N°. 58.
Vrijdag 15 Mei 1925
112* Jaargang
WAT HEB IK JE GEDAAN
Wonden i
Kloosterbalsem
ij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
M FEUILLETON
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOËSCHE
TOfave NtamJ. Venn. „Goesche Courant'*
COURANT
Kleeuwens Ross' Drukkers- en UitgerersbedrQf
Hongaarsche ministerie zijn gezant te
Belgrado opgedragen, te eischen, dat de
transporten ongemoeid zullen blijven.
Het herstel der Vogezen.
Tijdens den oorlog is er in de Vo
gezen verschrikkelijk gevochten. Vooral
het zuidelijke deel is zwaar geteisterd. Op
den HartmannsweiLerkopf, de Linge, de
Schratzmannl, in het algemeen op de top
pen langs de hooge dalen van de Thur,
de Fecht en de Lauch heeft het onafge
broken bombardement de boomen, het kreu
pelhout, ja op vele plaatsen allen plan
tengroei vernietigd. De schade wordt op
SOmillioen goud-frank geschat, maar na
tuurlijk is men reeds geruimen tijd bezig
het gebergte opnieuw te bebosschen. In
het "geheel zijn er, volgens een bericht in
de Quotidien, 29 000 hectaren bosch ver
nietigd. waarvan 5900 volkomen. Van die
5900 hectaren zijn er 2600 weer aange
plant. Er zijn 800 hectaren ingeschreven
als historisch monument. De overige 2500
hectaren zullen in een tijdsverloop van
twee tot drie jaar aangeplant zijn. Na
tuurlijk moest het gebied, waar alle plan
tengroei was uitgeroeid, eerst in orde
gemaakt worden vóór er van nieuwen aan
plant sprake kon zijn. Deze arbeid is bij
kans voltooid, een oppervlakte van
slechts eenige hectaren moet nog van
prikkeldraad gezuiverd worden.
veroorzaakt door branden, snijden
af stooten. builen co insecten beten
dadelijk behandelen mat AKKER'*
M, verooi
f of atoo
I dadeli
1
PROVINCIE-NIEUWS.
Poincaré leert chauffeuren.
De Figaro vertelt, dat een meneer van
gevorderden leeftijd, maar krachtig van
uiterlijk, een dezer dagen in een van de
stille lanen van het bosch van Boulogne
onderricht kreeg in het besturen van een
auto.Het was maar een kleine machine, niet
meer dan vijf of zes paards, waar de leer
ling-chauffeur zijn krachten aan wijdde;
de leermeester was heel geduldig, maar
toch scheen de leerling nu niet bepaald
snelle vorderingen te maken. Ongetwijfeld
scheen het hem gemakkelijker de staats
machine te besturen, dan dit geheimzinnig
voertuig, dat telkens op onverwachte wij
ze reageerde. Want de leerling-chauffeur
was Raymond Poincaré.
Thyphus in de gevangenis.
In de gevangenis te Tomsk is een
typhus-epidemie uitgebroken, waardoor
365 van de 442 gevangenen zijn aange
tast. Dat de ziekte zich zoozeer heeft
uitgebreid schijnt een gevolg te zijn van
nalatigheid en verregaande zorgeloosheid
van het medisch personeel. Dit is voor-
ioopig in de uitoefening van zijn functie
geschorst, in afwachting van het resultaat
dat een in te stellen nader onderzoek
zal opleveren.
Kamer van Koophandel.
In verband met een bij baar ingekomen
schrijven verzocht de Kamer van Koop
handel te Middelburg aan het Hoofdbe
stuur der P. T. T. maatregelen te wi len
nemen, dat in het vervolg met den laat-
sten trein in richting Roosendaal (veitrek
Vlissingen 7.22 n.m.) post zoude kunnen
worden vervoerd. Thans is ber.chè ont
vangen, dat met ingang van den zomer
dienst (5 Juni a.s.) door de kantoren
Vlissingen, Middelburg en Goes op werk
dagen met bedoelden trein brievenmalen
zullen worden verzonden.
