N°. 70. Maandag 15 Juni 1925. ft 12* Jaargang. BRgave NSuml. Venn. wGoesche Courant" Bij dit nummer behoort eeu Bijvoegsel FEUILLETON WAT HEB IK JE GEDAAN? ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. fiOESCHE en Klceuwens Boss' Drnkkirs- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentien worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. ZIJ, die zich met ingang van 1 Juli a.s. op ons blad abonneerei, ontvangen de tot dien datum verschijnende num mers GRATIS. EEN LEGENDE. In zijn op 16 April j 1. te Goes gehou den rede over eenzijdige ontwapening, heeft prof. v. Embden betoogd dat in 1914 onze weermacht van zoo ongeveer nul en geener waarde was. Prof. v. Embden beriep zich h'erbij op het oordeel van den oud-opperbevelheb ber, generaal Snijders, die zelf zou ge zegd hebben, dat ons leger zwak en on voldoende was. Bij het beruchte debat in den Haag- schen Dierentuin heeft prof. v. Embden iets dergelijks beweerd.^ Hij kreeg toen van generaal Snijders echter den wind van voren. Dc generaal zeide toen n 1. het vol gende: „Ik kan des professors moed niet bewonderen om in een debat met mij zulk een flagrante verdraaiing mijner woorden en zoo verkeerde voorstelling mijner bedoeling te veroorloven. Ik heb in al mijn geschriften onveranderlijk het standpunt ingenomen: dat de preventieve werking onzer weermacht in 1914'18 door d-j feiten bewezen en door de meest bevoegde en best ingewijde personen er kend is." Tot zoover de generaal. En toch gaan de vrijzinnig-democraten met deze verdraaiing van de woorden van generaal Snijders het verkiezings pad op. Wij willen thans het oordeel van de waarde van onze weermacht in 1914 geven van een bij uitstek deskundig persoon, n.l. van v. Moltke, chef van den Duit- schen Generalen Staf. Deze autoriteit wordt ook door prof. v. Embden erkend en aangehaald in zijn brochure Nationale ontwapening. In dc gedenkschriften van v. Moltke, die na zijn dood zijn uitgegeven, komt de vol- le merkwaardige zinsnede voor: De opmarsch, die door mijn voorgan- (graaf Schlieffen) was u.tgewerkt, as zoo geregeld, dat de Duitsche rech- ervleugel over Roermond moest mar- cheeren en bijgevolg niet alleen het Bel gische, maar ook het Nederlandsche ge bied moest doorschrijden. Graaf Schlieffen was van meenmg, dat Nederland zich tot een protest zou be palen, de schending van zijn gebied overi gens ongehinderd zou toelaten. Ik heb te gen deze opvatting de ernstigste bezwaren gehad; ik geloofde niet, dat Nederland een schending rustig zou toelaten; daaren tegen zag ik aankomen, dat aan den Duit- schen rechtervleugel door een vijandelijk Nederland zulke sterke krachten zouden worden onttrokken, dat hij de noodige stootkracht tegen het Westen zou gaan missen. De opmarsch door België zou naar mijn meening slechts u'tgevoerd kun nen worden bij de aanneming dat Neder land absoluut neutraal is". Hiermede is de bewering der vrijz. democraten over de waardeloosheid onzer weermacht, welke zij bij deze verkiezingen trachten ingang te doen vinden, naar het gebied der legenden verwezen. Ons leger heeft in 1914 de neutrali teit van ons land g handhaafd; waren wij weerloos geweest, dan lijdt het geen twij fel of wij zouden door een vreemde mo gendheid zijn bezet. BUITENLAND. Grafschennis. De correspondent der N. R. Crt te Brussel meldt, dat blijkens een medede> ling van het comité voor de jaarlijksche Vlaamsche bedevaart naar de graven aan den Ijzer, nagenoeg al de kruisen en zer ken van Heldenhulde er waren er circa duizend door den d enst der mi litaire begraafplaatsen zijn verbrijzeld, om er grintwegen mede aan te leggen. Het bevel clen minister van landsverdedi- 64 f" van H. CourtHsMahler met autorisatie vertaald door Mevr. J. P. Wesselinkvan Rossum. „Hier ben ik, beste Hans", zeide zij. „Stil dan, aanstaand bruidje. Ik w.l je langs dezen ongewonen weg duizend gelukwcnschen zenden. Kon ik toch bij je beiden zijn". „Ik dank je Hans". „Hoe