen
heeft, is de afvoerbuis niet heeLemaal in
orde. De voorz. zegt een onderzoek toe.
Daarna sluiting.
Hansweert. De timmerman J., werk
zaam op een in aanbouw zijnde schip op
de werf Zeeland alhier, had het ongeluk
bij zijne werkzaamheden in liet schip een
luik op het hoofd te krijgen waardoor hij
rnstig gekwetst werd en geneeskundige
hulp direct moest worden ingeroepen.
Per auto is hij naar zijn huiis vervoerd.
DE WATERSNOOD.
Koninklijk bezoek.
Donderdag heeft H. M. de Koningin
een bezoek gebracht aan Ede, waar in
de barakken achter de kazerne vluchte
lingen zijn opgenomen. Zij onderhield zich
met de vrouwen en de kinderen.
H. M. reed daarna naar Arnhem en
bracht, na aldaar het noenmaal gebruikt
te hebben een bezoek aan Partner den. Ver-
olgens werd naar Arnhem teruggereden,
waar een bezoek werd gebracht aan de
vluchtelingen iin de R.K. leeszaal en het
St. Elisabethsgasthuis.
Heden (Vrijdag) zal Z.K.H. de Prins
zich bij het hooge gezelschap voegen.
Geen ongeval met matrozen.
Geruchten liepen, dat bij Oef feit een
vlet was omgeslagen, waarbij een korpo
raal en een matroos zouden verdronken
zijn. Het Departement van Marine deelt
nu mede, dat er van een ongeval, dat bij
Oeffeit zou plaats gevonden hebben, niets
bekend is.
Nadere berichten.
De gunstige berichten houden aan.Maas
en Waal vertoornen val.
Bij Drie! is het gevaar geweken. Aan
den dijk zijn 12000 zakken zand verwerkt
In Deventer is de toestand vrijwel
stationair. Er is nog steeds geen gas
Bij Dalfsen is de toestand nog verre
van rooskleurig. Met man en macht wordt
het dichtingswerk van cle doorbraak voort
gezet.
Uit het land van Maas en Waal wordt
gemeld
Veel vee is er, zooals reeds is gemeld*
omgekomen. De beesten, die op den dijk
stonden, zijn alLie naar den, vfciligen Be-
tuwschen oever overgebracht. Die nog in
de stallen zijn, voeren een verwoed ge
vecht om hun leven; 't is een aanhoudend
dringen tegein, kruipen over elkaar.
Op een vluchtheuvel, die in den vloed
van 1861 droog gebleven was, had men
veel vee gedreven. Nu liep de heuvel on
der en alle beesten waren, bij gebrek aan
booten, verloren. Terwijl te Dreumel bin
nendijks reeds 40 booten ter redding ge
reed lagen vóór den vloed het dorp binnen
drong, kon de burgemeester van Wamel,
onder welke gemeente Leen .e;i behoort,
ze niet krijgen. Ronselaars in vee vallen
nog altijd in zwermen op de geteisterde
streken neer, om den nood van de veehou
ders in hun voordeel te expioiteeren. Door
het verdwijnen van het vee wordt de ge
legenheid daartoe minder, maar een enkel
kanske....! Gisteren dwong de politie te
Met een schok kwam Marcel Verduijne
bij. Hij lag nog steeds vooraan in den
corridor, vlak bij het boveneinde van den
den trap. Er stonden iraenscüen om hem
heen, in haastig aangeschoten kleding
stukken. Iemand waschte zijn hoofd met
water en azijn, en hij voelde een ste
kende pijn. Dan sloot hij de oogen weer.
Men iiide hem nu behoedzaam op en
bracht hem in zijn slaapkamer. Hij voelde
hoe hij tusschen de koele lakens van zijn
bed werd gelegd en hoe iemand hem toe
dekte. Toen viel hij in een diepen slaap.
