NB. 55, Vrijdag 20 Maart 1925. 112e «laargan WAT HEB IK JE GEDAAN PURQL MEST Uw vrouw? zij genezen en U d&ükk&r FEUILLETON breng haar dan een flesch Abdijsiroop mee.morgenis Voor lijders aan Rheumatiek, Influenza, Pijn in de Gewrichten. r g- ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE g COURANT mmm - Uitgave N&amL \fenn. ^Goesche Courant,v 1 L|p*-1 en Kleenwens Ross' Brakkers- en TTitserersbedrfif en Kleenwens Ross' Brakkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN. van 15 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Bewijsnummers 5 cent. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. ZIJ, die zich van heden af op ons blad abonneeren, ontvangen de tot 1 April a.s. verschijnende nummers gratis. WIJ EN DE WERELD. (Nadruk verboden.) Soms dringt zich de vraag aan ons op, of wij eigenlijk wel iets anders kennen dan ons zelf. Zeker, wij verbeelden ons he3l wat; wij spreken van menschenkennis en wereldkennis, maar wat blijkt bij nadere beschouwing deze kennis veelal te zijn? Hierover mijmerde ik, toen ik me er op betrapte, dat ik mijn fiets als een bezield wezen behandelde. Doen we zooiets niet wel eens allemaal? We schrijven de din gen, waarmee wij dagelijks te doen heb ben en die een stuk van ons leven vor men, een eigen karakter toe. De fiets loopt vandaag lekker; gister had zij een vervelende bui. De vulpen kan weerga loos koppig zijn en met zijn wederspannig- heid den schrijver tot wanhoop brengen. Ja, soms zijn volwassenen jegens hun meu bels en werktuigen even kinderachtig als kleuters, die de tafel een schop terug geven, als ze zich er aan hebben gestoo- ten. Waartoe kun je als verstandig mensch wel niet komen, als je kachel het op een mi stroostigen morgen vertikt te branden! Treffend voorbeeld van een persoonlij ke verhouding tot levenlooze voorwerpen leveren de machinist op de locomotief en de zeeman op zijn schip. Vertel ze niet, dat hun machine van staal of hun schuife van plaatijzer is; machine en schuit heb ben een ziel; het zijn levende wezens, vrienden zijn het, beminden die men streelt gelijk de muzikant zijn viool, of op den nek klopt, zóoals de ruiter zijn paard. Denk slechts aan de wijze, waarop de machinist zijn locomotief toespreekt in dat bekende vers van Adama van Scheltema. „Mijn zwarte beest, mijn ijz'ren meid, „Mijn bulderende bruid", noemt hij daarin zijn machine, die hij een bloem op de borst zet en wier hart hij heet stookt. Nu weten wij in onze nuchtere oogen- blikken heel goed, dat een locomotief geen borst en geen hart heeft, evenmin als on ze fiets een humeur en onzie kachel een dwaze bui. Maar zijn wij ons dit even goed bewust als wij van onze kat of kana rie zeggen, dat ze zoo „menschelijk"zijn? Besteedt steeds Uw geld op de juiste manier. Onze Portwijnen zijn bijzonder fijn van smaak en zeer concurreerend van prijs. Waarom heefi U ze nog niet geproefd Fa. J A. L. G. Witte, Goes. 29 van H. CourthsMahler met autorisatie vertaald door Mevr. J. P. WesseÜnkvan Rossuni. „Ik verzoek je, mijn beste jongen, er niet over te spreken. Dat zou ik liever niet hebben. En juffrouw Nordegg zal er veel minder belang in stellen dan jij het doet." Hans wilde iets antwoorden, maar hij bedacht zich. Neen, hij mocht zijn oom niets zeggen van hetgeen hij bij Romana had opgemerkt. Hij zweeg een poosje, daarna zeide hij„Nu, ik zal er n,et over spreken omdat u het wenscht. Maar nu nog iets anders, het is de eigenlijke reden waarom ik bij u kwam. U sprak er straks Over in het hotel uw intrek te willen ne men. Ik zou u dringend willen vragen, dat niet te doen, daar u daarmede Romana zeer zoudt beleedigen. Zij5 was buiten zich zelf toen ik haar vertelde, dat u het voor nemen hadt. Ik heb haar nog nooit zoo zenuwachtig en opgewonden gezien. Zij moest dat als een beleedigËng opvatten. Het zou haar het waren haar eigen woorden als een slag in het gezicht treffen. Dat mbogt u haar niet aandoen» oom Gerald. Gelooft toch in 's hemels