staat 't met het hooge water, stijgt 't nog altijd?" Romana lachte. „Ik weet het niet. Ik heb er niet meer naar gekeken. Maar wacht even, wij zullen dadelijk even zien' Gerald keek op haar verzoek door het raam even naar den stand van het water. Hij bespeurde boven den waterspiegel tegen den muur van het huis een smalle vochtige streep, het toeken dat het water aan het vallen was. Dat vertelde Romana aan Hans. „Maar hoe kom je nu thuis, Romana. Je kunt die gevaarlijke boottocht toch niet mee maken?" „Neen, en waarschijnlijk worden wij voorloopig hier nog gevangen gehouden zonder een andere eerewacht dan Ca- lutla." „O, menschen, als gij beiden hebben geen eerewacht noodig. Maar heb je wel gen. Bij de gevechten in het Oostelijk deel van de stad zijn verscheidene hon derden dooden en gewonden gevallen. De Vereenigde Staten en het veiligheidsverdrag. Naar de Morning Post u t Wash'ng- ton verneemt stelt de regeering der Ver- eenigde Staten minder belang -n een vei- ligheidsverdrag dan in de vraag, of de Franschen zich dientengevolge n:et van dc schulddelging zullen laten afleiden. De regeering is een veiligheidsverdrag welwillend gezind, maar verder w 1 noch Cooüdge, noch het kabinet, norii het Con gres gaan. Het aan Duitschland toege schreven voorstel dat Amerika opper-ar- biter van het verdrag zou worden, is be lachelijk. ging, generaal Hellebant, tot stopzetting van dit vernielingswerk welk bevel eerst na het telegrafisch en persoonlijk protest van prof. dr. Frans Daels en de Kamerleden Declercq en Van Severen werd gegeven is dus te laat gekomen. Het comité wijst dan ook met nadruk op het feit, dat de reeds vroeger, op de begraafplaats te Oeren, achter hei IJzer front, geschonden, maar door de Vlaam sche soldaten weer in eere herstelde krui sen en zerken, het eerst blijken te» zijn verbrijzeld en dat de militaire begrafe- nisdienst te Brugge de verzekering gaf „de werken uit te voeren volgens de voorschriften door den minister van lands verdediging opgelegd". Het spoort alle Vlamingen aan deel te nemen aan de zes de Vlaamsche bedevaart naar de graven aan den Ijzer te Dixmuiden, op 30 Augus tus a.s., welke bedevaart een indrukwek kende protertbetooging moet worden „te gen het Belgisch vandalenwerk en een luide uiting van hun onverzettelijken wil ten minste in den dood geëerb edigd te worden". Tevens zou het comité het in zicht hebben het gebeurde, in een pro test-nota, aan den Volkenbond bekend te maken. Ook het bestuur van den Vlaam- schen Oud-Strijdsrsbond beeft, uit naam van zijn 100.000 leden, aan den minister van landsverdediging een brief gericht, waarbij reparatie van de door het verbrij zelen van de grafzerken geleden moreele en materieele schade, alsook bekendma king van de namen der schuldigen, wordt geëischt, en spoort alle Vlaamsche oud strijders aan deel te nemen aan de pro- testbetooging te Dixmuiden. De troebelen in China. De strijd om Kanton is geëindigd. De troepen uit Joenan hebben de witte vlag geheschen en zijn gevlucht naar het Noorden. Duizenden Kantonneezen zijn de rivier overgestoken om zc te vervol genoeg om te eten. Ge zijt nu toch met je drieën". „Wij hebben voorraad genoeg". Gerald nam den hoorn over. „Wij zul- zullen hier als Robison Crusoe leven, tot dat wij uit de verbanning worden verlost". „Wat moet ik nu hier in huis zeggen over uwe afwezigheid?" „Hm! Nu dan, groet Doris hartelijk en zeg haar, dat zij de roode rozen goed moet verzorgen en weer op de schrijf tafel plaatsen van mijn verloofde ver sta je goed van mijn verloofde. Je moeder en zuster kan je ook zeggen, als zij thuis komen, dat wij ons verloofd heb ben en heel spoedig zullen trouwen. Wacht Romana uit eenige bezwaren, maar dat helpt haar niets. De bruiloft zal heel gauw plaats hebben. Als je moeder en zuster daarop zeggen, dat ik een groote schurk ben, en reeds vrouw en kind heb, geloof haar dan niet, mijn jongen. Beatrix heeft mij namelijk tegenover Romana