Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Fa. J A. L. G. Witte, Goes.
64 FEUILLETON
99
HEERENKLEED1NG NAAR MAAT.
(tómurncoL)
"uxmi Sawnd dot aife dau/uJme Cacao.
N°. 158.
Vrijdag 20 November 1025.
112" Jaargay g.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,—.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
EEN TELEURGESTELDE
REDACTIE.
De redactie der N. Z. Crt. is bitter te
leurgesteld over de afstemming van het
gezantschap bij den Paus.
Van een katholiek orgaan achten wij
dit volkomen begrijpelijk.
Maar wat wij niet begrijpelijk vinden
is dit, dat het katholieke blad in zijn te
leurstelling de welgevoeglijkiheid uit het
oog verliest en in een schrijven in pam
fletstijl te keer gaat tegen ons artikel
„De kous op den kop".
Wij hebben geaarzeld op dit stukje
in te gaan, daar wij niet wenschen te
poiemiseeren met een jouraalistieken Ko-
kadorus. Echter willen we voor ditmaal
aannemen dat de schrijver zich in z'n
teleurstelling totaal heeft vergeten.
Over het belang van het gezantschap
bij dien Paus kan men van meening ver
schillen.
Wij voor ons achten thans in 1925 (in
1915, tijdens, den oorlog was het een ander
geval) het gezantschap bij den Paus uit
een oogpunt van landsbelang vrijwel over
bodig.
ïn deze meening staan wij geenszins al
leen, integendeel wij bevinden ons in een
uitgebreid en goed gezelschap.
We willen in de eerste plaats wijzen
op de houding van den minister van bui-
ten'landsche zaken.
Zeker, dieze heeft den post verdedigd,
wat niet anders kop worden verwacht, na
dat deze eenmaal op de begroeting was
gebracht.
Hij heeft ons echter van de belangrijk
heid van dit gezantschap niet kunnen over
tuigen.
Dat met de afschaffing van het gezant
schap ook naar het oordeel van den mi-
idster geen bijzonder landsbelang was ge
moeid, blijkt wel het duidelijkst hieruit,
dat minister van Karnebeek de porte-
feullekwestie niet stelde, lm het tegen
overgestelde geval zou dit stellig zijn ge
schied.
De N. R. Crt. schrijft naar aanleiding
hiervani
„Nu minister van Karnebeek uit de
verwerping van den pOist de gebruike
lijke conclusie niet trok, mag daaruit
afgeleid worden, dat hij zelf het ge
zantschap overbodig was gaan achten,
en den post nog slechts wegens histo
rische redenen op zijn begrooting be
houden had".
Besteedt steeds Uw geld op de
juiste manier.
Onze Portwijnen zijn bijzonder fijn
van smaak en zeer concurreerend
van prijs.
Waarom heeft U ze nog niet geproefd
door
MARY ROBERTS RINEHART.
Uit het Engelsch vertaald door
A. M. ROOSENSTEIN.
„Ik geloof, dat ik het begrijp", zei ze.
„Ik zal voor je trouwjapon zorgen, Sid
ney. We zullen deze straat eens lrten zien,
dat zelfs Christine Lorenz ov r ten
kon worden'Na eenige oog©nbiikken
vervolgde zij: „Ik hoop dat Max Yi son
nu een geregelder leven zal leiden, h*j is
niet erg soliede tot dusver."
K. had dien Zondagmiddag Oh" stin©
naar Tillie gebracht. Palmer was uit met
de automobiel; sedert den morgen van
den vorigen dag was hij nog niet thth s
weest. Eiken Zaterdagmiddag en Zondag
speelde hij golf in de Country Club -
dan bracht hij daar altijd den nacht doe
K. en Christine wandelden verder, nadat
zij met de tram naar het eindpunt eden
waren. Zij spraken weinig, doch b wees
mooie vogels, zeldzame bloemen en veel
andere wonderen des veids aan, waarvan
Christine nog nooit gehoord had.
Het onderhoud met Tillie was K. n
teleurstelling geweest. Ofschoon ze gong
met de beste en vriendelijkste bedoel i-
Minister van Karnebeek stelde de por
tefeuillekwestie niet, maar wel deden dit
de vier katholieke ministers, die met deze
zaak, als ministers niets uitstaande hadden.