Den volgenden avond stond de so
ciëteit „De Kroon" op stelten. Marcel
Verduijne was er niet. Dein dag daarop
weer niet. De vrienden vloekten en schol
den, want. Marcel Verduijne kwam niet
meer terug.
Verduijne's im- en exportzaak begon
op te leven. De directeur zat s morgens
om acht uur al in zijn privé-kantoor en
werkte. Piet personeel werkte ook, en
harder dan ooit te voren. Want de direc
teur had opeens ecu eind gemaakt aan
het gelanterfant. Er moest gewerkt wor
den, had hij op een morgen gezegd, toen
hij uren was bezig geweest met het con
troleeren van de boekhouding en het op
maken van een proefbalans. En niemand
kon begrijpen, hoe die plotselinge om
mekeer geschied was.
Dreumel zoon koopman de gekochte gei
ten, waarmee hij het dorp walde verlaten,
terug te brengen. De koopsom zou hij
later wel terug krijgen.
Te Dreumel zijn thans 27 huizen inge
stort, te Alphen aan de Maas, naar ver
luidt, 40.
Uit Oef feit wordt gemeld, dat de toe
stand daar nog allertreurigst is, al is het
water 26 c.M. gevallen.
Zóó diep staat daar alles onder, dat
hier en daar het water door de schoor-
steenen in de huizen golft.
Op een zolder werden door militairen
20 menschen ontdekt, die in geen twee da
gen eten hadden gehad. Ze waren als
verdoofd door den ramp.
STADS-NIEUWS.
Bevolking.
Gedurende de 2e helft der maand De
cember 1925 zijn ingekomen: D. F. de
Laat, zonder beroep, van Amsterdam,
Molendijk 26; N. Moerlandgeb. Smit,
zonder beroep, van 's Heer Arendsker-
ke, Korte Nieuwstraat 14; M. P. Gle-
rum, expeditieknecht, van Zierikzee, Klei
ne Kade 7; M. v. d. Aart, liefdezuster,
van Maastricht, Lombardstraat 2; J. M.
Geense, telefoniste, van Middelburg,
Nieuwstraat 45; A. van der Bliek, tim
mermansknecht, van Kloefinge, Lange
Vorststraat 33; J. A. Molhoek, kok, van
Groningen, Groote Markt 40; J. J.Rui-
saard, huishoudster, van Amsterdam, Kei-
zersdijk 22; H. Kiers, klerk registratie,
van. Emmen, Zusterstraat 9.
Vertrokken: A. E. v. d. Velden, cou
peuse, naar Woensdrecht C 39; A. B.
Herlaar, stoffeerder, naar Rotterdam,
Stuurmanstraat 13; L. M. van Breen,
journalist, naar 's Gravemhage, Willem
straat; P. Koolwijk, keilner, naar Middel
burg, D 26; S. N. M. Clerx, boemist,
naar Amsterdam, Riouwstraat 8211; I.
Buijse, onderwijzeres, naar Teraeuzen,
Noordstraat 103; J. A. Relijk, apotheker,
naar Leiden, J. van Houtkade 1M. N.
Maijs, onderwijzeres, nair Zaltbommel,
Kerkstraat 24; G. Baarens, Wed. Domi-
nikus, zonder beroep, naar Raauisdonkveer
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
De pat dempen
M. d. R.
Vergun mij een plaatsje in Uw geachi
blad voor onderstaande. Bij voorbaat be
leefden dank.
Uw Dw. P.
Het tragisch ongeval op het veer br,
Tholen heeft in de laatste dagen velei
aanleiding gegeven de peu op te nemer
en in verschillende bladen uiling te geveD
aan grieven, die helaas maar al te vrak
zeer gegrond zijn. Al is het dat niet aan
al die oezwaren kan worden tegemoet
gekomeD, toch is het goed, dat de aan
dacht er op gevestigd wordthet is
vers;andig den put te dempen, voor het
kalf verdronken is. Dat heeft men heiaar
te laat bedacht
Het is niet de eerste keer, dat een
auto in de Eendracht terecht komt. Ik
herinner mij nog heel goed, dat eenige
jaren geleden bij gelegenheid van een
keuring van gewassen in Tholen, daar
een auto met 5 personen te water ge
raakte en de inzittenden zich slechte
wonder boven wonder hebben kunnen
redden.
