Vrijdag 17 April 1925.
II2" Jaargang.
WAT HEB IK JE GEDAAN
N\ 46
By dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Fa. J A. L.G. Witte,
FEUILLETON
Dadelijke verlichting van
Asthma.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2.
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
fiOESCHE S OOIRAM
Crfgave ffeaml. \fenn. «Goesche Cburaot" en Kleeuwens Ross'SDrnkkers- en Ulteeversbediil f
en Kleenwens Ross'SDrnkkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN.
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 our voormiddag.
ALS EEN LEEUW.
(Nadruk verboden.)
In een der Psalmen schildert de dichter
op de beeldende wijze der oosterlingen het
leven der natuur, die in alles haarryth-
me bestendigt. Dag en nacht wisselen el
kaar af, en het is de opgang en de onder
gang der zon, die het tweeledig aanzijn
der wereld regelt.
Gelijk een schilder, om de grootschheid
van het landschap te doen uitkomen, de
eenzaamheid soms stoffeert met een en
kele gestalte, doet de oostersche dichter
in de natuur een enkel wezen optreden,
dat zijn omgeving beheerscht. In den
nacht is dit de leeuw, op den dag is het
de mensch. En zoo schept hij een tref
fende vergelijking.
In den nacht gaat de leeuw uit, om buit
te zoeken voor zijn welpen. Alles ligt stil,
ademloos, en slechts de geoefende luiste
raar speurt iets van den sluipenden voet
stap. De leeuw is de koning der wildernis,
de koning van den nacht. Zijn rijk ligt In
het duister; in het stomme zwart verricht
hij zijn werken. Maar zoodra de zon de
kimmen begint te verlichten, is het rijk
van dezen heerscher ten einde. Dan trekt
hij zich in zijn hol terug en laat de baan
vrij voor den koning van den dag, die hem
komt vervangen.
„Gaat de zon op", aldus de dichter,
de mensch gaat uit naar zijn werk, naar
zijn arbeid tot aan den avondstond".
Even zien wij op van ons boek en sta
ren peinzend de ruimte in. Is de vergelij
king juist? Gelijk in den nacht de leeuw
er op uit trekt, om buit voor zijn welpen,
statig, kloek, het beeld van heldhaftigheid
en kracht, gaan wij zoo aan ons werk
in den morgenstond? Ja, er ligt iets aan
trekkelijks in het beeld; het is een voor
beeld. Zoo is het niet, maar zoo behoort
het te zijn: als een leeuw in den nacht,
zoo heerscht de mensch. op den dag. Zie
hem voortschrijden met moedigen tred,
overmoedig wel eens, de koning van het
licht, de strijder in de zon, de heerscher
over den dag.
Och, wij dikwijls ontmoedigden, waar
is onze koninklijke grootschhq|id Onze
ontzagwekkende majesteit in den strijd
met de weerstrevende dagtaak? De leeuw,
het beeld van het heroïsme, van den hel-
Besteedt steeds Uw geld op de
luiste manier.
Onze Portwijnen z\jn bijzonder fijn
van smaak en zeer concurreerend
van prijs,
Waarom hoeft U ze nog niet geproefd
40
van
H. CourthsMahler
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. Wesselinkvan Rossum.
Beatrix liet den brief uit haar hand val
len. Haar gelaat toonde een onbeschrijfe
lijke uitdrukking.
„Zie eens oom Gerald is dus ge
trouwd. Dat is een merkwaardige ontdek
king. En hij heeft het nog niet noodig ge
vonden, ons dat mee te deelen. Hij
schaamt zich blijkbaar over zijn obscure
verbintenis. Dat hij getrouwd is belet hem
niet andere jonge meisjes het hof te ma
ken. Zoo ziet deze man van eer er dan
in werkelijkheid uit. Doet zich hier voor
als de beminnelijke Don Juan. O, die
mannen! Ik dacht hem zulk een edel en
oprecht mensch te zijn, zoodat ik mij nu
en dan een beetje schaamde, als ik met
hem coquetteerde. Dus hij kwam zeker
naar hier, om, zooals zijn vrouw het ver
langde, ons zijn huwelijk mee te deelen.
