N°. 21. WAT HEB IK JE GEDAAN if! Maandag 10 Februari 1925. 112e Jaargang. FEUILLETON Hiep, hiep, hiep, hoera! ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. go» üiipve Naaml. Venn. „Goesche Courant" courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf AÜVERTENTIEN. van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Bewijsnummers 5 cent. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. HET PROTOCOL VAN GENEVE EN DE ONTWAPENING. Het protocol van Genève is voor velen in ons land aanleiding geweest om den roep: ontwapening! aan te heffen. Nederland kon zijn weermacht wel af schaffen, het behoefde geen leger te heb ben. Dat stond in het protocol niet impe ratief voorgeschreven. Nu vergat men dat dit laatste ook moeilijk kon. Een organisatie, welke ten slotte toch ten doel heeft te geraken tot internationale beperking van bewapening, kan toch bezwaarlijk beginnen met haar ieden te gelasten er een leger op na te houden. I Wanneer echter door de verschillende naties een afspraak wordt gemaakt om maatregelen te nemen tegen een eventuee- len aanrander, dan spreekt het toch van zelf dat daarbij gerekend wordt op de hulp van allen, welike die afspraak hebben gemaakt. Wanneer wij eens de aangevallen par tij waren, zouden we het toch zeker ook naet aangenaam vinden, wanneer de ande ren zich met een Jantje van Leiden van het verleenen van daadwerkelijke hulp af maakten. En gesteld eens, dat een vreemde mo gendheid zich van Ned. Indië zou meester maken en de Volkenbond zich daartegen zou verzetten met geweld van wapenen. Zouden wij ons dan niet schamen wanneer we er niet bij,waren en we een ander voor ons de kastanjes uit het vuur lieten halen? Voor ons is het dan ook steeds vanzelf sprekend geweest, dat het protocol van Genève rekende op de loyale en feite lijke hulp van zijn leden, ook van ons fand en ook in militair opzicht. Deze opvatting is de laatste dagen ver sterkt door de uitlatingen van vooraan staande mannen, welke kunnen geacht wor den het protocol van Genève en wat daar aan vast zit bij uitstek te kennen. Zoo heeft in Den Haag professor mr. J. A. van Hamel, uit Genève, op een vraag van overste Schuurman het volgen de geantwoord: 1 „Wat de militaire medewerking betreft merkte spr. op dat geen internationale functionarissen de een of andere natie hierover de les kunnen lezen. Dit is over gelaten aan ieders verantwoordelijkheids gevoel. Maar wel wordt er gerekend op een feitelijke en loyale medewerking. En prof. !mr. J. P. A. Frangois, refe rendaris chef der af deeling Volkenbonds zaken aan ons departement van buitenland- sche zaken heeft in een gehouden rede het volgende gezegd: „In tweeërlei opzicht brengt het pro tocol een verscherping van het Volken bondsverdrag. In de eerste plaats beslist de Raad van den Volkenbond en beslissen piet de ieden zelf of de verplichting tot ingrijpen aanwezig is. In de tweede plaats is ieder niet alleen in beginsel tot econo 16 van H. CourthsMahler met autorisatie vertaald door Mevr. J. P. Wesselinkvan Rossum. Als hij wilde bezat hij een waarlijk har telijke beminnelijkheid terwijl hij zich an ders tamelijk koel en terughoudend kon voordoen. Beatrix keek hem schalks en betoove rend aan. „Ik moest er toch een klein beetje voor zorgen, dat U zich prettig bij ons voelt. Daarom heb ik U ook een por tret van Mama en mij neergezet, opdat u ons niet door uw werk zoudt vergeten. „Wanneer zulke mooie vrouwenoogen mij onder het werk aankijken, zal ik eer der mijn werk vergeten", zei hij beleefd. Beatrix dreigde hem lachend met den vinger. „Complimenten worden niet aan genomen. De hoofdzaak is, dat U het bier goed hebt en heel lang bij ons blijft. Hij keek besluiteloos. „Voorloopig neem ik natuurlijk Uw gastvrijheid aan, maar ik weet .toch niet, of ak er langer dan twee of drie dagen gebruik van zal mogen maken." „O, wilt U al zoo spoedig weg?" riep het meisje treurig en oprecht verschrikt. Met een warm