Springende Kloosterhahem N.° 152 Do derdag 21 December 1925. 112s «Jaargang Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. 78 FEUILLETON „K hhest-Keelpijn Aïiga-bönbona handen ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant yL ~J en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. KERSTMIS. (Nadruk verboden). En nogmaals klinkt over de verwinter de wereld Liefde's warme stem. En we derom luisteren wij er naar, wederom gelooven wij er in, boe twijfelachtig, hoe teleurgesteld wij ook zijn. Deze stem is ijp machtig, dan dat wij haar zouden kun nen weerstaan. Bij het schielijk rondwentelen der ja ren is Kerstmis weder aan beurt, voor dat wij het vermoeden. Wat ligt er tus- schen deze Kerstmis en de vorige? Gelijk steeds ook nu weer: veel' misverstand en ontgoocheling. Het rijk van den eeuwi gen vrede is nog geenszins bereikt. Har teloosheid bebeerscht nog een goed deel der wereld; ook wij gevoelen ons maar al te dikwijls haar slachtoffer. Het kan niet met welgevallen zijn, dat God neer ziet op mensehen, diie Hem zoo weinig eere toebrengen. Is Kerstmis dan nu ook wederom een waan, gelijk het het vorige jaar een waan is gebleken, en het voor-vorige, en alle jaren, sinds men dezen'dag viert? Hoe naïef zou het zijn, ook maar één oogenblik te denken, dat het dit jaar be ter zou gaan dan andere jaren. Ook dit maal weer zal Kerstmis helaas de zelf zucht nóch de hardvochtigheid van onze ongelukkige aarde verjagen. Ook ditmaal weer zal de broederschap wegblijven en de onderlinge welwillendheid. En toch luisteren wij naar de Stem. Toch breekt daar iets in ons hart, toch smelt daar iets in onze ziel op dezen ge- zegenden dag. Ondanks de zekerheid, dat het heden gewekte idealisme de werke lijkheid weinig veranderen zal. Zoolang de meinsdh mensch blijft, zal een groot bestanddeel van zijn wezen overgeleverd blijven aan het kwaad. Maar zoolang de mensch mensch blijft, zal hij zich evenmin kunnen onttrekken aan het goede. Wie kan er, ook zoo hij wilde, ongevoelig blijven voor de blijde boodschap van dezen dag? Ook in den onverschilligste ontsteekt de Kerstvlam iets van profetisch vuur; zelfs het duis terste leven wordt door het Licht uit den Hooge verlicht. Dit is het heerlijke van den Kerstdag: zijn algemeen karakter. Niet alleen wij, in onze woning, op onze plaats, vieren dezen dag, maar allen, zonder onderscheid van gezindte, partij of natie. Kerstmis is interconfessioneel en iiternalionaal, om dat de gedachte, die Kerstmis belichaamt, algemeen menscbelijk is. Gemeenschappe lijk leeft in ons de afkeer van het duister Besteedt steeds Uw geld op de juiste manier. Onze Portwijnen zjjn bijzonder fiju van smaak en zeer concurreerend van prijs. Waarom heeft U ze nog niet geproefd Fa. J A. L. G. Witte, Goes. en de neiging tot het licht. Gemeenschap pelijk is onze vreugde over de zegepraal van de warmtegevende zon over de dood- sche nachten van den winter. Wij allen haken naar gerechtigheid en liefde, naar vrede en broederschap. En dit gemeen schappelijke verschaft aan het Kerstfeest zijn bevrijdend karakter. Want degene, die zich bij uitzondering moedwillig tegen de Kerstviering stelt, doet dit niet dan ten koste van zijn eigen welzijn. Hij verlustigt zich in zijn haat, omdat hij- de liefde zoo lief heeft. Hij koestert zijn onverschilligheid, omdat hij hunkert naar geestdrift. Hij gevoelt zich een afgewezen minnaar, die zijn leed slechts kan dragen doordat hij zich schrap zet tegen zijn eigen liefdesgevoelens. Zoo dra de geliefde zijn liefde* beantwoordt, zal hij omslaan en de vlammen der min zullen zijn hart in gloed zetten. Zij, die het bitterst staan