Maar inplaats daarvan vond hij het blijk
baar prettiger mij het hof te maken en
verschoof het van dag tot dag. De brief,
dien hij onlangs kreeg, was in elk geval
een krachtige aanmaning van zijn vrouw,
en nu moest hij snel zijn Don Juan nei
gingen tot een welwillende behandeling
van een oom inkrimpen. O, nu begrijp ik
alles. Misschien betreurt hij het zeer,
gebonden te zijn. Want hij was echt ver
liefd op mij. Veel schijnt hij voor zijn
vrouw niet meer te voelen, anders liet
denzinï, we snijden hem in onzen zegel
ring; wij schilderen hem op ons wapen.
Onze munten weerspiegelen zijn kracht,
wanneer hij de onbreekbare eenheid van
den pijlenbundel omklemd houdt; in steen
gehouwen, grijnst hij ons aan van stand
beeld of poort of fontein. Het is, of wij
hem noodig hebben, om elkaar er aan te
herinneren, dat wij zijn tegenhanger zijn.
Wat hij doet voor zijn hongerende welpen
des nachts, dat vergt het leven van ons
overdag.
Want er is ten slotte slechts één ding,
dat het leven van ons vergt, en dat is:
heldenzin, heroïsme. „Het is", zegt Tho
mas Carlyle, de stoere Schot, wiens uit
spraken zijn als staalpillen voor een bloed
arm geslacht, „de eeuwigdurende plicht,
de plicht om dapper te zijn. Een mensch
moet noodzakelijk dapper wezen."
De dapperheid van den leeuw, die in
het duister uitgaat om bufit, is niet in de
eerste plaats gelegen in de kracht van zijn
klauwen en tanden, als hij zijn prooi be
springt of een mededinger vermorzelt.
Zijn dapperheid is, dat hij uitgaat in het
duister. En als wij, onze dagtaak begin
nend, het licht tegemoet treden, hebben
wij dezelfde dapperheid noodig, omdat de
heldere dag ons even weinig zekerheid
brengt als de donkere nacht den leeuw.
Weten wij waar wij van avond zullen
uitkomen, wanneer wij van ochtend aan
den slag gaan? Even woest, even onge
baand als de nachtelijke wildernis ligt
vóór ons de klaarlichte dag. Ook wij moe
ten onafgebroken op onze hoede zijn; elk
gesprek, elke ontmoeting, elke postbestiel-*
ling kan ons den overval brengen, waar
tegen de leeuw zich met omzichtigheid
wapent. Misschien heeft onze vijand zijn
strikken gezet in de onmiddellijke nabij
heid; misschien ligt zijn kuil in ons eigen
hart. In ieder geval zullen wij hebben te
strijden op de plek, waar wij den strijd
het allerminst verwachten.
Het leven is grillig, onberekenbaar.
Wat zullen wij thuisbrengen, wanneer wij
op onze beurt ons in onze holen moeten
terugtrekken, omdat met het ondergaan
de licht het terrein weder vrij komt voor
den leeuw? Best mogelijk, dat wij niets
thuisbrengen. Ook den leeuw overkomt
dit, maar hij blijft, zelfs als hij met niets
thuis komt, een leeuw. De koning dei' wil
dernis, de koning van den nacht biijft
waardig in zijn mislukking, onoverwinne
lijk in zijn teleurstelling.
Hoe zal de koning van den klaarlichten
dag zich jegens mislukking en teleurstel
ling gedragen Hoe zal de avondstond den
mensch vinden, die in den ochtend uitgaat
naar zijn werk en zijn taak? Heldenzin
toont zich het schoonst niet bij het wel
slagen, maar in de nederlaag. Wie een
waarlijk groot mensch wil zien, ontmoete
hem in zijn ontgoocheling.
