Benauwd Abdijsiroop N. 11. Vrijdag 25 Januari 1925, Ü2e Jaargang. WAT HEB IK JE GEDAAN Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. HET BLOÖKEit UURTJE 's morgens half elf FEUILLETON Hoestsiropen 3 voor Kinderen ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2. buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. ■a—ifitmriiiaMHWini niii »ihi GOESCHE1 COURANT V pBpBj f Ol(fave Naaml. Venn. tfGoesche Courant9 -».ti en Kïeenweiis Ross' Drukkers- enrUiteeversbedriJf en Kleenwens Ross' Drnkkers- enJUitgeversbedrflf ADVERTENTIEN. van 15 regel® f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels 12.40 Bewijsnummers 5 cent. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. VAN BUITEN OF VAN BINNEN. (Nadruk verboden.) Er zijn mensohen, die beweren, dat do mensch van binnen volstrekt slecht is. Wanneer bij op zichzelf ware aangewe zen, zou hij tot niets deugen en zichzelf benevens zijn omgeving onmiddellijk vol slagen in het verderf storten. Gelukkig derhalve, dat de mensch niet op zichzelf is aangewezen. Van buiten bestraalt hem het licht, dat in deze duisternis wil doordrin gen, om de zwarte ziel te reinigen en te heiligen. Met eindeloos geduld schijnt op den verdorven mensch neer de zon der gerechtigheid, de zon der liefde, het licht Gods. En het eenige, wat de mensch zij nerzijds heeft te doen, is zich ontvanke lijk stellen voor dat licht uit den hooge; de deur te ontsluiten voor den reinigenden en heiligenden invloed. Gelijk jan Lu-yc- ken het m een zijner bekende prentversjes1 uitdrukt„Met opdoen waar 't gewonnen Tegenover de aanhangers van deze pes simistische leer over den mensch staat die andere groep, die zich de verhou ding tusschen mensch en buitenwereld juist omgekeerd voorstelt. Volgens hen is de mensch volstrekt goed en hij zou zijn eigen beslaan en dat zijner omgeving tot een hemel maken, zoo hij niet voort durend belemmerd werd door de booze invloeden uit de buitenwereld. Het kind, aldus de vertegenwoordiger5! van deze beschouwing, begint het leven met lielde, rechtvaardigheid en vertrou wen. Maar gaandeweg ziet het zich al deze kostelijke erfstukken uit zijn oor- spronkelijken staat ontrooven, wijl zijn er varingen hem dwingen, zich te gewennen aan liefdeloosheid, onrecht en achterdocht. Het is niet alleen de maatschappij, die hem slecht maakt, het is ook zijn geeste lijke omgeving, het is de geheele sfeer van het leven, het is het kosmische ken merk van alle beslaan. Het wezen van het heelal is slecht; onvermijdelijk gevolg van de intrede binnen de werkelijkheid I de besmetting van de rein willende en naar heiligheid strevende ziel. Tegen de machten des levens, die geworteld zijn in de diepste diepten der eeuwigheid en wel ker twijgen zich verstrengelen met de hoog ste hemelen, is geen argelooze kinderziel Besteedt steeds Uw geld op de juiste manier. Onze Portwijnen zijn bijzonder fijn van smaak en zeer concurreerend van prija. Waarom hoeft (I ze nog niet geproefd Fa. i. A. L. G. Witte, Goes. bestand; slechts zoo men zijn ongerept bin nenste hermetisch kon sluiten tegen de boo ze invloeden in de lucht, zou men zijn staat van zondeloosheid kunnen bestendigen Aldus beide eenzijdigheden, waaruit ik weiger een keus te doen. Want het één is al even onwaar als het andere. Een te genstelling als hier gemaakt bestaat sléchts in het brein van onwerkelijke drogrede naars. Builen en binnen vormen geen tegenpolen, zijn geen twee streng ge scheiden gebieden. Buiten en binnen staan in voortdurende wisselwerking, gaan in elkaar over, zijn van één maaksel. Het is niet waar, dat de mensch