K99
N\ 88.
Maandag 27 Juli 192$.
112s Jaargang.
14 FEUILLETON
De Warmte
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes 12,
buiten Goes 12,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uigave ffcaml. Venn. «Goesd» Cbnraof*
cn Kieeuwens Ross' Drukkers- en Ultgerersbedryf
ADVERTENTIEN
vail 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
BUITENLAND.
De Engelsche mijnwerkers.
De slaking der mijnwerkers zaï Vrij
dag een aanvang nemen, tenzij vóór dien
tijd een of andere oplossing komt.
Gemakkelijk is een uitweg niet te vin
den, daar schijnbaar beide partijen niet
verder kunnen gaan en de dupe zijn van
©economische omstandigheden, waaraan
niets valt te veranderen. De loonen der
arbeiders zijn al zeer laag en de 87 pet.
van de winst, die hun bovendien toekomt
brengt niet veel in het laatje, daar
de meeste mijnen reeds met verlies wer
ken. Aan den anderen kant is de over
schietende 13 pet. voor de eigenaars
ook geen vetpot en kan een staking hen
waar reeds geen winst wordt gemaakt,
niet veel deren.
Voor verschillende andere takken van
industrie kunnen daaruit echter nadeelige
gevolgen voortvloeien, daar o.a. de trans
portarbeiders en spoorwegbeambten drei
gen geen vreemde kolen te zullen ver
werken.
Marokko.
De vredesvoorwaarden door Abd-el-
Krim aangeboden, brengen groote herrie
in de Fransclie pers, waarvan de socia
listische bladen meenen, dat zij aanneme
lijk zijn, terwijl de gematigde linkerbiaden,
waaronder vooral de Ere nouvelle hevig
daartegen te keer gaat en meent, dat
Frankrijks rijk in Afrika met verbrokke
ling zou worden bedreigd, indien de Rif-
Republiek door de Franschen werd erkend
in de door Abd-el-Krim thans aange
duide omstandigheden. Zijn rijk zou er
door op gelijke lijn met Afganistan ko
men en in het buitenland vertegenwoor
digd willen zijn. De onderstelling ligt
voor do hand, dat de tegenslagen, onlangs
door Rif-Kabylen geleden, Abd-el-Krim
tot zijn stap noopten. Zijn troepen moeten
zwaar geleden hebben en bovendien mis
lukten zijn bewegingen tegen Fez en Taza.
De ontruimüng van de Roer.
De Belgen hebben de Roer geheel
verlaten.
Dreigende staking in de Engelsche
textielindustrie.
Wegens een aangekondigde loonsver
laging van 5 percent, dreigt in de tex
tielindustrie in Yorkshire een staking waar
bij 200.000 arbeiders betrokken zouden zijn
Amerikaan vermoord in Mandsjoerije.
Roovers hebben den Amerikaanschen
majoor Palmer aangevallen en gedood,
die in Noord-Mandsjoerije een groote
boerderij dreef ten bate van de uitgewe
kenen uit de landbouwstreken. De oogarts
Howard, die verbonden is aan het Rocke
feller Instituut te Peking, is bij dezelfde
gelegenheid gevangen genomen. De an
dere vreemdelingen op de boerderij wi
ten te ontkomen.
Duitschland en Polen.
De Duitsche regeering heeft het be
sluit genomen om 1 Augustus 10.000 per
sonen, die bij het plebisciet voor Polen
hebben geopteerd, uit te zetten. Zij zullen
naar de grenzen worden gebracht en daar
aan de Poolsche autoriteiten worden uit
geleverd.
De Poolsche regeering heeft reeds be
wezen, dat zij vast besloten is, haar the
oretisch standpunt in de practijk toe te
passen. Er zijn reeds tal van optanten
uit Polen gezet en tegen 1 Augustus wil
Polen in het geheel 15.000 optanten uit het
gewezen Duitsche gebied verwijderen.
