„K" N°. 85. Maandag 20 Juli 192$. 112® Jaargang fMBSB y.,.. 11 FEUILLETON Furol bij Stukgeloopen, Pijnlijke Branderige Voeten ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE1 OOIRAM' (KlgflVe ffesmï. VèflTI. fgfioesdfè fönnDt" pn kimiiwmis Ross' Drukkers- en tJiieeyersbedrOf en Klecuwens Ross' Drukkers- en TJRgeyersbedryf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiön worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. BUITENLAND. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag in de Belgische Kamer. Alleen H. Vos, het Kamerlid voor Ant werpen, dat door de Vlaamsche Front partij gekozen is, heeft in dc Kamer een.- ge woorden, gezegd over het Nederlands ch- Belgische ontwerp-verdrag. Zonder zijn tusschenkomst zou er bij de bespreking der begrooting van buitenlandsche zaken geen woord gerept zijn over die zaak, wat al even merkwaardig is als het inderdaad merkwaardige zwijgen der Belgische bla den over het ontwerp-verdrag. Er schijnt thans in België voor de Scheldekwestie en vooral die kanalen, waarover er inder tijd zoo druk geschreven en gepraat werd, niet de minste belangstelling meer te be staan, behalve in den kring der Neder- landsch gezinden. Aan het verslag der rede van H. Vos ontleenen wij het vol gende: De leider van de frontpartij ver klaarde dat zijn partij geen vertrouwen stelt in de buitenlandsche politiek van de huidige regeering, die z. L in de lijn ligt der politiek van de vorige Belgische re geeringen en een afhankelijkhoidspolitiek van Frankrijk is. Meer in het bijzonder de kwestie van het Nederland België-ver drag over de herzien'ng der tractaten van 1839 besprekend, zeide hij: Het is een ironie der geschiedenis, dat een minister, wiens naam verbonden is met de annexio- nistische politiek van 1919, zijn handtee- kening onder net voorloopig Nederlandsch- Belgisch* verdrag heeft gezet. In zooverre is deze overeenkomst tusschen de heeren Hijmans en van Karnebeek, waarbij de politieke clausule wordt uitgesloten, een groot-Nederlandsche overwinning. De openbaarmaking van het fameuze Limburg telegram van buitenlandsche zaken uit de Wetstraat heeft 't groot-Belgisch annexio- nisme b.ijkbaar doodelijk getroffen, tenzij ook hier achter de economische bedoelin gen een politieke zou zitten. Men moet erkennen, dat Hijmans tot 1920 zeer con sequent in zijn politiek is geweest en dat hij hot wellicht nog is. Wij hebben kun nen lezen, dat te Versailles niet de abso lute vrijheid van het gebruik van de Schel de voor alles werd nagestreefd, maar de volledige controle. Moet dit denkbeeld ook nu nog buitenlandsche zaken voorzit ten dan zal het woord van Van Karne beek zijn treffende waarheid houden: Wie lingen is Schelde, ScOielde is Zeeland, Zeeland is Nederland. Het lijdt geen twij fel, dat Nederland zich bij deze overeen komst tot groote concessie bereid heeft verklaard. Zijn houding kan begrepen wor den als een nawerking van de overwinning op het annexionisme. Men stelt zich al licht boven den Moerdijk de vraag, of dit verdrag, dal in 1920 een succes zou zijn geweest, het nog in 1925 is. Hoe het ook zij, verklaringen als deze van Carton de Wiart, tijdens de verkiezingsperiode afge legd, zullen de Nederlanders niet gerust stellen en ook de Vlamingen niet. Indien men in Nederland zich neerlegt bij het verdrag, hoewel men het slacht vindt en tot te groote materieele lasten nopend, zullen wij Vlamingen verhinderen, dat eventueele onderhandelingen voor amen deering