N.° i
lste BIJVOEGSEL.
Ass.-Apotheker
A. C. VAN DER REST
GROOTE MARKT 9 GOES TELEFOON INTERC. 168
Vrijdag fl Januari IÏH26
il5° Jaargang,
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes 12,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
BINNENLAND.
Nederland-Belg i
Ter bestudeering van de economische
verhouding van Nederland en België in
den meest uitgebreiden zin hebben de S.
D.A.P. en de Belgische Werkliedenpartij
een commissie samengesteld. Hierin heb
ben zitting de heeren Aibarda, Brautigam,
Schaper, Vliegen, Van der Waerden en
Werckhoven voor de S.D.A.P. en De
Brouckere, Van Belle, Balthazar, Eecke-
leers, Mertens en Van Roosbroeck voor
de Belgische Werkliedenpartij.
Het standpunt der Chris t-H i st.
Kamerfractie.
In het Christ.-H(ist. weekblad „Het
Proifcestantsche Zuiden", heeft het Christ.-
Hist. Tweede Kamerlid Krijger een arti
kel gepubliceerd: „Niet naar Canossa".
De heer Krijger wijst er op, dat de
voorstelling, als zou de Christ.-Hist. par
tij bedelen om de gunst van de Roomsch-
Katholieken, volkomen in strijd met de
waarheid is, en dat opheffing van het ge
zantschap bij den Paus een punt op haar
verkiezingsmanifest is, niet als een leuze,
maar als iets, waarnaar zij zou blijven
streven. Wijlen jhr. de Savomniin Lohman
is haar hierin voorgegaan en heeft een
lichtend spoor nagelaten, waarvan de par
tij niet wenscht af te wijken.
De her Krijger zegt verder, dat wan
neer de Christ. Unje door haar alge-
meene vergadering of op andere wijze
zich opnieuw zou moeten uitspreken, een
oplossing van de moeilijkheid door accre-
diteeren van den gezant te Bern bij den
Paus met evenveel beslistheid zou wor
den afgewezen, als dat zij zich telkens
weer uitsprak voor de afschaffing van
het gezantschap te Rome.
Verder herinnert de schrijver er aan,
dat de pogingen van dr. De Visser tot
vorming van een rechts parlementair ka
binet zijn mislukt, mede, doordat de
Christ.-Hist. Kamerfractie voet bij stuk
hield, en weigerde met de accrediteering
van een gezant te Bern genoegen te nemen.
De heer Krijger besluit zijn artikel al
dus:
Wij meenen, dat er voorts bij dr. De
Visser geen sprake van is, om door „cij
feren" na te gaan, of hij nog wat meer
kan opleggen. In elk geval, de Christ.-
Hist. partij en de Christ.-Hist. Tweede
Kamerfractie staan daarbuiten, zij doen
daaraan niet mee.
Voor een gang naar Canossa is zij niet
te vinden. Met haar medewerking komt de
gezant te Rome niet terug. Ook niet via
Bern.
Kerstfeest met de Koninklijke
familie.
Het was Woensdagavond voor de werk
lieden en verder personeel in dienst van
H. M. de Koningin in de Hoog-Soeren-
sche bosschen een avond, welke zeker bij
allen lang in aangename herinnering zal
blijven.
In de tuinzaal van hotel „Eik en Dal"
had H. M. de Koningin een f raaien Kerst
boom doen plaatsen en Haar personeel
DE NACHTELIJKE
ONTMOETING.
Oorspronkelijk verhaal door Sirolf.
(Nadruk verboden).
Het was een prachtige zomernacht.
Op den weg, die door de duinstreek in
de omgeving van Noordwijkerhout loopt
en waarop Jos Dunkers in zijn snelle
25-paardswagen voortschoot, hingen geu
ren van bloeiende duinplanten, kampfer-
foelie en ander geurig kruid. De zon was
al eenige uren onder en een maansikkeltje
aan den donkenen hemel verlichtte het
duinlandschap met een zacht, sprookjes
achtig licht. Jos Dunkers kwam juist uit
Den Haag, waar hij met eenige vrienden
gefuifd had en nu was hij op weg naar
zijn luxueuse jonggezellen woning in Bloe-
mendaal. De zoeklichten van den auto
boorden met hun verblindende stralen door
het schemerduister van den zomernacht.
