„K"
50 cent
N°. 90*
Vrijdag 51 Juli 1925,
til8 Jaargang.
5Esj^^n _u. ->
Bij dit nummer behoort
Bijvoegsel,
een
16 FEUILLETON
méér reiskosten
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE i COURANT
URffave P&S®!. «Goesche Gffurant" en Itlnenwens Ross' Drukkers-fon UTtscversbeclrilf
ADVERTENTIEN
van 15 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
en Klceuwens Ross' Drukkers-Jen Uitgeversbedrijf cent per reg<f' Advertentien worden
aangenomen tot 11 uur voormiddag.
DE FATALE DATUM.
(Nadruk verbod-n.)
Een paar menschengeslachten geleden
schijnt er een bekend liedje te hebben be
staan over een voddenraper. Ik herinner
mij, het in mijn allervroegste jeugd wel
eens te hebben hooren zingen:
„Des nachts wanneer de meeste
menschen slapen,
Dan trek ik welgemoed mijn woning uit;
'k Ga dan op straat om vodden
op te rapen,
En vind dan meestal een goeden buit.
Lompen, papieren, afgedankte kleeren,
Komen mij alle wonderwel te pas;
Doch laat ik nu eens gaan exam neeren»
Wat hedennacht mijn vangst alweder was".
Deze examineerende voddenraper was
een wijsgeer, verwant aan den doodgra
ver uit Hamlet. Hij deed zijn werk niet
met den ruwen haast van het tegenwoordig
geslacht, dat g.en eerbied meer beeft voor
zijn materiaal. Hij bekeek elk lapje, dat
hij in handen kreeg, vouwde een gekreu-
kelden brief glad om het handschrift te
ontcijferen en liet zijn verbeelding den
vrijen loop, zoo hij in het aschvat een
afgetrapt schoentje vond van satijn. Hij
zal met zijn treuzelig gemijmer niet zooveel
verdiend hebben als zijn tegenwoordige
vakgenoot, die den geheeien rommel par
does op de weegschaal kwakt omdat hem
alleen het „zooveel oen ten het pond''
belangstelling inboezemt. Maar daartegen
over verzamelde hij zich levenswijsheids n
deze gold in die dagen toch ook voor iets.
Aan dien voddenraper moest ik denken,
toen ik onlangs in den tuin van een lande-
lijik café een kop koffie dronk. Ik zat vlak
bij het hek en het was nog vroeg. De
nachtwind had enkele papieren tegen
het hek gestuwd, die gedurende den
storm van dc vorige dagen uit een voor
bijgaande vuilniskar of uit de aschbak-
ken der naastliggende huizen naar deze
plaats waren verdwaald. Eén van die half
verregende papieren trok mijn aandacht.
Het was een afgescheurd blad van
een maandkalencler. Dc eigenaar had,
zooals dat op kantoren gewoonte is,
elk datumblokje met een streep door
gehaald, cn na afloop van de maand
het papier in de prullenmand geworpen.
Maar één datum was op bijzondere wijze
bewerkt. Er was om dc 5 een dikke inkt-
streep getrokken cn het heele blokje was
met roocl podlood gekleurd. Deze datum
had voor den eigenaar van den kalender
Besteedt
steeds Uw geld
juiste manier.
op de
Onze Portwijnen z\jn bijzonder fijn
van smaak en zeer concurreerend
van prijs.
Waarom heeft U ze nog niet geproefd
Fa. I A. L. G. Witte, Goes.
kennelijk gewichtige beteekenis gehad.
Allicht had hij maanden tevoren dezenSden
Juli zoo in 'toog vallend aangestreept;
misschien had de gedachte aan dezen datum
zijm Oudejaarsavond reeds in beslag ge
nomen en had hij, toen hij op Nieuwjaar
den kersver schen kalender inwijdde, als
eerste daad in den pas aangevangen tijd
kring dit hokje rood gemaakt.