val- schelijk als huisvader bestempeld. Hoe dat gebeurde, vertellen wij je na onzen terugkeer van ons eenzaam eiland der zaligen. Maar nu voor heden genoeg. Het allerbeste morgen, met je examen. Je belt ons op niet waar, als het afgeloopen is. Nu gaat Calutla voor ons het avondeten gereed maken. Ik heb honger. Door mijn verdriet heb ik vandaag heel weinig ge geten. Romana heeft mij te slecht behan deld. Goeden nacht, mijn jongen." „Goeden nacht, oom Gerald, goeden nacht Romana groet Calutta Bay voor mij." Gerald hing den hoorn op en nam Ro- Stukgeloopen Voeten verzacht en geneest men met PUROL. BINNENLAND. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handels informatiebureau van Van der Graaf en Co's Bureaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week, eindigende 12 Juni in Nederland uitgesproken 89 faillisse menten tegen 83 faillissementen in de zelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 12 Juni 1925 1919 faillissementen tegenover 1984 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Richtige heffing van de directe belastingen. De Minister van Financiën heeft aan de betrokken belastingambtenaren een cir culaire gericht: met betrekk.ng tot de uit voering der wet tot bevordering van de richtige heffing der directe belastingen Het ligt in mijn voornemen, met het verkenen van de in art. 1, tweede lid, der wet bedoelde machtiging (d.i. de mach tiging tot vaststelling van een aanslag met toepassing van de genoemde wet) uiterst spaarzaam te zijn en haar alleen te geven in gevallen, waarin twijfel, of de hande Iing valt onder de omschrijving van het eerste lid van het artikel is uitgesloten. Alvorens de machtiging te vragen, dient de inspecteur den belastingplichtige op te roepen en hem in de gelegenheid te stel len zijn standpunt toe te lichten. Blijkt bij het onderhoud, met een belasttingplich tige die in het verleden door misbruik van de vormen van het recht belasting heeft ontgaan, dat hij ernstig voornemens is, zich voor het vervolg van d,t misbruik te onthouden, dan dient het vragen van de machtiging achterwege te blijven zoolang de betrokkene zich overeenkomstig dat voornemen gedraagt. Zoo zal, om een voorbeeld te noemen, niet de nietigheid van de handeling van het oprichten van eene naamlooze vennootschap, door mid del waarvan in vorige jaren belasting is ontgaan, behoeven te worden ingeroepen, indien de inspecteur reden heeft om aan te nemen, dat de verkregen winsten voor zoover goed koopmansgebruik niet medebrengt dat zij worden gereserveerd in het vervolg op regelmatige wijze zul len worden uitgedeeld. Wordt bij het vaststellen van den aan slag in de inkomstenbelast'ng van een aan deelhouder eener naamlooze vennootschap, die vennootschap als niet bestaande, en dus haar bedrijf als het bedrijf van den aandeelhouder aangemerkt, dan zal de dividend- en tantièmebelasting van de uit- deelingen en salarissen als een op de opbrengst van het bedrijf drukkende last moeten worden beschouwd. In voorkomende gevallen dient de wet ook in het voordeel van den belastingplich tige te worden toegepast. Bijvoorbeeld, indien eene naamlooze vennootschap, die als niet bestaande wordt aangemerkt, in eenig jaar een verlies heeft geleden, zal dit verlies voor de toepass ng van de wet op de inkomstenbelasting als een ver lies van de aandeelhouders in aanmerking moeten worden genomen. De behandeling van een vraag, als be doeld is in artikel 3 der wet (d.i. een vraag of een beraamde rechtshandeling onder de wet zou vallen), dient met den grootst mogelijken speed plaats te heb ben, met dien verstande, dat het ant woord in den regel uiterlijk binnen een maand aan den belanghebbende wordt toe gezonden. Aan den steller der vraag dient, des verlangd, de gelegenheid te worden gegeven zijn standpunt mondeling toe te lichten, tor wijl hem, zoo noodig, een na dere schriftelijke verklaring omtrent de bedoeling van de voorgenomen rechtshan deling dient te