Na dit laatste ongeval zullen er zeker
wel maatregelen worden getroffen om te
voorkomen, dat een auto 't zij vooruh
of achteruit rijdende in het water terecht
komt.
Een andere vraag is of er ook vol
doende voor de veiligheid van de voet
gangers zal worden gezorgd. Want de
gevareD, waaraan deze blootstaan, zijn
lang niet denkbeeldig.
Wanneer de eb is ingetreden, liggen
de hellingen, die naar de pont voeren,
vaak vel schelpjes, slijk, klappers, enz.
waardoor het loopen uiterst bemoeil^jkl
wordt, ja het is zelfs mogelijk, dat iemand,
die de helling wat driftig afloopt, zijri
vaart niet kan inhouden en in 't water
terecht komt.
De hellingen, zoodra zij bloot komen,
geregeld reinigen, goed schoonvegen is
een gebiedende eisch.
Waar het in mijn stukje vooral te
doen is, zoo mogelijk goeden raad te
geven al ben ik ook een stuurman
aan wal wensch ik nog op iets te
wijzen. M. i. is het aankomen en draaien
van de bus op het steiger te H edekens-
kerke lang niet van gevaar ontbloot. Ik
twijfel er geen oogenblik aan of het
materiaal van de ondernemers is puik in
orde, ik ken de chauffeurs als kalme,
ervaren menschen, die uiterst voorzichtig
rijden en alleszins voor hun taak ge
schikt zijn maar ondanks dit alles,
kan het toch o zoo gemakkelijk voorkomen,
dat een bus van 't steiger te water raakt,
trots alle behoedzaamheid van den be
stuurder.
Een verbreeding van het terrein voor
het steiger, waar gedraaid kan worden, is
een gebiedende eisch
Ieder, die den tocht wel eens heeft
meegemaakt, of zich ter plaatse op de
hoogte wil stellen, zal mij moeten Sgelijk
géven.
Voor nog een derde zaak vraag ik
wen aandacht en wel voor het auto
verkeer langs de Westzijde Markt, van
Politiebureau tot de Zoutkeet, Dinsdags
gedurende het drukste van den marktdag.
Het is inderdaad vermakelijk te zien,
welke bokkesprongen de marktbezoekers
naken, als ze voor een groote bus, die,
't is waar, leven genoeg maakt, plotseling
>p zij moeten, 'k Heb menige „zegen-
wensch" hooren uiten als de een plotse
ling tegen den ander in bonst of hem
>p meer dan gevoelige wijze aan 't bezit
van eksteroogen doet herinneren. Maar
scherts ter zijde!
Het autoverkeer op Marktdag daar zal
slachtoffers vragen. Vroeger was immers
tijdens beurstijd dat traject voor rij- en
voertuigen wel afgesloten Daarom dat
verkeer op tijjd stop te zetten, is een
gebiedende eisch.
Avond van Gewijde Kunst.
Geachte Fleer Redacteur,
Mag ik zoo vrij zijn Uwe belangstel
ling en niet minder die van de lezers van
dit Blad te vragen voor den Avond voor
Gewijde Kunst, die de plaatselijke af
deeling van den Vrijzinnig Christ. Jonge
ren Bond op a.s. Dinsdag hoopt te geven.
