K
"Backin
Vrijdag 11 December tIMfiÖ
Bij dit nummer
behoort -en Bijvoegsel
MEUWJAARSWENSCHEN
N.° 117
ii'tt jaargang
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
SDSSSHE COURANT
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant j en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
ZIJ, die zich met ingang van 1 Januari
1926 op ons blad abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschijnende num
mers GRATIS.
in het Nieuwj aarsrmmmer wor
den, zooals gebruikelijk ist bij voor
uitbetaling geplaatst tegen 75 cent,
voor hoogstens 6 regels.
Opgaven worden, zoo spoedig
mogelijk ingewacht, doch uiter
lijk DINSDAG 29 DECEMBER,
vóór des middags 12 uur.
DE ADMINISTRATIE.
DE OUDEN VAN DAGEN.
(Nadruk verboden).
Er bestaat in onze samenleving een
eigenaardige groep van memschen, die
in het normale leven van den dag op
den achtergrond blijft, maar, zoo dra er
iets bizonders gebeurt, aan het licht treedt,
om bet biz oudere van de gebeurtenis na
drukkelijk te bevestigen. Het zijn de
ouden van dagen, die zich niet herinne
ren, dat het ooit zoo warm of zoo koud
of zulk zwaar onweer al® nu is geweest.
De ouden van dagen zijn de gezagheb
bende zegslieden, op wier oordeel men
bouwen kan. Wanneer zij toegeven, dat
het op het oogenblik warmer of kouder
i® dan zij het ooit hebben beleefd, kan.
men er op aan, dat de hitte wel hevig en
de koude wel fel moet zijn. Want als de
ouden van dagen hun herinnering raadplé-
gen, komen er sterke stukken los; een win
ter als die van toen heb je tegenwoordig
niet meer en de hittegolven der laatste
jaren zijn niebs vergeleken bij den ver-
schroeienden zomer, die eens in hun jeugd
de menschheid heeft gekweld. Ais iets
erger is dan de ouden van dagen zich her
inneren, moet het dus wel heel erg wezen.
Het is met die herinnering van de ouden
van dagen eigenaardig gesteld. Dit is
geen gewone herinnering, maar een her
innering van bizonder vermogen en met
een bizonder karakter. .Wij zouden haast
zeggen, dat er iets mystieks zit in deze
herinnering. Als de ouden van dagen
daarover spreken, komt er een geheim
zinnige glans in hun o ogen en een geheim
zinnig lachje over hun gelaat. Dan wer
pen zij elkander knipoogjes van verstand-
tsesieedl steeds Uw yeld op de
juiste manier
Portwijnen zyu bijzonder »ij«'
van >ajaak en zeer concurieerend
van prijs.
Waaro.-n heeft U ze nog niet geproefd
Fa J A. L. G. Witte, Goes.
73 Kh.UlL.l_.ETON
*9
door
MARY ROBERTS RINEHART.
Uit het Engelsch vertaald door
A. M. ROOSENSTEIN.
Carlotta ging ook de kamer uit.
Onmiddellijk na haar kwam K. Hij
was in de witte jas en meer en meer
geleek hij op den man, die zich opgericht
had en iets in zijn hand had getoond.
Sidney's hoofd klopte, ze begreep het niet.
Ze zat daar in haar stoei; ze scheen
kleiner dan anders, ze geleek wel een
kind. Het werd nu ochtendde zon schoot
nog bijna horizontale stralen over het dale
van de stal, over de vensterbanken van de
amaesthetiseerkamer waar een rij flesschen
op een schoonen handdoek stond.
De groote man of was het K.
keek naar haar en draaide toen het elee-
trische licht uit. Wel, het was K. natuur
lijk. Het lioht in de gang deed hij ook uit
voor hij naar boven ging. Toen het licht
uit was kon ze niet zien. Ze gleed stil
uit de stoei en lag in diepe bezwijming
aan zijn voeten. K. nam haar in zijn
groote armen en droeg baar naar de lift.
houding toe, alsof zij tegen elkaar wilden
zeggen: ,,Dat is nu eens 'n verborgen
heid, die ons is voorbehoudendaarover kun
nen de jongeren niet meepraten; daarvan
weten zij, die pas komen kijken, niets".
De herinnering van de ouden van da
gen is geen gewone herinnering; het
is geen spiegel, die natuurgetrouw
het gebeurde weergeeft, maar een ver
grootglas, dat de dingen vergroot, een
projectie-lantaarn, die ze plaatst in schel,
bontgekleurd licht. Het worden sprook
jesachtige gestalten in fabelachtige
verhoudingen, het worden wonderen.