lachje keek hij haar aan Mevrouw Bylla achtte het oogenblik gekomen om iets in de aangrenzende ka mer te doen te hebben. Als verschrikt over zichzelve sloeg Beatrix onder zijn blik de oogen neer. i „Zou het je leed doen, Beatrix?" vroeg mische, maar ook tot militaire hulp ver plicht, ook al wordt de wijze, waarop hij zich van die verplichting zal kwijten, aan eigen loyaliteit overgelaten. Hierdoor botst nu het protocol tegen het zich in sommige landen openbarende streven naar nationale ontwapening. Zoodanige ontwa pening kan in de eerste plaats worden be pleit op ethische gronden. Nationale ont wapening kan ook worden voorgestaan op grond van machteloosheid om zich te ver dedigen. Het is een dwaling te meenen, dat elke nationale ontwapening per se in overeenstemming is met den geest van den Volkenbond. Wie in het vraagstuk van den wereldvrede slechts een kwestie ziet van ontwapening, beschouwt de zaak te simulistisch, het is niet een vraagstuk van ontwapening, maar een veel moeilijker op te lossen probleem van organiseering. Er is geen enkele reden waarom Neder land zijn aandeel niet zou bijdragen tot de internationale rechtsverhouding. Een ontwapening,* die niet past in het organisch verband, brengt den wereld vrede meer achteruit dan vooruit. Een land als Nederland mag zijn hoogst be langrijke punten niet open en bloot laten liggen voor de éérst gereede partij". Men ziet het: het protocol van Genève doet in de eerste plaats een beroep op de „loyale" medewerking der leden. Op welke wijze die medewerking nu zal moeten geschieden, of door het be staande leger, of door politietroepen, dit is werkelijk een kwestie van later zorg, waarop men o.i. thans niet mag vooruit- loopen. Hierover toch kan eerst een beslissing worden genomen, wanneer meerdere ge gevens zullen zijn verkregen over de sterk te en de formatie van het z.g.n. Volken - bondsleger. En deze punten zullen op een confe rentie van de leden van den bond onder de oogen moeten worden gezien. l Wanneer deze conferentie gehouden zal worden is ook nog een open vraag. Tegen het protocol van Genève zijn bij Engeland bezwaren gerezen en de dominions (de BritsChe koloniale Staten) hebben hun oordeel voorloopig opgeschort en nader uitstel gevraagd met het oog op de ingewikkeldheid der vraagstukken, daarbij te kennen gevend, dat zij het ver kiezen zouden, dat het ideaal van het protocol „trapsgewijze" wordt bereikt. Het gaat den dominions dus nu reeds te snel. Het is inderdaad een long way naar het Tipperary van den wereldvrede. En zelfs tot aan den mijlpaal van het protocol van Genève. Ook daar zijn we nog lang niet. Langzaam moet het groote ideaal van den Volkenbond rijpen in de harten der menschen. Men kan dit bespoedigen door het pro- pageeren (internationaal) van de gedach te: recht boven macht en geweld. In deze gedachte moet het opgroeiend geslacht, moeten de kinderen worden op gevoed. Huisgezin en school hebben in dit opzicht een groote en moeilijke taak te vervullen. Sedert Moeder me een paar G. R. E. S. ECONOMIE SCHOENEN kocht, waarbij onder de lederen binnenzool een onderwerk is aangebracht Economie rubber, kan ik ravotten naar harlelust, want die schoe nen zijn tyjna onver slijtbaar ea bovendien houden zij mijn voeten altijd droog. Fabr.C. R. E. S. ECONOMIE SCHOEN FABRIEKEN, Heveadorp (Geld.) PROVINCIE-NIEUWS. der Vermogensbelasting, dan geraamd was Besloten wordt om de leening ad f 10000 die thans loopt tegen 6 pot. te brengen op 5 pet., waarvoor men thans in de ge legenheid komt. Thans komt in behande ling een besluit van den raad van 22 De cember, waarbij met algemeene stemmen besloten was het aansluiten aan de wa terleiding bij nieuwbouw verplichtend te stellen. Met 4 stemmen voor n.l. die der hoeren H. v. Iwaarden, A. Simonse, J. Dominicus en W. de Vos, was toen be sloten de afstand der verplichte aanslui ting op ten hoogste 150 M. te stellen. De inspecteur op het woningtoezicht en