IV. 87. Vrijdag 21 Juli 1928. 112' jaargang. Bij dit nummer behoort Bijvoegsel. een Purol bij Schrijnen en Smetten der Hiaid 13 FEUILLETON ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE ÜHsare ffttamJ. Venn. „Goesche Courant" C0URAN1 ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cn Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf 0804 P8* regel Advertentien worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. DOORTRAPPEN! (Nadruk verboden.) Onze levenswijze voorvaderen hielden ervan, de voorwerpen uit hun dagelijk- bche omgeving le beschouwen als zinne beelden. Vader Cats en Jan Luyken héb ben het zoutvat, de korenmolen, de klok, de bierkan, af zelfs de pekelharing tot uitgangspunt van hun zededichten en zin- neprenten genomen. Waarom zou ik geen wijsheid zien in mijn fiets Het opmerkelijke van de fiets is, dat hij op gang moet zijn, om iets te betee- kenen. Een stilstaande fiets heeft geen waarde. Een fiets kan zelfs niet eens stilstaan. Een stilstaande fiets valt om ver en blijft liggen. Wanneer zij modern opgetuigd is, met een electrische lantaarn, geeft een fiets sterker licht, naarmate zij harder rijdt. Staat zc stil, dan valt ze n:et alleen om, maar haar licht verduistert. En gelijk de fiets: de fietser. Hij moet doortrappen, om staande te blijven. Houdt hij met trappen op, dan rolt ook hij over den weg; houdt hij met trappen op, dan staat ook hij in het donker. Stilstand is voor de fiets en den fietser geen achter uitgang, maar ondergang. Gelijk de fiets is ons leven: wij zitten in 't zadel en moeten doortrappen zonder respijt. Geven wij het op, hetzij uit ver moeidheid, uit verzet of uit tegenzin, dan liggen wij tegen den grond. En het valt moeilijk, weer op te krabbelen, want met onzen val is het licht uitgegaan. Eerst als we weer doortrappen, vlamt het licht sterker op en zien we den weg vóór ons, den uitweg, die ons voert naar het doel. Wc zilte.il bij 'tleven in 't zadel als op de fiets. Op een kar, in een rijtuig, in een spoorweg-coupé kan men het zich beha- gelijk maken, men kan gaan dutten des noods, maar het leven .s geen stevige zit plaats doch een wankel en steeds be wegelijk steunpunt. Uit zichzelf staat het leven nimmer in evenwicht, wij zijn het, die het in evenwicht moeten houden. Op oude afbeeldingen ziet men den mensch, die zijn pad gaat, als een ruiter te paard. Maar ook een paard biedt ze kerheid voor den berijder. De ruiter te paard heeft slechts te sturen, maar de fietsrijder moet behalve het stuur ook de trappers hanteeren, want verzuimt hij ook een oogenblik slechts de beweging, dan is het uit met zijn evenwicht. Als een topzwaar gevaarte op een rank rad gezeten, beweegt zich de mensch door het leven. Wat biedt het leven uit Besteedt steeds Uw ge luiste manier. op de Onze Portwijnen zjjn bijzonder fijn van saiaak en zeer concurreerend van prijs. Waarom heeft U ze nog niet geproefd Fa. J A. L. G, Witte, Goes. zichzelf hem tot steun? Heeft hij ge legenheid, zich hierover te bezinnen?Zoo hij onder het mijmeren den gang er maar inhoudt, want niet zoodra verleidt zijn gepeins hem tot stilstand, of hij tuimelt met zijn smal zeteltje onderste boven. Op stilstand of stilzitten is 't leven niet berekend. Slechts arbeidend, handelend, zich bewegend kan men zijn evenwicht handhaven. Slechts voortgaande, doortrap pend, onverschillig langs welken weg of naar welk doel, blijft het men schen be staan mogelijk. Soms lijkt dit een wreede wet. Men komt op een tweesprong. Welken kant moet men uit? Welken weg moet men in- slaanj? Men vertraagt zijn gang en wil op den handwijzer lezen. Men wil afs'appen, om zich te vergewissen omtrent richting en afstand. Maar naarmate men zijn vaart inhoudt, dooft het licht uit; men voelt zijn voertuig onder zich wankelen, cn, zoo men niet, plotseling op gevaar bedacht, een flinken duw op de trappers gaf, zou men zijn evenwicht hebben verloren. De fiets heeft voor haar