Voor deze uitzetting komen in aanmerking
optanten, die geen grond bezitten. Tegen
1 November zullen een paar duizend
Duitsche grondbezitters, wier landerijen
in de nabijheid van Poolsche vestingen
is gelegen, volgen. Alle overige optanten
feullen tot 1 October 1926 in Polen kunnen
blijven.
De 10.000 Polen, die met hun gezinnen
door de Duitsdhe regeering zullen wor
den uitgezet, zijn over het heele rijk ver
spreid. De mees ten hunner wonen echter
in het Roergebied te Berlijn. Het zijn
hoofdzakelijk mijnwerkers en arbeiders
in het bouwbedrijf.
Het officieuze communiqué verzekert,
dat de Duitsche regeering gepoogd heef t,
de kwestie van de optanten op humane en
rechtvaardige wijze te regelen door tus-
schenkomst van het scheidsgerecht te
's Gravenhage. De Duitsche regeering
stond op het standpunt, dat de optanten
weliswaar het recht hadden op verblijf
in het land hunner keuze, maar niet ver
plicht konden worden, van woonplaats
te veranderen. Polen daarentegen was van
meening, dat de optanten op een vast te
stellen datum van hun recht om zich el
ders te vestigen gebruik dienden te maken,
daar er anders dwangmaatregelen tegen
hen dienden te worden getroffen. Tot
groote verbazing van Duitschland en ook
van andere staten sloot het scheidsge
recht onder voorzitterschap van den Belg
Kaekebeeken zich bij het Poolsche stand
punt aan.
Het kan verkeeren.
Dc corr. van de N. R. Crt. schrijft
uit Berlijn
Nog een jaar geletien waren de ge
allieerden onderling aan het overleggen,
of ze Duitschland zouden aanhooren. En
nu? Als men het in gewoon Hollandsch
ontdaan van diplomatieke bloempjes, zegt
is het volgende gebeurdDuitschland
biedt op instigatie van Engeland
Frankrijk aan de grenzen van dit land
naar dc Rijnzijde te waarborgen. Frank
rijk en Engeland antwoorden daarop: dat
is heel aardig, maar wat bedoelt u daar
eigenlijk mee? Dat we met zijn drieën
de grenzen in het Westen waarborgen?
Laat dat gebeuren, wij treden daarin,
mits gij:
1. Tot den Volkenbond toetreedt.
2. Mits het tractaat van Versailles
onaangetast blijft.
3. Mits gij ook voor de grenzen van
uw zuidelijke en oostelijke buren derge
lijke waarborgtractaten sluit.
Hierop antwoordde nu laatstelijk
Duitschland.
1Wij treden niet tot den Volkenbond
toe, tenzij eerst het statuut overeenkom
stig onze wenschen is veranderd.
door
MARY ROBERTS RINEHART.
Uit het Engelsch vertaald door
A. M. ROOSENSTEIN.
Voor hij naar buiten ging in de zon,
las hij het briefje nog eens. Voor zijn
jaioersche oogen rees een beeld van dat
bezoek aan het hospitaal. Sidney vol span
ning, met stralende oogen en snel ade
mend; Wilson met een spotlachje, zich
amuseerend en belangstellend zonder het
te willen. Hij haalde diep adem en stak
het briefje in den zak.
Het kleine huis aan den overkant stond
geheel in de zon. De zonneschermen voor
zijn ramen waren neergelaten. K. Ie Moy-
ne stak de straat over, doch hij bedacht
zich.
Toen hij de straat verder in liep, zag
hij Wilson's automobiel om den hoek
komen. Le Moyne ging in de schaduw
van de kerk en liet de automobiel voor
bijrijden.
HOOFDSTUK V.
Een verkeerde zet.
Sidney en K. le Moyne zaten onder
een boom te praten. In Sidney's schoot
veroorzaakt Slapeloosheid, maakt Benauwd
en Onrustig. Mijnhardt's Zeuuwtablet
ten maken Kalm en geven U een Verkwik-
kenden slaap. Buisje 75 c. Bij Apoth en
Drogisten.