Klaarblijkelijk was 5 Juli een fatale da
tum voor hem geweest. Wat zou er op
dien datum lubben moeten gebeuren? Had
de eigenaar van den kalender hem met
vreugde of met angst tegemoet gezien?
Had hij, hoe meer deze datum naderde,
niet kunnen slapen van voorpret of van
vrees
Misschien was het de dag, waarop hij
zou gaan trouwen; misschien ook de dag,
waarop een omvangrijke wissel verliep.
Het geheim van dezen datum zou ik nim
mer raden.
Maar wat mij meer trof dan dit fel ge
kleurde hokje, was de omstandigheid, dat
alle verdere datumhokjes, die op dien fala-
len 5den volgden, regelmatig met de gewo
ne scheeve potloodstreep waren doorge
haald. Dit gaf aan dat verfomfaaide ka
lenderblad een tragischen aanblik. Want,
- hoezeer en hoelang die nooJlottige 5
den eigenaar van den kalender gedreigd of
gelokt had, eenmaal was de dag aangebro
ken, de geweldige, gewichtige dag, dè
Dag, maar de zon had niet stil gestaan
en de wereld was niet vergaan. Er was op
ide 5 een 6 en op de 6 een 7 gevolgd en
regelmatig had de vaste kantoorhand dag
na dag doorgestreept, tot de 31 vol waren
het blad van Juli in de pruliemand was
geworpen.
Is dit tenslotte niet de grootste tragiek
van het leven, dat alles zijn gang gaat,
ook na den fatalen datum? Hetgeen zoo
lang had gedreigd, is minder verschrikke
lijk gebleken, dan de verbeelding in siape-
looze nachten het 'had gekleurd. Hetgeen
zoolang had gelokt, is minder bekoorlijk
gebleken, dan de verbeelding in visioenen
voorgetooverd. En, verschrikkelijk of
heerlijk, den 6den is het doorleefd, ver
leden geworden en het verdwijnt met de
snelheid van den voortijlenden tijd in het
niet. Zelfs in de herinnering blijft het niet
kleurhoudend.
„Hetgeen onmogelijk scheen, neemt,
zoodra het geschied is, -naast het gewone
zijn plaats in," merkt Goethe ergens in
Wilhelm Meister's Leerjaren op. „Naast
het gewone". Hebben wij daarvoor reeds
met Nieuwjaar den fatalen datum na
drukkelijk omrand? Hebben wij daarvoor
nachten slapeloos gelegen Omdat het
onmogelijke een waan zal blijken en het
gewone de werkelijkheid
Daar ligt het veelbteekenend kalender
blad, opgestuwd door den nachtwind, tegen
het hek van het café. Nu dreigt het niet
meer, noch lokt het, en de omrande datum
staart mij als een cyclopen-oog wezenloos
aan. Straks zal dc vuilnisman komen en
het met alle overige lorren en prullen ver
nieligen. „IJdelheid der ijdelheden", zegt
de Prediker, ,,het is alles ijdelheid!".,
door
MARY ROBERTS RINEHART.
Uit het Engelsch vertaald door
A. M. ROOSENSTEIN.
Om 's hemels wil, trek niet zoon treu
rig gezicht. Als er één soort van mannen
is, die ik meer veracht dan anderen, dan
is het de soort die medelijden met zich
zelf heeft. Denkt U dat Uw moeder er
iets op tegen zou hebben, als we hier in
het hotel bleven soupecren? Ik heb een
oranje-gele, bizonder groote maan be
steld."
„Het zou mij spijten iets, dat besteld
was, niet te genieten."
„Dan blijven wij."
„Het staat gelijk met verkwisting".
„Ik zal zuinig worden, wanneer U in
het hospitaal bent".
Dat was afgesproken. En het toeval
wilde, dat Sidney moest blijven. Want toen
zij op een rotspunt, die uit het water stak,
was gaan staan, slipte zij en gleed zij
langzaam doch zeker in het water. K.
keek toevallig een anderen kant uit. Zoo
gebeurde het, dat Sidney het eene oogen-
blik op een rots zat, geheel in het wit
BUITENLAND.