Jos zat behaaglijk in de rijk-gepolsterde
lederen kussens en luisterde met innig
welbehagen naar het liedje van den zóe
menden motor. Het klonk als het snorren
van een groote tevreden poes. De weg
was geheel verlaten en slechts af en toe
kwam een late wielrijder den auto tege
moet. Even een klein lichtje, dat voorbij-
flikkende, dan was alles weer verlaten
en schenen de zoeklichten op den stil
len weg, die opblonk als een blank lint.
genoodigd.
Tiegen 5 uur werden de kaarsjes ontsto
ken. Even later verschenen de Koningin,
Prins Hendrik en Prinses Juliana.
H. M. de Koningin ging persoonlijk
voor in gebed en sprak een korte Kerst
rede uit. Gezamenlijk werden verder en
kele Kerstliederen gezongen, waarbij al
len werden onthaald op chocolade ei
krentenbrood.
Ieder ontving verder een aardig Kerst
geschenk als een aandenken aan dezen
onvergetelijken avond. Tot 6 uur bleef de
Koninklijke familie te midden van haar
personeel, waarna naar Het Loo werd
teruggereden.
De kab ine t s-cr i si s.
De Koningin heeft Dinsdag kort na
haar terugkeer van het Loo te 's Gra-
venhage dr. De Visser ontvangen, die
H. M. op de hoogte heeft gesteld vai
hetgeen hij tot dusver verricht heeft ia
verband met zijn opdracht om een ka
binet samen te stellen.
Salaris-ontwerpen.
Blijkens het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer over de salaris-ontwerpen was
men algemeen van oordeel, dat voor een
breede gedachten wisseling thans geen tijd
beschikbaar was.
Onderscheidene leden gaven uiting aan
hun teleurstelling over het nog steeds door
de regeerinig gevolgde systeem van salaris-
regeling. Zij hadden er ernstige beden
king tegen, dat van regeeringswege niet
verder is teruggekomen op de vroeger te
ver doorgevoerde nivelleering. Te veel
staat daardoor de regeering, meenden zij,
nog op ihet standpunt, dat telkens het sa-
larisvraagstuk over de geheele linie moet
worden overzien, tengevolge waarvan zij
ten onrechte de voor sommige categorieën
van landsdienaren wenschelijke verbeterin
gen achterwege laat.
Sommige leden verklaarden, dat zij, niet
tegenstaande hun bedenkingen, met deze
voorstellen mede zouden gaan, maar dat zij
deze slechts als voorloopig aanvaardden.
Eenige lieden verklaarden geen bewon
dering te kunnen koesteren voor de wijze
waarop de regeering het georganiseerd
overleg toepast.
Gewezen werd op de ongunstige positie,
waarin de op wachtgeld gestelde ambte
naren komen.
De aandacht werd er op gevestigd dat
een deel van het Rijkspersoneel werkzaam
is krachtens arbeidscontract op voorwaar
den die overeenstemmen met plaatselijke
loontoestanden. Dit doet dat personeel
o.m. verstoken zijn van de verbeteringen
dezer wetsontwerpen, alsmede van kinder
toeslagen en andere uitingen van belooning
naar behoefte. Dit werd betreurd en men
vroeg, of althans de laatstgenoemde voor
deden niet ook voor dit personeel kon
worden ingevoerd.
Nieuwjaarsdrukteen het
Po stper soneel.
De directeur-generaal der Posterijen
en Telegrafie heeft bepaald, dat in de
drukte-periode van de jaarwisseling b*n-
inen zekere grenzen aan het vaste personeel
met inbegrip van de hulpbestellers, groep
B, beneden den rang van commies-titulair
Toen de weg een tamelijk scherpe wen
ding maakte, kreeg Jos een groot land
huis in het oog, dat met zijn fel-witte
muren, duidelijk waarneembaar was aan
den kant van den weg. Het stond daar
geheel afgezonderd te .midden van het
prachtige duinlandschap. Zoo ver het oog
reikte was er geen andere menscheJijke
woning te bespeuren en Jos maakte juist
bij zich zelf de opmerking, dat het wel
heerlijk wonen moest zijn, daar in de een
zaamheid der duinen, alleen wat erg af
gezonderd, toen hij in den lichtkegel van
zijn lantaarns een figuurtje bespeurde,
juist voor den ingang van den tuin, die
bij het landhuis behoorde. Jos keek op
merkzaam toe en op eens zag hij, dat
het figuurtje met de armen wuifde, als
om zijn aandacht te trekken. Er kon geen
twijfel bestaan, die seinen waren- voor
hem bedoeld. Hij minderde zijn vaart en
vlak voor het tuinhek hield hij stil. Uit
het halfduister trad iemand naar voren
en even later keek Jos in een paar don
kere meisjesoogen, die hem onderzoekend
aankeken, van onder een koket fijn strooien
hoedje, dat nog genoeg van dat donker
blonde haar ,daf Jos altijd zoo bewon
derde, liet zien, om het vermoeden te
rechtvaardigen, dat de draagster van het
kokette hoedje de gelukkige bezitster
moest zijn van een rijke haarweelde. Het
fijne gezichtje stond ernstig, zoodat Jos
met warmte in zijn stem vroeg: Heeft
GENEESMIDDELEN - ZIEKENVERPLEGINGSARTIKELEN VERBAND-
STOFFEN TOILETARTIKELEN - HOMOËOPATHISCHE GENEESMIDDELEN
ververschingen kunnen worden uitgereikt.