Ik wil dan eerst in herinnering bren
gen, dat van 11 14 Juli 1924 in het
Bondsgebouw „Het Olgaardt-huis" te
Arnhem een conferentie voor Dramatische
Kunst vanwege dien Bond werd gehou
den. Die conferentie was van verstrek
kende beteekenis voor de opwekking van
het zich steeds meer ontwakend bewust
zijn, dat goede kunst van grooten invloed
is voor de persoonlijke geestes-ontwik-
keling en het geluk van een volk. In
die conferentie kwam zoo sterk naar vo
ren het nieuwe en betere contact dat ver
kregen kan worden tusschen publiek en
acteur.
Albert van Daisum, de groote tooneel-
speler, schreef naar aanleiding daarvan
over de groote vreugde, welke hierdoor
den tooneelspeler is geschonken. Want
„hij weet nu, dat er in het religieus leven
van dezen tijd een verlangen opbloeit
zijn stem opnieuw te hooren, opnieuw zijn
gebaar te zien. Er wordt vanhem ver
langd, dat hij dit religieuze leven in
zijn zoeken, zijn twijfelingen, zijn vréugden
beelding zal geven. Het rukt hem voor
goed uit het amusementsmoeras, waarin
hij dreigde ten onder te gaan. Hij weet
nu weer, dat er een groep menschen is,
die van hem het hoogste vragen; de wor
steling om het Goddelijke te benaderen
Alzoo weer trachtende de waardeering
voor goed kunst op te wekken, liet de
Middelburgsche afdeeling verleden en
voor verleden* jaar het Verkade-toomeei-
gezeischap opvoeren „De dienstknecht in
het huis" en „Bouwmeester Solnes". Ook
de Goesche afdeeling wil er het hare toe
bijdragen en noodigde daarom Mevr. Ja-
coba Flothuisvan Dommelen, de be
kende declamatrice, uit hier te trachten
bij het publiek een religieuze stemming te
wekken door het voordragen van eenige
grepen uit de oude en moderne poëzie.
(Zie verder Stadsnieuws. Red. G. Crt.)
Met het uitspreken van de verwachting,
dat ook wederom een goed deel van het
Goesche publiek met deze nuttige poging
om religieuze kunst te propagandeerem
zal sympathiseeren door een groot en
aandachtig gehoor op dien avond, tee-
ken ik, met harteiijken dank voor het
verieenen van deze onbescheiden groote
plaatsruimte.
Hoogachtend, d. B.
BUITENLANDÖCH imiEUWS.
z/Het Westen ea het Oosten."
Aan een belangwekkende correspon
dentie in de N. R. C. „het Westen en
het Oosten*' ontleenen we het volgende
Gelijk gezegd, overal tracht Rusland
de machtspositie van Engeland afbreuk
te doen en door te werken op de ge
voelens van natver op en wantrouwen
tegen Engelan t of uit vrees voor Engeland
andere staten 1e trekken naar den ande
ren kant dau waar hun plaats is, als zij
op hun eigen diepere belangen letten.
Overal, ook in ons laud. JBjj ons te landt
is toch weer onlangs het bericht verspreid,
dat aan Rotterdam de handeJ met Rusland
ontgaat, omdat het zoozeer onder „En»
geischen" invloed staat. Op dezen onzin
heeft de minister van buitenlandsche zaken
een afdoend antwoord gegeven. Maar de
verspreiding van onzin, vooral van gif—
tigen onzin, is ook een wapen. Velen
worden daardoorgeïocponeerd, bijvoorbeeld,
naar uit zijn vragen blijkt, de heer Duys.
Rusland voert dus overal met alle be
schikbare wapenen een strijd tegen Enge
land, die echter een strijd tegen de
^kapitalistische/' staten is. Laten we nu
een oogenblik aannemen, dat de voor
spelling van Zetkin uitkomt en dat het
dezen strijd zal winnen. Dan zal Engeland
verdrongen worden in de eerste plaats
van het terrein, waar Rutland's wapenen
het sterkst zijn uit Azië. En men stelle
zich daar even de gevolgen van voor.
