1\T\ 107
Woensdag 9 September 1995.
iiS0 «laargang.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
FEUILLETON
„K"
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESC
Uitgave ffennL Vein- «firnsd» COuranT*
en KSeenwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
HET NIEUWE FRONT.
De volgende week Dinsdag, wordt de
zitting der Staten-Generaal op plechtige
wijze door H. M. de Koningin geopend.
Opnieuw vangt dan weer het „schrik-
lijk pleit van dwang en vrijheid' aan.
Het komende jaar, het jaar vlak na de
verkiezingen, belooft een belangrijk par
lementair jaar te zullen worden en met
gespannen verwachtingen ziet menigeen uit,
naar wat de Troonrede brengen zal. Of
deze verwachtingen zullen worden verwe
zenlijkt is echter een tweede kwestie.
We zien in de Kamer weer de vroe
gere partij-formatie, de schijnbaar ver
eende coalitie, tegenover de blijkbaar ver
deelde linkerzijde. De antithese beheerscht
nog steeds ons politieke leven en alles is
bij het oude gebleven.
Oogenschijniijk is dit zoo. Aan de op
pervlakte bekeken. Want daaronder bor
relt en kookt het en een nieuwe scheidings
lijn is bezig zich af te teekenen.
Mr. Dresselhuys heeft er reeds op
gewezen in een serie artikelen in de ,,N.
R. Crt." waaruit wij het een en ander
overgenomen hebben.
In 't kort komt de zaak hierop neer.
De arbeidersleiders doen een greep naar
de macht in het bedrijfsleven, zij willen
de macht leggen niet in handen van de
verantwoordelijke personen, gelijk tot dus
verre, maar in die van de onverantwoor-
delijken, de arbeiders.
Het gaat niet meer om sociale en eco
nomische voordeelen, het gaat doodeen
voudig enkel en alleen om de macht.
Wij achten dit drijven, dat tot een
verbitterden strijd moet voeren, aller
minst in het waarachtig belang der arbei
ders. Wij achten dit drijven ook overbodig,
waar thans de positie, waarin de werk
nemers verkeeren, een zeer gunstige is te
noemen.
De sociaal-democraten wenschen de pro
ductic-middelen te ontnemen aan de par
ticulieren, welke deze bezitten, en ze ge
heel aan de gemeenschap te trekken. Men
drijft aan op socialisatie. En het gaat
om de leuzevoor of tegen de socialisatie.
Tusschen haakjes zij hier opgemerkt,
dat het o.i. juist een voortreffelijke re
is, dat zij, die beschikken over eenig g
delijk bezit, dit beleggen m productie
middelen, in bedrijven.
Daardoor wordt het productie-vermo
gen vergroot, wordt werkgelegenheid
schapen, wat natuurlijk van belang is in
verband met bevolkingsvermeerdering en
werkloosheid, en wordt tenslotte de pro
ductie opgevoerd.
De bestaande band tusschen particulie
ren en productiemiddelen blijkt ons een
zeer gezonde.
De bedrijven in handen der overheid,
dat beteekent o.i. behoudens een en
kele monopolistische uitzondering duur
te, omslachtigheid en concurrentie-onmacht
ten opzichte van die landen waar het par
ticulier bedrijf is behouden gebleven.
De oorlogsjaren, de gemeente-winkels,
de kwestie der gemeentelijke bloemaan-
koop te Amsterdam enz. hebben ons m
dit opzicht reeds aan eenige ervaring ge
holpen.
Socialisatie is o.i. een dure grap, welke
bovendien de vertering in de hand zal wer
ken, daar men z'n geld wel niet gaarne
in gesocialiseerde bedrijven zal steken.
En dat de een meer verdient dan den an
der, daaraan zullen toch de socialisten
wel niets kunnen veranderen, zoolang de
een nog meer presteert dan den ander.