van het verdrag zullen leiden tot door MARY ROBERTS RINEHART. Uit het Engelsch vertaald door A. M. ROOSENSTEIN. wrijving of tot tegenstelling tusschen Vlaan deren en Holland. Onze stem kan niet ver der rcifken dan tot een waarschuwing aan het adres -van Nederland. Reeds nu wil len wij verklaren, dat naar onze meaning het verdrag in bijzonderheden vatbaar is voor amendeering. Waar bijv. in Holland de schrik voorzit van te groote uitgaven betreffende de vrijhouding van dc vaart op de Schelde, komt het ons op d:t punt vrij onlogisch voor, dat de Nederlandscho kosten zouden gelimiteerd worden tot bijv. de gemiddelde kosten over de laatste tien jaren berekend, gecorrigeerd door het in dexcijfer en met een kleine marge. Deze rede werd in het Nederlandsch uitgespro ken. Vandervelde, die geen Vlaamsch ver staat, heeft er niet op geantwoord. Ontruiming van de Ruhr. Den lsten Augustus a.s. zal de ont ruiming van het Roergebied, dat 11 Jan. 1923 door Fransche en Belgische troepen was bezet, volkomen hebben plaats ge had. Ook Dusseldorp, Duisburg en Ruhrort, als de sleutelstellangen van het Roergebied zullen onder die ontruiming wel zijn begrepen. Een rumoerige Rijksdagzitting. De rijksdag heeft Vrijdag met 180 st. te gen 179 en 1 onthouding een voorstel van de sociaal-democraten aangenomen om het artikel hetwelk uitzonderingsbepalin gen bevat voor gehuwde vrouwelijke amb tenaren uit de bestaande wet te schrappen. Een motie van de volkschen die alle joodsche ambtenaren willen ontslaan, werd verworpen. De zitting is nog erg rumoerig geweest bij de behandeling van de wet aangaande het dragen van uniform door oud-gedienden. Een socialist besprak het wetsontwerp waarop de Duitsch nationale graaf Eulenburg beweerde dat deze spre ker de familie Hohenzollern, den rijks president, het oude leger en het heale officierscorps had beleedigd en dat hij daarom voor dezen afgevaardigde slechts grenzeiooze verachting kon hebben. Luid tumult. De linkerzijde verlangde dat Eulen burg tot de orde zou worden geroepen. Vice-voorzitter Bell die niet goed had ge luisterd zei dat hij eerst het stenogram van de zitting zou moeten lezen. De volk- sche afgevaardigde von Ramin die daarna eerst tamelijk bedaard sprak werd hoe langer hoe opgewondener. Voortdurend werd hij door de sociaal-democraten on derbroken. Zijn partijgenooten staan hem terzijde en men hoort een volksche tot de linkerzijde roepen: gaan jelui toch naar Palestina! Von Ramin zegt dat de re publiek slechts het zinnebeeld is van hond- sche onderwerping aan de gewezen vijan den. Eenige minuten lang protesteerden de republikemsche afgevaardigden tegen deze woorden. Te vergeefs tracht Bell de orde te herstellen. Spreker heeft het dan over de politieke misdaden en zegt dat sociaal-democraten ook wel eens een politieleen moord hebben gepleegd. Hij bewelert dat er te Berlijn zelfs 30 officie ren zijn vermoord, hoewel men hun had verzekerd dat hun niets zou overkomen. Nieuw tumult. Geroep links: waar is dat gebeurd? Von Ramin: Te Schöneberg. Geroep: Leugenaar. Von Ramin: Ik was er zelf bij. Het duurt tien minuten voor de gemoederen tot bedaren komen. Dan zegt von Ramin tot den sociaal-democraat Sollmann, gewezen rijksmin-ster van b n- nenlandsche zaken: indien gij, ellendeling, mij morgenochtend zonder parlementaire bescherming met de wapens in de har.d mocht ontmoeten zoudt gij mij niet nog maals voor leugenaar schelden. Nieuw tumult. De zitting dreigt in een alge- mccne