meester geko zen. Zij is doorgeredenhet is haar onver schillig, of ze rechts gaat of linksals ze maar doorrijdt. Het leven is niet bere kend op talmen en overwegen; het leven moei zijn gang gaan, het doet er niet toe, waarheen. Het leven kan niet zonder vaart, het wil vooruit; het leven kan veel hebben en veel ontberen, maar met één ding gaat het nimmer gepaard: de onbe- wegelijkheid. De onbewegelijkheid is dc val, is de ondergang, is de dood. Hierdoor draagt het leven zijn genees middel in zichzelf; het zou ondragelijk zijn, zoo het niet vastgekoppeld zat aan dien eersten eisch, aan die alles overheer- schendc voorwaarde: doortrappen! Hoe- vaak komt er een tijdstip in ons bestaan, waarop we moedeloos zouden willen blij- I ven zitten aan den weg. Een sterfgeval j slaat ons neer, een terugslag in zaken, een teleurstelling door vrienden, inisken- j ning, nederlaag, ziekte. Wc verdiepen ons in ons verdriet, we gaan op in ons leed, we zitten verward en geslagen, niet wetend, wat verder te doen. Luidruchtig uiten wij onze smart of we verbijten onze tranen, maar de buiten wereld bemerkt het en zelf bemerken we het ook, hoe daar iets niet in orde is in ons binnenste. Dit is het oogenblik, waar op de wereld zegt en wij zelf het beamen, dat wij ons evenwicht hebben verloren. Het is iets ontzettends, het evenwicht te verliezen. Duizenden middelen heeft de wetenschap bedacht: de geneesheer komt met zijn medicijnen, de geestelijke met zijn troost, de kunstenaar met zijn aflei ding, maar wij vinden ons evenwicht niet terug. Het is, of wij met onze schijnbaar beschadigde machine bij den rijwielher steller komen. Onze fiets is omvcrgeval- len, hij wil niet meer vooruit; de man on derzoekt ketting en banden, het is alles in orde. Er is slechts één raad, dien hij kan geven: wil de wielrijder zijn evenwicht niet verliezen, dan moet hij, alles ten spijt cn ten overstaan van de moeilijkste om standigheden, dan moet hij in lief en leed, bij zegepraal en mislukking: doortrappen, doortrappen, doortrappen Slechts wie doortrapt, blijft het leven dc baas en houdt zich in evenwicht. BUITENLAND. door MARY ROBERTS RINEHART. Uit het Engelsch vertaald door A. M. ROOSENSTEIN. Hier aarzelde zij. Heit was zeker n.et Joe of K. Ie Moyne van de gasfabriek. Het scheen haar plotseling treurig, dat er niemand was, dien zij liefhad. Zooveel meisjes werden verpleegster wegens te leurgestelde liefde. „Dr. Wilson kan U ontvangen." Zij volgde zuster Harrisson in de spreekkamer. Dr. Max niet de Dr. Max van dc Straat, met handschoenen aan en een hoogen hoed op, doch een andere persoon dien zij zoo noodt gekend had stond in zijn witte spreekkamer, groot machtig, met donkere oogen en donker haar, en stak haar zijn lange vlekkeloozc chirurgenhand glimlachende loe. Evenals juweelen hebben mannen een omlijsting noodig. Een klerk op een hoo- ge kantoorkruk, gebogen over een groot- boek, maakt een zekeren indruk, evenals een keukenmeid bij een fornuis. Doch plaats de keukenmeid op de kantoorkruk en laat haar gebogen zitten over het groot boek! Dr. Max, die zijn geheele leven aan Sidney's gezichtseinder had geleefd, scheen nu groot en verheven. Misschien wist hij het. Hij stond tenminste zeer recht op. En er was beslist waardigheid in de wijze, waarop hij zuster Harrisson vroeg zich te verwijderen cn de deur achter zich te sluiten. In aanmerking nemende wat het te ver dragen had, gedroeg Sidney's hart zich goed. „Ik ben verbaasd, Sidney", zei Dr. Max, „dat ik nu eerst opmerk, dat je een jonge dame bent geworden." Dit was natuurlijk niet wat hij zich voorgenomen had te zeggen, daar hij de groote chirurg was. Doch Sidney was zichtbaar zenuwachtig en zeer mooi, veel mooier dan die Harrisson, die in de ka mer er naast haar haastig getrappel voort zette. Dr. Max behoorde tot de mannen, die hun das redhtzetten wanneer zij een aantrekkelijke vrouw zien. Hij stak de handen in de zakken van zijn lange