Het Engelsche koienconflict.
De beslissende dag, waarop de staking
zou beginnen, is heden aangebroken. Naar
wat wij uit de berichten kunnen opmaken
zal allicht deze ramp voorioopig nog wor
den gekeerd. Er is een regeringscom
missie benoemd, waaraan echter de ar
beiders weigerden deel te nemen. Deze
commissie heeft desniettemin haar onder
zoek doorgezet.
Dc oorzaak van dc bestaande crisis
moet worden toegeschreven aan den al-
gemeenen toestand van het bedrijf. Het
verslag der hooger genoemde commissie
van onderzoek, dat is verschenen, laat
daaromtrent geen twijfel bestaan. Evenals
andere bedrijven staat de steenkoolmijn-
industrie, volgens dit rapport, voor een
zeer ernstige crisis. De mijnen zuilen
zelfs erger getroffen worden dan de ove
rige nijverheidsondernemingen, omdat het
verbruik van kolen ook in een gunstigen
tijd toch al vermindert.
De commissie is dan van oordeel, dat
nagegaan moet worden of het mijnbedrijf
geïsoleerd kan blijven van de andere in
dustrieën of dat de samenwerking daar-j
mee tot betere resultaten zou kunnen lei
den. Ook de verhoogde kosten van ver
voer en verscheping behooren te worden
onderzocht, terwijl een verbetering der
distributie zou kunnen leiden tot prijsver
laging voor alle klassen van verbruikers,
waardoor meer vraag naar steenkool zou
ontstaan.
Ook dient een onderzoek te worden in
gesteld naar het huidig systeem der royal-1
ties, dat zijn de premies, verkregen door
de eigenaars van de' gronden, waaruit de
steenkool wordt gehaald. Het beheer der
mijnen zou voorts verbeterd kunnen wor
den met besparing van kosten.
De commissie vindt hef in ieder geval
onaannemelijk, dat men den mijnwerkers
geen minimumloon zou toestaan. Of dit
minimum lager moet zijn dan de geringste
loonen, die thans worden uitbetaald, wordt
niet gezegd, althans niet in het uittreksel
van het rapport, dat tot nog toe is over
geseind. Blijkbaar is de commissie ech
ter toch vrij optimist. Misschien wel te
optimlist, want'het is in vijf jaar nu al de
tweede commissie, diie een totale her
nieuwing en verzorging van de Engelsche
steenkioohnijn-industrie voorstelt. Dat het
werk van de eerste commissie zonder
resultaat is gebleven, blijkt alleen reeds
uit het feit, dat er een tweede commissie
moest worden ingesteld.
Naar verluidt hebben de eigenaars een
langdurige bijeenkomst gehouden, waarin
zij het voorstel van Baldwin hebben over
wogen, om de opzegging veertien dagen
aan te houden om allen die bij het ge
schil betrokken zijn, tijd te geven, den
toestand te overzien. Hun houding moet
nog bepaald worden. Er is een sterke
strooming die de meening is toegedaan,
dat de stilstand van het werk in de
schachten aan het einde van deze week
nu vermeden dient te worden.
De staking in het Saargebied.
Volgens een bericht uit Parijs heeft
voor een potj Akker'a Kloosterbalsem
maken, dat ge alle ongemakken die
uw reisgenot dreigen te verstoren,
direct kunt verhelpen, want Klooster
balsem geeft uitkomst bij builen,
schrammen, wouden, ontvellingen,
open voeten, zonnebrand, smetten,
iusectenbeten, styve spieren, verstui
kingen enz.Verzuimt niet een potje
mee op reis te nemen.
de Fransche minister van arbeid den ver
tegenwoordigers van de mijnwerkers in
het Saa.rgcbie 1 meegedeeld, dat hun ver
zoek om loonsverhooging niet voor inwil
liging vatbaar is. Algemeen heerscht thans
de overtuiging dat de staking zich ook tot
de metaalfabricken en andere takken van
nijverheid in het Saargebied zal uitbreiden
Kabaal in den Duitschen Rijksdag.
