n
Benauwd
Abdijsiroop
N\ 26.
Vrijdag 27 Februari 1923.
Ü2e Jaargang.
WAT HEB IK JE GEDAAN
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
FEUILLETON
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VersdiijntMaandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOËSCHË
Uitgave Naaml. Venn. „Goesche Courant"
COURANT
en Klceuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN.
van 15 regels f 1,20, elke
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f2.40
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 uur voormiddag.
HET ROMANTISCHE IN
HET ALLEDAAGSCHE.
(Nadruk verboden.)
Wij bunkeren allen naar romantiek.
Het grauwe leven bevredigt ons niet.
Wij willen de fleur, wij willen de kleur!
En wij gevoelen ons hopeloos ongelukkig,
wanneer de ééne dag na den anderen
zonder bekorende afwisseling verstrijkt.
Sinds onze prille jeugd worden wij tot
romantiek opgevoed. De „goede oude ba
ker, die sprookjes kan vertellen"; het
kindermeisje, dat ons zoet houdt met
den boemande onderwijzer op school,
die ons bij de aardrijkskunde boeit met
beschrijvingen van verre landen mei vreem
de menschen en wilde dieren en bij de
geschiedenis ons de beelden voortoovert
van krijgshaftige ridders en rijk uitge
doste jonkvrouwen; de geestelijke, die
ons meetroont naar de woestijnen, waar
eerwaardige aartsvaders op kameelen rij
den en die ons de ster wijst, die schijnt
op de stal, waar het Kerstkindeke in zijn
kribbe ligt, zij allen voeden in ons
de begeerte naar het buitengewone en
spannende, zij allen vervuilen ons onbe
wust met tegenzin tegen het alledaagsche.
Wij worden geboren met fantasie en
deze roept om bevrediging evengoed als
de hongerige maag en de dorstige keel
en het weetgierig verstand. Men heeft
getracht, deze fantasie te onderdrukken;
ja, hoe kort nog ligt de tijd achter ons,
waarin men alles wat naar roman hele
zweemde tot overbodigen „onzin" ver
klaarde! Het verstand was alles; men
vergoodde de rede en woog elke uiting
van menschglijk vernuft en menschelijke
vindingrijkheid af naar haar mate van
nuttigheid. Men prees slechts den ernst
en de degelijkhead cm ieder streeft er
naar, in het gewicht van zijn bezigheden en
plannen voor een zakelijk man te gelden.
Maar bedriegen laat zich het leven
niet. Zoodra men één van zijn nood
zakelijke functies verloochent, neemt de
ze wraak. In onherkenbare gestalte stelt
zij zich schadeloos voor haar veron
achtzaming en maakt juist hem, die zich
het meest aan de romantiek acht ont
wassen, tot haar grootsten slaaf.
Want wat zoekt de koopman in de wis
selende kansen der beurs anders dan ro-
Besteedt steeds Uw geld op de
juiste manier.
Onze Portwijnen z\jn bijzonder fijn
van smaak en zeer concurreerend
van prijs.
Waarom heeft U ze nog niet geproefd
Fa. i. A. L. G. Witte, Goes.
21
l. van
H. CourthsMahler
met autorisatie vertaald door
Mevr. J. P. Wesseliinkvan Rossum.
„Dat ik daar gelijk aan heb en dat
het haar zeer zal verheugen, als ik dit
voorbeeld zal volgen."
„Dat is zeer vleiend voor mij.
Hans drukte den arm van zijn oom.
„U behoeft in het geheel niet zoo te
spotten, oom Gerald! Als Romana zoo
iets zegt, kunt u er zeker van zijn. En
met uw spot brengt u mij in het geheel
niet in de war, Indien u maar eetns wist
wat het voor mij is, dat ik nu een voor
beeld en een doel voor oogen heb, dat
waard is om er naar te streven. Werke
lijk, ik was zoo goed op weg om mijn
leven, wat het geestelijke betreft, te ver
knoeien. Ik had in het geheel geen hou
vast, niets wat mij oprichtte en aan
spoorde. Als Romana mij niet wakker had
geschud ach zoo dan ben ik al
weer bij Romana, oom Gerald, spreek
alstublieft met niemand er over, wat Ro
mana voor mij is.
Gerald keek Hans onderzoekend aan.