vechtpartij te ontaarden. Tenein de raad schorst Bell de beraadslagingen voor vijf minuien. Na heropening blijft het nog gedurende geruimen tijd onrustig in dc zaal. Men besluit ten slotte de be spreking Dinsdag voort te zetten. Rechtbank voor arbeidsgeschillen in Duitschland. Het rijkskabinet heeft een wetsontwerp behandeld tot oprichting van een arbeids rechtbank. Alle geschillen tusschen pa troons en arbeiders zullen aan die recht bank worden onderworpen. Het ontwerp voorziet ook een tweede instantie, waarbij de partijen in beroep zullen kunnen gaan. Dezer dagen zal het ontwerp aan den rijksraad en den oeconomischen raad wor den toegezonden. De rijksdag zal het na de vacantie behandelen. Anti-semitisch relletje in Weenen. Vrijdagavond om 10 uur hebben jeug dige swastikadragers onder anti-semi tisch getier een inval gedaan in een tuin- vestaurant in het stadspark te Weenen en de aanwezige gasten op do vlucht ge jaagd. De politie moest er aan te pas ko men en er ontstond een handgemeen, waar bij heel wat scherven gemaakt zijn. Negen menschen liepen verwo ndingen op en twaalf jeugdige boosdoeners zijn in hech tenis genomen. Alles wijst er op, dat men met een vooraf beraamd plan te doen had. Dc politie dreigt met de grootste gestreng heid bij een mogelijke herhaling te zullen optreden en waarschuwt yereenigingen, ou ders en voogden om de jongelieden van dergelijke excessen af te houden. De Rif-oorlog. Over den toestand aldaar schrijft de Intransigeant: „Er is gebeurd wat niet uitblijven kon. Men begint nu iets meer te vernemen over de plannen van Abdel Krim en, naar men zegt, zal de Heer van het Rif dc Fransch-Spaansche vre desvoorwaarden verwerpen en zelf onaan neembare eischen stellen. Daar de kracht van zijn offensief nu juist in de laatste dagen zeer is toegenomen, mogen wij aan nemen dat de houding van Frankrijk zijn verzet heeft gestijfd en de hoop op een overwinning in hem versterkt heeft. Wij moeten dus erkennen, dat wij ons vergist hebben en nu een andere tactiek moeten volgen. Tc Parijs en te Madrid hebben wij vredeshymncn gezongen. Te Rabat echter heeft maarschalk Lyauley verklaard, dat wij den toestand nog steeds beheerschen en moeten blijven beheerschen. Dit zij het laatste woord. Thans is het tijd om tot daden over te gaan." Maurras veroordeeld. Charles Maurras, een der hoofdredac teuren van de Action Frangaise, is bij verstek veroordeeld tot twee jaar onvoor waardelijke gevangenisstraf en 1000 francs boete wegens zijn open brief tot den mi nister van binnenlandsche zaken, die een bedreiging tegen 's ministers leven inhield. De valorisatie. Zij, die bij de valorisatie betrokken zijn, zijn zeer teleurgesteld. Dit blijkt uit de ar tikelen van de bladen der oppositiepar tijen, die wijzen op wat er is overgebleven van de mooie beloften die de Duitsch- nationalen in den verkiezingsstrijd hebben gedaan. Vooral in volksche kringen, waar men zooveel propaganda voor de verkie zingen van Hindenburg heeft gemaakt, is de teleurstelling' groot. Het volksche Ta- geblatt schrijft: Hindenburg heeft beslist, zooals wij niet van hem hadden verwacht. Het blad richt zijn verwijt echter in de eerste plaats tegen de ministers, die den rijkspresident den raad hebben gegeven de wetten te teekenen. Deze Duitsch-natio- nale ministers, vervolgt het blad, zijn de ware schuldigen en als Hindenburg, door wat hij thans heeft gedaan, voor mil boe nen Duitschers niet meer is wat hij vroe ger was, zijn zij er