tegenover de Kerstviering, hebben Kerstmis juist veel al het liefst. Maar zij gevoelen zich door Kerstmis bedrogen. Zoovele jaren al is de Boodschap gekomen, en telkens weer zijn zij ontgoocheld geworden door het uit blijven van de vervulling. Moesten zij neet gaan haten, omdat zij hun liefde bij zooveel teleurstelling niet konden ver dragen i Maar vandaag doet de beminde weder om een beroep op hen. Laat het dan slechts voor één dag zijn, heden wordt liefde van allen, die den vrede en de wel gezindheid liefhebben, beantwoord. Kerst mis is geen gebeurtenis, maar een sfeer. De dampkring, waarin wij heden ade men, is met genegenheid verzadigd. Wel dadig is de warmte, waarmee de ge meen scliappel ij ke verteedering der mensch- beid ons omringt, na zoo bar en besten dige kilte. Laten wij ons laven aan deze bron. Stooten wij den beker der gezondheid niet roekeloos van ons. Zal de sfeer zich tot een gebeurtenis verdichten, dan zal dat mede moeten geschieden door ons. Uit de sfeer groeien de gedachten en daden. Niemand onzer kan in eenzaam heid tot zijn recht komen, in afzondering zijn levensdoel verwezenlijken. Afhanke lijk van de gemeenschapsovertuigirig, van den algemeenen geest van het oogenblik zijn wij stuk voor stuk. Zeer zeker is het van beteekenis, zoo gij u persoonlijk vermeit in welgezinde gedachten. Maar maatschappelijke waar de krijgt uw welgezindheid eerst, zoo zij zich verbindt met de welgezindheid van anderen, zoo zij, daarmee tezamen vloeiend, een stroom wordt, die zich stort over de wereld. En vandaag rijst wederom deze stroom van vredelievendheid, broeder schapszin, universeels verteedering. Kerstmis is als de Nijl, die op ge zette tijden buiten haar oevers tredend, Egypte bevrucht. Op Kerstmis treedt het hart der menschheid, dat warme, Lef hebbende, naar licht en leven neigend, hart, buiten zijn oevers. De stroom van welgezindheid bevloeit onze harde en schrale wereld en bevrucht haar met no bele gedachten. De Nijl zelf is geen korenveld en Kerstmis is geen tot volmaaktheid rijpte menschenmaatschappij. Maar wat zouden de akkers en akkerlieden zijn zon der het regelmatig terugkeerende bevruch door MARY ROBERTS RINEHART. Uit het Engelsch vertaald door A. M. ROOSENSTEIN. Den volgenden dag nam hij de dui zend dollar op. Veel van zijn schuld wilde hij met gereed geld betalen; 't was beter geen chèques te geven; er kwamen soms compromitteerende endossementen op voor. Ook lachte het hem toe eens een groote hoeveelheid geld bij zich le heb ben. De grooten op de club hadden altijd' een bundel bankbiljetten bij zich en pel den de biljetten er af als de schillen van een ui. Hij dronk een paar maal om zijn aanstaande vrijheid van schuld te vieren. Hij speelde dien middag bridge in een kamer van een hotel met de drie heeren, piet wie hij geluncht had. Het geluk scheen hem gunstig te zijn. Hij won tachtig dol lar en stopte ze los in zijn broekzak. Geld scheen geld te trekkenAls hij de duizend dollar nog een paar dagen bij zich kon houden, zou er iets goeds uit kunnen voorkomen. Hij had dien middag een weinig ge dronken. Toen het spelen afgeloopen was gaf hij rondjes. De verliezers tracteerden ook, om te toonen, dat ze tegen verlies konden. Pa'lmer was opgewonden van vroo- lijkheid. Hij wilde de tachtig dollar weer inzetten. De verliezers zeiden, dat zc moesten eten en andere dingen te doen hadden. Palmer had geen lust om naar huis te gaan. Christine zou hem met een verwon derd gezicht ontvangen. Ze zouden een saai diner hebben bij Lorenz en 's avonds zou Christine hem dol maken met haar zachte muziek. Hij wilde licht, lawaai en vroolijke vrouwen. Het geluk was met hem en hij wilde het genieten. 