2. Het tractaat van Versailles wordt
natuurlijk gewijzigd.
3. Met waarborgtractaten omtrent an
dere grenzen laten wij ons niet in.
Denkt men nu aan den toestand van
een jaar geleden. Toen zou het geweest
z ijn
Auf diese Antwort des Kandidaten Jobses,
Geschah ein algemeines sdliütteln des
Kopfes
Der Herr Assessor sagte zuerst hm, hm,
Darauf die anderen secundum ordinem.
Nu evenwel heeft de heele politieke
constellatie zich zoozeer ten gunste van
Duitschland verkeerd, dat de heele we
reld met de handen op den rug staat van
verbazing over zulk een tegemoetkomend
heid. Wel constateert het grootste deel
van de Fransche pers, dat op alle vra
gen van Briand het antwoord volslagen
negatief is, maar dat hindert niet.
Want dit vermindert niets aan het en
thousiasme van de meeste bladen over het
tweeledig feit, dat Duitschland op de
gestelde vragen heeft geantwoord, en dat
het zoo hoffelijk heeft geantwoord. De
inhoud komt er voorloopig niet op aan,
de Engelsche pers noemt dat vergoelij
kend: bizonderheden van ondergeschikt
belang.
De Franschen in Marokko.
Generaal Naulin zegt in een order aan
de troepen, dat zij er, dank zij hun vol
harding en ontembare geestkracht, in ge
slaagd zijn de vijandelijke pogingen om
tegen Taza op te rukken een halt toe
te roepen. Thans begint een nieuwe faze
van den strijd. Het oogenblik is aangeko
men, waarin wij ruimschoots kunnen be
schikken over krachtige versterkingen uit
Frankrijk en Algiers. Het oogenblik is
nabij, waarin wij ruimschoots over de
noodige hulpmiddelen zullen beschikken
om onze dooden te wreken.
China.
In Britsche kringen in Sjanghai, doch
vooral in scheepvaartkringen, is groote
verontwaardiging gewekt door het gebeur
de met het Britsche s.s. Loongwo. Dit
schip was in de Jangtse aan den grond
gevaren op een gevaarlijke plek, waar
zoowel het schip als de opvarenden dreig
den te zullen verloren gaan. Toen een
Chineesch schip, de Kiangsjoen, voorbij
voer, gaf de Loongwo seinen om duidelijk
te maken dat zij in gevaar verkeerde, en
dat een boot moest worden gestuurd om
de passagiers, o.w. vele vrouwen en kin
deren, weg te halen. De Kiangsjoen maak
te zich gereed om aan dat verzoek te vol
doen, toen plotseling de poging om bij
te draaien werd gestaald: en het schip
wegvoer. Achteraf bleek, dat de Chinee-
sche passagiers aan boord van de Kiangs
joen toen zij bemerkten dat er hulp zou
worden geboden aan een Britsch schip
in nood, den kapitein zelf een buiten
lander bedreigden. Deze had geen
keus dan het Britsche schip aan zijn lot
over te laten.
Het testament van Lord Curzon.
Een ongepubliceerd politiek testament?
Wij hebben reeds medegedeeld, dat
Lord Curzon in zijn testament de histo
rische kasteelen van Bodlam en Tatters-
hall aan de natie laat; zijn huis en alle
rechten op manuscripten draagt hij over
aan zijn Amerikaansche vrouw, „die ik
liefheb en die mij geluk en liefde gegeven
heeft"; zijn correspondentie als vice-ko-
ning van Indië en zijn beroemde verzame
ling documenten betreffende Napoleon en
Nelson heeft hij aan het British Museum
en de Universiteit van Oxford geschonken.
Daags vóór de operatie, die noodlottig
is gebleken voor zijn leven, stelde hij
echter eigenhandig een nieuw testament
op, waarin het vorige in eenige opzichten
nader toegelicht werd, en waar tevens
wordt gezinspeeld op het bestaan van
nog een derde „een literair" testament.