verantwoordelijk voor. Het blad besluit met de verzekering dat de strijd om de valorisatie zal worden voortgezet, indien niet met Hindenburg dan tegen hem. Toen hij beneden kwam had Dr. Ed. juist het fijne mesje met een lapje katoen afgeveegd en het haastig in zijn zak gesto ken. Hij hield niet van steriliseeren; het bedierf de snede. Vele jaren lang had hij zwe ren uitgesneden zonder iets te koken, en nooit had hij er kwade gevolgen van gezien. Hij bouwde op ondervinding en het zou geen nut hebben er een discussie over te beginnen. Des ochtends was Max altijd in een op gewekt humeur. Een doordraaier is soms, ofschoon men zijn levenswijze afkeurt, aangenaam in den gewonen omgang. Wan neer Max, die geheele nachten opzat om bier en wbisky-soda te drinken en bridge te spelen, ontwaakte, was zijn smaak nog zuiver en had hij nog trek een sigaret te rooken bij het aantrekken van zijn schoenen Ed, die heel wat kalmer leefde, ont waakte meestal in het donkerste uur van zijn dag, omdat hij dan zijn eigen misluk king overdacht en de straat met doodelij- ken haat haatte. Zoo kwam Max' knappe persoon de trap af en bleef aan de deur van de spreekkamer staan. „Al aan 't werk?" zei hij, „of ben je niet naar bed geweest?" „Het is al over negenen" protesteerde Ed. „Als ik niet vroeg begin, kom ik er nooit door". Max gaapte. „Je moet maar met mij meegaan", zei hij. „Als alles blijft vooruitgaan zooals lot nu toe, zal ik een assistent noodig heb ben. Ik zou jou natuurlijk liever hebben dan iemand anders. Hij legde zijn kleine hand op zijn broers schouder. Wat zou er van mij geworden zijn zonder jou? Ieder een weet wat je gedaan hebt." Niettegenstaande zichzelf, deinsde Ed terug. Het was heel iets anders hard to werken ten einde één succes inplaats van twee halve successen te bereiken, dan zijn eigen middelmatigheid aan de wereld te toonen. Zijn plaats m de Straat en haar omgeving was zelfstandig. Dat alles op te geven en de assistent te worden van zijn jongeren broer zelfs indien dat meer geld en minder arbeidsuren beteekende zou gshjk staan met verlies van zijn per soonlijkheid. Daartoe kon hij niet be sluiten. „Ik geloof, dat ik blijf waar ik ben", zei hij. „Hier kent men mij en ik ken de menschen. Tusschen twee haakjes, wil je deze enveloppe even bij Mc. Kee afgeven? ie Rosenfeld strijkt daar vandaag. Het is voor haar." Max nam de envelop pe gedachteloos. „Jij blijft hier nog hangen tot het einde van je dagen zonder meer te verdienen dan een aalmoes", wierp hij tegen. „Binnen tien jaar is alles specialiteit en zijn er geen familiedokters meer. Wat zal je dan beginnen?" „Ik zal me wel redden", antwoordde zijn broer kalm. „Ik geloof, dat er altijd nog wel eenigen zullen overblijven, die mijn tarief beter kunnen betalen dan wat jullie specialiteiten vraagt". Max lachte recht genoegelijk. „Dat geloof ik, als dit de wijze is, waarop je hen je tarief laat betalen". Hij hield de enveloppe op en de an dere man kleurde. Dr. Ed was zeer trotsch op zijn broer, onzelfzuchtig trotsch op zijn bekwaamheid, op zijn knap uiterlijk en op de gemak kelijkheid, waarop hij zich in de wereld bewoog. Wat zijn eigen kunde en onder vinding betrof, was hij nederig. Indien hij ooit gemis aan fijner gevoel in Max veronderstelde, zette hij de ge dachte uit zijn hoofd. Misschien was hij zelf wel te streng. Max was jong en werkte hard. Hij had het recht ook hard te genieten. Dr. Ed maakte zijn zwart valies gereed voor zijn dagelijksche