Welke mogendheid zal daar stand kunnen
houden als Eögeland wijken moet? Ook
Frankrijk niet, om van kleinere staten
in het geheel niet te sprpken. En hoe zal
Engeland's positie in Europa, Engeland's
belangstelling voor Europa veranderd en
gereduceerd zijn, als het heeft opgehouden
de grootste Aziatische mogendheid te
wezen. De talrijke evenwichfsstaten, waar
toe ook ons land behoort, zijn dan in
hun bestaan ten zeerste bedreigd, vooral
voor zoover zij aan de zijde van de wes
telijke zeeën liggen. Als de wereld zich
verder geheel naar de Russische wenschen
zou kunnen ontwikken, dan zou het zeker
zoover komen, dat Engeland, en daarmee
op den duur ook de andere en Europöesche
staten, uit Azië worden weggedrongen en
dat in Europa nauwelijks een andere
mogelijkheid overblijft dan dat er een
continentaal blok ontstaat, waarin Rusland
de leiding heeft. Een Aziatisch-commu-
aistische wereldgemeenschap voorafgegaan
door een chaotische voorontwikkeling.
Ik wil in den strijd tusschen Rusland
en Engeland, dien men ook den naam kan
geven van een strijd tusschen communis
me en kapitalisme naar de tegenwoordige
Aardrijkskundige verdeeling van die twee
stelsels, of dien men ook wel een strijd
fusschen Azië en Europa kan doopen,
niet bepaald partij trekken. Ik gun een
ieder zyu sympathieën ten deze. Dat is
een kwestie van overtuiging. Ik wil alleen
wijzen op het beslaan van dezen strijd,
welke ons tijdperk van de geschiedenis
oeheerscht. Moge dat op het oogenblik
log onder de oppervlakte blijven, later,
als dit tijdperk tot het verleden behoort,
/.al men dit naar mijn meening stellig
tlgemeeu z o inzien. Verder heb ik in
tier voege, dat ook ons vaderland ten
gevolge van een uiteindelijke beslissing
ten voordeele van Rusland, althans in
zijn fegenwoordigen vorm van ook over-
zeesche mogendheid vermoedelijk zou op
houden te bestaan. In het bijzonder
moet er tegen gewaarschuwd worden zich
ie laten verleiden tot het voorbijzien vau
de groote belangen, die alle Eufropeesche
mogendheden en in het bizonder de kleine,
die ook belangen in Azië hebben, gemeen
hebben, zoowel daar als in Europa, ter
wijl daarentegen Duitschland, dat geen
koloniën in Azië heeft, zeer bizondere
belangen in Oost-Europa zelf behartigen
moet, die echter niet de onze z\jD, En
juist omdat de Volkenbond dat gemeen
schapsgevoel onder de West-Europeesch'
mogendheden versterkt, daarom moet Rus
land er in den tegenwoordigen vorm niets
van hebben.
Zooals gezegd, deze strijd openbaart
zich thans ten deele nog vaag, z)j het das
ook algemeen, maar h\j begint zich allengs
reeds duidelijk af te teekenen. Eerst nadai
dit t d voile het geval .zal zijn, zullen
Engeland en zullen ook de andere Euro-
peeeche staten, naar te hopen is, zich teL
volle den staat v&n zaken bewust maken.
En dan begint de worsteling eerst. We
hebben ons echter een oogenblik de wor
steling als voleind en wel in het voordeel
van Rusland voorgesteld om de strekking
ervan, ook in het tegenwoordig oogenblik,
duidelijk te maken.
ALLERLEI.
Het jubiieuui van de speld.
De speld, in den vorm waarin we deze
tegenwoordig kennen, zou dezer dagen
haar honderdsten jaardag mogen vieren.