naam niet, dat zij kleinzielig de onkosten der gastvrijheid berekent. Het is haar moeilijk genoeg gevallen tegenover Ma ma op het punt van den wijn standvastig te blijven.. Zij moest het doen u weet piet hoe Mama is zij weet van geen Wat deed Adama van Scheltema's ma chinist, toen hij zijn locomotief als zijn zwarte beest, zijn ijz'ren meid, zijn bul derende bruid betitelde? Hij bracht zijn eigen menschelijke gevoelens op het leven looze gevaarte overhij schreef dit eigen schappen toe, die hij bij zichzelf had op gemerkt; hij betooverde dit wezen met zijn verbeelding, zooals de oude Griek- sche dichter in zijn Metamorphosen de boomen, bergen en wolken gedaantever wisselingen liet ondergaan en ze als go den en godinnen liet optreden. Zóó werd de locomotief voor hem een mensch. Maar zóó wordt evengoed poes een mensch voor de oude juffrouw, die met haar babbelt. En de hond en het paard en de kippen. Wij allen, hoe moeilijk wij het in onze bescheidenheid aanvaarden, zijn dichters gelijk die middeleeuwer, die in den Vos Reynaerde de dieren het spreken. Inderdaad heeft een hond of een kat niets menschelijks. Maar wat heeft hij dan wel? Wat voelt een beest, hoe reageert het op de verschillende levensverschijnse len? Kent het liefde, vriendschap, vrees voor den dood? Bezit het het vermo gen tot redeneeren, tot overleg? Heeft hondentrouw iets te maken met de men schelijke begrippen van trouw of berust dit schijnbaar overeenkomstig verschijnsel op volstrekt verschillende drijfveeren? Zeker, er bestaat een wetenschappelijke zielkunde omtrent het dier. Maar een ha- rer uitnemendste vertegenwoordigers, prof. Buy tendijk erkent in zijn boek over de psy chologie der dieren, dat het gevoelsleven van het dier voor den mensch een gesloten boek zal blijven en het slechts in sommige gevallen mogelijk zal zijn op grond van sterke overeenkomsten zwakke vermoedens over de gevoelens van een dier uittespreken Nog een stap verder, en we staan voor de vraag, of wij eigenlijk ons wel in het zieleleven van onze medemenscheo kun nen verplaatsen. Maar al te weinig besef fen wij nog, hoe moeilijk dit is. Zorgvul dig en volhoudend onderzoek is noodig ge weest, om tot de ontdekking te komen, hoe zeer de wereld der volwassenen zich heeft vergist, toen ze kinderen met haar eigen maatstaf ging meten. Nu weten wij, zij het misschien voorshands nog slechts ten halve,, dat hetgeen er omgaat in het ge moed onzer kleuters, er geheel anders uit ziet dan wij eeuwenlang hebben vermoed. Wat wij, volwassenen deden, was ge woonlijk niet veel anders, dan onze eigen gevoelens en voorstellingen overdragen op het kind, gelijk wij onze eigen gevoelens en voorstellingen plegen over te dragen op het dier en op de fiets of de locomotief. Zoo was onze kinderwereld een verbeelde wereld, die met de werkelijkheid slechts weinig gemeen had. Maar onze genooten? De makkers en gezellen onzer dagelijksche gemeenschap, de maatschappij? Hoe weten wij ze te beoordeelen, te kenschetsen, in te deelen bij de groepen goeden en boozen, verstan- digen en onverst andigen. Wij me enen im- grenzen en werpt het geld met volle han den weg/' Gejaagd en zenuwachtig had Hans dit alles gezegd. „Je bent een even warme verdediger voor juffrouw Nordegg als je moeder en zuster heftige aanklagers zijn", antwoord de Gerald peinzend. „O, geloof alleen mij", riep Hans met vuur. „Romana heeft een prachtig karak ter en, niet waar, u zult haar niet kwet sen door uw intrek in het hotel te ne men?" „Zou haar dat werkelijk zoo erg kwet sen?" „Ja, ik heb u toch al gezegd, dat zij buiten zichzelf was. Zij verzocht mij dringend, te beproeven, u van dat plan af te brengen." Nadenkend keek Gerald voor zich. Hij begon hoe langer hoe meer belang in Ro mana te stellen. Na een poosje zei hij lachend: „Je kunt haar zeggen, dat ik zal blijven. Ik wil haar stellig niet kwetsen. Niets ligt verder van mij." Hans drukte hem zoo krachtig als hij maar kon de hand. „Ik dank u, oom