Wat heeft de minister van arbeid nu te
maken met een of andere poist op de be
grooting van buitenlandschie zaken. Im
mers niets.
Maar als katholieken hadden deze vier
hoeren wel met de kwestie te maken en
als katholieken namen deze ministers hun
ontslag. Daarmede bewijzende dat het
voortbestaan van dit gezantschap een groot
katholiek belang was.
Dit geeft ook het r.-k. blad de Resi
dentiebode toe, wanneer het schrijft:
„De coalitie ging om de beginselen,
terwijl het Gezantschap (bij den Paus)
feitelijk een belang vertegenwoordigt".
Inderdaad! Een Roomsch belang.
De Kamer echter had den post te
beo'ordeélen uit den gezichtshoek van hel
algemeen landsbelang en niet van het
r.-k. belang.
Wij vinden in de tweede plaats steun
bij een groot deel der Kamerleden, welke
vóór het amendement-Kersten stemden.
De N. Z. Crt. schrijft dat de linker
zijde „als een aasgier aanvloog op het
van anti-p apisme druipende amendement-
Kersten", (pamfletstijl!)
Wij meenen dat het van een zeldzaam
slechten smaak getuigt om mannen als
Dresselhuys, van Gijn, Vliegen e.a. te
vergelijken met aasgieren.
Doch dit moeten we alweer op reke
ning schrijven van den toestand van tijde
lijke geestelijke aberratie, waarin de re
dactie der N. Z. Crt. verkeert.
Wij willen hier even memoreeren, wat
Vliegen, die toch ook alweer moeilijk van
anti-papism© beschuldigd kan worden
meermalen hebben soc.-democraten vóór
het gezantschap gestemd ditmaal jm
de Kamer zeide over de vertegenwoordi
ging van ons land bij den Paus.
De heer Vliegen „acht de kwestie
van niet groote beteekenis. Is er nut
bij dit gezantschap Hij meent van niet.
Er is nooit iets zakelijks medegedeeld
over het nut hiervan. Hij zal dus voor
het amendement stemmen".
In de Pers zijn de meeniugen over de
waarde van het gezantschap bij den Paus
verdeeld.
Uit wat de N. Z. Crt. citeert uit het
lib. Vaderland, kunnen we getoetst aan
andere artikels uit dit blad niet anders
'lezen, dan dat het blad de kwestie van
het gezantschap bij den Paus niet belang
rijk genoeg achtte voor een kabinetscrisis.
Het Vad. schrijft dan ook per 10 Nov.:
Vooraf ga de opmerking, dat naar
onze meening de quae s tie van het ge
zantschap bij den Paus er niet eene is
waarmede de Coalitie staat of valt.
Plet blad heeft er blijkbaar niet op ge
rekend, dat de katholieken het katholieke
belang zoozeer op den voorgrond zouden
schuiven.
Wij vinden voor onze opinie ook steun
bij de N. R. Crt., welke schrijft in een
hoofdartikel
gen, gelukte het haar niet den juisten toon
te treffen. In haar pogingen om te verhe
len, dat in Tilly's wereld alles verkeerd
was, beging zij de fout te beweren, dat
alles was zooals het behoorde.
Tillie met haar ongewone figuur en
treurige oogen, hoorde haar geduldig aan,
terwijl K. in de groote deuropening van
de hooischuur stond te kijken naar de
automobielen, welke kwamen aanrijden,
gevoelde zich niet op zijn mak. Toen
Christine opstond om heen te gaan, be
kende zij de mislukking openhartig.
„Ik heb het goed bedoeld, Tillie",
zei ze. „Ik vrees dat ik juist gezegd heb,
wat ik «.ïiot had moeten zeggen. Maar van
één ding ben ilr toch zeker, namelijk dat
je twee redenen hebt om je gelukkig te
gevoelen, je man de heer Schwitter
houdt veel van je, dat geef je zelf
toe en ie krijgt een kindje".
Tilhe's cogen schoten vol tranen.
„Ik ben altijd een net meisje geweest,
Mevrouw zei ze eenvoudig. „Nu ben ik
het niet me ar. Als ik in dien spiegel zie
en mezelf aankijk en mezelf noem wat ik
ben. iic oeei wat willen geven om weer
in de Straat te zijn".
Zij had nog de gelegenheid iets aan
K. Ie zeggen toen Christine vooruit liep
tie schuur uit.