Zou ten slotte Hans voor zijn stief
zuster iets anders dan broederlijke ge
negenheid voelen? Maar neen, van deze
kwade gedachte kwam hij snel terug.
Het was niet de toon van een dwependen
verliefden jongeman, waarop Hans over
Romana sprak.
mantiek? Hij is rijk; hij heeft geen uit
breiding van zijn bezit meer van noode,
en toch kan hij zijn speculaties niet laten;
toch mat hij zich avond op avond af met
het grijpen naar de krant, die de nieuwe
koersen boekt. Wat zoekt de man van de
strenge wetenschap, die duffe folianten
doorworstelt en zich wekenlang opsluit in
sombere bibliotheken om de oplossing te
vinden van een duisteren tekst anders dan
de dolende ridder zocht, toen deze uittrok
om in ondoordringbare wouden en griilig
gevormde spelonken 't verblijf te ontdek
ken van den Heiligen Graal? En de poli
ticus, die in de blauwe tabaksdamp van
lage dorpsherbergjes den degen kruist
met zijn tegenstander, wordt bezield
door denzelfden drijfveer, die Don Qui-
chot deed uitrijden op zijn magerën ros
sinant om tegen windmolens te vechten.
Onder al ons schijnbaar gewichtig
streven naar onzelfzuchtige doeleindenen
abstracte idealen, vermomt zich maar al
te vaak de onbewuste neiging naar het
romantische en wie het in zijn arbeid,
zijn zaken of zijn plannen niet grijpen
kan, zet zich na zijn eentonigen, met
werktuigelijke onverschilligheid ten einde
gebraebten arbeid in een veilige hoek
van de huiskamer, oni in de lectuur van
een detective-roman zijn behoefte aan
romantiek te bevredigen. Of hij besteedt
zijn zuurverdiend geld aan de kas van
de bioscoop, waar het trillende beeld op
het doek zijn ziel en zenuwen mede aan
het trillen moet brengen.
Neen, ondanks al onze armetierige po
gingen gelukt het ons niet de ons inge
schapen trek naar het romantische te ver
loochenen.
Hoe kan het dan zijn, dat een wijs en
ervaren man als Dirk Coster in zijn
Nieuwe Geluiden onlangs heeft durven
verklaren, dat dit „groote romantische
verlangen" uitsterft en dat in de plaats
hiervan meer en mieter treedt „de erken
ning der werkelijkheid en de verhoogde
drang zich aan die werkelijkheid te ge
ven Zou deze heroïsche wil om uit
den toover van de romantiek te ontwa
ken" niet aldus te verklaren zijn, dat onze
tijd een groote ontdekking heeft gedaan,
n.l. dat men, om zijn romantische neiging
te bevredigen, niet buiten de werkelijk
heid behoeft te treden? i
De werkelijkheid, eens zoo suf en
grauw schijnend, blijkt bij innige kennis
making kleurrijker dan de stoutste ver
beelding. Wie acht geeft op z'n levens
ervaring, wie met scherp gespitste oplet
tendheid de dagelijksche gebeurtenissen
waarneemt, bemerkt spoedig, dat het le
ven grilliger, bonter, verrassender is dan
hetgeen sprookjes en romans daarvan ma
ken. Geen dichter, geen schrijver, geen
schilder is een zóó groot kunstenaar als
de Schepper van de Werkelijkheid, en
al hetgeen onze droomen verzinnen, is
niets dan een zwakke nabootsing van het
geen ons op den nuchteren dag overkwam.
Indien wij het leven met den speurzin
„Ik zal er natuurlijk niet over spre
ken, Hans, omdat je het niet wilt', zei hij.
Hans leunde in zijn stoel en trok met
welbehagen aan zijn. sigaret. „Een fijn
merk, oom Gerald, Het is hier toch
reusachtig behagelijk bij u. Het is toch
maar heerlijk, dat ik u hier heb. Denk
eens aan, ik had u bijna geheel vergeten
in den loop der jaren. Wij hoorden zoo
weinig van u en er werd zoo zelden over
u gesproken. En toen u uw bezoek had
aangekondigd, wérd u weer een levend be
grip voor mij. Ik ben toen naar de kamer
van mama gegaan en ik heb uw portret
in haar album bekeken, het eenige, dat we
van u hadden en dat we bijna vergeten
hadden".