Niet dat het geheugen der ouden van
dagen onbetrouwbaar zou zijn. Voor hen
zelf i® het het betrouwbaarste, wat er be
staat. Voor de kostelijke zekerheden, dis in
het geheugen staan opgetast, geven zij
gaarne den armelijken waan van het oogen
blik prijs. Ook wij zullen eenmaal tot de
ouden van dagen bebooren, en bij schok
kende gebeurtenissen, die wij met het na
geslacht mee beleven, glimlachend de schou
ders ophalen, zeggende, dat dit alles nog
niets is, vergeleken bij den wereldoor
log van 1914 of de stormramp van 1925.
Zelfs behoeven wij misschien niet eens
tot onze grijsheid te wachten, om het ge
heugen der ouden van dagen deelachtig
te worden. Met welk een gloed kan de
man van middelbaren leeftijd reeds ver
tellen over zijn kinderjaren, over zijn
studententijd of zijn militairen dienst!
De verteller is altijd een held geweest,
een haantje de voorste, een avonturier.
Vol kleur en klank was zijn leven; wild
en romantisch zijn bestaan, en wie hem
in 't vuur van zijn spannend verhaal
aanhoort, kan zich niet voorstellen, hoe
dit tamme, bezadigde manneke inzijne
jonge jaren zoon wildebras is geweest.
Merkwaardig is het, zoo men, van lie-
verfee zelf verouderd, een dergelijken ver
teller kan controleeren. Dan bemerkt men
niet zelden, dat juist de schuchterste
jongmaatjes, de stillen en saaien, die zich
op den achtergrond hielden en van wie
hun tijdigenooten als schoolkameraad,
student of soldaat nooit iets hebben ge
merkt, in hun latere verhalen de geweldig
ste opsnijders zijn. Een paar van zulke
voorbeelden zijn vaak voldoende, om de
taak en de beteekemis van de herinnering
der ouden van dagen te doen begrijpen.
Het is een algemeene behoefte van den
mensch, zich te doen gelden. Op wat voor
wijs ook willen wij allen een held zijn,
een held niet alleen in het goede maar
eigenlijk ook wel een beetje in 't kwade.
Wij nemen er geen genoegen mee, gewoon
te wezen; het buitengewone trekt ons
aan, maar het buitengewone is het held
haftige is het gevaarlijke. En niet iedere na
tuur is voor het gevaarlijke voorbeschikt,
Is nu iemand1 toet vermogen ontzegd,
metterdaad zich een held te toonen, dan
zal zijne jeugd kleurloos en klank
loos moeten vergaan. Maar op zijn ouden
dag krijgt hij gelegenheid, op on
gevaarlijke wijze een held te zijn. Im
mers heeft hij krachtens zijn leeftijd zich
dan het voorrecht verzekerd, zijn gemak
te mogen nemen, en dit voorrecht gaat
gepaard met een tweede privilege: krach
tens zijn eerwaardigheid als gezagheb
bend man te worden geloof d.
Nu beginnen voor menigeen dan de
lOmhhfia/ndm-WinlehAKrti&n,
Hij hield haar vast, zooals hij haar dien
dag in het park had vastgehouden, toen zij
in de rivier gevallen was, zorgvuldig en
teeder, zooals men iets bizonder kostbaars
vasthoudt.
Eerst toen hij haar op het bed gelegd
had, opende zij de oogen. Doch voor dien
tijd had ze reeds haar bewustzijn herkre
gen. Ze was zoo vermoeid! En zoo ge
dragen te worden in sterke armen zonder
te weten en zonder er iets om te geven
waar zij heen ging. De zuster, die
hij had geroepen, haalde haastig aroma
tische ammoniak. Sidney, die met het
hoofd op het kussen lag, keek op naar K.
„Hoe is het met hem?"
„Een beetje beter. Er is eenige kans,
beste".
„Ik ben zoo in de war geweest. Al den
tijd, dien ik heb zitten wachten, verkeer
de ik in de meening, dat jij aan het ope-
reeren was. Zal hij werkelijk beter wor
den?"
„Het staat er goed voor."
„Ik zou Dr. Edwardes gaarne be
danken".