„ik heb U al lang willen spreken, me
neer Lc Moyme". Zij sprak bijna fluiste
rend. „Joc Drummond komt hier tamelijk
-Lg Schwitter zegt dat hij wat te
i drinkt Hij houdt er niet van om hem
COSTUUM,
DEMi-SAISON
W/NTERJAS
Franco Stalen.
Coupeur te ontbieden.
J. DONNER—MEIJLER.
GOES Telefoon 130.
Waar het op aan komt is, of door
dit gezantschap Nederlandsch nationale
belangen worden gediend. Zoo dit het
geval is, heeft het gezantschap precies
evenveel recht van bestaan als elk ander
Juist echter in de aanwijzing van die
belangen is de regeering tot nu toe in
geóreke gebleven. Dat behoeft niet te
verwonderen, want uit den aard van de
zaak kan een gezant bij den Paus noch
internationaal-rechtelijke, noch econo
mische belangen dienen, noch eenige
andere, die ons gewone gezantencorps
pleegt te behartigen. Het gezantschap
bij den Paus is niets meer dan een luis
terpost, die in de jaren van den oorlog
van belang is geweest, doch die op
het oogenblik vrijwel alle waarde ver
loren heeft, een luisterpost in een „mi
lieu", waarin de draden der Europee-
sche politiek niet bij voorkeur samen
worden gevoegd, en dat in belangrijk
heid dan ook in de laatste jaren door
andere „milieu's" verre is overtroffen.
Het gezantschap bij het Vatikaan is
van algemeen Nederlandsch standpunt
beschouwd eene zuiver luxe-vertering
geworden, waar Nederland dan ook al
lang een eind aan zou hebben gemaakt,
indien door dit uiterlijk vertoon niet
zekere zuiver binnenïiandsche politie
ke belangen werden gediend. Het is
de prijs, dien wij moeten betalen vpor
het voorrecht, eene coalitie-regeering
te hebben.
Wij vinden verder steun bij de ainli-
revoL Standaard. Dit blad schrijft:
„Zonder nog met de Staten-Gene-
iraa'l slaags te zijn geweest, viel het
Ministerie over een kwestie, die, in
het raam van de algemeen© politiek be
schouwd, toch futiel is".
Precies wat ook wij beweren.
Wellicht hebben de anti's zich vóór
het gezantschap uitgesproken omdat ze
het zulk een futiliteit vinden.
Tenslotte nog het volgende:
Wij schreven in den aanvang van dit
artikel dat we ons de teleurstelling van
de redactie der N. Z. Crt. konden in
denken.
Want het merkwaardige van deze kwes
tie is wei dat de schuld van de aanneming
van het amendement-Kersten bij niemand
anders -ligt danbij mgr. Nolens.
Had deze zijn fameuse verklaring dat
bij afschaffing van het gezantschap de
coalitie gevaar liep niet afgelegd, dan
zouden de vrijz. democraten en ook ver
scheidene soc. dem. waarschijnlijk tegen
het amendement-Kersten hebben gestemd.
De verklaring als dreigement bedoeld
voor de christ. histonschen, werd voor
de vrijz. democraten c.s. een uitnoodigimg
hier te zien ronddwalen; verleden Zondag
heeft hij hem naar huis gezonden. Wat
heeft die jongen toch?"
„Ik zal' met hem praten."
De kelner, zegt dat hij een revolver bij
zich heeft en dat hij rare dingen zegt.
Ik dacht dat Sidney Page hem mis
schien eens onderhanden kon nemen
„Ik denk, dat hij haar er liever bui
ten houdt. Ik zal doen wat ik kan. K.
trok een bedenkelijk gezicht toen hij Chris
tine volgde naar den weg.
Christine was stil op den terugtocht
naar de stad. Meer dan eens ontdekte
K. dat ze hem aanzag en dat bevreemdde
hem.
Christine vergeleek hem bij de man
nen die zij kende sterke, doch zelden
gevoelige mannen, die hun Zondagen aan
het golf spel wijdden en er nooit aan zou
den denken een ongelukkige uitgeworpene
uit de maatschappij te bezoeken. Hoe
sterk was hij en toch hoe zacht! Het gaf
haar een benauwend gevoel in de keel. Zij
maakte zich een steil gedeelte van den
weg ten nutte om een oogenblik te blijven
slaan en haar vingers op de mouw van
zijn ouden jas te leggen.