De socialisten wenschen echter socia
lisatie, zij wenschen een der steunpilaren,
waarop onze huidige maatschappij is ge
grondvest, te vernietigen. Zij willen aan
het particulier bezit een gevoelige slag
toebrengen.
Nu kan men op twee manieren den
strijd om z'n doel te bereiken voeren:
openlijk of geleidelijk voortgaand, onge
merkt.
De eerste manier is de manier van den
heer Stenhuis, door agitatie, de revolutio
naire manier, welke echter bij ons volk
zoo impopulair is gebleken, dat Vliegen
'het noodig geoordeeld heeft den heer
Stenhuis een broederlijke, of zoo men
wil een vaderlijke afstraffing toe te dienen.
De tweede wijze is de meer gebruike
lijke, de minst luidruchtige, maar de meest
gevaarlijke.
Men tracht z'n doel te bereiken langs
allerlei zijweggetjes. En krijgt daar bij
talrijke 'volgelingen, die absoluut niet in
de soc. democratische gelederen thuishoo-
ren. Echter, de economische wetten zijn
voor velen een wel geopend, maar vaak
niet begrepen boek.
En nu volgt men de soc. democraten
op de hielen door de kronkelgangetjes van
hun rooden doolhof en wanneer men dan
eenmaal het middelpunt: de socialisatie
ziet, zal men stomverbaasd zijn en zich
de oogen uitwrijven. En men zal uitroepen:
ja, maar dat heb ik niet gewild, dat was
heelemaal niet mijn bedoeling.
Het wordt tijd, dat er front wordt ge
maakt tegen het soc. democratisch streven,
tegen de socialisatie.
Meer en meer wordt dit begrepen. Maar
o.i. toch nog lang niet genoeg.
Ook de handeldrijvende middenstand
komt meer en meer tot de conclusie, dat
krachtig stelling genomen moet worden te
gen het streven der soc. democraten.
Zoo lazen we deze week in het orgaan
van den Ned. Middenstandsbond in een
artikel van H. A. Ritter het volgende:
Een hoofdoorzaak van de felle actie
der tegenstanders (de soc. dem.) is
dat zij zich theoretisch een samenleving
in het hoofd hebben gezet, die door de
werkelijkheid in geen enkel opzicht
wordt erkend.
Dat maakt hen woedend, zoodra zij
beginnen te bemerken dat hun leer
stellingen botsen met de ervaring en
niets dan onheil stichten. Iets, waar
van de realisten, d.w.z. zij die die werke
lijkheid wèl in het oog houden, een
83
dankbaar gebruik maken bij het oefenen
van critiek.
Schimp en smaad zijn dan de eenige
verweermiddelen, die door dc socia
listen gebruikt worden om de aandacht
van de mislukking of van'de belasting
geldverspilling af te le den.
Vrijheid, aldus de schrijver, is in
den Socialislischen staat onmogelijk. De
Socialistische staat, die het economisch
leven der maatschappij in banden wil
slaan en den natuurlijken loop van dat
leven wil stremmen, kan niet de ge
ringste economische zelfstandigheid toe
staan.
Wel is het nu waar, dat wij zulk een
Socialistischen Staai nog niet hebben,
maar wij zijn toch hard op weg daartoe
te geraken.
Schrijver herinnert dan aan dj uitspraak
van den anarchist Bakounine, in 1872
op het Congres der Internationale te Den
Haag, welke het socialistische stelsel be
schouwde als het meest slaafsche en
schrijft dan:
Dat stelsel toch wil een laak vol
voeren, die onmogelijk is. Het wil een
volmaaktheid, die op zich zelf al on
mogelijk is. Het wil het leven zonder
strijd. Het wil de natuurlijke orde ver
vangen door de zelfgeschapen orde.
In den strijd daarvoor kan het de
vrijheid niet gebruiken. Dat blijkt niet
alleen uit de socialistische wetgeving.
Dat blijkt ook uit de bitterheid, waar
mede het dc geestelijke vrijheid van an
dersdenkenden vervolgt.