Nu komt echter de Morning Post aan
dragen met het verhaal, dat Curzon's
erfgenamen, toen zij inzage kregen van
dit document, er zoo van schrikten, dat
zij te rade gingen met den conservatieven
eerste-minister Baldwin en op zijn raad,
aldus het jingoblad, het testament niet
lieten registreeren, omdat dit zou mee
brengen, dat het testament ter inzage van
het publiek moet worden gedeponeerd in
Somerset House, hetgeen onvermijdelijk
publicatie zou meebrengen. Nu zou dit
politieke testament een ongehoord feilen
aanval bevatten op een „vooraanstaande
persoonlijkheid". Deze persoonlijkheid is
een vroegere eerste-minister onder wien
Lord Curzon gediend heeft en omdat de
Morning Post den naam niet noemt, ver
onderstelt men algemeen, dat er sprake is
van Lloyd George, met wien Curzon
menigen scherpen twist gehad heeft. De
Morning Post zegt, dat „de publicatie
gevolgd zou geweest zijn door een gewel
digen schok van het openbaar vertrouwen
in een man, die groote diensten aan de
natie bewezen heeft."
lag een cartonnen doos met veel gaten.
Het was de dag om Reginald los te la
ten, doch zij was nog niet in staat ge
weest tot het afscheid te besluiten. Nu
en dan stak een ruig neusje uit een van
de openingen en snoof beha gelijk de wel
kome geur in van pijnboomen, klaver en
andere veld- en boschplan ten.
„Dus, zei K. le Moyne, het beviel u
wel? U schrok er niet van?"
Nu, in een opzicht natuurlijk ik
wist niet dat het er zoo was. Alles orde,
vrede en rust, en witte bedden en gefluis-
ster en bovenal U weet wat ik be
doel de ellende, overal dezelfde. Hebt
u ooit een hospitaal bezichtigd?"
K. le Moyne lag uitgestrekt op het
gras, zijn armen onder het hoofd. Voor
dit uitstapje naar het eindpunt van de
tram had hij een witte pantalon en een
Norfolkjas aangetrokken. Sidney had ge
weifeld tusschen trots op zijn voorko
men en vrees dat de Straat hem te deftig
zou vinden.
Op haar vraag sloot hij zijn oogen,
waardoor hij het gezicht verloor op het
vreedzame blauwe uitspansel boven hem.
Hij antwoordde niet dadelijk.
„Goedehemel, ik geloof dat hij slaapt!"
zei Sidney tegen den kartonnen doos.
Doch hij opende de oogen en glimlachte
tegen haar.
„Ik ben wel eens in hospitalen ge
weest. Ik denk, dat er nu wel geen sprake
van zal zijn dat U gaat?"
De directrice zei, dat ik jong was,
doch dat elke protegee van Dr. Wilson
zeker in de gelegenheid zou gesteld wor
den".
„Het is hard werken, dag en nacht."
„Denkt U dat ik bang voor werk ben?"
„En Joe?"
Sidney bloosde hevig en zat rechtop.
„Hij is sullig. Hij heeft zich allerlei
idiote dingen in het hoofd gehaald."
„Zooals -u"
„Wel, hij haat het hospitaal natuurlijk.
Alsof, zelfs als ik hem wilde trouwen,
het geen jaren zou duren, voor hij zou
kunnen."
„Bent u wel fair tegenover Joe?"
„Ik heb niet beloofd hem te trouwen."
„Doch hij denkt, dat u het van plan
bent. Indien U vast besloten bent hem niet
te trouwen, deedt U beter het hem te
zeggen, vindt u niet? Wat zijn die idiote
dingen?"
Sidney dacht na, terwijl zij een van
haar dunne vingers in een der gaten van
de doos stak.