Het was laat toen ze thuis kwamen.
Sidney zat op de stoep op hem te wach
ten. Wilson was er om zeven uur even
geweest; hij was haastig, omdat hij dien
avond nog een patiënt moest bezoeken,
doch beloofde vroeg terug te zullen ko
men. In de gang had hij haar tot zich ge
trokken en haar gekust, niet op de lippen
K. gjriWiic/
vodüArcij. verqoofct.
pealifo e/nf 0.5 5 [osri pond
GtSdve^piK-ma iA-r^ n J
0 a ÏUwvMJurLcmmoridemAZ.
om de coalitie ten val te brengen.
Aldus werd in zijn roomschen ijver
mgr. Nolens, nolens volens de oor
zaak van het afstemmen van het gezant
schap.
Het Vaderland schrijft:
Door deze verklaring kwam het ge
zantschap bij den Paus geheel buiten
het geding, en werd de slem vóór of
tegen het amendement-Kers ten eene
stem vóór of tegen het behoud van de
Coalitie. Voor die vraag gesteld, kon
toch zeker, wij vragen het u in gemoede,
geen man van Links, waar allen, zon
der uitzondering, de Coalitie met hare
onmacht tot regeeren een gröot nadeel
voor ons staatsleven vinden, een be
vestigend antwoord geven?
Het blad De Morgen (r.-k. St. Mi
chael) is het hiermee roerend eens.
Wij meenen met het bovenstaande de
N. Z. Crt. afdoende te hebben geant
woord.
Ons is het steeds een genoegen met
tegenstanders den degen te kruisen in een
ridderlijk assaut. Wij hebben evenwel een
afkeer van den plompen knuppel die de
redactie der N. Z. Crt. ditmaal han
teerde.
Wij verwachten bij haar een volgende
maal respect voor de meening der tegen
partij ook al wordt die door haar niet
gedeeld.
BUITENLAND.
Het Lagerhuis over Locarno.
In het Britsche Lagerhuis heeft Cham
berlain het verdrag van Locarno ver
dedigd.
Hij betoogde dat de verdragen van
Locamo een nceuwen geest in de inter
nationale betrekkingen meebrengen, den
oorlog zeer veel moeilijker maken en den
weg bereiden tot nuttige behandeling van de
on twapeningsk westie.
Ik zeg niet, zoo voegde hij hieraan
toe, dat deze verdragen, wanneer ze ge
ratificeerd zullen worden, den oorlog on
mogelijk maken. Geen enkel menschelijk
voortbrengsel kan dit doen, maar ik zeg,
dat zij oorlog oneindig veel moeilijker
maken, dat zij veel minder mogelijk ma
ken, dat oorlog ontstaat uit een of ander
duister of twijfelachtig incident of eisch
en dat het, wanneer deze overeenkomsten
in werking zullen zijn getreden, voor elk
der onderteekenaars moeilijk zal zijn oor
log te maken met een van zijn medeonder-
doch op het voorhoofd en op haar oog
leden!
„Klein vrouwtje!" had hij gezegd, half
beschaamd om zijn eigen aandoening. Van
den overkant van de Straat had hij haar
toegewuifd toen hij in de automobiel
stapte.
Christine ging naar haar kamer en met
een 2ucht van voldoening liet K. zich op
de trap zakken.
„Wel, beschermengel der kranken", zei
hij, „is er nieuws onder de zon?"
„Er is heel wat gebeurd, K."
Hij ging rechtop zitten en zag haar aan.
Misschien was het, omdat zij het nieuwtje
zoo interessant mogelijk wilde maken of
wat waarschijnlijker is omdat zij
vreesde, dat haar mededeeliinig hem niet
zeer aangenaam zou zijn; zij draaide er
om heen, speelde er mee.
„Ik ben in de operatiekamer geweest.
„Prachtig."
„Het costuum is leelijk. Ik zie er af
schuwelijk in uit".
„Zonder twijfel". Hij glimlachte tegen
haar. Hij was opgelucht.
„Is dat al het nieuws?"
„Er is nog iets K."
Het duurde een poosje voor hij sprak.
Hij keek strak voor zich uit. Schijnbaar
wenschte hij het haar niet te hooren zeg
gen; want toen hij een oogenblik later
sprak, voorkwam hij haar woorden.