H.H. Ged. Slaten vonden dien afstand volgens den voorz. te groot. Een afstand van 401 a 50 M. kwam hem, n.l. de in specteur hoog genoeg voor. De voorz. zegt dat B. en W. thans voorstellen een lengte van 100 Mi inplaats van 150 M. De minderheid van B. en W. wilde ten hoogste 75 M. nemen. Dhr. B. v. d. Dries zegt dat hij bij nadere beschouwing 150 M. ook te hoog vond en dat ook 100 M. te verre afstand is, temeer waar de kos- lten van aanleg z.i. zeer hoog zijn. Wat verschillende raadsleden direct toegeven en met eenige voorbeelden trachten dui delijk te maken. Dhr. B. v. d. Dries zegt Hen slotte ook' te zijn voor 75 M. Het voorstel van B. en W. om 100 M. te bepalen wordt verworpen met 4 stemmen tegen n.l. wethouder van Iwaarden en de heeren B. v. d. Dries, A. v. d. Dries en G. Kuzee. Waarna met dezelfde stem men vóór werd besloten de afstand op 75 M. te bepalen. Dhr. G. Kuzee vestigt de aandacht van B. en W. op een betere waterafvoer aan de bocht bij de „Vijf- wegen". De voorz. zegt dat dit reeds Heinkenszand. Vrijdagnamiddag vergader de de Raad dezer gemeente. Tegenwoor dig alle leden. De secretaris leest de zeer uitgebreide notulen der vorige vergade ring voor, welke onveranderd worden goedgekeurd, waarna de voorz. deze eer- ste vergadering in 1925 benut om heeren g cn w ig en raadsleden als zoodanig em m hunne bij- rv .U zondere functie Gods onmisbaren zegen toe te wenschen. Door een wederkeerigen wensch wordt dit beantwoord door de heeren Dominicus en van Iwaarden. De voorz. doet verslag over den> toestand der gemeente in 1924. Door B. en W. is op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan 1 dhr. P. de Wilde als schatter der drank- I iocaliteiten en als zijn opvolger benoemd dhr. Snijder, secretaris der gemeente. Eeni ge ingekomen stukken worden voor ken nisgeving aangenomen, waarbij een adres van den bond tegen alcoholisme om ver mindering van dranklocaliteiten. Aange boden wordt het verslag van de commis sie tot wering van schoolverzuim. Beslo ten wordt het belastingjaar voor de school- geldheffang voortaan te laten loopen van 1 Mei tot 30 April, in plaats van 1 Januari tot 31 December. Het kohier hondenbelasting wordt vastgesteld met 67 honden le klasse en 18 honden 2e klasse, in totaal 85 op een bedrag van f304, Met algemeene stemmen wordt besloten de gemeentebegrooting voor 1924 te wij zigen, in dien zin dait een tekort op die begrooting van f700 wordt gedekt door meerdere opbrengst uit de 100 opcenten hij, opgetogen over de lieftallige verwar ring die hij voor echt hield. Zij knikte haastig, als verlegen en haal de diep adem. „Vraagt U dat nog? Ik heb mij zoo op Uw komst verheugd." „Had je dan werkelijk nog eenige her innering aan mij?", vroeg hij. Weer knikte zij. „Natuurlijk, ik heb toch gedurende al die jaren dat u weg waart, uw portret voor oogen gehad „Mijn portret?" „Ja, uw portret. Het stond al dien tijd op mijn schrijftafel. Eiken dag heb ik naar uw interessant gezicht gekeken, en mij voorgesteld aan welke gevaren u daar in den vreemde werd blootgesteld. Ik praatte dan dikwijls met uw portret, alsof u mij kon hooren." Hij luisterde als betooverd. Een won derlijk gevoel van welbehagen hield hem gevangen. Er lag zooveel lieftalligheid in Beatrix' verschijningen het gaf hem een eigenaardig gevoel, dat zij zich zoo veel met hem, met zijn portret had bezig gehouden. Hij daarentegen had ternauwernood aan haar gedacht; had ternauwernood gewe ten dat 'hij zulk een lieftallige nicht had. Hij had er geen vermoeden van, dat Bea trix, een allerliefste comedie voor hem speelde, dat zij hem met een effen gezicht leugens opdischte. Want zijn portret stond pas sedert dien morgen op haar schrijfta fel. Zij (hlad hot uit het album van haar moeder genomen, waar het sedert jaren een onopgemerkt bestaan had geleid. ,,Mag ik vragen, wat je met mijn por tret hebt besproken vroeg hij wat moei lijk ademhalend, omdat haar betooveren de persoonlijkheid