De zuster bleef lang weg met de am
moniak. E r was zooveel- om over te pra
ten; dat Dr. Max uit was geweest met
Carlotta Harrisson en dat een jaloersche
vrouw op hem geschoten had; de onver
klaarbare terugkeer in het leven van den
grooten Edwardes; en een gebeurtenis,
waarvoor de zuster persoonlijk wilde in
heldendaden: toen ik jong wasen
een smalende blik valt op de zooveel
minder heldhaftige jeugd. Het is een scha
deloosstelling van de natuur, die wij nie
mand mogen misgunnen: een held te zijn
op zijn stoel, nadat men de gelegenheid
om een held te zijn in den levensstrijd
heeft moeten laten voorbijgaan.
Augustinus, de vrome kerkvader, haingt
in zijn Bekentenissen een verschrikke
lijk tafereel op omtrent het liederlijk le
vensgedrag, waaraan hij zich in zijn
jeugd heeft schuldig gemaakt. Eerlijk ge
zegd, geloof ik niet recht aam die vneese-
lijke liederlijkheid van bekeerde men
sehen. Zij zien het kwaad uit hun jeugd
in heldhaftige gestalte, om hun latere
deugd heldhaftiger te maken.
Even weinig geloof ik aan de strenge
winters en de verschroeiende zomers der
ouden van dagen. Ik geloof wel, dat ze er
zelf aan geloovein, en dat dit geloof voor
hen evenals voor elk onzer te zijner tijd
noodzakelijk is. De werkelijkheid is vaak
zoo weinig boeiend, dat wij, om onzen
levenslust gaande te houden, wel eens
onzen toevlucht moeten nemen tot 't rijk
der verbeelding. En hoe ouder wij worden,
te meer zijn wij tot afstand van de wer
kelijkheid gedoemd. Zoodat de verbeel
ding ons staande moet houden, hetgeen
haar te beter gelukt, omdat zij al® herinne
ring ons het verbeelde als het zeker gebeur
de voo^toovert. Zoo schept zij verzoening
tusschen verbeelding en werkelijkheid.
BUITENLAND.
Een belangrijk besluit.
De Volkenbondsraad te Genève heeft
Dinsdag een belangrijk besluit genomen.
Het heeft met eenparigheid van stem
men besloten om het advies van het In
ternationaal Hof van Justitie i. z. de pro
cedure nopens het geschil over Mosoel
te aanvaarden.
Turkije's stem tegen de aanvaarding
van dit advies legde geen gewicht in de
schaal, daar te voren besloten was dat de
stemmen der partijen in het geschil be
trokken (Engeland en Turkije) niet zou
den meetellen.
Engeland had te voren verklaard met
het advies accoord te gaan.
De raad zal nu moeten overgaan tot
de d efinitieve vaststelling der grenzen tus
schen Turkije en Irak (waarover Enge
land mandaat voert).
Door de bovengemelde beslissing van
den raad wordt de positie van het Inter
nationaal Gerechtshof te Den Haag on
getwijfeld ten zeerste versterkt.
De Turksche minister van buitenland
sche zaken heeft besloten Genève te ver
laten, daar hij zijn taak al® afgedaan be
schouwt.
Ondanks het vertrek der Turken zal
de Volkenbondsraad toch de behandeling
van het vraagstuk van M.osoel voortzetten.
Woensdag heeft voor het eerst Neder
land zitting gehad in den Volkenbonds
raad. Mr. Patijn kon er evenwel een zwij
gende rol vervullen.
Oostenrijk zal nu van Januari af vol
komen budgetaire zelfstandigheid krijgen
en zal mr. Zimmerman's toezicht zich nog
slechts uitstrekken over de verpande in
komsten en de uitgaven uit de volkenbonds-
leening.
Met Juni zal ook dit toezicht eindigen.
Voorts heeft de Volkenbondsraad zich
in vertrouwelijk overleg bezig gehouden
met het werkprogram der commissie van
voorbereiding der internationale ontwa
peningsconferentie en de punten, waarom
trent Frankrijk en Engeland 'het eens zijn
geworden in dit program opgenomen.
Daarop zijn de punten, waaromtrent
meenlngsverschillen heerscben, tusschen
Frankrijk en België eenerzijds en Enge
land anderzijds ter sprake gekomen.
Paul Boncour verklaarde dat zijn re
geering een grondig, alzijdig onderzoek
van het geheele vraagstuk wenscht. Het
onderzoek naar de krijgsmacht van een
land moet zich ook uitstrekken tot de mi
litaire en economische hulp, waarop het
krachtens art. 16 van het Volkenbonds
statuut in geval van een onuitgelokten aan
val aanspraak heeft.