„U kunt zien hoe dom hij is en
en jong. Hij is bijvoorbeeld jaloersch
op UI"
„Zoo! Natuurlijk is dat dwaas, maar
Uwe houding tegenover zijn achterdocht
is niet erg vleiend voor mij!"
Hij glimlachte tegen haar.
„Ik zei hem, dat ik u gevraagd had
om mij hier vandaan te brengen. Hij was
woedend. En dat was niet alles."
„Niet?"
„Hij zei dat ik hevig met Dr. Wilson
PROVINCIE-NIEUWS.
Provinciale Staten van
Zeeland.
(Vervolg.)
De heer Welleman zegt dankbaar te
zijn, dat Ged. Staten de gansche gestie
van de P.Z.E.M. aan een grondig on
derzoek hebben onderworpen, en dat zij
dit deden door het stellen van een 10-tal
vragen, die aan duidelijkheid niets te
wenschen overlaten. De heeren Beekman
en Lohr hebben zeker een kijk op een
provinciaal bedrijf als de P.Z.E.M.,
maar de vraag rijst of zij zich niet te
veel door een verklaarbare collegialiteit
hebben doen beïnvloeden. Spr. wijst er
op, dat de heeren er van spreken, dat
het nuttige vermogen der centrale slechts
4 of 4 en een half millioen K.W.U. is,
maar in 1924 werd slechts een achtste
van dat nuttig vermogen verkocht. Als
zij dan ook zeggen ook zulk' een centrale
te zouden hebben gebouwd, dan zouden
zij zich aan dezelfde fout hebben schul
dig gemaakt, die nu het financieel resul
taat zoo nadeelig beïnvloedt. Spr. vraagt
of de abnormale omstandigheden niet te
voorzien waren. Uit de mededeelingen
over het kolenverbruik blijkt dat ruim 3
maal zooveel wordt gestookt als noodig
zou zijn bij uitnuttig gebruik der centrale,
en over de verrassende resultaten van
het kolenmengen hoort men niets meer.
Daarbij kost het omzetten van den stroom
van 6000 volt tot 10.000 ivolt 400 ton
kollen per jaar extra. Spr. herinnert dan
aan hetgeen wij reeds ontleenden aan
het rapport-van Itfórsum betreffende het
verbruik per hoofd en heeft voor die be
rekening „paf" gestaan, als men ziet, dat
de heer Streefkerk voor Sclioondijke en
IJzendijke komt tot 12 a 13 K.W.U.
per hoofd, en dat zijn van de hoogste.
Het gaat niet op een stad van 70.000 in
woners te vergelijken met een platteland
met evenveel inwoners, maar waarvoor
130 K.M. hoogspanningskabel noodig is.
Als de heeren zeggen, dat kleine machines
veel kolenverbruik medebrengen en groote
gewenscht zijn ten minste bij voldoende
belasting, dan zegt spr. dat het juist om
dit laatste gaat. Van uitbreiding of vol
bouwing der centrale kan niets komen,
dus wat daaraan verbonden wordt is
louter verbeelding. Als men zegt, dat het
aanwezige personeel 5 maal meer stroom
kan produceeren, dan wordt daarmede
een vernietigend vonnis uitgesproken over
het bestaande. In verband met hetgeen
de beide heeren schreven over levering
aan groot industrie, zegt spr. dat daarvan
niets komen kan want de groot-industrieën,
in Zeeuwsch Vlaansderen beschikken
zelf over moderne machines en ketel-
installaties en gebruiken veel stoom ook.