Hoeveel schijngrooten, die tijdens hun
zegepraal overmoedig waren en brood
dronken spotten met het lot, zakken ineen
als laffe, onwaardige schepselen, zoodra
hij haar met weer zoo lang alleen. En een
kind heeft hij ook Een driejarig kind!
Mama zal er verbaasd over staan. Ter
wijl zij meende, dat hij als jonggezel door
de wereld trok, was hij reeds lang ge
trouwd.
De geheele geschiedenis zou amusant
kunnen zijn, als ik mij niet ergerde, dat
ik zooveel moeite aan hem heb besteed.
Dat is jammer Maar nu weet ik tenminste
waaraan ik mij te houden heb. Daar is
niets aan te doen. Dus hierover basta!
En Romana
Bij de gedachte aan haar stiefzuster
lachte Beatrix leeiijk.
Romana kon zich nu verder moeite ge
ven om in Gerald's gunst te komen. Hij
kon met haar praten zooveel hij wilde,
zoo vaak naar de fabriek gaan, als hij
er maar lust toe had. Dan geloofde Ro
mana, dat hij zich met haar bezighield,
en voedde allerlei, verwachtingen in haar
hart. En als zij hem dajn heel zeker (meen
de te bezitten, dan volgde het bittere
einde, en was de ontgoocheling des te
bitterder. En dat gunde zij het afschuwe
lijke schepsel. Best als Gerald ook te
genover haar zijn Don Juan neigingen bot
vierde. Het zou haar een voldoening zijn,
haar dan te verootmoedigen. Hatelijk fon
kelden de oogen van Beatrix. Zij trok
al de brieven uit de portefeuille. Het
waren er zes. Alle van dezelfde hand.
De portefeuille bevatte ook nog twee
portretten. Het eene van een heel mooie
jonge vrouw en de amateursopname van
een bekoorlijk klein meisje.
Beatrix keek er vluchtig naar en lette
nog slechts op den datum der brieven.
Zij waren alle reeds lang geleden geschre
ven. Beatrix zou ook graag den laatsten
de fortuin zich van hen afkeert. Dan blijkt
hun ware aard, die met het echte heroïs
me geenerlei verwantschap bezit. Dan zijn
zij armzalige stumpers, die klagen en te
men, dat alles hun tegenloopt en die me
delij afsmeeken van hen, die tevoren hun
slachtoffers waren.
Er is geen verheffender aanblik, dan
die van den held, die, ontgoocheld en ver
slagen, berust in zijn wreede gebroken
heid en het allerergste aanvaardt meteen
dapper, blijmoedig hart. De lafaard teert
op illusies; de held voedt zich met de wer
kelijkheid. Hij erkent de tragiek van het
leven en durft het aan met het onvermij
delijk tekort, dat zijn begrensde men scha
lij kheid oplevert. Hij duldt, dat het leven
vaak lijden is; hij vecht tegen z'n verbitte
ring, met opeen geklemde tanden en straks
wijkt de hardheid uit zijn gelaat en zijn
trekken ontspannen zich tot een zacht
heid, die alles begrijpt en alles aanvaardt
en een bron van troost en bemoediging
wordt voor zijn omgeving.
Zóó keert aan den avondstond van zijn
leven de mensch van zijn werk en zijn ar
beid terug, wanneer hij de oprechte tegen
hanger zal zijn van den koning der nach
telijke wildernis, wiens plaats hij heeft in
genomen toen hij met het aanbreken van
den dag zijn taak als heerscher in het dag
licht begon.
BUITENLAND.
De politieke crisis in Frankrijk.
Herriot is door den Franschen Senaat
ten val gebracht, terwijl hij in de Kamer
nog kon bogen op een kleine meerder
heid.
Herriot steunde op het kartel der radi
cale groepen en der socialisten.