worden gevraagd. In daar toe leidende gevallen zal bij ontkennende beantwoording der gestelde vraag het noo dige voorbehoud behooren te worden ge maakt. Voorhands zullen de inspecteurs een ontwerp voor de te nemen beschikking aan het Departement ter beoordeeling heb ben in te zenden. Een exemplaar van de vraag worde, na door den inspecteur te zijn gewaar merkt, bij de beschikking aan den belang hebbende teruggezonden. De in het laatste lid van artikel 4 be doelde nadere aanslag moet niet als een navorderingsaanslag worden beschouwd hij wordt mitsdien zonder de bij navorde ring voorgeschreven verhooging opgelegd. Wat g ij niet wilt, dat u geschiedt. De heer Fleskens, lid van de Tweede Kamer, heeft aan den minister van bui- tenlandsche zaken de volgende vragen ge steld Is het den minister bekend, dat, zoo wel in Duitschland als in de Zuid-Afri- kaansche Unie, wetsontwerpen tot wijzi ging van het tarief van invoerrechten zijn ingediend Is de minister van oordeel, dat beide ontwerpen een sterke protectionistische strekking hebben en dat gevreesd moet worden, dat, wanneer deze ontwerpen een maal tot wet zijn verheven, de Nederland sche exportbelangen zeer zullen worden geschaad Mocht de minister deze vragen beves tigend beantwoorden,kan Zijn Excel! -.1' o dan mededeelen, welke stappen door de Nederlandsche regeering zijn of zuil i worden gedaan, om de Nederlandsche b langen te behartigen? STADS-NIEUWS. Vrijz, Dem. Bond. Vrijdagavond had in dc Pr.ns van Oranje, alhier een openbare vergader ng plaats van bovengenoemden Bond. De ver gadering was tamelijk druk bezocht. Na dat de voorzitter der afdeeling Goes, dhr. H. Zuring, alle aanwezigen het wel kom had toegeroepen, ving de heer Jac. Wellcman, Krabbendijke, zijn rede aan. Deze hield een pleidooi voor het stelsel van evenredige vertegenwoord g.il waarbij iedere stem haar waarde heeft. De lauwheid welke we bij deze verkie zingen over t algemeen waarnemen schrijft spr. in hoofdzaak hieraan toe, dat de zit tende regeeringspartijen bij de verkiezin gen geen mond open doen over de groote politieke vraagstukken. Spr. ging vervo- gens na, waarin de christelijke (politiek de laatste jaren heeft bestaan en becrira seerde het optreden van minister Coliju. Vervolgens gaf spr. een uiteenzetting van het ideaal der vrijz. dem.: Gelijkheid van ontwikkelings voor waarden voor allen, waar door de grootst mogelijke volkskracht wordt ontwikkeld, en verduidelijkte dit door voorbeelden ontleend aan het land bouwbedrijf. Nog wees spr. op de gekl- wegsmijterij door de splitsing van hel on derwijs. Rilland, een gemeente van 2200 inwoners heeft nu 6 scholen; Oostdijk (onder Krabbendijke) zal twee eenmaus- scholen krijgen, het heeft 350 inwoners. Spr. kwam tenslotte tot het vrijz. dem. standpunt i.z. ontwapening. De tweede spr. dr. v. Geideren, Mid delburg, besprak dit punt nader. Spr. hield in het eerste deel zijner rede een pleidooi voor internationale ontwapening en kwam daarna tot de nationale ontwapening, waarbij spr. betoogde dat de gelden voor militaire uitgaven besteed moesten wor den voor sociale wetgeving, in de eerste plaats voor de ziekteverzekeringswet. Ech ter zegt spr. dat wij ons niet willen ont trekken aan de verplichtingen, d e dc vol kenbond ons oplegt en daarvoor ook de noodige mannetjes willen geven. Na een korte pauze voerden eenige dames en heeren uit Middelburg, de één- acter: „Ontwapening", van dhr. jac. Wel- leman op. Een illustratie van de redevoe ringen. Nadat dhr. Zuring de medewer kenden uit Ierseke had dank gezegd voftr hun muziek en de dames (welke bloemen kregen) en heeren uit Middelburg voor hun spel, kwam dhr. Over hof, soc. ,dem. er tegen op dat dhr. v. Gelderen gezegd had, dat de soc. dem. slechts de belangen der arbeiders in den meest engen zin des woords behartigen. Dit had dhr. v. G. niet moeten zeggen, daarvoor is de verhou ding tusschen vrijz. dem. en soc. dem. mana in zijn armen. Stralend keken