van nature slecht is en aan zijn zondigen staat moet worden ontheven door ander soortige machten. Maar evenmin is het waar, dat de mensch van nature goed is, en dat hij slechts tot boosheid ver valt, wijl het leven hem daartoe dwingt. Een kind is geen engel, maar evenm'n een duivel. Een kind heeft goede en kwa de neigingen, die onmiddellijk na de ge boorte haar samenspel beginnen, haar eeu wigen - onderlingen strijd. Maar het leven is ook geen paradijs, en evenmin een hel. Ook in het leven strijden en stoeien, verwisselen en vervloeien het goede en het kwade in een onophoudelijk weder- zijdsch verkeer. Zelfs vormen goed en kwaad geen volstrekte tegenpolen, maar zijn het de beide uitdrukkingsgestalten van hetzelfde gegeven. Er is dus geen reden, om pessimis tisch te denken over den mensch, maar evenmin reden om pessimistisch te denken over het leven. Omgekeerd heeft het geen zin, optimistisch in den mensch een gevallen engel of in de levensmachten een steun ten goede te zien. Optimisme en pessimisme zijn twee aanschouwingswijzen, twee ma nieren om hetzelfde verschijnsel te waar- deeren. De zon verandert haar warmte niet, Eén nieuwe periode in de sovjet-geschiedenis. Het feit dat Trotski is afgezet als j voorz. van den revolutionnairen militairen raad in Sovjet-Rusland en het hoofd in den school heeft gelegd, beteekent een nieuwe periode in de Sovjet-geschiede nis. Vergelijken we deze met die der Fransche revolutie, dan wil het ons voor komen dat men in Rusland thans zoo onge veer tot de Terreur is genaderd. Over de beteekenis van Trolski's ontslag schrijft het „Vad.": Daarmee is de nederlaag van Trotski van H. CourthsMahler met autorisatie vertaald door Mevr. J. P. Wesselinkvan Rossum. naarmate de ééne mensch deze om haar behaaglijkheid prijst, en de ander haar ondragelijkheid vloekt. De zon blijft zich zelf gelijk, trots het oordeel der menschen. En zoo blijft het leven zichzelf gelijk en de menschenziel. Zij bestendigen zich in bun voortdurend samenspel en bekom-1 meren zich niet om onze sofisterijen. Zij gelijken een moeder met een kind, die geheel in elkander verdiept, niet be merken, hoe de aandacht der voorbij gangers op hen gevestigd blijft. Wie zal het zoete geheim verklaren en in formu les vastleggen, dat moeder en kind samen verbindt? Welke dorre rekenaar za! niet beschaamd staan tegenover de soevereine poëzie van dit schouwspel? Als een moeder met haar kind, zoo dolt en dartelt het leven met ons. Als een kind met zijn moeder, zoo kraait en scha tert, maar mokt en dreinst ook onze ziel met het leven. Moeder en kind zijn uit één vleesch en uit één gedachte; wie kan ze tegenover elkaar stellen en zeggendit is van de moeder, maar dat is van het kind? Van buiten en van binnen worden wij geregeerd en gediend door dezelfde mach ten; het is één wezen, hetzelfde onver klaarbare, ondeelbare, onbeschrijfelijke mysterie, dat ons innerlijk drijft en uit wendig dwarsboomt; dat daarbuiten ons opheft, en darbinnen ons neerdrukt. Die geheimzinnige motor van ons leven, nu hier, dan weer daar merkbaar in haar schijnbare tegenstrijdigheid vraagt geen verklaring noch vraagt hij omschrijving: hij vraagt slechts één ding: volstrekt en voortdurend vertrouwen. „Ik ben helaas machteloos tegenover haar. Had ik haar maar niet alleen gela ten met haar vader. Maar wie kon ook vermoeden dat hij in d:en tijd zoo'n krank zinnig testament zou maken, en zoo on tijdig zou sterven. Maar, zooals de zaken nu staan, is 't best zich in het onvermijde lijke te schikken. Ergernis maakt leelijk". En leelijk wilde mevrouw Bylla heel be