Men ziet het, buiten het parlement be
gint zich de nieuwe scheidslijn steeds dui
delijker af te teekenen.
En het zou ons niet verwonderen, wan
neer in de komende parlementaire perio
de ook in de Kamers de frontverande
ring aan den dag zou treden. Vermoede-
ijk zou voorloopig het nieuwe front nog
een flauw lijntje zijn; doch op den duur
zal deze lijn zich scherper en scherper
af teekenen.
door
MARY ROBERTS RINEHART.
Uit het Engelsch vertaald door
A. M. ROOSENSTEIN.
K. vond het briefje op 0e gangtafel,
toen hij dien avond thuis kwam en nam
het mee naar boven. Als hij nog een
zwakke hoop mocht gehad hebben, dat
haar jeugd haar aanneming in den weg
mocht staan, dan was die hoop nu vervlo
gen. Met den brief in de hand zat hij
aan zi> m tafel en dacht hij aan de ledige
jaren vóór hem. Niet geheel ledig natuur
lijk. Zij zou nu en dan thuis komen.
Doch het leven in het hospitaal zou haar
meer en meer in beslag nemen. Hij veron
derstelde ook, dat, indien er al ooit eenige
kans bestond, dat ze van hem zou gaan hou
den, zijn tegenwoordigheid in het kleine
huis sterk in zijn nadeel zou werken. Er
was niet de illussie van het weerzien na
lange scheiding; hij was er altijd, net als
Katie. Als ze de deur opende, riep ze
in de gang: „Moeder". Indien Anna niet
antwoordde, riep ze hem, op vrijwel den-
zelfden toon.
Zijm nieuwe levensbeschouwing stond
als een muur, welke zplfs Wilson's her
kenning en protest had weerstaan. Doch
een blijvende levensbeschouwing komt
eerst na afloop van tijd; en hij was jong.
Al zijn verdedigingswerken verbrokkelden
voor een passie, welke, als hij ze durfde
te ontleden, hem ontstelde door haar kracht
En dien dag bezweek zijn stoïcisme voor
Sidney's brief. Reeds de openhartigheid
en de genegenheid, welke er uit spraken,
deden hem pijn niet dat hij haar gene
genheid niet wenschte; doch hij verlang
de vurig naar zooveel meer. Hij wierp zich
op het bed, den brief verfrommeld in de
hand.
Sidney's brief was niet de eenige, wel
ken hij dien dag ontving. Toen hij, gevolg
gevende aan Katie's verzoek om te komen
eten, moeizaam opstond, vond hij een ge
sloten enveloppe op de tafel. Het was
een brief van Max Wilson.
„Beste Le Moyne,
„Ik heb vandaag mijn verbijstering nog
niet te boven kunnen komen. Het feit, dat
ik alleen je stem 'hoorde en je gezicht nau
welijks heb gezien, maakt de zaak nog
meer onwerkelijk. Het zou van weinig ge
voel getuigen, indien ik je al te spoedig
opzocht. Ik moet je afzondering eerbiedi
gen. Doch er zijn enkele dingen, welke be
sproken moeten worden.
„Je zei gisteravond dat het met jou „wat
anders" was. Ik weet dat. Je hebt een
paar keeren een ongeluk gehad-. Ken je
iemand, in ons beroep, die dat niet heeft
gehad? En uit vrees, dat je zult denken
dat ik niet weet waarover ik spreek, zij
vermeld, dat de zaak van alle kanten werd
bekeken door het college van curatoren
BUITENLAND.
De Volkenbonds-conferentie.
Het Protocol van Genève
van de ba an?
De Volkenbondsvergadering te Genève
is geopend met een rede van Painlevé
(Frankrijk) waarin deze uiting gaf aan
Frankrijk's vertrouwen in den Volkenbond.
Daarna ikwam spreker tot hel Protocol
van Genève en de afzonderlijke verdragen.