De Rijksdag heeft Woensdag de twee
de lezing van de wet op de inkomstenbe-
iasting voortgezet. Er hadden daarbij op
gewonden tooneeien plaats ,tocn hel com
munistische lid Vierath verklaarde, dat
er tegenwoordig een groote weelde in ker
ken wordt ten toon gespreid, die absoluut
overbodig is. Men kan het avondmaal toch
evengoed met houten bekers vieren en heeft
daarvoor niet bepaald gouden noodig.
De vice-president vroeg dein spr. de
gevoelens van het meerendeel van de le
den te sparen, maar Vierath verklaarde,
onder groote onrust bij de rechterzijde en
het centrum, dat de kerken in het vervolg
zelf hun geestelijken moesten betalen.
De opwinding bereikte haar hoogtepunt
toen spr. beweerde, dat de kerken des te
minder den steun van het rijk verdienden,
waar er juist onder hun aanhangers in het
Rijnland tal van separatisten waren ge
weest. Toen vlogen de scheldwoorden over
en weer. De voorzitter kon het geweldige
kabaal onmogelijk de baas worden.
Toen de afgevaardigde Esser (cen
trum) den communisten toeriep: Hoei-
lein, hou je bende in toom! viel de com
munist Jadash op hem aan. De democra
tische afgevaardigde Hens tracht Jadash
tegen te houden, maar deze gooit hem op
zij. De democraat Koreil slaagt erin, Ja
dash vast te houden. Voor het nu tot ver
dere wanordelijkheden komt slaagt de voor
zitter erin, het kabaal in zoover te over
stemmen, dal hij de vergadering voor een
kwartier kan schorsen.
Bryan in het stadje Dayton
tijdens het proces over het on
derwijs in de evolutieleer, dat
volgens hem in strijd met de
grondwet der Ver. Staten is.
Hoe een geweldig werker en fanatiek
bestrijder zijner tegenstander de thans
overleden Bryan is geweest, moge blijken
uit het volgende, daarover van den Ame-
rikaanschen corr. van de „N. R. Crt."
Op de Zaterdag volgde de Zondag.
Voorwaar het was geen rustdag. Alle
hands waren aan dek, maar drukker dan
iemand anders had William Jennings
Bryan het, die predikte van 's morgens
vroeg tot laat in den nachtGedu
rende de morgenuren sprak hij in de Day-
tonsche Zondagschool, en mocht de vol
doening smaken ook de rechter, die dc
Scopeszaak in handen heeft, Judge John
T. Raulston, onder zijn gehoor te lellen,
's Middags preekte hij op het plein voor
het rechtsgebouw, en verzekert men ons
dat zijn gehoor niet mander lelde dam
drieduizend belangstellenden, s Avonds
sprak hij in de Methodistische Episvco-
paalsche kerk, en verscheen op den preek
stoel in een wit hemd met stijf ges treken
front, maar vanwege de warmte zonder
boord, en gewapend met een uit palm
bladen vervaardigden waaier. Bryan had
aangekondigd dat hij zou spreken over het
klimaat in Florida en de democratischen
van hart. Toen hij het kerkje binnen kwam,
speelde het orgel en zong de gemeente
een lied, maar dat weerhield den organist
niet, op te houden, en het weeihfieu(di
de gemeente niet, in een hartelijk applaus
uit te barsten. Onder Bryan's gehoor
was weer Judge Raulston op te merken,
die er zat met zijn vrouw en dochters.
Ook zat er de eenige Daytoniaan-verde
diger van den jeugdigen Scopes, dr. J.
R. Neal, wiens anwezegheid in de bank
der verdedigers eigenlijk geneel wordt
overschaduwd door de tegenwoordigheid
der van buiten gekomen advocaten. Jbryan
werd het publiek dien avond voorgesteld
door een der lokale predikanten en wel in
kwaliteit als „Gezant van Jezus Christus
onzen Heer".