slist niet worden. Zoo moest zij er zich o.a. ook in schikken, dat Romana een bepaalde som als kleedgeld voor haar vaststelde. Wel verklaarde zij dadelijk, dat zij met zulk een prullige som zichzelf en haar dochter niet behoorlijk kon kleeden. Tot nu toe had zij er het viervoudige voor uitgegeven. „Het gaat eenvoudig niet zei zij bui ten zichzelf. Maar hierop antwoordde Romana haar „Het moet gaan, Mama. Ik kan u niet meer toestaan." „Je wilt alleen niet", riep mevrouw buiten zich zelf van boosheid uit. „Nu goed, ik wil ook niet. Ik weet dat u met dit geld heel goed kunt uitko men, ook als u u elegant wilt kleeden. Er moeten alleen geen enorme sommen voor buitensporige zaken worden uitge geven. Ik zelf heb voor mijn kleeren nooit zooveel uitgegeven, als ik nu ter uwer beschikking stel. Men kan met nog minder heel goed gekleed zijn. In elk geval ver zoek itk u dringend niet meer uit te geven en geen schulden te maken, daar ik an ders uwe leveranciers er mee in kennis zou moeten stellen, dat ik zulke rekenin gen niet voldoe." Daar moest mevrouw Bylla zich bij neerleggen. Toen zij haar dochter dit on derhoud vertelde was die buiten zichzelf van verontwaardiging. „En dat heeft u u laten zeggen", riep zij driftig. „Wat kan ik er aan doen?" antwoordde haar moeder. „Zij heeft ons geheel in haar macht, zonder haar toeslemming ont vang ik geen stuiver uit de kas, en wan neer ik schulden maakte, zou zij haar be dreiging zeker ten uitvoer brengen". „Afschuwelijk, zooals deze gierigaard op haar geldzakken zit. Zij is toch al rijk genoeg en schraapt op onze kosten nog veel meer bijeen." „Ja, ja, dat zit in het bloed. Zij is nu eenmaal een kruideniersdochter". Moeder en dochter lieten het Romana maar al te duidelijk gevoelen, dat zij met minachting op haar neerzagen. Maar dat bracht Romana volstrekt niet in de war. Zij bleef standvastig. En on danks haar jeugd, wist zij baar wil door te zetten. Twee jaren waren verloopen sedert den dood van Heinrich Nordegg, en me vrouw Bylla en haar kinderen hadden zich, al was het dan ook met tegenzin, in hun veranderde omstandigheden geschikt. Wel is waar gebeurden er nu ook nog steeds buitensporigheden, en Romana moest voortdurend op haar hoede zijn, om weer niet het oude verkwistende leven te laten terugkeeren. Er kwamen nog telkens twis Doordat eenzelfde advertentie 3 maal geplaatst 2 maal wordt berekend, is de prijs per regel slechts 16 cent. Wanneer Uw luchtwegen verstopt zijn en gij een gevoel van be* nauwdheid krijgt, probeer dan eens Akker's Abdijsiroop dié door haar slgmoplossende werking Uw luchtwegen zal zuiveren van slijm die zich op Uw borst heeft vast* gezet. Gebniikt ook bij bronchitis, asthma, kinkhoest, hardnekkigen hoest, keelpijn de bekende Akker's verzacht zuivert geneest; Alom verkrijgbar in icokers van i 230 gram f 1.50 550 gram/2.75 en 1000 gram ƒ4.50 tegenover h t driemanschap Zinovjef, Ka- mpnef, Stallin duidelijk gedemonstreerd. Men bedenke even wat het zeggen wil, dat Trotski als leider van het roode leger heeft afgedaan. Hij is de man, die in den chaos der in verwarring terugtrekkend# troepen in den herfst van 1917, orde heeft geschapen. Hij is de man, die de troepen heeft ontwapend, de boeren naar hun haardsteden heeft teruggevoerd zonder ge weren en bajonetten, waardoor een verzet van het platteland tegen de bolsjewistische revolutie onmogelijk werd; Trotski was het, die tegelijkertijd het roode leger or ganiseerde, waarmee de revolutionaire re- geering de verschillende aanvallen vanKolts jak, Denjikin en Wrangel heeft afgeslagen. Bij het leger stond hij langen