Gerald von Rhoden richtte zich plot
seling op. „Het eenigste portret van mij?
Ja, ik weet het jullie hebt slechts dat
eene. Ik zond het je moeder bij mijn ver
trek".
Hans knikte. „Ja, mama heeft het ook
destijds laten zien en in haar album ge
stoken. Daar heeft het al die jaren een
vergeten bestaan geleid. Toen er dan over
uw komst werd gesproken heb ik het voor
het eerst weer belteken, zooals ik tot
mijn schande moet bekennen".
Gerald keek hem aan, alsof hij de
woorden van zijn lippen moest lezen.
„En vond je mijn portret nog in
het album?" vroeg hij met schorre stem.
„Natuurlijk, het was nog op dezelfde
paats, waar mama het gestoken had. Ik
vind dat u in deze jaren weinig bent veran
derd."
„Vind je?" vroeg Gerald als afwezig.
Hij moest aan al de lieve kleine ver
halen denken, die Beatrix hem over dit
portret had verteld en die in het geheel
voor het romantische gaan doorzien, blijkt
alle weerspiegeling in onze lectuur, op ons
tooneel ,in onze legenden en vizioenen
slechts aan het leven ontleend. Het ro
mantische en het alledaagsche vormen geen
tegenstelling; voor wie op deze combinatie
gespitst en voor haar waarheid ontvanke
lijk is, wordt het romantische het alledaag
sche en het alledaagsche het romantische.
Gezegend, wie uit deze ervaring mag
leven; hem brengt iedere dag nieuwe
verrassing en elk uur nieuwe verruk
king. Zoo de alledaagsche mensch de
romantische mensch wordt, heeft de wer
kelijkheid geen aanvulling noodig.
BUITENLAND,
Koning Albert en het
Viaamsch.
Uit Ieperen wordt aan den (Brussel-
schen) Standaard geschreven;
Zaterdagnamiddag hebben wij het zeer
vereerend bezoek van zijne majesteit den
koning gehad. Als naar gewoonte moeten
al de redevoeringen, welke te dier gele
genheid uitgesproken worden, eerst ter
inzage naar 't secretariaat van het Hof
gezonden worden. Hier ook in 't geval
zond de heer burgemeester zijn welkomre
de aan den koning in het Fransch. De
heeren Franskiljons van leper, die meen
den, dat beleefdheid Fransch eischte.dat
de koning geen Viaamsch verstond noch
spreken kon, kregen het volgende ant
woord uit Brussel: alles in 't Viaamsch.
Ook toen in de nieuwe zaal van ons
nieuw stadhuis de heer burgemeester den
welkomgroet toestuurde, klonk onze moe
dertaal, tot verwondering, ja tot verstom
ming van sommige heeren, die zich daar
bevonden. De koning antwoordde met
vaste stem, in sierlijk Viaamsch.
De Joden naar Palestina.
Het Engelsche ministerie van kolo
niën maakt bekend, dat in het afgeloopen
jaar bijna 12.000 joden in Palestina als
niet overeen kwamen mei de woorden
van Hans.
„Ja, heel weinig bevestigde Hans.
„De trek om den mond is iets scherper
geworden en uw gezicht lijkt mij iets
smaller en toch veel karakteristieker.
Maar verder is 'het het zelfde gebleven.
Hebt u geen foto van u over, oom Ge
rald? Ik zou er graag een voor mij alleen
hebben. Ik wilde dat van mama uit het
album nemen en op mijn kamer zetten,
toen u kwam, maar ik kwam te laat.
Beatrix was juist bezig het zich toe te
eigenen, toen ik kwam".
Gerald von Rhoden zat als verstijfd.
Pas na een poosje wendde hij het gelaat
langzamerhand naar Hans.
„Beatrix heeft mijn portret den dag
van mijn komst uit het album genomen?
Weet je het heel zeker?" vroeg hij lang
zaam.