Nadat ook deze preekbeurt over was,
begaf Bryan zich naar zijn woning, waar
reeds duizenden op hom stonden te wach
ten. Weer nam hij het woord, en nog lang
nadat de ettelijke kinderen die door leer
grage ouders meegenomen waren om te
luisteren naar de woorden uit Bryan's
mond, in vasten slaap gevallen waren,
sprak de onvermoeide grijsaard verder in
onuitbluschbaren ijver voor wat hij de goe
de zaak achtte.
De heer Bryan is dezer dagen plotseling
overleden, zooals wij reeds in het Maan
dagnummer vermeldden.
Hij was lijdende aan suikerziekte en
deze heftige campagne voor zijn beginsel
zal daaraan geen goed hebben gedaan.
cn bekoorlijk mooi en het volgende oogea-
blik tot haar hoofd in het water stond,
te verschrikt om te gillen en trachtend
haar waardigheid onder deze moeilijke
omstandigheden te bewaren. K. had niet
omgekeken. Veel leven had zij niet ge
maald.
„Als U zoo goed wilt zijn", zei Sid
ney met haar kin in de hoogte, „om mij
een hand te geven of een stok of iets
anders als de rivier een centimeter
stijgt, verdrink ik".
K. lachte niet, toen hij zich omkeerde
en haar zag. Hij ging op de rotspunt
staan en lichtte haar geheel uit het water.
Niettegenstaande zijn magerheid was hij
buitengewoon sterk.
„Wel?" zei Sidney, toen zij beide goed
in evenwicht op de rotspunt stonden.
„Bent U koud?"
„In 't geheel niet. Maar vreeselijk on
gelukkig. Ik zie er uit als een vogelver
schrikker. Toen herinnerde zij zich de
goede manieren van de straat en zei net
jes:
„Dank U voor de redding."
„Er was niet het minste gevaar, wer
kelijk niet tenzij de rivier gezwollen
was."
Toen brak hij plotseling in een heerlij
ken lach uit, de eerste misschien in maan
den. Hij schudde er van, deed zijh uiter
ste best om zich te bedwingen toen hij
haar belcedigd gezicht zag en bereikte
eindelijk een zekere mate van kalmte door
zijn blik op den rivieroever te vestigen.
„Als U heelemaal uitgelachen bent
zei Sidney streng, „wilt U mij misschien
wel naar Ihiet hotel brengen. Ik zal gc-
wasschen en gestreken moeten worden.
Hij hielp haar voorzichtig op de been.
Haar natte rokken kleefden aan haar.
haar schoenen waren doorweekt en zwaar,
Toen haar hand de zijne aanraakte, ver
dween zijn vroolijkheid. Flij hield haar
zeer zorgvuldig vast, zeer teeder, zoo
als men iets zeer kostbaars vasthoudt.
HOOFDSTUK VI.
De afspraak.
Denzelfden djkg opereerde Dr. Max in
het hospitaal. Flij had zes gevallen. Een
van de nieuwigheden, die Dr. Max had
ingevoerd, was verandering van het uur
voorde groote operaties. Vroeger opereer
de men vroeg in den morgen, doch hij
deed het in den namiddag, 's Middags
kon hij het net zoo goed; hij had stalen
zenuwen en een ontelbaar aantal sigaret
ten maakte zijn hand niet onvast en hij
had er het land aan om vroeg op te staan.
Het geneeskundige personeel had de
gewoonte aangenomen om de operaties van
Wilson bij te wonen. Zijn techniek was
uitmuntend, doch techniek alleen brengt
een chirurg niet ver. Wilson bereikte re
sultaten. Zelfs de meest afgunstige in dit
lot veel afgunst aanleiding gevende beroep,
de chirurgie, moest toegeven, dat hij re
sultaten bereikte.