's Avonds om negen uur vond bij Grace. Ze was verhuisd naar een goed- koope kamer, welke ze met twee andere winkelmeisjes bewoonde. De anderen wa ren u t. Het w%s wel een gelukkige dag voor hem. De drank had voornamelijk zijn geest aangetast; zijn spieren beheerschte hij goed. De lijnen van zijn neus naar de mondhoeken waren iets scherper en zijn oogen stonden iets wijder open. Dit en een Lchte bleekheid van de neusvleugels, wa ren de eenige kenteekens van zijn toestand. Doch Grace kende d e teekens. „Je kunt niet binnenkomen." „Natuurlijk kom ik binnen." tende slib? Wat zouden wij zijn, zoo wij niet konden rekenen op de jaarlijk- seke terugkeer van het heerlijke, onvol prezen Feest van Wannte, Liefde en Licht, dat zijn stroom van goedheid over de wereld doet vloeien? D Doös 60-90ct. Qm Bij Apoth.en Drogisten. BUITENLAND» Mosoel in het Engelsche Lagerhuis Het debat in het Lagerhuis over Mo soel is anders geloopen dan men had ver wacht. De arbeiderspartij, die scherp ge kant is tegen de houding der regeering in deze zaak, bevond zich in een moei lijk parket, daar de motie der regeering inhoudt, dat het Huis instemt met de be slissing van den Raad van den Volkenbond en met de houding van de Engelsche re geering ten aanzien van déze beslissing. In dien dus de partij, zooals zij aanvankelijk voornemens was, tegen de motie der re geering zou hebben gestemd, zou zij daar door ook partij hebben gekozen tegen den Volkenbond, wat moest worden vermeden. Vandaar dat Clynes verklaarde, dat zijn partij uit verzet tegen den vorm van de regeerings-motie de zaal zou verlaten. Baldwin sprak de hoop uit, dat het Huis het algemeen beginsel van aanvaar ding van de uitspraak van den Volkenbond zou schragen en dus het besluit zou be vestigen om de politiek voort te zetten van het steunen van het gezag van den Volken bond als werktuig voor dein wereldvrede. Ter verdediging van de plannen der re geering inzake Irak wees Baldwin er op, dat het huidige verdrag met dat land En geland verplicht voor 1928 te streven naar de vervanging van d t verdrag door een ander. De regeering heeft nog een verplich ting jegens de overige leden van de broe derschap der volken, de verplichting, die Engeland op zich nam, toen het het man daat over Irak aanvaardde. Een land, dat een mandaat op zich genomen heeft, mist het recht dit mandaat neer te gooien en er een chaos voor achter te laten. Deze regeering is zoo goed ais haar voorgangsters besloten, dat de periode, waarin de Engelsche belastingbetaler be last wordt met uitgaven voor Irak, zoo spoedig mogelijk moet eindigen. Baldwin's motie is tenslotte aangeno men met 239 tegen 4 stemmen. Prof. van Hamel te Dantzig. Het „Berliner Tageblatt" bevat een artikel, dat de benoeming van onzen land genoot prof. van Hamel tot Volkenbonds- oommissaris te Dantzig scherp afkeurt. Het „Tageblatt" zegt, dat men zich, toen er sprake was van de candidatuur van den leider der juridische afdeeling van den Volkenbond, algemeen afkeurend over deze candidatuur heeft uitgelaten. Wat niet te verbazen was, daar dr. van Hamel in den -oorlog de anti-Duits che Zij ging voor hem achteruit, doch hield hem scherp in het oog. Mannen in zijn toestand waren soms even vlug met een klap als met een liefkoozing. Doch toen hij zijn zin doorgedreven had, was hij vriendelijk. „Maak je klaar en ga mee uit. We kunnen in een daktuin praten." „Ik heb je gezegd, dat ik zooiets niet meer doe. Hij werd onmiddellijk kwaadaardig. „Je hebt iemand anders aan den haak. „Eerlijk niet. Er is nooit iemand an ders geweest, Palmer." Hij greep haar plotseling en rukte haar