Wat spreker daarover zeide, wijst op
een omzwaai van Frankrijk naar het En-
gelsohe standpunt ten opzichte van het
Protocol.
Volgens» het Fransche Havas-bureau
sprak Painlevé als volgt:
Het vraagstuk van de veiligheid ver
schijnt thans onder nieuwe omstandighe
den. De volken hebben de keus, hetzij
tusschen de synthetische methode van de
logische directe afleiding door arnendee-
ring van het statuut van den Volkenbond
om tegemoet te komen aan de daartegen
gerichte bezwaren, hetzij tusschen dc ana
lytische methode, de langzame van het
voet voor voet veld winnen der afzonder
lijke verdragen. Deze kan beter aangepast
worden aan de huidige ogstandigheden. De
tegenstand en de ongerustheid zóuden waar
schijnlijk verdwijnen als niet alie staten
dadelijk in eenzelfde formule behoeven
te worden begrepen en elk zijn middelen
en wegen kan aanpassen bij de algemeene
verplichtingen van het volkenbondssta-
tuut, dat intusschen onveranderd blijft,
met niets vermeerderd en met niets ver
kort. Als het voorbehoud op die manier
uitgeschakeld is, zou men later onder
betere omstandigheden tot een overwe
ging van een algemeen verdrag kunnen te-
rugkeeren. Tol zoover Painlevé. Het wil
ons voorkomen, dat hiermede het Proto
col van Genève dc eerstvolgende jaren
geheel van de baan is. Wat wij betreuren.
In stede van een algemeen geldende re
geling komen thans weer de afzonderlijke
verdragen op den voorgrond. Painlevé zei-
de vervolgens dat voor het algemeen vraag
stuk der ontwapening dezelfde overwe
gingen gelden. Dit kan in zijin vollen om
vang slechts tot een algemeene overeen
stemming voeren als het veiligheidsvraag
stuk is opgelost. Intusschen kunnen tal
van vraagstukken, als die van de vervaar
diging van den handel in en het gebruik
van wapens, het verbod van den gasoorlog
worden opgelost of zijn het reeds
met medewerking van de Vereenigde Sta
ten, die niettemin geen lid van den Bond
zijn. Het zou overigens een goed ding
zijn als de bondsvergadering, als zij het
veiligheidsvraagstuk behoorlijk opgelost
acht, een congres ter beperking van de
bewapening bijeen zou roepen.
Er is nog een andere kant aan het
veiligheidsvraagstuk. Het moge een schit
terend werk zijn zich tegen het uilbarsten
van den oorlog te verzetten, een even
schitterend werk is er de diepe oorzaken
van weg te nemen, door de geweldige
oeconomische en financieeie oorzaken te
verzachten. Het zou een schoone taak voor
de commissies van den Volkenbond zijn
om op dit gebied te zoeken naar een ver
standige regeling.
Engelsche journalisten te Kanton
in ketens geslagen.
De „Daily Express" bevat het vol
gende bericht van zijn oorrespondent te
Hongkong, Zondag verzonden:
De laatste uitspatting tegen vreemde
lingen te Kanton is dc aanhouding van
twee Engelsche journalisten en hun gevan
genzetting, nadat zij geketend waren aan
Chineesche gevangenen.
J. S. Cox en ik scheepten ons Don
derdag in op het stoomschip Honam, het
eerste Engelsche schip, 'dat na de staking
naar Kanton voer, bij wijze van proef
na de ontkenning van de boycot door de
Kantonnecsche regeering.
Het schip bereikte Kanton en wij gin
gen de stad in om het nieuws naar Hong
kong te seinen. Op de kade werden wij
toen de kwestie van de gedenkplaat ter
sprake kwam. De oude Barnes stond op
en zeide: „Heeren, wij wonen allen min
of meer in glazen huizen. Laat hem» die
zonder zonde is, den eersten steen wer
pen". Je had-t hen moeten hooren!