Sir Austen Chamberlain waarschuwde
tegen een ai te zware belasting van de ont
wapeningscommissie, daar anders de voor
genomen algemeene ontwapeningsconferen
tie noodeloos op de lange baan zal geraken.
Hymans (België) steunde het betoog
van den Franschen gedelegeerde, maar
trachtte tevens een toenadering tusschen
het Fransche en het Engelsche stand
punt te bewerken.
Ten slotte is aan Benesj, de Tsjecho-
Slowaksohe minister van buit. zaken op
dracht gegeven voor de volgende zitting
een bemiddelingsvoorstel te ontwerpen.
De Boodschap van President Coolidge.
Aan de Boodschap van president Coo
lidge aan het Congres der Ver. Staten
(de Amerikaansche Troonrede) ontke
nen we het volgende:
Naar de President schat zullen de be
talingen van de buitenlandsche schulde
naar-staten aan de Ver. Staten, voor zoo
ver die eerstgenoemde staten reeds schik
kingen met de Ver. Staten hebben getrof
fen in den loop der e.k. 62 jaar meer
dan 15.000.000.000 dollars opleveren. Met
de regelingen, die nog moeten tot stand
komen zal dat bedrag oploopen tot
20.000.000.000 dollars, hetgeen meer is
dan de geheele openbare schuld der Unie
bedraagt.
Naar Coolidge verklaart is de vermin
dering der leger sterkte belangrijker dan
de vermindering van de vloot. Er zou
oyer een vermindering van de vloot op het
oogenblik beter vallen te praten, indien de
regelingen over de schulden reeds alle
warent ot stand gekomen.
De President drong er verder krach
tig op aan, dat de Ver. Staten zich zullen
aansluiten bij het Hof van Internationale
Justitie.
De immigratie-wet geving moet krachtig
worden gehandhaafd, anders zou een sys-
staan en die een siddering door den op
leidingscursus zond dat deze zelfde
Edwardes, als het ware uit den dood her
rezen, die een wonder gedaan had en zelf
een wonder was, S.dney naar haar bed had
gedragen en haar heimelijk op haar wit
voorhoofd had gekust.
De opleidingscursus betwijfelde dit.
Hoe kon hij Sidney Page kennen? En bo
vendien, de zuster had het slechts in den
spiegel gezien, toen ze juist even keek
of haar muts recht stond. De cursus nam
daarom het wonder aan, doch niet den kus.
Het wonder was natuurlijk geen won
der. Doch er had een verandering in K.
plaatsgegrepen die wonderbaarlijk scheen.
Zijn vertrouwen in zich zelf kwam terug,
niet krachtig en plotseling, dioch in alle
nederigheid. Hij was arkeerig geweest
den last weer op te nemen doch nu hij
hem had opgenomen zond hij een stil ge
bed omhoog om de kracht hem te dragen.
En, daar de mensch sedert het begin
der tijden heeft uitgezien naar voortee
kens, vroeg ook hij om een voorteeken.
Hij zeide het niet met zooveel woorden,
noch trachtte hij een overeenkomst met
de Voorzienigheid te maken. Dit was het:
als Wilson beter werd, zou hij weer gaan
werken. Hij zou dat als een teeken be
schouwen. Als Wilson stierf
Sidney stak hem haar hand toe.
„Wat zou ik zonder jou beginnen, K.?"
vroeg ze treurig.
„Het eenige wat je te doen hebt, is
mij noodig te hebben."
Zijn stem was niet te vast en voor de
afleiding nam hij haar pols op.
„Wat weet je toch veel. Je bent net een
dokter als je mijn pols opneemt."
Zelfs toen vertelde hij haar nog niets.
Hij was er volstrekt niet zeker van, dat het
haar zou interesseeren. Het was nu niet
een geschikt oogenblik om zijn geschiede
nis te vertellen. Er was nog tijd genoeg
om dat te doen.
„Wil je wat bouillon drinken, als ik je
dien zend?"
„Ik heb geen honger. Maar ik zal wel
drinken, natuurlijk."
„En wil je trachten te slapen?"
„Slapen, terwijl hij
„Ik beloof, dat ik het zal zeggen als
eenige verandering komt. Ik zal bij hem
blijven."
„Ik zal trachten te slapen".
Doch toen hij van de stoel naast haar
bed opstond, stak ze haar hand naar hem
uit.
„K."
„Ja, beste".
„Hij was uit met Carlotta. Hij heeft
beloofd en hij heeft zijn belofte niet ge
houden".