hem opwond. Zij wendde op meesterlijke wijze ver warring voor. „Ach neen, zooiets vertelt men niet. Meisjesdroomen zijn niet geschikt voor de ooren van een gestrengen oom. Men vertrouwt ze ternauwernood aan zijn por tret toe. Alleen dit kan ik u wel zeggen. Eerbiedig als tot een oom heb ik nooit tegen uw portret gesproken. Als men zoo ongeoorloofd jong is als u, heeft men eigenlijk in het geheel geen recht op den titel van oom. Als oom moet men een kaal hoofd hebben en er eerbiedwaardig uitzien. Ik vind het afschuwelijk, dat ik u oom moet noemen. De laatste woorden stiet zij als in de grootste opwinding uit. Hij richtte zich, zwaar ademhalend, haastig op en streek over zijn voorhoofd, alsof hij het warm had gekregen. „Wie dwingt je dan om mij oom te noemen, Beatrix, zei hij aarzelend. „Ik moet toegeven, dat ik mij met mijn zes en dertig jaren in het geheel niet waardig gevoel om de oom van zulk een bekoorlijk jong meisje te zijn. Feitelijk ben ik ook slechts een stiefoom." Zij huiverde grappag. „Hemel, wat klinkt dat stiefoom! Neen, dat bevalt mij nog minder. Als u dus toestaat laat ik het woord oom ge heel achterwege en noemi u eenvoudig Ge rald. Dat is trouwens een naam, waarmee ik dweep. Neef zou nog gaan, maar ge woonweg Gerald is toCh het mooiste Hij nam haar hand een buitenge woon mooie, goed verzorgde meisjeshand, en drukte er zacht en eerbiedig zijn lippen °P- „Lieve, kleine Beatrix! Ik vind het allerliefst, dat je je nu en dan met mijn portret hebt beziggehouden, en betreur het dat ik nooit heb kunnen luisteren. Het treft mij werkelijk zeer, te weten, dat je zal worden verbeterd. De voorz. sloot daarna de vergadering. Toen Vrijdagavond slager van der D. een auto me,t varkens zou vervoeren had een der krulstaarten liet te bang ge kregen, en is bewusteloos geraakt. Onder weg werd het dier afgemaakjt en uit de auto verwijderd. I Nieuwdorp. Vrijdagmiddag had een on geluk plaats op de hofstede van A. d. J., doordat de arbeider M. v. d. G. zoo< met zijn hand tusschen de dorschmachine bekneld raakte, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Kwadendamme Woensdag en Donder dag gaf het muziekgezelschap „Con Affe- zionne" zijn tweede uitvoering in dezen winter in het vereenigingsgebouw. Met het geven van een 4-tal muzieknummers een tweetal blijspelen en enkele voordrach ten werd de avond gezellig doorgebracht. Woensdagavond was het bezoek gering, maar daarentegen Dondèrdag zeer goed te noemen. Hoedekenskerke. Voor de derde maal werden Vrijdag alhier pogingen aange wend door middel van een voor dit doel bijeengeroepen vergadering, om alhier te geraken tot de oprichting van een Chris- telijken Landarbeiders bond. Evenals vo rige jaren bleek de animo voor toetreding zeer gering te zijn. Ofschoon de zaai van dhr. Uitterhoeve vol met toehoorders was, gaven zich ten slotte slechts vier per sonen als lid op. Wilhelminadorp. Aan de Landbouw- hoogeschoon te Wageningen is bevorderd tot doctor in de landbouwkunde onze oud-dorpsgenoot de heer G. Minderhoud, secretaris der Groninger Maatschappij van Landbouw op proefschrift: Ontwikkeling en beteekeius der landbouw-industrie in Groningen. Rilland-Bath. Vrijdagavond hield de afdeeling der Z.L.M. alhier een openbare vergadering, waarm als spreker on trad dhr. J. Weileman, burgemeester van Krabbendijke, met als onderwerp: „Van biet tot suiker". Na eerst het ontstaan van de suikerbiet te hebben verhaald liet hij in een serie lichtbeelden de bewerking zien welke de biet ondergaat voor de sui ker op onze tafel komt. Het was een leerzame avond. Jammer dat de bijeen komst niet beter was bezoekt. De voor zitter dhr. F. M. Boot dankte den spre ker voor de (interessante behandeling van dit onderwerp. Biezelinge. Onder voorzitterschap van dhr. A. Slabbekoora Wz. kwam Vrijdag avond de vereenaging „Ziekenzorg" alhier in vergadering bijeen. De penningmeester dhr. C. Lanse deed rekening en verant woording. De