„Ik weet wat het isv Sidney.
„Je verwachtte het, nietwaar?"
„Het is niet geheel een verrassing,
teekenaars zonder dat de geho.Ie beschaaf
de wereld duidelijk ziet, dat hij slecht han
delt en zonder dat het odium van zijn
slechte daad op hem neerkomt.
Er is goede hoop, dat wij een nieuwe
bladzijde omgeslagen hebben, dat wij den
oorlogsgeest achter ons gelaten hebben en
dat wij zullen arbeiden in den gezamen-
lijken wil den vrede te bewaren,"
Mac Donald en Lloyd George betuig
den hun instemming met het verdrag.
De door Chamberlain ingediende motie
ter ratificatie van het verdrag van Locarno
werd daarop met 375 tegen 13 stemmen
aangenomen.
Een amendement der arbeiderspartij
werd verworpen.
Het geallieerde front blijft bestaan.
Het „Vaderland" schrijft:
Ook na de onderteekening van het
verdrag van Locarno blijven er gealli
eerden, en daarnaast Duitschland. Een
bewijs voor deze stelling is niet noodig.
Een illustratie levert Vandervelde's be
toog, waarin hij b.v. óver de uitvloeisels
zegt: „De geallieerden zijn overeengeko
men, dat 1. de inwerkingtreding van de
nieuwe maatregelen niet zal kunnen ge
schieden dan pas na de onderteekening
der verdragen; 2. over de toegestane con
cessies niet kan worden onderhandeld.
„En in het bijzonder kan er op het
oogenblik geen sprake zijn, dat de termijn
van ontruiming, krachtens het verdrag van
Versailles, zal kunnen worden ingekrom
pen. Immers, die bezetting blijft de waar
borg, dat Duitschland, wat de vergoedin
gen aangaat, zijn verplichtingen zal na
komen". 1
De bezetting is het symbool van de ge
allieerde macht tegenover Duitschalnd.Van
het opnemen van dit land in den kring
der Westelijke mogendheden is geen spra
ke. Minister Vanderveide eischt ook na
het verdrag van Locarno geallieerde
„waarborgen" tegen Duitschland.
Twee Belgische oud-ministers, die na
Vandervelde spraken, de heeren Hymans
en Jaspar, gingen eveneens van de grond
gedachte uit van een geallieerd front te
gen Duitschland. Hymans zegt, dat Lo
carno aan België den waarborg van Frank
rijk, Engeland en Italië geeft voor zijn
veiligheid. Een waarborg tegen wien? Te
gen den eènig mogelijken aanvaller, dien
Hymans ziet, n.l'. Duitschland.
Jaspar getuigde van zijn „wantrouwen
tegenover den geest, die in Duitschland
heerscht."
Zóó is de realiteit. Zij is eemigszins an-
„Wensch je mij geen geluk?"
„Als mijn wenschen je iets goed kon
den brengen, zou je alles in de wereld heb
ben." Zijn stein was eenigszins onvast,
doch zijn oogen glimlachten in de hare.
„Zal ik zullen wi; je spoedig ver
liezen
„Ik zal mijn opleiding voltooien. Die
voorwaarde heb ik gesteld."
Toen werd ze plotseling vertrouwelijk.
„Ik weet zoo weinig, K. en hij weet
zooveel! Ik zal gaan lezen en studeeren,
zoodat hij met me kan praten over zijn
werk. Zoo behoort een huwelijk te zijn,
een soort van kameraadschap. Vindt je
ook niet?"
K. knikte. Zijn geest weigerde zich
bezig te houden met een toekomst, waar
aan hij niet kon denken. Inplaats daarvan
blikte hij in het verleden naar de da
gen, toen hij nog hoopte om te eeniger
tijd een vrouw te hebben, met wie hij over
zijn werk kon spreken, dat geliefde werk,
waaraan hij zich nu niet meer geven
mocht. Een oogenblik dacht hij aan dien
avond, een jaar geleden, toen hij op een
Juniavond in den maneschijn in de Straat
was gekomen en hij Sidney had zien zit
ten op de plaats, waar ze nu zat, terwijl de
schaduwen van de boom om haar heen
speelden.
Reeds dien avond was hij jaloers ëe
weest.
(Wordt vervolgd.)