Men moet dus, om in de Kamer een
meerderheid te kunnen vormen toch weer
terecht komen bij het kartel, althans een
deel daarvan.
Briand heeft getracht de socialisten te
bewegen tot deelneming aan de regeering.
Echter bond het linksche kartel de socia
listen aan zich door een kapitaalbelas
tingen juist deze werd door den Se
naat verworpen.
Geen wonder dus dat de socialisten be
dankten en weigerden mee te regeeren.
Feitelijk is hierdoor in het eens zoo
hechte radicaal-socialistische bloc een
scheur gekomen, te meer, daar de radica
len niet zeer gesteld zijn op de kapitaal
heffing, het troetelkind der socialisten.
Briand heeft zijn taak nu neergelegd en
president Doumergue heeft den radicalen-
voorz. der Kamer Painievé opnieuw op
gedragen een kabinet te vormen. Deze
heeft die opdracht aangenomen en heeft
bericht dat hij hoopt spoedig met de vor
ming van een kabinet gereed te zijn. Men
verzekert dat hij de portefeuille van fi
nanciën aan den belcetaden Caillaux zou
hebben aangeboden.
brief gelezen hebben, dien zij zelf aan
Gerald had gebracht, om te zien wat zijn
vrouw hem daarin schreef. Maar die was
er niet bij.
Zij deed de brieven en de portretten
weer in de portefeuille en legde deze
weer in het vak. Zij merkte, dat er nog
een brief in het vak lag. Die was nog in
de enveloppe, Beatrix zag, dat het de
zelfde was, dien zij Gerald had gebracht.
Zijn tegenwoordig adres stond er op.
Juist wilde zij den brief uit de enve
loppe nemen, toen plotseling een zware
hand op haar arm werd gelegd. Een toor
nige stem sprak naast haar: „Dat mag
miss sahib niet doen".
Verschrikt wendde Beatrix zich om.
Achter haar stond Calutta met vertoorn
de uitdrukking en fonkelende oogen.
Een oogenblik was Beatrix buiten zich
zelf. Maar daarna herstelde zij zich en
schudde zijn hand af.
„Wat valt je in? Wat vermeet je je?
Uit de kamer", riep zij, terwijl zij vast
heid aan haar stem gaf.
Zonder omwegen en met groote be
slistheid nam Calutta haar den brief uit
de hand, en legde dien bij de portefeuille
in het vak waarna hij het sloot.
„Calutta blijft, miss sahib gaat de ka
mer uit", zei hij met zulk een dreigende
flikkering in zijn oogen, dat zij het niet
waagde iets tegen te spreken.
„De ruwe man is in staat, mij neer te
slaan", dacht zij. i
Met een smalenden blik liep zij naar
de deur, waardoor zij gekomen was en
toen zij die bereikt had, zei zij met groo
te minachting: „Onbeschaamde knecht!"
Daarna trok zij snel de deur achter
zich toe. Zij was toch een beetje bang ge
De presidentsverkiezing
in Duitschland.
In het Berl. Tageblatt schrijft Severing,
de Pruisische minister van binnenlandsche
zaken, over de a.s. presidentsverkiezing:
Het paaschei, door het z.g. rijksblok aan
het Duitsche volk geschonken: de candi-
datuur-Hindenburg (de Duitsche volks
partij beschouwt het als een koekoeksei)
bewijst weer dat gebrek aan moed in het
politieke leven een fout is, die zich door
gaans op het geheele volk wreekt. Uit
de beschouwingen in de Fransche en En-
gelsche pers blijkt al zonneklaar dat onze
positie in de buitenlandsche politiek er
slechter van wordt. Weliswaar verwacht
ik geenszins dat Hindenburg zal worden
gekozen, maar zijn candidatuur is al een
misslag van de eerste grootte. Van de
Duitsch-nationalen zal deze misslag nie
mand verbazen, maar dat de volkspartij
er zich niet krachtiger tegen heeft ver
zet, verraadt een ontstellend gemis aan
politieken moed. Men kome ons niet met
het praatje aan boord, dat Hindenburg bo
ven de partijen staat. Dat toch is geens
zins van zijn wil en wensch afhankelijk.