Per ambtenaar mag ten hoogste 75 cent
per dag worden besteed, en een max. van
f5,25 per hoofd mag niet worden over
schreden.
In plaats van ververschingen kan aan
den ambtenaar, op diens verzoek, ook
het bedrag in geld worden uitgekeerd.
KUNST EN WETENSCHAP.
Een „vaccin" tegen tuberculose.
Het blad de Republicaim, te Lyon,
meldt, dat prof. A. Calmette van het In
stituut Pasteur te Parijs in een interview
heeft verklaard een nieuw vaccin (het
„B.C.G. tegen tuberculose te hebben
bereid, dat toegediend aan een kind,
binnen 10 dagen na de geboorte dat
kind immuun maakt tegen de besmetting,
ook zelfs indien de moeder een tubercu-
lose-lijderes is. De letters B.C.G. zijn
de initialen van drie namen van doktoren:
Billie, Calmette en Guerin. De drie ont
dekkers gingen uit van virulente gekweekte
bacillen, die in den tijd van- dertien ja
ren, in opvolgende cultures minder hevige
eigenschappen hadden gekregen. Het vac
cin is geen geneesmiddel voor tubercu
lose, enkel een voorbehoedmiddel voor
pasgeborenen. Geen andere inrichting dan
het Instituut Pasteur kan het vaccin leveren.
A. S. C. Wallis f
In het Rusthuis te Rotterdam, is over
leden mevrouw Adèie Antal-Opzoomer,
doe onder het pseudoniem A. S. C. Wallis
naam heeft gemaakt als schrijfster.
Mevr. von Antai is lang ziek geweest
en heeft het leed geduldig gedragen.
In 1856 werd Adèle Opzoomer als
dochter van prof. C. W. Opzoomer ge
boren te Utrecht. In 1874 debuteerde zij
onder het pseudoniem Wallis met Prins
Willem III en de moord der gebroe
ders de Witt, maar haar naam vestigde
zij met den driedeeligen roman In dagen
van strijd, die in den tijd van Alva speelt.
Later is ihaar Vorstengunst verschenen
(1883), waarin zij het leven aan het hof
vain Gustaaf Wasa heeft beschreven. Ook
eenige drama's en vertalingen heeft zij ge
schreven en daanna een Zielestrijd (1908),
De Koning van een vreugderijk (1913)
en Een liefdesdroom in 1795 (1916).
Zij was, gehuwd met den Hongaar-
schen hoogleeraar von Ami tal, die na ja
ren van oorlogs-ballingschap een betrek
king vervult in zijn vaderland.
UIT DE PERS.
De belastingdruk.
De „N. R. Crt." schrijft:
Voor 1914 berekenden wij een totaal
inkomen van f 1746 millioen. Het rijk
hief toen aan directe en indirecte belas
tingen en aan accijnzen een bedrag van
rond f 150 millioen. De invoerrechten la
ten wij buiten beschouwing, omdat er ver-
U mij geroepen, juffrouw Kan ik iets voor
U doen Ik ben geheel te Uwer beschikking
Het meisje scheen even te aarzelen,
keek Jos eens onderzoekend aan en
zei toen zacht: „Ik hoop, dat ik met een
gentleman te doen heb „Maar na
tuurlijk", haastte Jos zich haar te onder
breken, U kunt mij absoluut vertrouwen".
Zacht ging hét meisje voort: „Ja, ziet
U, het is een heel gek en toch zeer on
aangenaam geval. Mijn ouders zijn op
reis en het personeel is des ook met va-
cantie. Ik was uit logeeren bij een paar
vriendinnen in Den Haag en ben nu eigen
lijk een paar dagen te vroeg thuis geko
men. Ik heb mij- in den datum vergist.