De Directeur-Generaal heeft de Ka
mer verzocht er de aandacht van belang
hebbenden op te vestigen, dat thans alle
telefoonkantoren en -stations in Nederland
tot het Telefoonverkeer met Engeland
zijn toegelaten. De prijs van een gesprek
met Engeland bedraagt f6,per 3 mi
nuten, welke prijs na des avonds 7.20
wordt gereduceerd tot f3,50.
Raad van State.
In de Woensdag gehouden openbare
vergadering van den Raad van State, af-
deeling voor de Geschillen van Bestuur
is gegrond verklaard het beroep van den
raad van 's Heerenhoek tegen een besluit
van Ged. Staten van Zeeland, waarbij met
vernietiging van het raadsbesluit is be
paald, dat alsnog medewerking moot wor
den verleend tot stichting van een bij
zondere meisjesschool door het R. K.
parochiaal kerkbestur aldaar.
Kapelle. Woensdagavond kwam de
vereeniging van oud-leerlingen van de
Tuinbouwcursussen in jaarvergadering bij
een onder voorzitterschap van dhr. W.
Glas. De secretaris dhr. L. Willeboer
memoreerde in zijn jaarverslag de ver-
eenigingsgeschiedenis, stond stil bij bet
vele gepresteerde, vijf vergaderingen wer
den gehouden waarin belangrijke onder
werpen werden besproken en ^Irie lezin
gen, alsmede een excursie naar Rotter
dam en omgeving, die goede indrukken
achterliet. Het ledental daalde van 42
tot 38, van de ondersteunende leden be
dankte 1, deze zijn 22. Aan de verpak
kingscursus werd hard meegewerkt. De
penningmeester dhr. Johs. Oele deed re
kening en verantwoording. In kas is een
saldo van f51,60, inkomsten f 137,83,
uitgaven f86,23. De aftredende bestuurs
leden Johs. Oele, M. Bayens, A. C.
Kooman en Verhulst werden herkozen.
De secretaris wees op het aanschouw-
onderwijs van zomersnoei. Besloten werd
dit te verstrekken. Met volstrekte meer
derheid werd besloten een excursie te
maken naar Antwerpen, vooral werd liet
oog gevestigd op den dierentuin met zijn
prachitvollen aanleg. Aan de tentoonstel
ling Kruiningen zal men zich niet onbe
tuigd laten, ook zal een gezamenlijk be
zoek worden gebracht, behalve de inzen
ding die er komen zal, waartoe een com
missie uit de vereeniging is benoemd.
Deze vergadering was flink bezocht.
Geslaagd te Utrecht voor Tuin»
VERANDERDE TIJDEN.
Wanneer we in de lente zien, hoe de
natuur zich in feestgewaad steekt, hoe in
den zoelen wind de teer-groene blaadjes
trillen, hoe de zon de daken der huizen
verguldt, hoe in de groenende weiden de
blo^netjes kleurige vlekjes maken, dan
treft ons de tegenstelling tusschen de
vroolijke, zonnige natuur en de sombere
menschheid.
Het moest feitelijk verboden zijn om
in den zomer verkiezingen te houden, wat
niet alleen tengevolge heeft dat men in
den lentetijd zijn kostelijke avonden kan
doorbrengen in vergaderzalen, maar bo
vendien dat onzen geest vervuld is met de
stoffige politiek, instede van met blijdschap
om het jonge leven; dat onze ooren tuiten
van daverende verkiezingsredevoeringen,
instede van met het gezang der kinderen
en het gekwinkeleer der vogeltjes.
In den verkiezingsstrijd blijkt hoe wei
nig de menschen elkaar nog begrijpen.
Bespeuren we hoeveel onberedeneerde,
onzinnige haat er nog in de menschen is.
De eene groep gunt de andere het licht
der oogen niet.
Geslachten lang wordt die haat gekoes
terd, zorgvuldig wordt die overgeplant op
de kinderen en kindskinderen.