„Natuurlijk, ik kwam juist op het
oogenblik, dat zij het er uit nam en in een
lijstje zette. Ik vroeg haar wat zij daar
mee wilde. Toen zeide ze lachend: „Men
moet toch een vermoeden hebben hoe
oom Gerald er uit ziet en het staat toch
goed als hij op de schrijftafal van zijn
nicht staat. We mogen hem natuurlijk
niet laten merken dat wij tot nu toe zoo
weinig aandacht aan zijn portret hebben
geschonkenZiet u, oom Gerald, vroe
ger zou het mij niets hebben kunnen sche
len u wat voor te liegen. Maar sinds Ro
mana mij heeft wakker geschud en duide
lijk gemaakt heeft hoe leelüjk de leugen
is, kan ik 'het niet meer doen, daarom be
kende ik openhartig, dat ik u bijna ver
geten was. Maar nu zou ik heel graag
een portret als persoonlijk eigendom van
u bezitten, krijg ik er een?
immigranten zijn binnengekomen. In het
zelfde tijdvak zijn 2000 Joden vertrokken,
zoodat de bevolking van Palestina door
immigratie met ongeveer 10.000 zielen is
vermeerderd. Naar wordt gemeld is het
karakter der immigratie eenigszins veran
derd, doordat een groot gedeelte van hen,
die zich thans vestigen personen zijn, van
voldoende middelen voorzien. Een groot
aantal hunner is reeds bezig met de vesti
ging van nieuwe industrieën, terwijl de
overigen gemakkelijk plaatsing vinden op
de arbeidsmarkt. Dientengevolge is er
thans geen werkloosheid onder de Jood-
sche bevolking .terwijl ook de werkloos
heid onder de niet-Joden is afgenomen.
Engeland staat niet meer op een
vasten datum van ontruiming.
Over het rapport van de intergealli-
eerde militaire controle-commissie inzake
de ontwapening van Duitschland worden
Wanneer Uw luchtwegen verstopt
zijn en gij een gevoel van be
nauwdheid krijgt, probeer dan
eens Akker's Abdijsiroop dié door
haar slijmoplossende wérking Uw
luchtwegen zal zuiveren van slijm
die zich op Uw borst heeft vast
gezet Gebruikt ook bij bronchitis,
asthma, kinkhoest, hardnekkige*»
hoest keelpijn de bekende Akker's
verzacht zuivert geneest
Alom vetkrijgba*» b -koleer* rmn 230 gram
l.50i 550 gram/ZM'<a± 1000 4.50
Gerald von Rhoden stond eensklaps op,
en liep naar het raam, dat hij wijd open
stiet. Hij streek over zijn voorhoofd als
of 'hij het te warm had gekregen.
Hans keek hem verbaasd en verlegen
aan, en daar hij niet antwoordde vroeg
hij gedrukt: „Wat scheelt u, oom Ge
rald? Bent u boos op mij? Heb ik u
leed gedaan door u zoo openhartig (te
bekennen, dat ik u bijna vergeten was? Ik
wilde toch geen onwaarheid zeggen."
Gerald nam diep ademhalend weer
plaats in zijn stoel; hij had zijn zelfbe-
heersching herwonnen.
„Neen, mijn jongen, je hebt mij heel
zeker geen leed gedaan. Ik ik heb
mij zooeven op een groote dwaasheid be
trapt, en dat is geen prettig gevoel. Je
zult een portret van mij hebben en nog
wel met een opdracht. Maar onder één
voorwaarde."
„Welke is die?"
„Dat je er Beatrix niets van zegt, dat
je mij verteld hebt hoe mijn portret op
haar schrijftafel kwam."
Hans keek hem verbaasd aan. „Dat
wil ik u graag beloven. Maar waarom
mag Beatrix dat niet weten?"
Gerald dacht even na. Toen zei' hij
snel; „Omdat Beatrix het mij anders
heeft verteld."
Hans bedacht zich, dat Beatrix met
oom Gerald coquetteerde en eensklaps
ging hem een licht op, dat hij zonder het
te bedoelen haar spel had bedorven. Ver
legen keek hij zijn oom a,an en greep
diens hand.
„Oom Gerald ik heb zeker een
domheid begaan?