naar zich toe. „Als ik ooit van iemand anders hoor, zal ik hem de ingewanden uit het lijf halen!" Hij hield haar een oogenblik vast; zijn gezicht was somber en woest. Toen, langzaam en onvermijdelijk, trok hij haar in zijn armen. Hij was dronken en zij wist dat. Doch. hij was de eenige man, van wién zij ooit gehouden had en, met de vreemde loyaliteit van haar soort, hield zfe nog van hem. Zij gaf zich een oogen blik, voelde zijn heete kussen op haar mond, haar keel, verzette zich niet toen zijn ruwe handen haar armen in woeste lïiefkoozingea kneusden. Toen stootte zij hem vastberaden van zich af. „Na ga je weg." Groene Amsterdammer had geredigeerd. Men meende reden te hebben te twijfelen aan zijn objectiviteit bij het bekleeden van de functie van commissaris te Dant zig. De rol, door dr. van Hamel gespeeld bij het ontwerpen van het rapport over Opper-Silezië, versterkte het vermoeden, dat zijn antipathie tegen Duitsehland ge paard ging met een bijzondere neiging tot het vervullen van Poolsche wenschen. Hei is daarom wel zeer de vraag of hij als een onpartijdig scheidsrechter zal kunnen optreden bij conflicten tusschen Dantzig en Polen. Hét „Tageblatt" weel niet of ptrof. van Hamel, die te Genève vaak mcr dergelijke conflicten heeft helpen beslissen, ooit ter plaatse is geweest. Daar zal hij echter voldoende gelegenheid heb ben zich op de hoogte van de toestanden te stellen. Misschien zal hij daar even ver baasd zijn ais enkele „wereidverdeeiers van Versailles" toen zij bij de eerste herkiezingen vernamen hoe groot het Pool sche element in Dantzig in werkelijkheid is. Het recht van Dantzig op een vrij bestaan is echter zoo sterk gegrondvest, dat ook de mogelijke subjectiviteit van den commissaris van den Volkenbond het niet ernstig in gevaar kan brengen. Het „Ta geblatt" rekent op de mogelijkheid, dat prof. van Hamel na zijn Dantziger tijd als een bekeerling te Genève zal terug - RECHTSZAKEN. Hooger beroep. In de zaak van G. H., rijwielherstel ler te Biezelinge, d.d. 16 Dec. j.l. door den Kantonrechter veroordeeld^ wegens overtreding der Motor- en Rijwielwet en het Motor- en Rijwielreglement tot f 50 boete of 1 maand hechtenis, is door den beklaagde en den ambtenaar van het O. M. hooger beroep aangeteekend. Hooge Raad. Het geknoei met handteekeningen voor een katholieke school te Arnhem. De Hooge Raad heeft verworpen het cassatieberoep van Ch. V., tegen een ar rest van het Hof te Arnhem, waarbij hij is veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf wegens valschheid in geschrifte (het plaat sen van valsche handteekeningen op lijs ten, welke gecirculeerd hadden om te ko men tot de stichting van een bijz. school). De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Ledeboer, heeft geconcludeerd lot verwerping van het cassatieberoep van P J. v. d. V., die door de rechtbank te Middelburg is veroordeeld tot 3 maanden hechtenis wegens overtreding van art. 450 W. v. Strafrecht. Het betreft hier de zaak van het niet tijdig verleenen van hulp aan een jon getje, dat in het water lag en daarna is verdronken. Uitspraak 18 Januari. Doordat eenzelfde advertentie 3 maal geplaatst 2 maal wordt berekend, is de prijs per regel slechts 16 cent. „Om de hel niet!" Doch hij was minder vast dan eenige oogenblikkeo tevoren. De hitte in het kleine bovenhuis had het bloed naar zijn hoofd doen stijgen. Hij wankel le toen hij binnen de deur stond. „Je moet naar je vrouw gaan.' „Zij heeft mij niet noodig. Zij is ver liefd op een vent, die in hetzelfde huis woont". „Houd je stil, Palmer." „Laat me nu binnenkomen, hé." Ze liet hem in haar zitkamer. Hij viel neer in een stoel. „Jij