En al zijn de omstandigheden, die eer
tijds aanleiding gaven tot gevoelens van
wrevel en ontstemming ook radicaal ver
anderd, toch leeft de oude vrees en de
oude haat nog onverminderd voort. Nog
sterker zelfs, want in den loop der tijden
nemen oude fouten legendarische afme
tingen aan.
Velen bekijken de huidige wereld met
oogen, welke nog bloeddoorioopen zijn we
gens hun oude drift en zij krijgen een
vervormd en scheef beeld op het netvlies
van hun misvormd orgaan. Zij zien de
realiteit verkeerd. Anderen zijn geheel ver
blind en derden willen niet zien, zij zijn
Oost-Indisch blind.
Het behoeft geen nader betoog dat
hierdoor tegenstellingen ten onrechte in
het leven worden geroepen, of wel be
staande noodeloos worden verscherpt.
Zoo die tusschen werknemer en werk
gever, tusschen arbeider en patroon.
Voor vele arbeiders is de werkgever
nog steeds de uitzuiger.
Niettegenstaande de arbeider thans op
alle mogelijke manieren wordt beschermd.
Niettegenstaande men tegenwoordig als
arbeider vrij wat meer kans heeft om zon-
Besteedt steeds Uw geld op de
luiste manier.
Onze Portwijnen zyn bijzonder fijn
van smaak en zeer concurreerend
van prijs.
Waarom heefl U ze nog niet geproefd
Fa. J A. L. G. Witte, Goes.
van
H. CourthsMahler
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. Wesselinkvan Ro9Sum.
HOOFDSTUK XXI.
Een uur later liep zij trotsch en recht
op, gereed om uit te gaan, de trap af, om
als iederen dag naar de fabriek te rijden.
Gerald von Rhoden had de auto van
uit zijn raam zien voorkomen. Vergeefs
had hij Romana aan de ontbijttafel ge
wacht. Nu snelde hij naar de vestibule,
om haar nog te begroeten, voordat zij uit
reed. Hij stond beneden te wachten, toen
Romana de trap af kwam. Toen zij hem
zag, was het of haar hart stil stond. Een
oogenblik was het, alsof zij op de vlucht
wilde gaan. Maar toen beheerschte zij
zich en ging schijnbaar kalm verder. Al
leen het bleek, trillend gelaat logenstrafte
deze kalmte.
„Goeden morgen, juffrouw Romana
zeide Gerald hartelijk, haar met stralende
oogen aanziend. Zij boog even het hoofd
en wilde hem voorbijgaan. Hij hield haar
echter tegen.
„Ik heb u iets te zeggen, juffrouw
Romana. Ik wilde mij juist bij u laten
aandienen. Mag ik u verzoeken mij een
oogenblik gehoor te geven voor een zeer
belangrijke aangelegenheid, die ik liever
Ier kopzorgen door de wereld te komen
m meer kans heeft om wat levensgeluk te
/inden. Immers thans is het de patroon die
werkt, wanneer de werkman, na zijn acht-
ïrigen dagtaak te hebben volbracht kalm
z'n sigaartje staat te rooken.
Toch is er nog altijd die oude ingewor
telde haat. Heerscht nog altijd de opvat
ting, dat de patroon nu eenmaal uit den
lard der zaak weinig voelt voor zijn arbei
ders, hen zoo kort mogelijk houdt, hen niet
zou gunnen wat hen toekomt enz. enz.
De werkgever is een soort van wild
beest, dat maar het liefst zoo stevig mo
gelijk moet worden vastgelegd aan wette
lijke banden, want als hij 'losbreektwee
dan je gebeente.
Omdat er e e r t ij d s inderdaad veel
is geschied, wat niet door den beugel kon.
Men vergete echter niet dat dit ge
beurde door de kwaden. Er waren ook
goeden. De strenge wetten echter gelden
voor iedereen en maken geen verschil.
En zoo omvat men ook met z'n haat
en wantrouwen zoowel de goeden als de
slechten, zoowel de tijden die voorbij zijn,
als de huidige.
Bij dit alles denken wij aan wat de
jonge prins zegt in het mooie boek van
Hermann Bahr „O, Mensch!"