tijd in hoog aanzien en genoot hij onbeperkt ver trouwen. Maar ook daar heeft het lei dende driemanschap in Moskou door de vervanging van onderbevelhebbers zijn positie geleidelijk ondergraven. Nu is Trotski ook door het ieger verjaten. Vervolgens schrijft het blad: Het groote probleem, waar de sovjet- regeering telkens weer voor komt te staan, is hoe zij de boeren zali verzoenen mot het sovjet-regime. Aanvankelijk ondervond de revolutionaire beweging geen tegen stand op het platteland. Toen de boeren zich den grond zagen toegewezen en ver der ongeveer niets merkten van een regee ring, toen hielden zij zich stil. Maar la ter kwamen zij tot de ontdekking, dat zij zonder een centraal gezag niet leven kon den. Het begon hun aan arbeidsmateriaal te ontbreken. En toen het revolutionaire Moskou een staatsorganisatie had gescha pen, merkten de boeren, dat zij voor die organisatie belastingen moesten betalen! En hoe zware belastingen. De boer, die ongemoeid wenschte te worden gelaten, werd er op harde wijze aan herinnerd, dat een dergelijke afgetrokkenheid onmogelijk was geworden. En zijn teleurstelling richt te zichtegen de sovjet regeering. Het was Lenin, die dit conflict voor zag, lang voor het zich openbaarde. Hij was het die door de instelling der nieuwe economische politiek, die den handel be oogde te herstellen en den boeren land bouwwerktuigen en mest zou bezorgen, zichzelf lucht trachtte te verschaffen. Bij deze politiek wilde Trotski aanslui ten. Trotski is steeds „gematigder" ge weest dan de huidige leiders. De politiek der huidige leiders gaat echter lijnrecht tegen die van Lenin in. Alle handel wordt weer door den Staal gecontroleerd. En als de boer een sikkel of een zeis, een paar draadnagels of een hoefijzer noodig heeft, dan kan hij niet, zooals in den goeden ouden tijd, naar een winkel in het naaste dorp gaan, maar dan moet hij een verzoekschrift indienen bij de autoriteiten. Dat gaat via dorpsraad en vele andere raden naar Moskou en na vele maanden komen de spijkers aan of mis schien ook niet aan. Zoo vertelt een kenner van het Russi sche huishouden. Zijn beschrijving moge wat gekleurd zijn, waar is in elk geval, dat de boer van de doorgedreven centralisa tie ontzaglijken last heeft. De gevaren daarvan gevoelde Trotski levendig. De wereldscheepvaart. De jaarlijksche statistiek van Lloydd s Register toont, dat er in 1924 in het geheel 924 schepen van stapel geloopen zijn met ten en strijd voor, en men deed al het mogelijke om Romana het leven moeilijk te maken. Maar zij hield haar belofte en bezorgde de menschen die haar vijandig gezind waren een onbezorgd leven. En met geen woord verried zij hen, dat zij door haar werden onderhouden. Aan al dien strijd moest Romana den ken, terwijl zij nu voor het portret van haai' vader stond. Gemakkelijk waren deze beide laatste jaren niet voor haar geweest. Maar Romana was er niet de persoon naar om moeilijkheden te vreezen of toe te laten dat ze haar de baas werden. „U kunt rustig slapen, mijn beste va der. De vrouw, die u zoo onuitspreke lijk heeft liefgehad zal niets ontberen. Ik waak over haar. Dat is voor mij een legaat. Nu is immers alles weer goed." Zoo dacht Romana. Daarna ging zij snel naar haar kleed kamer om zich te verkleeden voor de par tij in de salons van haar stiefmoeder. In deze feestelijkheden moest Romana nu en dan toestemmen al stond zij ook niet meer toe dat er onzinnige sommen voor werden uitgegeven. HOOFDSTUK III. Doris kwam vlug om haar jonge mees teres behulpzaam te zijn. Handig hielp zij haar in de mooie witte japon van zachte