Mijn vrienden hebben mij een half uur ge
leden thuis gebracht met de auto. En
toen ik bemerkte, dat er niemand in het
huis was, om mij binnen te laten, waren
zij al lang uit het gezicht verdwenen.
Het was een heel onaangenaam half
uurtje, dat ik *hier heb doorgebracht. Zoo
alleen, in deze verlatenheid en dan in den
nacht! Hier meende Jos, dat hij haar
stem hoorde beven. Dat ontroerde hem.
Hij begreep het volkomen, die angst van
dat teere kind, hier midden in de verla
ten duinstreek, alleen te middernacht. „O,
maar nu is U niet meer alleen, nu hoeft U
nergens meer bang voor te zijn", zeide hij
hartelijk, „waarmee kan ik U nu helpen?"
„Eigenlijk", ging het meisje bedeesd
voort, terwijl Jos iets ondeugends in haar
schal van meening over kaïn bestaan, voor
welk gedeelte zij kunnen worden aange
merkt op het Nederlandsche volk te druk
ken. Die f 150 millioen vormden 8.6 pet.
van het vermelde inkomen van f 1746 mil
lioen.
Op grond van de uitkomsten der reeds
vers-treken maanden van 1925 kan men
aannemen, dat uit dezelfde bronnen en
uit de opcenten, geheven ten bate van het
Leeningsfonds, thans per jaar in 's rijks
schatkist vloeit rond f 508 millioen of
bijna 14 pet. van het bedrag van rond
f3650 millioien, waarop men het natio
nale inkomen voor het tegenwoordige kan
stellen. Daaruit mag men coincludeeren,
dat de druk, uitgeoefend door de rijks
belastingen thans relatief 62 pet. hooger
is dan in 1914 (14 pet. tegenover 8.6
pet. van het inkomen).
Hei rijk en de gemeenten hieven over
1914 te zamen aan belastingen een be
drag van rond f200 millioen, of 11.4
pet. van het nationale inkomen.
Ten aanzien van de gemeenten zijn
over 1925 nog geen gegevensi beschikbaar,
maar als. men weet, dat de opbrengst van
de gezamenlijke gemeentebelastingen in
ons\ land over 1921 bedroeg bijna f 270
millioen en over 1922 rond f250 millioen,
schijnt het niet gewaagd aan te nemen, dat
die opbrengst over 1925 niet beneden een
bedrag van f 200 millioen zal liggen. Met
de bovenvermelde rijksbelastingen komt
men dan tot een totaal van rond f 710
millioen, uitmakende 19.4 pet. van het
vermoedelijke nationale inkomen.
Uit een en ander volgt, dat de druk,
door de rijks- en gemeentebelastingen op
liet Nederlandsche volk uitgeoefend, thans
geacht moet worden relatief 70 pet. hoo
ger te zijn dan in 1914.
OUDEJAARSAVOND.
Telkens op den laatsten avond
van het afgeloo-pen jaar
maakt een ieder in gedachten
zijn moreele budget klaar.
Eene doet het zeer plichtmatig,
wikt en weegt zijn lief en leed
en een ander gaat aan 't denken,
zoomaar, zonder dat-ie 't weet.
Velen tobben met hun eigen,
zullen zich verwijten gaan:
„Had ik dit nou maar gelaten!"
„Had ik dat nou maar gedaan!"
Anderen zijn hoogst tevreden
met him levenspad en zoo-;
sluiten hun gewetensboekje:
„Goed gegaan S. E. O."
>Li I
Nog al anderen die zitten
met de handen in het haar:
„Hemeltje, kan 'k nóg niet trouwen
in den loop van 't volgend jaar?"
I&
oogen zag glinsteren, „zou ik U willen
vragen, om mij even te helpen inbreken".
Ik moest dringend even mijn garderobe
aanvullen en wat geld meenemen, want ik
ben schandelijk verkwistend geweest, die
laatste dagen", zeide zij met een ondeu
gend lachje. En als U mij dan naar Den
Haag terug zoudt willen brengen, naar
mijn vriendinnen, dan zoudt U mij een heel
groote dienst bewijzen. Wat zullen ze schrik
ken, als ik opeens weer voor hun neus sta.
lachte zij vroolijk, nu blijkbaar heelemaal
bevrijd van haar vrees van daar straks.
Jos sprong uit den wagen, rommelde in
zijn gereedschapskist, haalde een sleutel
bos uit zijn zak en gewapend met deze
ingrediënten gingen de twee „inbrekers
tegen wil en dank" zooals het meisje
schertsend zeide naar de voordeur
van de villa. Bij het licht van een zak
lantaarn probeerde Jos alle sleutels. Ein
kijk, de vierde sleutel paste warempel.