Die zegt: Ik schat stellig nfijn heeren
broeders en neven niet te hoog; maar dat
moet ik toch zeggen, ik geloof niet, dat
er onder hen thans nog één enkele is,
die een mensch zou verachten of veroor-
deelen, of zelfs hem haten, alleen maar
omdat hij een kale jas draagt of omdat
hij een arbeider is; of omdat ons zijn
manieren niet bevallen. Ons echter wordt
dat door de verstandigste menschen aan
gedaan, en niemand schijnt te voelen, hoe
onrechtvaardig men tegen ons is. Over
iederen vagebond is men het eens, dat
hij tenslotte ook een mensch is. Maar nie
mand schijnt te bemerken, dat ook een
prins, om zoo te zeggen, een mensch is".
Niemand schijnt in te zien, dat ook een
patroon, om zoo te zeggen een mensch is!
De arbeider niet en de wetgever ook
niet.
En men heeft er geen oog voor dat
de tijden van nu, niet meer zijn die van
vroeger. Men is blind voor de verande
ring; blind voor het feit, dat thans veeleer
de werkgevers de onbeschermden zijn en
de werknemers de gekoesterden.
De arbeiders en de Bourbons, tout
étonnés de se trouver ensemble.
En toch maken de arbeiders zich schul
dig aan dezelfde fout der Bourbons, van
wie de Tayllerand na hun herstel op den
Franschen troon moest verklaren: ze heb
ben niets vergeten en niet vergeven.
We zitten nu in ons land opgescheept
met een complex sociale wetten, die in
het buitenland veelal hun weerga niet vin
den en die de Nederlandsche „concur-
renz-fahigkeit" belemmert.
Hebben we in ruil daarvoor nu terug
gekregen een tevreden korps van werkers?
Het lijkt er niet op.
Er is ontevredenheid, wantrouwen
meer dan ooit, wellicht.
Wat te betreuren is.
niet in de fabriek zou willen behandelen.
Zij sloeg haar oogen op.
Zij kon maar niet begrijpen, wat hij
van haar verlangde. Wilde hij misschien
een biecht afleggen, want hij kon toch on
mogelijk zijn huichelachtig spel voortzet
ten, zooals hij tot nu toe had gedaan. Zij
keek hem koel en trots aan. Maar zij
was bleek tot aan haar lippen. „Ik heb
geen tijd, mijnheer von Rhoden, en ik zou
ook niet weten, wat u mij te zeggen zou
hebben. Goeden morgen!
Zij boog even het hoofd en liep snel
voorbij, naar de auto, waarna zij wegreed.
Hij stond als verstijfd en keek haar
na. Voordat hij zich hersteld had reed de
auto weg.
Wat nu? Wat boteekende dit? Was
dit dezelfde Romana, die nu zoo koel en
trotsch hem voorbij liep, die hem wegzond
als een lastigen bedelaar aan den weg?
Een diepe innerlijke smart vervulde hem,
en hij wist niet wat hij doen moest en' er
van denken. Zeiter was het voor hem, dat
er iets moest zijn gebeurd, dat Romana
zoo zonderling had veranderd. Dat kon
niet uit haar zelf komen. Zoo goed kende
hij haar wel, dat zij niet toegaf aan dwaze
wispelturigheid. Daarvoor was zij toch
veel te oprecht en zelfbewust, veel te be
trouwbaar en beslist. Wat zou er dus ge
beurd zijn?
Hij keerde zich om en liep langzaam
de trap op. Toen hij boven in de gang
naar zijn kamers wilde gaan, zag hij van
de andere zijde de oude Doris komen.
Plotseling viel hem iets in en hij bleef
staan. Doris kwam naderbij en groette hem
BUITENLAND.
Tweeërlei opvatting.