uitgaven bedroegen f 280,38 de inkomsten f304,84, batig slot f24,46, met reservekas f250,04, wordt totaal f 274,50. Aan zieken en herstellenden was uitgereikt 572 liter melk, 19 pond vleesch, 37 eieren, 14 halve flesschen wijn en 14 stukken ijs. De secretary dhr. C. v. d. Linde leverde een jaarverslag, memoreerde an kort de voornaamste bi- zonderheden. Tien artikelen werden bij ge koekt. Door 28 leden was gebruik ge maakt van het verpiegingsmateriaal, het ledental der vereeniging klom tot 210 le den. De aftredende bestuursleden A. Slabbekoorn Wz., voorz., C. v. d. Linde, secretaris en W. Nieuwdorp, werden her kozen. Besloten werd de vereeniging Wijk verpleging f50,— voor 1925 toe te ken nen. De voorz. van de vereeniging Wijk verpleging dhr. P. Fraanje dankte in wel gekozen bewoordingen voor deze toezeg ging. Alsnu verkreeg Dr. W. F. Pfeif fer het woord om een lezing te kouden, Spr. wensckte geen medisck onderwerp te behandelen, maar zoo eenvoudig en bevattelijk mogelijk zijn gehoor te bepa- gedurende al dien tijd aan mij gedacht hebt, dat je mijn portret zoo dikwijls hebt bekeken." Zij keek met een schuchteren, en toch stralenden blik naar hem op. v „Ik moest het doen, uw oogen dwongen mij er toe. En u heeft zoon interessant, boeiend gelaat. Wbet u als bakvisch ik heb mij maar u mag mij niet uit lachen heb ik in verbeelding allerlei heerlijke romans beleefd. En de held van die romans dat waart altijd gij. En maar neen dat mag ik niet verklappen, anders wordt u te ij del en dat past in het geheel niet bij den held van mijn meisjes droomen". Beatrix zeide dit alles zoo overtuigend, dat hij het wel moest gelooven. Hij keek haar onafgewend aan, zonde* te vermoeden, dat elke blak en elk woord koel berekend was. „Lieve, beste Beatrix, ik beloof je niet te zullen lachen en niet ijdel te zullen worden. Alles wat je mij zegt, klinkt mij toe als een mooi, lief sprookje". Zij streek, als in verwarring, snel adem halend, het haar van haar voorhoofd, en het was hem' te moede alsof zijn eerste jieugdiiefde weer levend was geworden. Beatrix geleek zoo sprekend op haar moe der, en zij wekte in zijn hart de herinne ring aan het eerste hartstochtelijk klop pen van zijn jongelingshart. Maar nu was hij een volwassen man, en Beatrix was niet gebonden, niet onbe reikbaar voor hem zooals haar moeder het was geweest. En zij maakte op hem een nog veel lieftalliger indruk dan haar moeder destijds had gedaan. Nu kwam Mevrouw Bylla uit de aan grenzende kamer terug. „Ik heb nog eens inspectie geKouden. Alles is voor uw komst gereed, beste zwa ger. Maar heb ik zooeven goed gehoord? Sprak je er werkelijk van, dat je maai twee of drie dagen bij ons wilt blijven: Gerald wendde met geweld zijn blik van Beatrix af. „Je moet mij niet verkeerd begrijpen, Bylla. Natuurlijk had ik mij voorgenomen eenige weken van Uw gezelschap te ge nieten". „Nu, U bent toch, hoop ik, niet op andere gedachten gekomen?" vroeg Bea trix als in stillen angst. Hij schudde het hoofd. Neen, neen integendeel misschien blijf ik lan ger dan ik mij had voorgenomen. Ik ben het reizen moede en wilde nu wel eens tot rust komen. Maar of ik hiior in buis ranger dan eenige dagen kan blijven, weet ik niet. Je stiefdochter, lieve Bylla, zou mij wei eens als een lastige indringer kunnen beschouwen. Het is daarom mis schien beter, dat ik mijn intrek in een hotel neem," Beatrix hief smeekend de handen op. „Dat mag je mij niet aandoen, Geraid. Ai is Romana helaas zeer weinig gastvrij aangelegd. Mama wilde je bijvoorbeeld de vroegere kamers van mijn stiefvader geven, daar zij toch leeg staan. Maar Ro mana protesteerde hevig. Zij verlangde uitdrukkelijk dat je haer in deze primitieve logeerkamers zoudt worden ondergebracht Die bevallen je natuurlijk niet, en daar om wil je maar een hotel. O, ik zou Ro mana kunnen haten!" Gerald von Rhoden glimlachte. (Wordt vervolgd). IJ

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1