witte jas en nam haar met zijn schalksche oogen op. „Heeft Dr. Ed U er over gesproken?" „Ga zitten. Hij zei iets omtrent het hospitaal. Hoe is t met uw moeder en tante Har riet?" „Zeer goed dat is to zoggen, moe der is nooit geheel gezond". Zij zat vóór haar stoel, haar groote jonge oogen op hem gericht. „Is dat is uw verpleegster van het hospitaal hier?" „Ja. Maar dat iis mijn verpleegster niet. Zij is een plaatsvervangster." Het antwoord van Duifschland. Om den gang van zaken der onderhan delingen met Duitschland nog eens dui delijk tc maken, geven we hieronder eerst een résumé van de Duitscke nota van 9 Februari. De Duitschers wilden de Fransche Rijngrens, zooals ze door het verdrag van Versailles is vastgesteld, waarborgen en in een afzonderlijk, ditmaal niet op gedrongen verdrag, de verplichtingen be treffende de ontwapening in het Rijnland erkennen. Bij cventueele conflicten zou den dc verdragsluitende partijen arbitra ge aanvaarden. Ook met andere staten wilde Duitschland een algemeen arbi trage-verdrag sluiten zonder uitdrukke lijke garantie echter van den territoria- status quo. Het Fransche antwoord van 10 Juni wees in de eerste plaats op de noodza kelijkheid van Duitschland's toetreding tot den Volkenbond. Verder werd er in verklaard, dat alle rechten tot. het ne men van sancties, welke het verdrag van Versailles en het accoord over het Rijn land aan Frankrijk geschonken hebben, buiten alle arbitrage om moeten blijven bestaan; ten derde werd er over de ar bitrageverdragen met andere volkeren ge zegd,dat zij als het ware slechts de sanctie mochten zijn van de bestaande verdragen. Hierop is nu het antwoord van Duitsch land gekomen, waarin het wat den Vol kenbond betreft, wegens hare zeer uitzon derlijke ligging, ook een bizondere behan deling verwacht. Als ontwapend land, liggende tussclien Rusland en de geallieer de Volkenbonders, vreest iièt de kans te loopen, het slagveld van Europa te worden. Het feit zelf trouwens dat Duitsch land in zekere gevallen vrijheid van door tocht zou geven aan de machtige legers van Frankrijk naar de Russische grens zou op zichzelf de betrekkingen tussclien Berlijn cn Moskou, die toch al heel wat moeilijkheden opleveren, nog veel minder aangenaam maken. Berlijn verklaart zich bereid zonder voorwaarden 'toe te treden tot den Volken bond bij algemeene ontwapening of bij gelijkberechtigde behandeling. Een tweede moeilijkheid is, dat Duitsch land verband legt tusschen het waarborg- verdrag, dat aangeboden wordt en de toestand van den Rijn, terwijl Frankrijk zulk een verband niet erkend en de be- zettingsboestand wil kunnen blijven hand haven. Het derde punt betreft vooral den toe stand aan Duitschland's Oostelijke grens. Dc met do buurstaten aldaar te sluiten ar bitrage verdragen moeten, naar de Dutt- sche opvatting, een overgang vormen tot langzame en vooral vreedzame herziening van de verdragen in zoover deze niet overeenkomen met de beginselen van het recht der nationaliteit en van de econo mische doelmatigheid. De Franschen ech ter wonschen volstrekt geen politieke ar bitrage maar een streng juridische, die de eenmaal geschapen toestand voor eeuwig bestendigt. Het is de ultra-conservatieve opvatting der moderne Heilige Aliantie, waartegen generaal Smuts dezer dagen een zoo krachtig protest heeft laten hoo- ren. Ook op dat punt houdt de Duitsche regeering zich bij het oude standpunt. Toch is men tevreden over de nota in Londen en in Parijs. Tc Londen is dit slechts natuurlijk. Men deelt daar veel meer het Duitsche dan het Fransche standpunt in deze kwes tie. Dat men te Parijs eveneens tevreden is mag ons bizonder verheugen evenals de gematigde toon van het Duitsche ant woord. Het is thans zeker dat men verder gaat onderhandelen en al zal men, ten einde toch tot een accoord te komen, waar schijnlijk wel gedwongen zijn den werke- lijken inhoud van het verdrag steeds minder te laten worden, toch zal er op