Hij zal zijn, wat de heeren Tirpitz, Loe-
bell en Schlange van hem maken, d.w.z.
de vaandrager der reactie, de wegberei
der der monarchie. In een andere rol
zou hij zich ook niet op zijn plaats voelen.
Severing drukt ten slotte de arbeiders
op het hart, de verkiezing van „een revan
chepoliticus en sabelrinkelaar" te voorko
men,door als één man op Marx te stemmen.
Een Grieksch-Turksch vergelijk.
Griekenland en Turkije zijn tot over
eenstemming gekomen inzake het verblijfs-
en eigendomsrecht van de Grieken te Kon-
stantinopel en de Turken in West Tracië.
Volgens dit vergelijk, zullen de Grieken
die tot en met 1922 met vreemde passen
weest voor Calutta's dreigende houding.
Deze keek haar verachtelijk na en zag
nog een poos woedend naar de deur, als
of zijn blik er door kon dringen.
Daarna liep hij er langzaam op toe, en
daar hij noch sleutel noch grendel vond,
nam hij een sterk touw en bond de klink
vast aan de poot van een kast.
„Slangen komen ook door gesloten deu
ren. Blondemiss sahib slang", mompel
de hij.
Daarna verliet hij de kamer en ging
weer op zijn post voor de deur staan.
Hij had met zijn fijn gescherpt oor,
dat gewoon was, te luisteren naar den slui
penden tred van den tijger, een licht ge
raas in de kamer van zijn heer vernomen.
Hij was zacht binnengegaan en had zoo
Beatrix betrapt, bij haar snuffelen in zijn
papieren.
Toen zijn heer naar huis kwam, ver
telde hij dadelijk wat er was gebeurd. Ge
rald was in een zeer vroolijke, opgewekte
stemming thuisgekomen, omdat hij buiten
gewoon prettig met Romana van gedachte
had gewisseld. Nu versomberde zijn ge
laat. Hij liep naar de schrijftafel en open
de het vak. Hij nam de portefeuille eruit
en woog die op zijn hand.
„Heeft miss sahib de portefeuille in
haar handen gehad Calutta?
„Neen, sahib Alleen den brief van
miss sahib Susanna.
Gerald keek somber voor zich. „Geen
vreemde oogen moeten op deze brieven
rusten. Zorg daar goed voor totdat wij
vertrekken Calutta! zeide hij.
„Calutta weet nu dat er slangen langs
den weg zijn sahib. Calutta zal opletten".
Gerald knikte hem toe. Den brief die
naast de portefeuille lag stak hij bij zich.
Dit zal bewezen worden aan alle Asthma-
lijders In Nederland.
Ieder Asthmaiijder kan bij zijn drogist
de volgende drie dagen een gratis proef-
pakje Asthmador aanvragen. Dr. Rudolph
Schiffcnami is met de voornaamste drogis
ten overeengekomen deze proefpakjes aan
a le Asthmalijders in Nederland at te
geven. Dr. Schiffmann, de bekeriae spe
cialist voor kwalen der ademhalingsorga
nen, heefc in Asthmador een voLaakt
middel samengesteld, na vele duizenden
A8tbmalijder8 behandeld te hebben. Hij
zegt„Besliste verlichting bij de hevigste
Asthmakr^mpen kan verkregen worden
door het gebruik vaa Asthmador", dik
wijls na 10 a 15 seconden, doch in. ieder
geval binnen het zelfde aantal minuten".