zij elkander aan. Zij kusten elkaar, zooals slechts twee menschen, die elkaar van harte liefhebben, het kunnen doen. Maar eindelijk dachten zij weder aan Calutta. Gerald opende de deur. „Calutta". De Indiër verscheen. Gerald zag hem lachend aan. „Calutta, Sahib Romana is mijn verloofde. Wilt ge haar als je meesteres beschouwen Toen boog Calutta voor Romana en drukte haar kleed aan zijn lippbn. „Ca lutta begroet Miss Sahib als haar ge trouwe dienaar", zeide hij en zag de beide gelukkigen met zijn donkere, glin- sterende oogen aan. Romana reikte hem de hand. „Ik zal evenveel van je houden, als meester, Ca lutta." „En nu zullen we een verlovingsmaal tijd aanrichten, Calutta: „Kom, we zul len eens zien, wat we hebben", zei Ge rald overgelukkig. Ze gingen alle drie naar het vertrek, waar de voorraad uit de cantine geborgen was. En ze richten met hun drieën vroo- lijk lachend een feestmaal aan. Er waren niet veel lekkernijen, en het servies was zeer eenvoudig. Het smaakte echter ver rukkelijk. En Romana vond 't geruisch van 't water niet meer akelig. Gerald was immers bij haar. Bij hem, van zijn liefde verzekerd, vreesde zij niets meer. Voordat zij aan tafel gingen, keek Ge rald nog eenmaal scherp naar den stand van het water. ,,'t Valt", zeide hij, zich omkeerend. „Dan zal onze gevangenschap niet lang duren", antwoordde Romana. „Jammer", zeide hij schertsend. „Ik zou zoo gaarne met jou samen, lang ge vangen gezeten hebben". „Maar als we geen proviand meer hadden", plaagde ze hem. Gerald kuste zijn verloofde. Calutta was stilletjes weggegaan. HOOFDSTUK XXVI. Met Calutta, als eerewacht, moest 't verloofde paar tot den daarop volgenden dag gevangen blijven. Eerst toen kon de auto bij de fabriek komen. Hans had in tusschen zijn examen met glans afgelegd. Natuurlijk zat hij naast den chauffeur, toen 't verloofde paar werd afgehaald. Den volgenden morgen had Hans zijn moeder en zuster verteld, dat oom Gerald en Romana verloofd wa ren. Beatrix keek hem spottend aan. „Ver loofd? Je droomt, Hans." „Neen, ik droom niet". „Maar oom Gerald kan in t geheel geen vrouw vragen". „Waarom niet?" „Omdgat hij al getrouwd is Hans keek haar met een raadseiachti- gen blÜr aan. „Het is natuurlijk onwaar, dat hij al getrouwd is, anders zou hij zich niet met Romana verloofd hebben. Je schijnt weer wat moois uitgevoerd te hebben, en je moogt heel blij zijn,^als oom Gerald je dat niet betaald zet Beatrix werd nu toch een beetje ver legen. „Ik heb 't zelf toch gelezen „Och kom, wat je voor onzin gelezen hebt, weet ik niet, maar ik weet wel, dat oom Gerald niet getrouwd kan wezen, daar hij zich met Romana verloofd heeft". Mevrouw BylJa en Beatrix werden hoe langer hoe gedrukter. Ze schaamden zich diep, en wisten niet, hoe ze zich in dien veranderden toestand tegenover Ro mana moesten gedragen. Ze waren blij, dat deze nog eenige dagen wegbleef, en. vergaten zelfs, er aanmerking op te ma ken, dat zij, alleen door Calutta verge zeld, met Gerald buiten in de fabriek was. Toen Romana daarna met Gerald thuis kwam, moesten moeder en dochter, hoe moeilijk 't haar ook viel, er toch toe be sluiten haar vergeving te vragen voor alle onaangename bejegeningen, die zij haar aangedaan hadden. En Beatrix was zelfs zoo verstandig ook Gerald vergiffenis te vragen. De twee gelukkigen gingen hier gemakkelijk toe over. Maar er bleef toch altijd een gespannen verhouding tusschen de beide partijen, en 't was voor allen een goedeoplossing, toen Beatrix en haar moeder een uitnoodiging kregen van de ouders van den bankier Herder om op hun landgoed te komen logeeren. Dc oude lui wilden 't meisje van hun zoon beter leeren kennen. Herder was zoo rijk, dal hij er zich gemakkelijk in kon schikken, dat hij een wouw zonder vermogen kreeg. En toen de zaken nem waren opgehel derd, zag hij 't ook in, dat zijn schoon moeder niets te vorderen had van Romana Nordegg. l

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1