zijde. Een onderzoekende blik in den spiegel. Romana bekeek zich zelf kritisch. Indien z.jj niet naast haar mooie stiefmoeder stond, wier verblindende schoonheid alles verduisterde, was zij een zeer lieftallige verschijning. Zij had een fijnbesneden ge laat, een buitengewoon frisch en teer teint, prachtige, donker-bruine vlechten, die bevallig om haar mooie hoofd waren gelegd, en boven alles mooie donkere oogen, die alleen maar altijd een beetj- te ernstig keken. Aan den mond zag men, dat die weinig had gelachen. Maar juist daarom deed een lach op dit wat strenge gelaat zoo weldadig en betooverend aan. Maar heel zelden kreeg iemand dezen lach te zien. Misschien zou hij voor me- nigen man gevaarlijker geworden zijn, dan het zoetelijk verleidelijke lachje, dat mees tal te zien was op het gelaat van Beatrix von Rhoden en dat zij van haar mooie moeder had geërfd. De oude Doris kreeg nu en dan den lach van Romana te zien. Zoo ook nu, terwijl zij als een zorgende moeder om haar heen liep en hier en daar wat ver anderde of recht trok aan haar toilet. „Zie ik er nog altijd niet feestelijk ge noeg naar je zin uit, oudje?" vroeg Ro mana. Met kritischen blik bekeek Doris haar. „Wilt u in het geheel geen sieraden aan doen, juffrouw Romana. U heeft toch zulke mooie dingen van uw moeder geërfd. Do collier van parelen zou zoo goed bij uw wi^p japon passen. „Nu, goed dan Doris, als jij vindt, dat het noodig is, zal ik de parelen, aan doen. Maar dan moet ik toch eindelijk gaan, het is al over tien. Toen Romana de feestzaal binnenkwam merkte zij dadelijk, dat daar reeds een zeef geanimeerde, uitgelaten stemming heerschte.Niemand sloeg bizonder vee. acht op haar verschijning. Alleen mevrouw Byl la wendde zich met een niet zeer vr,en- del ij ken blik tot haar. „Zoo verwaardig je je eindelijk oiu:e gasten te begroeten? Het is haast lijd, dat zij weggaan. Je bent bijna onbeleefd", zei zij fluisterend* i u. j Mijnhardfs Borsthoningslroopf 0.60 Mijnhardt's Thijmsfroop I (K75 Anga-siroop (ook bij Kinkhoest). f 1,75 - BI] Apothtter* *n Droalsfan „Het zijn toch uwe gasten, Mama, niet de mijne. Ik 'had tot nu toe te werken, anders zou ik eerder gekomen zijn". Mevrouw Bylla haalde de schouders op, „Mijn hemel, doe toch niet altijd zoo gewichtig met je werk, Hoyer kan' toch alles, zoo noodig, alleen doen. Ik vind het: zoo afschuwelijk vervelend dat je altijd achter de boeken van de firma zit." Romana bleef heel kalm. „Ja, vermake lijk is het niet, maar noodzakelijk." „Och, dwaasheid. Stel nog een klerk aan, voor honderd mark in de maand, die kan dan jouw werk doen." „Dat geloof ik niet, Mama. Maar la ten wij er niet over twisten. Ik gelioof niet, dat men mij hier gemist heeft." „Nu, een wonder zou dat niet zijn. Men vindt je eenvoudig weinig belang wekkend. Een vrouw, die niets dan getal len in het hoofd heeft, en die in plaats van een hart een rekenmachine heeft brrrdat is voor de heeren niet aan trekkelijk." „Het is ook volstrekt mijn bedoeling niet, Mama, om aantrekkelijk voor de heeren te zijn", zeide zij ejb'daard. Mevrouw Bylla die er vooral bij avond licht nog verblindend mooi uitzag, en wier geheele optreden aanduidde, dat zij het nog lang niet opgaf haar best te doen aantrekkelijk voor de heeren te zijn, keek haar stiefdochter onderzoekend aan. Zij kon niet gelooven, dat de onverschillig heid van Romana, wat dit betrof, echt was. Veeleer veronderstelde zij, dat het haar ging als de vos met de druiven, want zij werd niet omringd door vereerders, zooals Beatrix. uj (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1925 | | pagina 1