Met een scherpe klik sprong het slot
terug. Hij duwde tegen dé deur, maar
er scheen nog iets te zijn, dat de deur
tegen hield. Hij kon de deur slechts op
een zeer nauwe kier openen. „De ketting
zei het meisje. De deur zat nog op de
ketting. Jos zocht onder zijn gereedschap
pen |a(h vond een zeer dunne lange vijl.
Voorzichtig, om niets te beschadigen, stak
hij de vijl door de nauwe deurgleuf en na
jeen paar vergeefsche po-gingen hoorden zij,
dat de ketting van den haak gewipt werd
Menschen, die in 't jaar, dat heenging
heel veel liefs verloren zijn,
zien verleden Oüjaarsavond
in een wazig-verren schijn
Oudejaar, dat maakt een ieder
zelfs de hardste koppen week,
maakt melancholiek of teeder,
vaak ook min of meer van streek.
Velen krijgen 't zenuwachtig,
als- de klok kwartier al slaat
en zoo'n gek gevoel van binnen,
als dat ding naar twaalven gaat.
Ja, dan worden vele kelen
onweerstaanbaar dichtgesnoerd,
wangen, door stil tranenvegen
heelemaal gepolitoerd.
Nummer één heeft roode oogen,
twee een kou-tje opgedaan,
moet zich telkens excuseeren,
derde schaamt zich voor een traan
Geheel als gewoon
gaat de klok aan het spelen,
niet trager, niet vlugger,
niet statiger ook;
het dageiijks-ch lied,
dat haar nooit gaat vervelen,
alsof uit dit uur niet
een nieuw jaar ontlook.
Zij tjingelt en tjamgelt
in nuchtere klanken
een afscheid en komen
van vreugde en 'leed,
ontvlamt in onwetendheid
la ai vuur van spranken-,
dat psychisch gevoel
of wel: menschenziel heet.
ii
Zij is een verlossing
in wachtende spanning
en laat dan een stroom
van gelukwenschen gaan;
ze geeft één moment
van totale verbanning
van klachten en zorgen
in 's menschen bestaan.
Als straksjes de klok
aan het spelen zich zet,
een traan soms van weemoed
het spreken belet,
dan weten we allen,
volwassen of kind
Het oud' is vervallen,
een nieuw jaar begint!
J. DE WIT.
BOEKEN EN
TIJDSCHRIFTEN.
Kalenders.
Van den Raad van Arbeid te Goes
ontvingen we een ietwat bonte kalender
voor het jaar 1926.
De Nationale Levensverzekeringsbank
te Rotterdam zond ons een duidelijke
maandkalender, welke geregeld elk jaar
een plaatsje op ons bureau krijgt.
Vau Van der Eist en Mattbes, Am
sterdam (Vijgendam 26) ontvingen wij
een fraai geïllustreerde:! Land- en Tuin-
bouwkalemder (weekkalender), waarineen
en rinkelend langs de deur naar beneden
viel. Piepend ging de deur nu open.
Het meisje ging het eerst naar binnen.
Zij liet vlug baar zaklantaarn langs muren
en trappen dwalen, om te zien of alles in
orde was en draaide dan den schakelaar
van bet electrische liebt om. De hal werd
helder verlicht en Jos zag, dat bij zich
in de weelderige woning van een rijk man
moest bevinden. Het meisje was een ka
mer binnengegaan en verscheen nu weer
op den drempel. Zij bad haar hoed afge
zet en nu zag Jos. dat hij zich niet ver
gist had. Het meisje was niet wat men
noemt een schoonheid. Maar ze had een
aantrekkelijk, hoewel tamelijk forsch ge
zichtje, dat echter zijn charme in hoofd
zaak ontleende aan de massa donker
blonde haren, die in een dikke wrong in
den hals lagen. Wilt U hier even wachten,
vroeg zij, terwij-l zij, waarschijnlijk door de
bijzondere omstandigheden, waardoor zij
zich alleen met een wildvreemden heer
in het midden van den nacht in haar uitge
storven huis bevond, bloosde. Jos trad
binnen en toen het meisje hem verlaten
had, om zich boven op haar kamer van
de noodige kleeren te voorzien en van
andere benoodigdheden voor een verder
verblijf bij haar vriendinnen, liet Jos zich
in een gemakkelijke feaufeuil neer en
dankte het lot, dat zoo'n allerliefste, klei
ne deugniet, die in het huis van haar va
der inbrak, op zijn pad had gevoerd. Het