Hij zegt ook ^Het is mij volmaakt be
kend, dat er ernstige twijfel bestaat om
trent het genezen van Asthma en ik ben
tot de overtuiging gekomen, dat de een
voudigste manier om mijn middel zijn
heilzama werking te laten toonen '8, dior
een gratis proef^akje uit te reiken aan
ieder die er belang in stelt. Ik weet wat
Asthmador zal uitwerkenik heb het iu
duizenden gevallen met bevredigend resul
taat aangewend en mijn vertrouwen er iu
is zoo sterk, dat ik ga&rne de kos en er
van draag om ieder Asthmalijder in de
gelegenheid te stellen gratis een pioef te
nemen". Zij, die ver van een drogist ver
wijderd wonen, kunnen een gratis proef-
pakje per post Lekomen, dcor hun naam
en volledig adres per briefkaart op «e
geven aan Schiffmann's Depot, Singel 95
te Amsterdam.
Konstantinopel verlaten hebben, daar niet
mogen terugkeeren, doch nog vier jaar
lang recht op hun bezittingen hebben.
20.000 Grieken, voor wie bijzondere om
standigheden gelden, mogen terugkeeren;
aan de anderen is alleen het bezoek aan
Konstantinopel toegestaan. Het eigendom
van de Turken, die voor 1 October 19 i2
Griekenland verlaten hebben, zal geschal en
vergoed worden. Beide overeenkomsten
zullen aan het eind van de week getee-
kend worden. De patriarchaatskwestie
wordt zoo opgelost, dat de synode te Kon
stantinopel een nieuwen patriarch zal kie
zen. Daar de over de grens gezette pa
triarch weigert afstand te doen, zal de
synode het kanonieke recht toepassen, dat
bepaalt, dat een patriarch, die niet in staat
is zijn functie uit te oefenen, als afgezet
beschouwd wordt.
'De crisis in België.
In parlementaire kringen heerscht de
opinie dat de soc. dem. kabinetsformateur
Vandervelde niet zal slagen in de samen
stelling van een kabinet van socialisten c-
zamen met „democratische" katholieken
en liberalen. Er blijft een mogelij kheid,
dat hij de voor zijn kabinet noodige aan
vulling zal vinden bij de linkervleugel der.
liberalen alleen.
Daarna sloot hij het vak en stak den sleu
tel in zijn zak. „Spreek er niet over, Ca
lutta!"
De Indiër keek zijn heer vast aan.
„Calutta zwijgt, sahib".
Hiermede was de zaak tusschen heer
en dienaar afgedaan.
Gerald ging voor zijn schrijftafel zitten
en staarde voor zich uit.
Flij besloot in deze aangelegenheid niets
te doen. Het was wel goed Beatrix wat
in onzekerheid te laten of Calutta hem
het gebeurde had verteld of niet. Hij. zou
er in elk geval niets van laten merken.
Dank zij de waakzaamheid van Calutta
had zij deze brieven zeker niet gelezen
waarop geen vreemde oogen mogen rus
ten.
In elk geval had Beatrix voor hem nu
geheel afgedaan. Zij moest een laag ka
rakter hebben, anders zou zij dit niet heb
ben gedaan.
„Romana zou dit niet doen", peinsde
hij en het viel hem in het geheel niet op,
dat hij haar in zijn gedachte niet meer
juffrouw Nordegg noemde.
Eigenlijk had Gerald nu kunnen vertrek
ken, indien hem niet een pas gewekte be
langstelling had vast gehouden, de be
langstelling in Romana Nordiegg. Zij had
door haar oprecht, beslist en kalm optre
den een steeds dieperen indruk op hem
gemaakt, vooral nadat zij, daartoe door
hem aangespoord, haar innerlijk voelen
niet meer angstig voor hem verborg. Een
vrouw als zij had hij nog niet Iceren ken
nen, hoevelen hij er ook al, voor korter
of langeren tijd had ontmoet. Bij al haar
oprechtheid bleven er voor hem toch
raadsels, die hij beproefde op te lossen.
(Wordt vervolgd).