„Ik kon vannacht niet slapen. Ik ben
in mijn automobiel de landwegen opgere
den en hoe verder ik ging, des te meer
overdreven scheen mij je positie. Ik ben
niet van plan veel te schrijven over de be
hoefte, welke de wereld aan mannen als
jij'heeft. Maar ons beroep heeft je noo
dig. Jij aan 't werk in ejen gasfabriek, ter
wijl de oude O'Hara er op los snijdt en
knoeit en ik moet woekeren met wat ik
van jou geleerd heb
„Er is moed voor noodig om neer te stappen
van de hoogte waarop je stond. Derhalve
is het geen lafheid, welke je hier j
plaatst heeft. Het is een verkeerde opvat
ting. Ik heb aan twee dingen gedacht.
Het eerste en het beste is, dat je terug
keert. Niemand heeft je plaats ingenomen,
omdat niemand het werk kon doen. Doch
indien dit uitgesloten is en dat weet
jij alleen, want jij alleen kent de feiten
dan is het volgende het beste; in allen
ootmoed doe ik het voorstel.
„Doe het examen onder je tegenwoor-
digen naam en als je je certificaat hebt,
kom bij mij. Dit is geen edelmoedigheid.
Ik zal meer ontvangen dan ik geef.
„Denk er over, oude vriend
„M. W."
Het is een eigenaardig feit, dat een
man die volkomen onbetrouwbaar is wat
opgepakt door stakingsposlen, d'e ens ver
zochten een winkel binnen te treden, waar
geweren werden verstrekt om ons te be
schermen. Wij werden daarop voorop ge
plaatst in den stoet en gevolgd door een
dichte menigte stakers, die, toen zij hoor
den, dat wij Engelschen waren ccn drei
gende houding aannamen en riepen: „Dood
aan de vreemdelingen".
Een vijfduizendtal stakers omringden
de loods, waarin de hoofden der stakers
ons aan een verhoor onderwierpen. Een
peleton cadetten van Whampoa werd te
hulp geroepen, toen de menigte trachtte
binnen te dringen, doch het gepeupel liet
zich niet kahneeren.
Wij kregen ketens om de hals en wer
den door een haag van cadetten, waarach
ter zich een schimpende menigte verdrong,
gelleid en gestopt in een cel van tien bij
vijf-tien voet, waarin reeds veertien Chi
neesche gevangenen in de grootste vervui
ling opgesloten zaten.
Zeventien uur lang bleven wij zondeft
eten of drinken. Ambtenaren van het Chi
neesche gouvernement brachten ons ten
slotte voorloopig op een veilige plaats,
vanwaar de heer Wallis, de Engelsche
consul, ons Zaterdag verloste.
De Chineesche regeering heeft haar
leedwezen betuigd, wat hel gebruik der
ketenen betreft, en er ter verklaring aan
toegevoegd, dat het gepeupel niet in be
dwang te houden was. De regeering was
tot Vrijdag van onze aanhouding onkundig.
De controle op Oostenrijk.
De commissaris-generaal van den Vol
kenbond voor Oostenrijk heeft aan dc
sub-commissie voor Oostenrijk van de fi
nancieeie commissi^ van den Volkenbond
medegedeeld, dat hij op 11 Augustus, één
dag voordat het Oostenrijksch parlement
verscheidene belangrijke hervormingen aan
genomen had, gemeend had aan de Oos-
tenrijksche regcerimg mededeeling te kun
nen doen van de reeds vroeger onder de
oogen geziene beslissing om dadelijk dc
financieeie controle te verlichten. Hij
was van meening, dat de bereikte vooruit
gang voldoende bevredigend was om een
verlichting der controle te rechtvaardigen.
De controle zal voortaan beperkt worden
tot toezicht op het in acht nemen van
de begrootingsgrenzen voor wat betreft
de bijzonderheden der uitgaven.
De ridderorde van Streuvels.