het einde misschien nog wel een kleinigheid behou den blijven, waarin men een middel tot consolideering van den vrede kan zien. „Wat is de uniform mooi." Arme Sid ney! Niettegenstaande alles wat zij had willen zeggen omtrent een leven van toe wijding trots haar jeugd, was zij nu in ernst. „Er moet lang en veel gewerkt worden voor men de uniform krijgt. Luister eens Sidney: als je verpleegster wilt worden om de uniform of om de menschheid op te heffen of om anderen onzin" Zij viel hem in de rede, diep blozend. In het geheel niet. Zij wilde werken. Zij was jong en sterk en had een goeden wil dat gezegde omtrent de uniform was dwaas. Zij had geen dwaze ideeën. Er was in de wereld zooveel te doen en zij wilde helpen. Sommige menschcn konden geld geven, maar zij niet. Zij kon haar werkkracht slechts aanbieden. En omdat zij het zoo ernstig meende wat zij zeide en al sprekende zich had opgewonden, eindigde zij met een snik. Zij ging voor het raam staan met den rug naar hem toe. Hij volgde haar en omdat zij oude buren waren, nam zij het niet kwalijk dat hij zijn hand op haar schouder legde. „Ik weet het natuurlijk niet, maar als je er zóó over denkt, zuilen we eens zien wat we kunnen doen. Het is moeilijk werk en soms schijnt liet nutteloos. Zo sterven, zie je, niettegenstaande alles wat wc doen. En er is veel, dat erger is dan dc dood." Zijn stem was sleepend geworden. Toen hij zijn beroep gekozen had, had hij net zoo'n soort ideaal gehad omtrent toe wijding als het meisje naast hem. De Rijksdag heeft Woensdag een wets ontwerp goedgekeurd, dat de uitkeering aan de oorlogs-invalieden met 50 pet. verhoogt. Een geheim Russisch-Japansch verdrag? Naar het „Berl. Tagebl." van zijn cor respondent te Washington verneemt, maakt de Bcrlijnsche correspondent van de „Chicago Daily News" melding van een door dezen zelf gezien Russisch-Ja pansch geheim verdrag over een gemeen schappelijk te volgen Chineesche poli tiek, met het doel langzamerhand tot een volkomen uitschakeling van alle overi ge vreemde naties in China te geraken. Beide partijen zouden belangrijke con cessies gedaan hebben; Rusland door zijn communistische agitators van Japansch ge bied terug te trekken; Japan door Rus land de vrije hand in China te verleenen. terwijl' het tegelijkertijd Rusland zware artillerie en duikbooten zal leveren. Alleen naar buiten zou Japan nog de fictie willen handhaven, dat het met de Europeesche mogendheden en Amerika samenwerkt, essentieel gaat het echter tegen dezer politiek in. Ofschoon de correspondent van het Ame ri kaan sche blad verzekert, dat de betrouw baarheid van zijn zegsman boven allen twijfel verheven is, zal men het bericht met een zeker scepticisme moeten aanvaar den. Anderzijds kan men het niet zonder meer verwerpen, daar het wel eenigszins in de lijn van de geheele Japansche poli tiek der laatste jaren ligt. Communistische spionnage in Tsjecho- Slowakije. Naar aanleding van dc ontdekking van een uitgebreide communistische spioima ge- organisatie i s de algemeene secretaris van de Tsjecho-Slowaksche communistische partij gearresteerd. Dc zaak zal waar schijnlijk een vrij grooten omvang aanne men. Men is op liet spoor van nieuwe medeplichtigen. Men zou het bewijs heb ben, dat er vertrouv\elijke inlichtingen over de bewapening van Tsjecho-Slowakije zijn verkocht aan buitenland sche regeeringen. Vereenigde Staten. Uit New York wordt gemeld, dat de voorzitter van de commissie uit den Senaat tot onderzoek van den toestand van de vloot in den Grooten Oceaan naar de zo merresidentie van Coolidge is vertrokken om den president het rapport der com missie te overhandigen. Het rapport be toogt, dat de vloot in den Groolen Oceaan hulpeloos is, daar de haven van Pearl niet diep genoeg is, zoodat de schepen m open zee moeten ankeren en voor reparaties naar hun basis aan de Atlantische kust moeten terugkeeren. Daarom wordt een nieuwe marinebasis noodzakelijk