Ge rald, ik dank u van ganscher harte". Deze maakte lachend een afwerende beweging. „Er valt toch niets voor te bedanken, Hans. Maar nu juffrouw Nordegg je eenigszins als tusscbenpersoon naar mij heeft toegezonden, zou ik je ook graag als zoodanig naar haar zenden. Ik stel groot belang in het fabrikaat der firma Nordegg. Daar is veel dat onmiddellijk mijn vak raakt, en betrekking heeft op mijn uitvindingen, die op chemisch terrein liggen. De firma, Nordegg bewerkt im mers hoofdzakelijk pharmaceutische ar- Voor Schrale Lippen en Ruwe Huid gebruik ik altijd mers over menschenkennis te beschikken. Niets is zoo leerzaam, om ons aan dezen waan te ontwennen als het oordeel van anderen over ons zelf. Meestal komt ons nog slechts het onschuldigste ter oore. Maar wanneer ons het voorrecht te beurt valt, toevalligerwijs het inzicht, dat ver schillende menschen omtrent ons bezitten, te vernemen, staan wij dikwijls verstomd en verbijsterd. Welk een averechtsche ken nis blijken zij, die overtuigd zijn ons te doorgronden, te hebben omtrent onze be weegredenen en drijfveerenHoe misken nen zij ons karakter en de gesteldheid van ons innerlijkste wezen te goeder trouw! Kan het ook anders? Tenslotte is er, tenzij wij ons onduldbare inspanning wil len getroosten, slechts één wereld, waarin wij ons kunnen verplaatsen, en dat is die van ons eigen gemoed. Aan deze wereld ontleenen wij het materiaal, waarmee wij die vreemde, raadselachtige wezens daar buiten ons, menschen, dieren en voor werpen, opschikken en van gedaante doen verwisselen om hen pasklaar te maken voor ons eigen, eenige rijk: het rijk on zer verbeelding. En, met een kleine wijziging van Faust's bekende woord, kan men erken nen, dat, hetgeen wij voor den geest on zer genooten daarbuiten houden, veelal slechts onze eigen geest is, die zich in hen weerspiegelt. BUITENLAND. Engeland en de Duitsche concurrentie. Groote ontsteltenis is, naar „In- en Uitvoer" meldt, in Engeland gewekt door het bericht, dat de Prince Lyn (Furnesg Withy Co.) 5 motorschepen, van 10000 ton elk, besteld heeft bij de Deutsche Werft te Hamburg. De Hamburgsche scheepsbouwers waren meer dan 60.000 pond sterling per schip lager in hun of ferte dan de laagste Britsche inschrijver. Ten einde al het mogelijke te doen om den bouw in Engeland te houden, legde de firma Furness Withy Co., alle bij zonderheden der Duitsche offerte voor aan de Britsche werven, met de mededee- ling, dat zij bereid was per schip llO.OOO pond sterling meer te betalen aan een Britschem bouwer dan het Duitsche cij fer. Geen enkele werf in Engeland zag echter kans op deze voorwaarde de order te boeken. Na de concurrentie der Ne- derlandsche en Fransche scheepsbouwers is deze Duitsche concurrentie een gewel dige slag voor de scheepsbouwnijverheid in Groot-Brittannië. Tenzij de loonen der tikelen?" „Ja, oom Gerald." „Nu goed dan. Bovendien zou ik graag de electrische installaties en de machine zalen zien, want ofschoon ik nu een beet je vacantie neem, zou ik mij toch wel op de een of andere manier willen bezighou den. Dat heelemaal niets doen is niet naar mijn aard. Wil je dus aan juffrouw Nor degg vragen of zij mij toestaat de fabriek te bezichtigen? Ik weet, dat men daar voor haar persoonlijke toestemming noo dig heeft, en ik wil mij liever niet regel recht tot haar wenden. Mocht of moest zij mij om de een of andere reden, de toestemming weigeren, bespaar ik haar het pijnlijke eener weigering. Staat zij het echter toe, dan kan ik haar nog zelf vragen wanneer ik komen mag". Hans keek hem met stralende oogen aan. „O, dat zal Romana graag toestaan u heel zeker. Het zal haar verheugen dat u naar de fabriek wilt komen. U zult ver baasd staan, als u haar buiten aan het werk ziet. Zij is merkwaardig als vrou welijk chef der zaak. Ik zal het haar da delijk gaan' vragen. Misschien vraagt u dan vanmiddag aan tafel wanneer u kunt komen. Weet u wat ik met Romana over mijn toekomst heb gesproken?" „Wiat