De corr. der N. R. Crt. te Brussel
meldt: Het benoemen van Stijn Streu
vels, op voordracht van minister Huys-
mans, tot ridder in de Leopolds-orde,
heeft, naar men weet, van anti-Vlaamsche
zijde, aanleiding gegeven tot een vinnige
campagne, tegen Streuvels en den huldi
gen minister van kunsten en wetenschap
pen gericht. Het vroeger Vlaamschgezinde
Kamerlid voor Oostende, Buyl. meende,
in een vraag aan den minister, aan de
hand van zekere uitlatingen van Streuvels,
in zijn Oorlogsdagboek neergeschreven,
van defaitisme en Duitschgezindheid te
mogen gewagen, wat hem echter een
scherp antwoord van den minister op den
vrouwen betreft, dikwijls een hoogstaand
eergevoel aan den dag legt tegenover man
nen. De jongste Wilson, die zijn genoe
gens zonder gemoedsbezwaren en zonder
veel kieskeurigheid genoot, deed een aan
bieding, welke zijn naam zou verduisteren
en hij deed de aanbieding van harte en met
open oogen.
K. was aangedaan. Het was juist iets
voor Max om zulk een aanbieding te
doen en het was in overeenstemming met
zijn karakter om het te doen voorkomen,
dat hij een gunst vroeg en niet bewees.
Doch de aanbieding bracht hem niet in
verzoeking. Hij had zichzelf gewogen en
te licht bevonden. Geen gedenkplaat kon
dat veranderen. En toen Wilson hem in
den laten avond op het balcon aantrof en
zoowel op zijn gevoel als op zijn verstand
werkte, bleef de toestand onveranderd.
Hij werd zich van de hopeloosheid van
zijn pogingen bewust, toen K. de zaak
humoristisch begon op te vatten.
„Ik ben niet volkomen nutteloos waar
ik nu ben, Max", zei hij.
„Ik heb dezen zomer drie tomatenplan
ten cn een familie jonge katten opgekweekt,
'k heb geholpen in het ontwerpen van een
uitzet, het behangselpapier mee uitgeko
zen voor de kamer hiernaast heb je
't gezien?
„Als je humoristisch wordt
„Beste kerel", zei K. rustig „als ik
geen gevoel voor humor had, zou ik van
avond als ik naar boven ga, de gaskraan
openzetten en snorkend de eeuwigheid in
gaan. Tusschen twee haa' 'es, dat herin
nert me aan iets!
„De eeuwigheid?"
„Neen. Onder mijn andere bezigheden,
heb ik ook een geleiding aangelegd in den
salon voor electrisch licht. De aanstaande
bruid verwacht een paar kronen voor elec
trisch licht, als huwelijksgeschenk, en
Wilson stond op en wierp zijn sigaret
in het gras.
„Ik wou, dat ik je begreep!" zei hij
driftig.
K. stond eveneens op en in zijn laat
ste woorden legde hij de gevoelens, welke
hij gedurende het onderhoud onderdrukt
had.
„Ik ben niet zoo ondankbaar als je
denkt, Max", zei hij. „Je hebt me krachtig
geholpen. Maak je niet ongerust over mij.
Ik heb het zoo goed als ik het verdien
te hebben, en beter nog. Goedennacht!"
„Goedennacht."
Wilson's onverwachte edelmoedigheid
plaatste K. in een eigenaardige positie
legde hem, als het ware, tweeërle.
verplichting op. Sidney's onverholen ver
dwazing voor den jongen chirurg nam
toe. Daaraan was geen twijfel. En waar
hij tevoren gerechtigd geweest was om
haar te waarschuwen, waren nu zijn han
den gebonden.
Max stelde belang in haar. K. zag ook
dat. Meer dan eens had hij Sidney in zij"
automobiel mee teruggenomen naar he
hospitaal.
Le Moyne, in eik opzicht in e na
deel, stond voor twee mogelijkheden, de
eeno al weinig betcr d»jfc andere^
(Wordt vervolgd).