„Er kan een motief voor geweest zijn.
Zouden we niet wachten tot hij uitleg kan
geven
„Hoe zou hij dat kunnen verklaren?"
v,
PLUMCAKE
met rozijnen naar Oetker's=Rcccpt, gebakk. m.
DrOehker's
Bakpoeder
een door Dr Oetker op wetenschappelijker!
grondslag vervaardigd Bakpoeder. jBackin
vervangt de Gist Men gaat onmiddellijk
tot bakken over, het deeg rijst onder het
bakken. Backin is zuinig in het gebruik
en niet zooals gist, aan bederf onderhevig;
80 gr. boterca. f 0.25
2 eieren0.12
150 gr. suikerca. 0.07
250 gr. tarwebloem0.08
Va pakje Dr. Oetker's Backin 0.04
V, liter roomca. 0.20
150 gram rozijnen 0.18
150 gr. krenten.0.12
citroen0.03
f 1.09
Bereiding: Men foere de boter tot room,
voege suiket, eieren, geraspte citroenschil, het
gezeefde en met Backin vermengde meel en de
room toe, dan rozijnen enkrenten.Vul een in»
gevetten vorm met dit deeg en bak de cake bij
middelmatige hitte ruim 1 uur.
Men lette vooral op Backin van Dr. Oetker,
en dat op elk pakje als Eenige Importeurs
E. Ostermann Co., A'dam, vermeld zijn.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich
direct tot deze Importeurs, die op aanvrage
ook een gratis»receptenboekje toezenden.
teem van het registreeren van alle buiten
landers noodzakelijk worden.
De Boodschap van den President be
vatte voorstellen tot belastingverlaging, een
krachtige en voortgezette actie om de hulp
middelen voor de luchtvaart te verbeteren
en een stipte naleving van de anti-drank
wetten.
Volgens den President heeft het suc
ces van Locarno de rechtvaardiging ge
leverd voor de Amerikaansche regeerimgs-
poktiek om het aan de landen van Europa
over te laten, zelf hun moeilijkheden op
te lossen zonder dat de Ver. Staten zich
daarmee inlaten. De Ver. Staten zouden
echter met speciale dankbaarheid elke ac
tie van Europeesche landen begroeten,
die er op gericht is te komen tot ver
mindering der wapeningen. De Ameri
kaansche regeering zal echter liever niet
deelnemen aan een conferentie die, om
de wijze waarop zij is samengesteld of de
plaats zij wordt saamgeroepen, waarschijn
lijk nutteloos zou blijken te zijn.
Ten slotte gaf de President nog als
zijn meening te kennen, dat de reeds tot
stand gekomen schuldenregelingen, mei
buitenlandsche staten, den schuldenaar,
geen onredelijke lasten opleggen.
UIT DE PERS.
De opdracht aan dr. De Visser.
„He* Vaderland" (lib.) kan in de op
dracht aan Dr. de Visser niet anders zien
dan een nieuwe zet van de kathol.eken en
anti-revolutionairen op het politieke schaak-
En toen hij aarzelde, vervolgde zij: „ik
kom met al mijn moeilijkheden bij jou,
alsof je er zelf geene hadt. Ik kan er
niet mee naar tante Harriet gaan en moe
der Carlotta houdt veel van hem. Zij
zegt, dat ik op hem geschoten heb. Ge
looft iemand dat?"
„Natuurlijk niet. Denk maar niet méér.
„Maar wie heeft het gedaan, K.? Hij
had zooveel vrienden en geen vijanden
voor zoover ik weet.
Haar geest scheen in een kring rond
te dwalen en altijd weer op hetzelfde punt
terug te komen.
„De een of andere dronken bezoeker
van den herberg."
Onmiddellijk nadat hij het gezegd had,
speet het hem.
„Waren ze in een herberg?"
„Beoordeel niemand voor je alles weel".
Zij bewoog zich onrustig.
„Hoe laat is het?"
„Half zeven."
„Ik moet opstaan en aan 't werk gaan
Hij was blij, dat hij haar streng kon
behandelen. Hij verbood haar op te staan.
Toen de zuster met de vertraagde ammo
niak kwam, zag ze, dat K. zij" geza3
gelden en S.dney hem oproerig aa?.za®"
„Zuster Page ma - indaag geen dienst
doen. Zij moet tot
liet
„Zuster Page mag vandaag geen urn
en. Z" moet tot nader order m bed
blijven."
(Wordt vervolgd.)