Men zou alleen groot-industrieën kunnen
helpen, als die vlak bij de centrale
liggen en deze b.v. 600 K.W.U. capaciteit
heeft. Het vraagstuk der diezelmotoren
is door de heeren niet opgelost, en ook
op de vraag of aansluiting bij de cokes
ovens te Sluiskil mogelijk en wenschelijk'
is, wordt slechts vaag geantwoord. Spr.
wijst op de uitdrukking, dat het eenige
wat redding kan brengen (is dat woord
redding soms uit de pen gegleden, vraagt
spr.,) is verhooging van het debiet, en dat
als de directie dit niet kan bevorderen
door goede koopmanschap, zij ook geen
goed oontract met de cokesovens zal kun
nen afsluiten. Spr. zegt „Die zit". De
directie kan het er mede doen. Waar het
gering debiet in Zeeuwsch Vlaanderen
wordt toegeschreven aan gebrek aan ver
trouwen in den gang van zaken, dan ge
looft spr. niet dat dit door liet rapport
zal zijn verbeterd. Er moet meer pro
paganda worden gemaakt en spr. zou de
zaak heel anders aanpakken. Waar weer
blijkt, dat de verhouding tusschen directie
en commissarissen niet ideaal is, vraagt
spr. of dit college niet moet worden uit
gebreid. Wat de directe levering aan
de ingezetenen betreft ware overleg te
plegen met de gemeenten, die reeds con
tracteerden. Men moet oppassen bij ni-
villeering der prijzen meer economisch go-
legen gemeenten niet voor anderen te
koketteerde. Op den dag, waarop wij het
hospitaal bezichtigden was het beet en
we gingen naar Henderson om spuitwa
ter te drinken. En natuurlijk was Joe
daar ook. Het was werkelijk drama
tisch."
K. le Moyne won dagelijks in geschikt
heid om de zaken te bezien van uit het
gezichtspunt van de Straat. Een maand
geleden zou hij er niets bijzonders in ge
zien hebben, als een man en een meisje
samen spuitwater hadden gedronken, zelfs
indien een verliefd jongmensch op een
stoel er naast bad gezeten. Thans kon hij
alles zien zooals Joe het met zijn treu
rige oogen zag.
En er was meer dan dat. Eiken dag
had hij opgemerkt, hoe de gesprekken
steeds weer onvermijdelijk op den jongen
chirurg kwamen. Of zij begonnen over
Reginald, den toestand van de klimplan-
ken of het voorstel om de ouderwetsche
straatkeien weg te nemen en de straat te
macadamiseeren, zij eindigden altijd met
den jongsten Wilson.
Sidney's werkzame jonge hersens hiel
den zich voor het eerst in haar leven met
zelfonderzoek bezig.
„Moeder klaagt wel, maar berust
en tante Harriet heeft zich kranig gehou
den. Zij houdt haar kamer. Zij komt U
nabij."
„Mij?"
„Wat Uw blijven betreft. Moeder ver
trouwt U volkomen. Ik hoop dat U op
gemerkt hebt, dat U. een van de apostel
lepels kreeg bij de vla die zij U onlangs
boven zond. En zij had geen bezwaar te
gen het uitstapje van vandaag. Zij zei,
dat het natuurlijk iets anders zou zijn,
als U jong of niet netjes was.
Niettegenstaande zich zelf schrok K.
Hij gevoelde zich oud genoeg, dat wist
God, doch hij had het altijd gehouden
voor ouderdom van den geest. Voor hoe
oud hield dit kind hem wel?
„Ik heb beloofd te blijven in de capaci
teit van waakhond, alarmmaker in geval
van inbraak, en ontvang dan nu en dan
een apostellepel in een schaal vla. Blik
semafleider ben ik ook Uw moeder
zegt, dat zij niet bang voor onweer is,
als er een man in huis ós. Ik blijf na
tuurlijk."
De gedachte aan zijn leeftijd drukte,
hem. Hij stond op en bracht zijn schou
ders achteruit.
„Tante Harriet, Uw moeder, Chris
tine en haar aanstaande man wij zul
len een gelukkige familie vormen. Doel»
ik waarschuw U, indien ik er ooit van
hoor, dat Christine's man een apostel-
lepel krijgt."
Zij glimlachte tegen hem. U ziet er
grootsch uit vandaag. Doch er zijn groene
vlekken van het gras op Uw witte pan
talon. Misschien kan Katie ze er uit
krijgen.
(Wordt vervolgd.)