visites een ste- toskoop, een thermometer, een oogbad, verbandgaas, een doos kleine fleschjes. UIT DE PERS. Colijn kabinetsformateur. Het Vaderland (Jib.) acht het onaanne melijk, dat de heer Colijn dc opdracht, zij het dan ook onder de gebruikelijke re serve, zou hebben aanvaard, indien hij niet zeker was van zijn slagen, zoo al niet de zaak reeds zoo goed als geheel gereed is. Het blad besluit zijn uitvoerige beschouwing aldus: De opdracht tot de formatie aan den heer Colijn is uit een constitutioneel oog punt absoluut logisch. Het zittend mini sterie is bij de laatste stembus niet in het geding geweest, maar wel de politiek van Colijn. Eene politiek, die toch niet moge lijk geweest ware, als hij den steun van de bondgenooten niet had gehad. Dit zoo onomstootelijk waar, dat toen de heer Colijn in den stembusstrijd zoover ging, dat hij eindelijk de eer van de sluitende begrooting voor zich en zijne Gideons bende van 16, alias de anti-revolutionaire Kamerfractie, alleen opeischte, de heer Nolens hem bedaard maar gevoelig op do vingers tikte, en hem er aan herinner de, dat hij zonder hulp van de bondgenoo ten, de Roomsch-Katholieken in de eerste plaats, nooit zijn doel zou hebben bereikt. En het verwondert ons wel van de S.D. A.P., die meer dan eenige andere partij Colijn tot mikpunt gemaakt heeft van hare aanvallen en van haren stembusstrijd, thans te vernemen, dat de Colijnsche politiek niet zou goedgekeurd zijn door de meer derheid der kiezers. Wij betreuren die uitspraak zeker niet minder dan de S.D A.P., maar ze is er; het ware struisvogel politiek dat te ontkennen. Colijn zal naar onze overtuiging spoedig gereed zijn. En uit het program waarmede hij als minister zal optreden, zal naar wij verwachten blij ken, daarvoor is hij staatsman, dat hij met den tegenzin, dien hij herhaaldelijk zoowel bij de Roomsche als bij de Christclijk- Historische bondgenooten heeft gewekt, rekening heeft gehouden. Moge hij ook gevoelen, dat het niet aangaat de minder heid van 45 als quantité negligeable te be schouwen, en begrijpen, dat nationaal regeeren het beste is. De Telegraaf (linkervleugel vrijzinni gen) beziet de zaak van een anderen kant: H. M. de Koningin stond voor de groote vraag: Welke is de staatkundige waardo van de stemmenverschuiving naar links door de verkiezing aan het licht gekomen. Deze vraag echter, wij wezen cr reeds op is niet zonder meer te beantwoor den. Zeker, er was een vermeerdering in aantal der linksche stemmen. Maar waarop wees deze getalsvermcerdering: Op vervorming in de diepten van het rechtsbewustzijn der natie? Of veeleer op oppervlakkige ontevredenheid met sa- larisvermindering, belasting verhooging en onderwijs verslechtering Bespiegelingen over het te geven antwoord helpen hier niet. Een experiment is noodig om do wezenlijke beteekenis le leeren kennen van de jongste uitspraak der volksgevoe lens. En dit experiment is de opdracht tot Kabinets-formatie aan den heer Colijn. Want daardoor wordt nu gelegenheid ge boden om den strijd tusschen de partijen, welke op 1 Juli niet een politiek volkomen duidel-ijken uitslag gaf, voort te zetten, en aldus de staatkundige waarde van het stembusresultaat nader te preciscercn. Te preciseeren vooral, hoe diep het democra tisch streven, in den zin van de anti- Colijn tendenz, feitelijk in de coalitie is doorgedrongen. Is daar in dien zin iets ingrijpend gewijzigd? Die vraag werd op 1 Juli niet helder beantwoord. Welnu, het experiment met de opdracht tot ka binetsformatie zal een duidelijk antwoord wel kunnen brengen. BINNENLAND. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van liet Handels informatiebureau van Van der Graaf en Co's Bureaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week, eindigende 16 Juli ui Nederland uitgesproken 84 faillisse menten tegen 90 faillissementen in de zelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 16 Juli 1925 2305 faillissementen tegenover 2441 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. De Bezuiniging*com missie. Voor bet lidmaatschap va» de bmii- nigingscominissie zgn uitgenood igd ver schillende handehmenschew, verlegennoor- digers van groote handelshuizen. De nieuwe commissie zal een g&n*ca andere opdracht hebben. Was de commissie onder voor zitterschap van rar. F. Rink gebonden aan een onderzoek naar de inricht ng en de werkwijze der Departementen, onder een stuk katoen in een niet al te frisschen handdoek ;op den bodem een zeer gemengde verzameling instrumenten, een rol hecht pleister, een paar fleschjes lekkers voor de kinderen, een halsband van een gestor ven collie; de band was er op de een of andere manier ingeraakt en er in gebleven. Hij maakte de tasch een beetje zenuw achtig gereed, terwijl Max at. Hij ge voelde, dat het beter kon en dat de tasch niet paste in moderne methoden. Hij ging weg, doch bleef bij de deur van de eet kamer staan. „Ga je naar het hospitaal?" „Om vier uur opereer ik ik wou dat je ook kwam." „Ik vrees van niet, Max. Ik heb Sid ney Page beloofd je over haar te spre ken. Zij zou gaarne opgeleid worden voor verpleegster." „Te jong", zei Max kort. „Ze is nog niet boven de zestien". „Zij is achttien." „Nu dan achttien. Geloof jij, dat een meisje van dien leeftijd verantwoordelijk heidsgevoel genoeg heeft om leven en dood in haar handen te hebben? Bovendien, zij was altijd een heel lief meisje, in den laatsten tijd heb ik haar niet gezien. Het is niet goed de ziekenzalen met ornamen ten te vullen; het leidt de hospitaaldok ters te veel af. „Sedert wanneer", vroeg Dr. Ed vrien delijk, „vindt jij een knap gezichtje een bezwaar voor een meisje?/' Ten slotte werden zij het eens. Max zou Sidney in zijn spreekkamer ontvan gen. Dat zou beter zijn dan naar xlen overkant te gaande verhouding zou dade lijk zijn zooals ze behoorde. Want, indien hij zorgde, dat ze toegelaten werd, zou ze dadelijk moeten leeren, dat hij niet langer „Dr. Max" was; dat hij nu een man van hooge waardigheid was, die geen tegenspraak in eenigen vorm behoefde le dulden en die steeds een eerbiedige hos pitaaldokter aan zijn zijde had. Toen hij het beloofd had, vergat hij het onmiddellijk weer. De Straat interes seerde hem niet. Christine en Sidney wa ren kinderen toen hij naar Weenen ging en sedert zijn terugkeer had hij ze nau welijks opgemerkt. De groote wereld, die altijd vriendelijk is tegenover ongetrouw de knappe mannen, die zich gemakkelijk bewegen, had hem opgenomen. Van de zeven avonden was hij er vijf gekleed om uit te gaan en zijn conservatieve bu ren zeiden, dat hij zwaar leefde. Het gerucht werd versterkt door juffrouw Ro senfeld, die 's morgens om zes uur toen zij uitging voor haar wasch, de automo biel van Dr. Max voor zijn huis had zien staan met brandende lantarens en> tuffenden motor en den eigenaar slapen e aan het stuurrad. Die geschiedenis kwam nog dienzelfden dag de geheele Straat ter oorc. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1