Ook zij heeft, als zoovele andere uit
vindingen haar uitvinder geen geluk aan
gebracht. Eeo slotenma ;er»knecht, wieDe
aaam niet eens bekend is gebleven, slaagde
er, naar het verhaal wil, na langdurige
proefnemingen in, een stukje puntig
ijzerdraad van eeD knopje te voorzien en
dat ding te brengen in de plaats van de
zeer ingewikkelde inrichtingen, welke tot
dusver voor hetzelfde doel hadden ge
diend. Maar toen hij verheugd zijn uit
vinding aan zijn baas toonde, liet deze
hem gevangen nemen, omdat hij het
ijzerdraad voor zijn proefnemingen weder
rechtelijk van hem had weggenomen, dus
gestolen had.
Ook verder was de uitvinder niet in
staat, zijn uitvinding waardeering te doen
vinden. Als een krankzinnige querulant
moet hij in een gekkenhuis ziju gestorven.
Dit is de treurige geschiedenis van het
ontslaan van een voorwerp, dat men zich
tegenwoordig uit het dagelijksch leven
aauwelijks meer zou kunnen wegdenken.
Toch is 't gebruik van de speld in onzeD
fcijjd aan het afnemen. De kleermakers zou
den zonder haar natuurlijk geen raad
meer weten en men kan zich niet goed
voorstellen, hoe vroeger zonder de hulp
van de speld een japon gepast kon wor
den, maar een dam1, weet thans met een
speld niet meer te beginnen. Terwijl in
ie laatste tientallen jaren van de vorige
eeuw te Parijs en dientengevolge in alle
beschaafde laöden het beginsel gold, dat
het toilet van een dame niet volkomen
af was, als niet eenige spelden de laatste
kleine tekortkomingen uit den weg had
den geruimd, heeft een hedendaagsche
dame van dat hulpmiddel voor het toilet
weinig begrip meer.
De losse japon zonder sluiting, waaraan
bovendien de niet omvangrijke garneering
dadelijk voor goed kan worden vastge
naaid, biedt de speld geen terrein voor
toepassing. Er gaapt geen roksplit, geen
sluiting van een staanden kraag behoeft
de hulp van een speld, en sedert er druk
knoopjes zijn, maakt men ook ejn jabot
□iet meer vast, met een speld, die hoog
stens als redster in den nood gebruikt
wordt, als er plotseling een scheur komt
in een japon. Maar ook in zulk een geval
gebruikt men ze alleen, als er geen ander
lulpmiddel ter beschikking is, want de
*peld is niet bijzonder betrouwbaar, zij
wijkt gemakkelijk weer van de plaats,
waarop zij is aangebracht, en daarom
heeft men boven haar de voorkeur gege
ven aan de kleine veiligheidsspeld, als.^er
op het hachelijk oogenblik toevallig een
hij de hand is. De veiligheidsspeld heeft,
>m de reeds aangevoerde redenen, trou
wens tegenwoordig ook lang niet meer de
beteekenis van vroeger.
De tegenwoordige mode lijkt de speld
als gebruiksvoorwerp vijandig gezind. De
tleine hoedjes, waarmede de dames zich
tegenwoordig bij voorkeur tooien, zijn
weliswaar b\jna zonder uitzondering ge
garneerd met sierspelden met kleurige
steeneu, maar het gebruik van de zooge
naamde hoedepen schijnt volstrekt over
bodig. Eu wat was de hoedepen nog pas
eenige jaren geleden een industrie-artikel
Zelfs een vechtartikel, want de uit de
hoeden stekende punten van de tamelijk
dikke metalen spplden vormden in het
bijzondei in de tram of in een gedrang
een gevaar voor de oogen der lieve naasten
en nog tegenwoordig bestaat op vele
plaatsen een gemeenteverordening, waarbij
het dragen van niet-bescbermde hoede-
pennen is verboden. l)e conducteur zal
wel zelden meer in de gelegenheid komen,
een vronwelyke passagier aan het bestaan
van zulk een verordening te moeten
herinneren, want de ontzaglijke hoede-
pennen zijn volkomen uit de mode ge
raakt. In de Jaden, waariD de dames alles
bewaren, wat zij misschien in haar leveu
nog weer eens zullen kunnen gebruiken,
maar waarvoor voor het oogenblik geen
mogelijkheid tot dragen bestaat, liggen
ook de hoedepennen, die in den beden-
daagschen modesmaak den indruk maken
van moordwerktuigen en die niet zoo heel
lang geleden onmisbaar waren, om de
reusachtige randen der hoeden vast te
maken op het door paardeharen rollen
gesteunde kapsel.