dan?" „Ik ga in de chemie studeeren, en zal na de voltooiing van mijn studie bij haar in de fabriek komen. Zij zal mij dan da delijk een plaats geven, en als ik flink ben word ik chef van de chemische af* deeling. Ik zal met lust en liefde werken, vooral daar ik later Romana tot steun kan zijn en haar veel werk van de schouders nemen. Samen zullen wij de firma Nor arbeiders in de kolenmijnen, ijzerfabrie ken en op de scheepswerven in Duitsch- land stijgen en het peil der Engelscho loonen naderen, schijnt het uitgesloten, dat, zoo lang de Duitsche scheepsbou wers voldoende geschoolde krachten kun nen krijgen, Britsche werven voor verdere orders kunnen mededingen. Inmiddels ko men de scheepsbouw-meester- en ook de werklieden-vereenigingen in het geweer, om middelen te beramen, het euvel te kee- ren. Hoe hopeloos de toestand op het oogenblik is, blijkt reeds voldoende daar uit, dat het loon der Duitsche scheeps werf arbeiders lager is dan de ondersteu ning welke in Engeland wordt uit betaald aan werklooze arbeiders met een gezin van gemiddelde grootte. De strijd tegen den woeker in Engeland. In het Engelsche Hoogerhuis heeft lord Carson het wetsontwerp tot bestrijding van den woeker in tweede lezing inge diend. In zijn toelichting zeide Carson, dat het wetsontwerp voorstelt dat, al zijn ook alle wettelijke formaliteiten door de geldschieters in acht genomen, de recht bank, indien de rentevoet meer dan 15 pet. bedraagt, zal aannemen, dat de ge vraagde rente onrechtvaardig is, tenzij de geldschieter afdoende kan aantoonen, dat zulks niet het geval is. De geldnemep en de geldschieter zullen zich ook top de griffie kunnen wenden ten einde dis pensatie te krijgen van de limiet van 15 pet., wanneer zij kunnen bewijzen, dat> biervoor gegronde redenen aanwezig zijn! Samengestelde interest zal echter onder geen voorwaarde worden geduld. Verschei dene andere leden van het Hoogerhuis steunden het wetsontwerp. Lord Darling gaf verscheidene staaltjes aan de prac- tijk ontleend, waarmede hij had kennis gemaakt tijdens zijn jarenlange rechter lijke ervaring. Lord Desborough ver klaarde, dat de regee'ring het wetsontwerp overneemt en stelde voor dit voorstel als mede een van gelijke strekking, dat in het Lagerhuis is ingediend, in handen te stel len van een gemengde commissie uit de beide Huizen. Dit werd aangenomen. Ernstige brand te Tokio. In het Noorden van Tokio heeft een ernstige brand gewoed, die 3000 huizen in de asch heeft gelegd en 20.000 men schen dakloos gemaakt. Een krachtige wind wakkerde de vlammen aan, terwijl door de droogte van den laatsten tijd de waterreservoirs uitgeput waren. Soldaten degg nog tot grooteren bloei brengenWas het maar zoo ver. Ik kan den tijd bijna niet afwachten waarop ik zelfstandig zal zijn, en wat kan uitrichten." „Daarin kan ik voor je voelen, mijn beste jongen. Het is een heel goed plan, als je lust tot deze studie hebt. Maar je bent toch niet afhankelijk van vreemde weldaden. Toen Heinrich Nordegg je moeder trouwde, deed hij het met de be lofte ook voor haar kinderen te zullen zorgen. En daar je moeder na zijn dood het recht heeft gehouden hier te wonen, en juffrouw Nordegg voor haar onder houd moest zorgen, moet zij daardoor ook voor jou en Beatrix zorgen, totdat ge zelf standig zijt, zoo' beschouw ik het ten minste". Hans schudde krachtig het hoofd. „Neen, neen, oom Gerald, dat is alles heel anders. Maar laat ons daar niet over spreken, ik kan het u toch niet uitleggen. Nu wil ik u alleen laten. Ik ga nu zien of Romana er nog is, en haar zeggen, dat u blijft, en de fabriek wilt zien. Daarna ga ik aan mijn werk. Ik wil mijn eind examen beslist met een hoog cijfer af leggen. En daarom moet er nog flink ge werkt worden". Oom en neef scheidden met een har- telijken handdruk. Hans snelde naar Ro mana. Zij stond juist op het punt om naar de fabriek te rijden. Hans vertelde haar, dat oom Gerald zou blijven en dat hij de fabriek wilde zien. Zij