De nota van Briand, die door den mi-
listerraad is goedgekeurd, als antwoord
ip het Duitsche voorstel tot een waar-
orgverdrag nopens den Rijn, is aan En-
eland medegedeeld. Zij zal eveneens aan
België worden gezonden en vervolgens aan
Duitschland, nadat de geallieerden het
rover eens zijn geworden. De nota is in
uimen geest en met inzicht gesteld. Ver
-an het Duitsche aanbod als onvoldoende
e verwerpen, geeft Frankrijk, dat volko-
nen vredelievend is, blijk van het op-
echte verlangen om met Duitschland naar
le middelen te zoeken tot verwezenlijking
'an waarborgen als aanvulling voor den
rrede. Het meent, dat het Duitsche voor
tel alleen kans van welslagen en belang
can hebben als het de bestaande conven-
ies verstevigt, zooals het Rijnland verdrag
>ver de bezetting. Het sluiten van het
verdrag, waarover gedacht wordt, zou,
cooals vanzelf spreekt, geen enkele in-
jreuk mogen maken op de rechten van de
staten van midden-Europa en het zou pas
lunnen worden geteekend na toetreding
/an Duitschland tot den Volkenbond.
Aldus meldt het Fransche persbureau
Edavas.
De Engelschen denken er eenigszins
anders over en zijn minder enthousiast dan
de Franschen. Een bericht uit Londen
meldt althans:
Briand's nota als antwoord op het
Duitsche memorandum nopens een vei
ligheidspact bevat voorwaarden welke
Duitschland zouden beletten, scheidsrech
terlijke beslissing over grensvraagstukken
te eischen. Een andere voorwaarde is na
tuurlijk toetreding vooraf van Duitschland
tot den Volkenbond.
De Daily Telegraph meent, dat dit de
sluiting van het wederkeerigheidstraotaat
niet zeer zal bespoedigen, maar Briand
die een gewijzigd protokol van Genève zou
verkiezen boven zulk een pact is minder
bereid dan Herriot om over het pact te
beraadslagen. De diplomatieke medewer
ker van het blad hoopt dat Frankrijk de
voorwaarden voor Duitschland niet onaan
nemelijk zal maken. De Daily Telegraph
betreurt het verder dat de gezanten-con
ferentie over de ontwapeningskwestie op
nieuw uitgesteld is, vermoedelijk tot Vrij
dag, omdat het ontwerp van de Engelsche
nota aan Crewe pas overhandigd is toen
Briand al een anderen tekst had uitgewerkt
Een Hongaarsch-Zuid-Slavisch
geschil.
De laatste weken hadden Russische paar
denkoopers ©enige duizenden paarden in
Hongarije gekocht, die over Flume naar
Odessa zouden worden gezonden. De
Zuid-Slavische douane heeft die transpor
ten vlak voor de Italiaansche grens aange
houden, aangezien de regeering voor Rus
land bestemde paarden als oorlogsmate
riaal beschouwt. Aangezien het op 14
Juli 1924 tusschen Hongarije en Zuid-
Slavië gesloten verdrag aan beide staten
vrijheid van doorvoer waarborgt heeft het
eerbiedig en vriendelijk. Hij beantwoordde
haar groet en plotseling besloten hield hij
haar staande.
„Doris, heb je een oogenblik tijd voor
mij?
Zij keek in zijn vreemd, bleek, zenuw
achtig gelaat. „Ja mijnheer, ik heb tijd.
Mijn jonge meesteres is niet thuis".
„Dat weet ik, Doris, en ik weet ook,
dat je haar trouw aanhankelijk bent".
De oude vrouw knikte. „Daar kunt u
van op aan, mijnheer. Voor juffrouw Ro
mana ga ik door water en vuur."
„Zou je mij inlichtingen willen geven,
waarvan misschien veel afhangt voor je
meesteres?"
Doris keek hem recht in de oogen.
„Vraagt u maar, mijnheer."
Gerald haalde diep adem en keek om
zich heen of er geen luistervink in de na
bijheid was. Maar het was stil in huis. Al
leen Calutta stond op zijn post voor de
kamers van zijn meester.
„Geloof niet, Doris, dat slechts nieuws
gierigheid mij tot deze vraag drijft. Maar
ik zou om gewichtige redenen gaarne hoo-
ren of juffrouw Nordegg gisteravond na
het feest of van morgen, voordat zij het
huis verliet, met iemand heeft gesproken?"