Alleen zeer voorname en tegelijkertijd
zeer practische vrouwei, die zich de weelde
van zilveren hoedepennen hebben kunnen
veroorloren en er nog met ve destijds
drukbewerkte filigransieraden in haar bezit
hebben, hebben een practische wjjze vau
gebruik van die nog altijd ?eer kostbare,
volgens huu oorspronkelijke bestemming
onbruikbaar geworden voorwerpen gevon
den Zij hebben er na langdurige en
zorgvuldige reiniging het aantal van baar
sandwichspietseu mee vermeerderd en hier
en daar ontmoet men thans deze snelden
bjj feestelijke gelegenheden op de aan-
rechttafels in voorname huizen. Maar er
zijn menschen, die over de herinnering
aan het verleden der hoedepennen niet
heen kunnen komen en aan een eenvoudig
vorkje boven dat nieuwste //tafelzilver"
de voorkeur geven.
Ook voor de broche heeft, wat het doel
matig gebruik betreft, de hedendaagsche
vrouwenkleeding, behalve voor de sport-
blouse, weiuig plaats. Dat sieraad is sedert
lang een zuivere siemaald of -speld gewor
den eD wordt ook niet meer van voren in
het midden, maar linksboven opzij vastge
maakt en sp nters beweren, dat in verband
met de heerscheode mode. die gericht is
op buitengewone slankheid bij de vrouwen,
de broche ten doel heeft, de voorzijde van
het vrouwelijk lichaam te masqueeren, aan
gezien dat sedert lang alle kenmerken heeft
iDgeboet. Als sluitingsmiddel dient ook de
brochespeU grootendeels alleen in uitzon
deringsgevallen.
Het is iets droevigs, bij een jubileum te
moeten vaststellen, dat de jubilaris tame
lijk overbodig is geworden, maar bij de
speld heeft dat alleen betrekking op de
voltooide dameskleeding. Daartegenover
staan tallooze andere gebruiksgelegenheden.
Kan men zich een bloemruiker voorstellen,
waarvan het papieren on hulsel, een frisch
gestreken heerenoverhemd, dat niet met
spelden wordt bijeengehouden Alleen
vrouwen schijnen ook veranderlijk te zjjn
ten opzichte van de dingen, welke haar
van dienst kunnen zijö, maar wie weet,
hoe spoedig de tyd komt, dat zij weer
naar de speld zullen grijpen
De nieuwste mode.
Het einde van den korten rok is nog
niet te voorzien, zelfs niet van den zeer
korten, die meer dan de kuit zichtbaar
laat, en enkele gevallen zelfs de knie.
Men weet, dat het protest der zedelijk
heidsapostels inzake den korten rok gaat
legen de openlijke tentoonstelling van het
vrouwenbeen. en in weerwil van hun pro
test vertoont de rok een neiging, om den
onderzoom hoe langer hoe meer naar bo
ven te verleggen. Waar zal het einde
zijn
Maar nu loopt men in de sjieke mode
ateliers te Parijs rond met een plan, om
een nog korter worden van den damesrok
te laten samengaan met een diepere be
dekking van het been. Dat moest wel het
gevolg zijn 1 Het komt er slechts op aan,
'n passende bedekking te vinden men meent
die te hebben gevonden. Men verwacht
voor het volgend voorjaarsBeizoen te Parijs
sen nog korter worden van den rok en
tegelijkertijd een verlenging van de... pan
talon. Gaat deze verwachte mode door,