hebt mij de bons gegeven, en nu Christine ze meent, dat ik het niet weet. Ik ben niet gek; ik zie meer dan ze denkt." Hij had plotseling medelijden met Zich zelf. De lijnen om zijn mond werden dieper. „Ik ben nergens goed voor. Ik weet, dat ik haar ongelukkig heb gemaakt. Maar jou heb ik ook het leven zuur gemaakt en jij maakt er geen kabaal om". Zijn licht bewogen emoties namen een andere wending. Hij had met Grace te doenhij wilde voor haar knielen en haar vergiffenis vragen. „Het spijt me", zei hij 't spijt me ontzettend, Grace. Je bent een goed kind en je hield van mij, hé?" „Dat weet je." Zij «loeg hem ernstig gade. Zóó had fa d£n*iiatte door he! gebruik van Akker s Kloosterbalsem, de wondere balsem die U als 't ware een nieuwe huid kan geven. Inwrijven met bijt niet, doch verzacht! Beroemd huismiddel bij schrale en ge sprongen huid, winterhanden, wintervoe ten, kloven, wonden, open plekken, uitslag Per groote pot van 20 gr. 50 cent. Alom verkrijgbaar. Potten v50gr. f i.—en 100gr. f 1.75 nog voordceligcr' LANDBOUW, VEETEELT EN VISSCHERIJ. Het directoraat-generaal van den landbouw. Gelijk beleend is, heeft de minister van binnenlands che zaken en landbouw van den zomer tot een aantal landbouw organisaties de vraag gericht, of de func tie van directeur-generaal van den land bouw bestendigd moet blijven. Uit de antwoorden, die tot dusver aan den mi nister zijn gegeven de R. K. TMederl. Boerenbond is zijn antwoord tot heden schuldig gebleven blijkt, dat het Kon. Nederl. Landbouw-Comité, de Nederl. Tujibouwraad en de Chr. Boeren- en Tuindersbond voor handhaving der functie zijn, terwijl de L.N.Z. daarop geen prijs «telt. In den R. K. Nederl. Boeren- en Tuindersbond heerscht geen eenstemmig heid ten aanzien van deze kwestie. Het Gron. Landbouwblad hoopt, dat de minister uit deze verdeeldheid der or ganisaties de conclusies zal trekken, dat hij een deskundige noodig heeft. UIT DE PERS. Handen wasschen in onschuld. Over de houding van den heer Colijn bij de Kabinetscrisis schrijft de „N. R. Crt.": Van tweeën één. Hij had voor het dreigement van Mgr. Nolens in zijn schulp kunnen kruipen, en zijnerzijds alsnog vóór de stemming de kabinetskwestie kunnen stéllen. Had hij dit gedaan, dan zou zeer waarschijnlijk de stemming nog wel iets anders zijn uitgevallen, dan nu, nu hij door zijn houding te kennen gaf, dat de Kamer in hare beslissing hareNazichten omtrent de mérites der zaak zelve, waarover ge stemd werd, en niets anders, lot uiting kon brengen. De minister wilde dit niet, en wij kun- ze hem nog nooit gezien, niets kon haar misschien zoo duidelijk hebben laten zim, hoezeer hij een gebroken man was. „Ik heb je in moeilijkheden gebracht. Voor ik je kende was je een oppassend meisje. Ik ben niet van plan je kwaad te doen. Dat zweer ik. Ik wilde je alleen maar afhalen om wat pret te maken. Ik heb geld. Kijk maar!" Hij haalde den bundel bankbiljetten te voorschijn en het ze zien. Haar oogen gingen wijd open. Veel geld had ze hem nooit zien hebben. „Aan t zelfde adres kan ik nog veel meer krijgen." Ze was onmiddellijk vol aandacht. Waar ze vroeger zou getracht hebben om het geld te bemachtigen voor zichzelf, had ze nu een ander doel. „Krijg ik daar niets van?" „Waarvoor?" „Ik heb wat kleeren noodig." „Zeer dronken meuschen hebben soms de intuïtie van wilde en redelooze dieren". „Dat lieg je." „Ik heb het noodig voor Jolmny Ro- senfeld." Hij stak den bundel weer in den zak, doch zijn hand hield hem omkneld. „Daar heb je t weer 'klaagde hij. „Je laat me geen oogenblik gelukkig zijn! 't Is allemaal mijn schuld!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1