geacht. Palmer, de president-directeur van de Emergency Fleet Corporation heeft den Shipping Board aangeraden Ford's aan bod om de opgelegde schepen der regee ring te koopen aan te nemen. Voor de 200 schepen biedt Ford 1.700.000 dollar. De onderlinge schulden der geallieerden. Caillaux, Briand en de deskundigen van de ministeries van financiën en buiten land sche zaken hebben de noodige beschik kingen genomen ter voorbereiding van maatregelen om binnen zoo kort mogelijken tijd tot een regeling te komen van de onder linge schulden der geallieerden. Chineesche troebelen. De Kameir van Koophandel van Sjang hai heeft een motie aangenomen, welke het in beslag nemen aanbeveelt van En gel sche en Japansche goederen in het bezit van Chineezen en het beboeten van kooplieden, die niet aan den boycot van de Engelschen en Japaneczen deelnemen', zulks met ingang van 30 dezer. Telegrammen uit niet-Engelsclie bron uit Kanton melden, dat de Engelsche con sul alle Engelsche onderdanen aanraadt Woetsjou te verlaten, wegens den slipten boycot, die daar op de Engelschen wordt toegepast. De voedselvoorziening is af gesneden, zoowel van de Amerikaansche kanonneerboot, die te Woetsjou gestati oneerd is, als van de Engelsche inwoners. Marokko. Naar Havas verneemt, zou een van de moeilijkheden, die aan hot terstond sluiten van vrede met Abd-el-Krim in den weg staan, deze aijn, dat hij van Spanje tracht te verkrijgen, dat dit land hem een haven aan de Middellandsche zee afstaat. De crisis in de Engelsche steenkool industrie. In tegenstelling van hetgeen verwacht Een oogenblik, toen hij naast haar stond zag hij alles weer met de oogen van zijn jong geloof: smart te verzachten, de krom men recht te maken, pijn te doen om te genezen niet aan anderen te toornen wat hij kon dat was zijn eerste geloof geweest. Hij zuchtte even toen hij zich afwendde. „Ik zal de directrice over je spreken", zei hij. Zou je het hospitaal eens willen zien?" „Wanneer? Vandaag?" Hij had bedoeld over een maand of een jaar. Het duurde een heele poos voor hij antwoordde: „Goed, vandaag. Ik opereer om vier uur. Kan je om drie uur?" Zij stak haar beide handen uit en hij nam ze glimlachend in de zijne. „U bent de vriendelijkste man, dien ik ken." „En je doet het best door niemand te zeggen, dat je solliciteert, tot we te weten komen, dat er een vacature is „Mag ik het aan één zeggen? „Moeder?" „Neen, we hebben een nieuwen huisge noot. Hij stelt er veel belang in. Hem zou ik het gaarne zeggen. Hij liet haar handen los en keek haar met gemaakte ernst aan. „Stelt hij ca' veel belang in? Ver loofd?" „O neen, in 't geheel niet?" „Dat geloof ik niet. Ik ben jaloersch. Je weet, ik ben altijd meer dan half ver liefd op je goweestr_, Een spelletje voor hem dezelfde instinctmatige zekerheid van overwinning had hem er toe gebracht de vingers van zuster Harrisson aan te raken toen zij hem het instrument aangaf. En Sidney wist hoe het bedoeld was; zij glimlachte hem toe en deed haar voile vlug naar beneden. „Dan dus om drie uur", zei hij kalm en nam ordelijk en rustig afscheid. Doch het zaad der tecderhcid had wortel ge schoten. Sidney, die nu van meisje tot vrouw werd zij was Joe, zonder het te weten, bijna ontgroeid zooals zij de Straat ontgroeid was was dien dag voor het eerst met een man van de wereld in aanraking gekomen, 't Is waar, K le Moyne was er ook nog. Maar K behoorde nu bij de Straat, bij de kleine wereld van één afmeting, die zij nu achter zich liet. Zij schreef hem een briefje met ver zoek aan Tillie om het onder zijn bord te leggen: „Waarde Heer le Moyne, Ik ben zoo opgewonden, dat ik nau welijks kan schrijven. Dr. Wilson, de chirurg, zal mij vanmiddag het hospi taal laten zien. Wensch me geluk, Sidney Page K. las het en misschien omdat het heet was, de boter zacht en do andere „eters" prikkelbaar wegens de warmte, at hij zoo goed als niets. - (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1