Deze maakte een beweging alsof hij
iets van zich wierp. „Laat maar, mijn
op het oogenblik niet-officieele onderhan
delingen gevoerd tusschen de geallieerde
regeeringen. Bij deze informeele onder
handelingen meldt de „Times"
houdt de Britsche regeering niet langer vast
aan het van te voren vaststellen van 'n
datum voor de ontruiming van Keulen,
doch zij blijft staan op het standpunt, dat
de ontruiming gescheiden moet blijven van
de Fransche veiligheidskwestie. De datum
van de ontruiming moet naar haar inee-
ning alleen afhangen van de uitvoering
door Duitschland van de militaire clausu
les van het Verdrag van Versailles. Dit
zal in de praktijk wel hierop neerkomen,
dat het Keulsche gebied voor onbepaal-
den tijd bezet blijft.
De gevaarlijke trein.
Naar aanleiding van de aanstaande her
denking van het honderd-jarig bestaan van
den spoorweg herinnert een Engelsch blad
aan het feit, dat het bestuur van de uni
versiteit te Oxford indertijd tot de he
vigste bestrijders van het nieuwe middel
van vervoer behoord heeft. De universi
teit richtte een petitie tot het parlement
om te beletten dat de geprojecteerde lijn
van de Great Western de stad Oxford
zou aandoen, waarin vooral drie argumen
ten aangevoerd werden: „de bestaande
middelen van vervoer waren volkomen
toereikend"; het scheppen van gemakke
lijker vervoermiddelen zou nadeelig wer
ken op de tucht aan de universiteiten;
en ten slotte vreesde men, dat de werken
voor den spoorweg bij de rivier over
stroomingen zouden veroorzaken door het
water in zijn loop te belemmeren. De
eigenlijke vrees gold echter de goede ze
den der studenten, die, meende men, moes
ten lijden bij een snelle verbinding met
het slechte Londen. Het gelukte ook
waarlijk om den spoorweg eenige jaren lang
van Oxford zelf op een afstand te hou
den. Toen kwam er toch een station bij
het dorpje Berkshire en ten slotte be
reikte de sporweg ook de stad Oxford zelf.
Revue.
Uit Tokio wordt aan de „Daily
Mail" gemeld, dat het Japansche departe
ment van oorlog gaarne bereid is zijn
luchtstrijdkrachten tot die van de andere
mogendheden in dezelfde verhouding te
doen staan als krachtens het Verdrag van
Washington met de vloten der groote
mogendheden het geval is. Japan bezit
op het oogenblik 500 vliegtuigen, Amerika
2000 en Frankrijk 4000, zoodat de instel
ling van de verhouding 5:5:3 voor Japan
geen practische beteekenis zou hebben.
Te Jena overleed een vroedvrouw
die 83 jaar oud was geworden en haar
beroep gedurende 35 jaar had uitge
oeefnd. Zij had 3333 kinderen ter we
reld helpen brengen.
jongen. Het heeft niets te beteekenen. Om
Beatrix een klein gevoel van schaamte
te besparen, zou ik graag hebben, dat zij
niets van dit alles hoort. Laten wij er niet
meer over spreken."
Nu nam Gerald von Rhoden uit een
vak van de schrijftafel een portret van
zich en schreef er met zijn vast, karak-
teris^'ek handschrift onder: het hoogste
is de waarheid. Gerald von Rhoden.
Het portret gaf hij aan Hans. „Zoo
mijn jongen, opdat ik niet weer door je
wordt vergeten."
Hans nam het verheugd aan. „Daar
voor behoeft u niet bang te zijn. Nu ver
geet ik u heel zeker nooit mieer, al zou
ik u in jaren niet zien. Toen u indertijd
op reis gingt, wjas ik niog te jong oin u
goed te kennen."
„In elk geval beter dan toen, en genoeg
om u niet meer te vergeten."
Op dat oogenblik kwam Calutta Bay
binnen. Gedurende een poos schonk Hans
nu aan hem zijn aandacht. Dat kwam
Gerald goed van pas. Hij moest een
kleine ontgoocheling te boven komen.
De lieve, betooverende verhalen, die
Beatrix hem had verteld over zijn por
tret kregen nu plotseling een heel ander
aanzien. Hij had zich dus door Beatrix
laten beetnemen; dat alles had zij hem
voorgelogen. En waarom? Om hem te
doen geJooven ,dat hij als held van haar
droomen in haar jong leven een rol had
gespeeld! Welk doel had zij daarmede?
Want zonder doel deed zij dat,toch zeker
niet.
(Wordt vervolgd).