verheugde zich zeer en drukte hem krachtig de hand. „Ik dank je, Hans! Dat zal ik nooit vergeten, en natuurlijk zal ik mij verheu gen, als mijnheer von Rhoden de fabriek wil zien", zeide zij met trillende stem. Een verrassend snelle genezing. Verleden jaar October werd ik aangetast door een verschrikkelijke rheumatiek, waarvoor ik, na van alles geprobeerd te hebben, werd opgenomen in het Wilhelmlna-gasthuis. Na 11 weken aldaar zonder resultaat verpleegd te zijn geweest ging ik 16 April weer naar huis terug. Ik was geheel hulp behoevend, en bij de minste beweging leed ik vreeselijken pijn. Toen haalde mijn goede zoon bij de apotheek Togal- tabletten voor mij, welke in zoo vele gevallen bewezen hebben snelle en zekere genezing te bren gen bij Rheumatische aandoeningen van ver schillende aard,jicht, Spit, Ischias, Zenuwpijn en Verkoudheden. Ik heb enkele flacons gebruikt en direct begon de pijn te verminderen. Nog een poosje ben ik de Togal- tabletten blijven gebruiken en thans, ik ben 73 iaar, doe ik weer mijn dagelijksche bezigheden ge lijk vroeger, zonder pijn. Uw Togal-tabletten hebben mij schitterend geholpen en ik zal niet nalaten ze bij iedereen te prijzen." Mevr, v. d. Kuip, le J. v. d. Heijdenstr. 403, A'dam. MEVR.V.D.KUIP, hebben den brand ingeperkt, door over een zekere strook de buizen neer te Kalen, zoodat de vlammen geen verder voedsel meer vonden, Verscheidene bewoners wis ten tijdig met al hun have en goed de, wijk te nemen naar andere buurten. De naweeën der granaten. In de voormalige frontstreek, vooral ij Yperen, waar de werkloosheid on der de bevolking vrij groot is en vele arbeiders aan den kost trachten te komen met het opdelveai van granaten en bom men, doen zich, schier dag aan dag doo- delijke ongelukken voor. Zoo zijn er in het afgeloopen jaar, in het ziekenhuis te Yperen alleen, niet minder dan 40 zwaar gewonden opgenomen, die allen aan de gevolgen van hunne verwondingen zijn be- bezweken. Ook zijn er ongeveer 250 an dere bommenzoekers, door de ontplof fende moordtuigen verminkt of gewond, en een 50-tal personen die brandwonden opliepen bij het behandelen van gasbom men, aldaar verpleegd. Uitsluiting in Denemarken. In Denemarken is een uitsluiting in de ijzerfabrieken afgekondigd, die 50.000 man omvat. Mijnramp in de Vereenigde Staten. Bij een ontploffing in een kolenmijn te Vermont (West Virginië), zijn naar men gelooft 33 menschen omgeko men. De schok deed tot op 5 K.M. van de plek des onheils de huizen schudden. De geheele mijn staat in brand; het red dingswerk is daardoor zoo moeilijk. Toch worden met koortsachtigen ijver de po gingen gewaagd en dalen er reddingsploe- HOOFDSTUK X. Bij het avondeten richtte Romana voor het eerst uit eigen beweging bet woord, tot Gerald von Rhoden. „Hans heeft mij gezegd, mijnheer von Rhoden, dat u de fabriek graag wilt zien zeide zij op haar stille voorname manier. Hij keek haar met zijn donkere oogen vol uitdrukking onderzoekend aan. „Het zou mij zeer verheugen, indien u het mij zoudt willen toestaan juffrouw Nordegg." Een lichte blos kwam onder zijn blik op haar gelaat. „Ik sta het zeer gaarne toe." Hij boog. „Dank voor uwe toestem ming. Ik weet dat u ze maar zelden geeft" „Zoo is het, en dat gebeurt, om fa brieksgeheimen zorgvuldig te bewaren." „En bent u niet bang, dat ik als vak man voor deze geheimen gevaarlijk zoi<i zijn?" vroeg hij lachend. Zij schudde het hoofd. „Neen daar ben ik niet bang voor. Juist omdat u vaki man bent en de waarde van zulke gehei men kent, weet ik, dat zij bij u veilig zijn." f t Weer boog hij. „Ik dank u voor uw goede opinie over mij. Wanneer mag ik komen?" „Wanneer u wilt. Ik zal orders geven, dat u onmiddellijk door kunt gaan. U be hoeft dan slechts uw naam te noemen". Het gelaat van Romana was bij dit gesprek levendiger geworden, en hij zei de bij zichzelf, dat zij er knap en interes sant uit kon zien. i - i J i iml Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1