Doris keek eveneens voorzichtig om
zich heen.
Daarna zei ze haastig, hem met haar
goede, trouwe oogen smeekend aanziend:
„Als ik het zeggen mag, mijnheer, gelooft
u maar gerust, er moet mijn meesteres iets
aangedaan zijn. Gisteravond, toen zij van
het feest bovenkwam, heeft zij niemand
meer gezien. Ik heb haar dadelijk bij het
uitkleeden geholpen en bracht haar naar
bed, zooals zij van kind af gewend is
geweest, en zij was in zulk een blijde, ge
lukkige stemming, als ik haar niet meer
heb gezien, sedert nu ja sedert
haar stiefmoeder in huis is gekomen. Zij
is nu altijd zoo ernstig en stil, en dat is
geen wonder, omdat zij zooveel moeilijks
op haar jonge schouders moet dragen.
Maar gisteravond hebben haar oogen zoo
gestraald en zij heeft gezegd: „Heerlijk,
meer dan heerlijk is het op het feest
geweest." Vroeger heeft zij er nooit iets
om gegeven, en hedenmorgen is zij even
ontwaakt, want ik hoorde haar zacht zin
gen, toen ik bij haar binnenkwam en zij
zag mij weer met even gelukkige oogen
aan als gisteravond. Maar toen kwam juf
frouw Beatrix, en wilde haar spreken,
zoo vroeg in den morgen als zij anders
nooit bij ons boven komt. Nu, neemt u
mij niet kwalijk, mijnheer, maar ik heb
dadelijk het gevoel gehad, alsof ik haar
weer weg moest zenden, want van dien
kant is voor mijn jonge meesteres nog
nooit iets goeds gekomen, en heden ook
niet; daar verwed ik mijn hoofd om, want
toen juffrouw Beatrix na een half uur
weer weg ging, heeft het kind ik be
doel juffrouw Romana er opeens uit
gezien als een doode. Zij was heel bleek
in het gelaat en alle zon was uit haar
oogen verdwenen. Zij was als versteend
en mijn hart deed pijn. Voordat ik nog
iets zeggen en vragen kon, heeft zij mij
met een harde, bitse stem toegeroepen:
„neem de rozen uit mijn kamer, die kan
ik niet meer zien Toen is zij mij voorbij
ADVERTENTIEN.
van 15 regels f1,20, elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels IE,40.
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 anr voormiddag.
geloopen, zonder mij te zien, en is in
haar kamer gegaan. Geheel veranderd
heelt zij mij aangekeken, en weg was alle
geluk en blijheid. In de plaats daarvan was
zulk een wanhopige, versteende uitdruk
king op haar gelaat gekomen en ja
ik moet u ook dit nog zeggen ik heb
van angst en onrust aan haar deur geluis
terd en ik hoorde haar steunen als een ge
wond dier, dat zich met zijn smart ver
stopt. Toen werd het heel stil, en einde
lijk kwam zij weer te voorschijn en zag
er strak en bleek, om medelijden mee te
hebben, uit. Zonder nog een woord tot
mij te zeggen is zij weggegaan. Zij gaat
anders toch nooit zonder een vriendelijk:
goeden dag, weg. Vergeef mij mijnheer,
dat ik u dat alles zoo vertel. Maar ik
maak mij zoo ongerust om het kind, en
kan haar toch niet helpen. Misschien kimt
u het doen. Daarom zeg ik u dit alles.
Om eerlijk te zijn: ik was juist op weg
naar u toe. Indien ik daarmee een dom
heid doe, moge het mij vergeven worden,
ik kan niet anders."
Gerald had met brandende belangstel
ling naar haar geluisterd. Nu vroeg hij
haastig: „Wat waren het voor rozen, die
je uit haar kamer moest nemen?"
Doris keek hem strak aan. „De roode
rozen, die Calutta gisteravond van u heeft
gebracht en waarover zij zich zoo ver
heugde. Vandaag moest ik ze weg nemen.
Ik heb ze echter goed bewaard; misschien
heeft zij er toch spijt van."
Wordt vervolgd.