De operaties waren voor dien middag
UIT DE PERS.
Die kaarten van het Nederl.-Belgisch
verdrag.
Zooais men weet verwijzen sommige
artikels betreffende de vaargeul van de
W. Schelde en de Toelichtende Memorie
van het Nederl.-Belgisch verdrag naar
„aangehechte kaarten."
De N. R. Grt. merkt nu op dat, won
derlijk genoeg, deze kaarten niet bij het
ontwerp tot goedkeuring van het trak
taat zijn overgelegd. Dit lijkt aan het blad
een onbetwistbaar verzuim. De goedkeu
ring, die van de Staten-Generaal wordt
gevraagd, omvat de genoemde kaarten,
en zij kan niet worden verleend, indien
de Staten-Generaal de kaarten niet eens
zullen hebben gezien. Terecht wordt dan
ook in het voorioopig verslag der Kamer
afgeloopen. Het laatste geval was uie lift
reeds uitgereden. In de operatiekamer
heerschte wanorde overal handdoeken,
tafels met instrumenten, stoomende ste
rilisators. Bedienden liepen in en uit,
beladen met linnen, pannen en andere ar
tikelen. Aan een tafel stonden twee zus
ters instrumenten te reinigen en op te
bergen in glazen kokers. Irrigators wer
den geledigd, sponsen nageteld en verge
leken met geschreven lijsten.
Wilson stond te midden van de drukte
en gaf zijn laatste orders aan den hospi
taaldokter naast hem. Terwijl hij sprak,
borstelde hij zijn armen en handen met
een kleinen borstel; vlokjes schuim vie
len op de tegelvloer. Zijn stem was door
dringend en krachtig. In het hospitaal zei
men, dat zijn zenuwen van staal waren;
na afloop van het werk was hij nog vol
komen kalm. In staat te zijn zóó te wer
ken, met een zoo zekere hand en er uit
te zien als een Grieksche god! Men ver
eerde en vreesde hem. Wilson s eemgc
mededinger, een vrouwendokter, genaamd
O'Hara had ook resultaten; doch gedu
rende zijn operaties transpireerde en
vloekte hij; hij was niet zoo nauwkeurig
en zag er uit als een gorilla.
Het was een zware dag geweest. De
zusters van de operatiekamer waren uit
geput. Men had een paar leerlingen en
een oudere zuster gezonden om den boel
op te ruimen. Wilson's oogen ontmoetten
die van de zuster toen zij hem voorbij
ging-
„U ook 'hier, zuster Harrisson!" riep
hij vroolijk. „Hebben ze u op mij afge
stuurd?"
Met aller oogen op haar gericht, ant
woordde het meisje zedig:
,,'sMorgens moet ik in Uw spreekkamer
werken, Dr. Wilson en 's middags overal,
waar men mij noodig heeft."
„En uw vacantie?"
„Die zal ik nemen, ais zuster Simpson
terugkomt."
Ofschoon hij dadelijk zijn gesprek met
den anderen dokter voortzette,, hoorde hij
het getrappel van haar hakken nog in
de kamer. Flet was hein niet ontgaan, dat
zij gebloosd had, toen hij tegen haar sprak.
De lust om te plagen werd in hem wakker.
Toen hij zijn handen had afgespoeld,
volgde hij haar, met de handdoek in de
handen naar de plaats, waar zij met de
directrice van de opleidings-cursus stond
te praten.
„Dank u zeer, zuster Gregg", zeide
hij. „Alles liep vlot van stapel. Het spijt
me van dien kattendarm. Als wc ze zelf
klaar maken, hebben we er geen last mee.
Maar bij zooveel operaties
Hij was in een edelmoedige stemming.
Hij glimlachte tegen zuster Gregg, die be
jaard en grijs was en die hij klaarblijke
lijk goed onder den duim had.
„Dat is in orde. Het is de eerste keer
en natuurlijk zal het de laatste keer zijn."
„De spons-lijst, dokter."
(Wordt vervolgd.)