juist advies der Waterleidingmaatschappij.
Deze had een ander besluit moeten ne
men. De voorz. merkt op, dat niet de
Directie, maar de Raad beslist, en juist
de Raad wilde destijds dezen weg niet uit,
hoewel de Directeur goed had ingelicht.
Dhr. Van de Sande sluit zich bij den
voorz. aan, het is hem van nabij bekend,
dat de Raad niet wilde en toen de be
kende noodoplossing getroffen is. Dhr.
Butijn geeft als zijn oordeel te kennen,
dat de bewoners worden gedwongen hun
huis aan de waterleiding aan te sluiten
en nu zou de gemeente worden gedwon
gen om uitbreiding van het buizennet te
bekostigen. Dat moet de Maatschappij
dan maar doen. Dhr. Van de Sande en
de voorz. wijzen dhr. Butijn op de ge
meenteverordening, die hier voorschriften
geeft, waarop dhr. Butijn zegt, dat als hij
vroeger alles precies geweten had, hij er
nooit toe zou hebben meegewerkt. Met
de stem van dhr. Butijn teg-.i wordt het
voorstel aangenomen Aan M. C. Walra
ven wordt van het nieuwe bouwterrein
grond verkocht tot een breedte van 13
M. en de volle diepte. Dhr. Butijn merkt
op dat het pere. niet 43 M. diep is, zooals
adressant vraagt, maar 40 M. Op voor
stel van B. en W. wordt besloten een lan
taarn te plaatsen aan „De Haasjes".
Alleen dhr. Butijn verklaart er zich tegen,
daar hij voor zich geen behoefte heeft aan
een lantaarn. Vervolgens gaat de Raad
over in geheime zitting. Na heropening
der openbare vergadering wordt het sup
pletoir kohier der bedrijfsbelasting vast
gesteld tot een bedrag van f240,Na
dat dhr. Kalle antwoord heeft ontvangen
op een vraag betreffende de gemaakte
putten aan den Langendijk, sluit de voorz.
de vergadering.
Wemeldinge. Zondagavond vertrokken
van hier eenige personen met de sleep
boot „Adja", kapitein Hackman, naar
een op de Oosterscbelde omhoog geva
ren schip. Na den geheelen nacht daar
aan te hebben gewerkt, is het hun gelukt
bedoeld schip, dat bleek het beurtschip
van Colijnsplaat op Rotterdam te zijn, be
houden binnen te brengen.
Kloetinge. Vergadering van de vereeni-
ging van Oud-leerlingen van den Land
en Tuinbouwcursus te Kloetinge. De ver
gadering werd zeer druk bezocht, o.a.
door dhr. Stevens, Rijkslandbouwconsu-
lent en door dhr. van de Plassche, tuin-
bouwconsulent, alsmede door verschillen
de oud-leerlingen van *s Gravenpolder,
Nisse en 's Heer Abtskerke. Na opening
door den voorz. den heer Blok, werden
de notulen onveranderd vastgesteld. Op
een vraag naar aanleiding van de notulen
antwoordt dhr. Blok datde cursus in
ziekten, voorkomende bij landbouwproduc
ten niet kon door gaan wegens te geringe
deelname. Ingekomen een schrijven van
dhr. Kielstra, dat deze verhinderd was
te kounen. Hierna doet dhr. Blok eenige
interessante mededeelingen over een 1.1.
gehouden lezing van dhr. Claassen, direc
teur van het Marktwezen in Amsterdam,
over De gezamenlijke verkdop van aard
appelen. Uit het jaarverslag van den sec
retaris blijkt dat 1924 een welbesteed jaar
is geweest en het ledental van 35 tot 39
is gestegen. Een winter tuinbouwcursus is
met goed gevolg verloopen en een paar
excursies naar Goes en Antwerpen heb
ben medegewerkt tot verrijking der kennis
van de leden. Ook de vraagpuntencommis
sie heeft goed werk geleverd hetgeen
moge blijken dat ze ver buiten de vereeni-
ging naam heeft gemaakt. Alls eerelid is
benoemd geworden dhr. A. Sinke, oud
secretaris. Na het verslag van den biblio
thecaris geeft de penningmeester zijn jaar
verslag, waaruit blijkt, dat het baijg saldo
over 1923 f61,91 en een half was. Dit
jaar is een nadeelig slot van f 13,Bij
het punt verkiezing bestuursleden, a,ftre-
dend zijn de heeren C. Blomaard en A.
C. Zandee, werden deze bij acclamatie
herbenoemd. Als Hoofdbestuurslid werd
aangewezen dhr. W. N. van Liere en als
afgevaardigde naar de algemeene verga
dering dhr. J. Sinke, plaatsvervangend
de heeren de Dreu en Eversdijk. Als le
den van de vraagpuntencommissie werden
gekozen de heeren A. C. Zandee, L. van
der Linde, P. Polderman en Jansen. Op
do aanstaande Bondsvergadering zal de
rapporteur dhr. Zandee een 2-tal rappor
ten indienen over het volgend"Op wel
ke manier verbouwt men het meest reu-
dab le suikerbieten? Hoe komt het dat de
b-langstelling voor bet Middelbaar en La
ger Landbouwonderwijs in onze provin
cie eer af dan toeneemt? In hoeverre en
op welke wijze kan door hen, "die meit
vrucht landbouwonderwijs genoten hebben
h c bezoek aan landbouwwinterscholen en
cursussen worden aangemoedigd en bevor
derd. Aan de orde is een lezing van dhr.
van de Plassche over: „Het ontstaan en
c'c toekomst en den stand der fruitteelt op
Zuid-Beveland". Na een kleine inleiding
gaat hij vele jaren terug en schetst in het
kort het ontstaan van Zeeland. Hij geeft
v. er hoe de eerste bewoners eerst vee-
t.e.t, toen landbouw, daarna pas tuinbouw
beoefenden. Hij verhaalt hoe in de tijd
van dc Kruistochten uit het verre land de
plantjes naar hier werden medegebracht
als uitgangspunt de kasteelen en ldoos
iiadden. Hij zegt dat het toen meer
oort luxe was, zoodat de bewoners
zelf niet met de dure plantjes in aanra
king kwamen. De groenteteelt kwam eenigs
zins in ontwikkeling toen Middelburg en
Vlissingen groote koopvaardij steden wa
ren en waar de handelaars dan ook een
afgezet gebied hadden. Doch door ge
brek aan betere vervoermiddelen bleef een
groote ontwikkeling uit, beter ging de
fruitteelt. In 1880 kwam daarin een groo
te verandering doordat zekere Heer van
der Have van Kapelle met een groote
kweekerij begon en door zijn practisch
stelsel den bewoners hier bewees dat de
fruitteelt kon bloeien, dat het een bedrijf
was waarin men zijn bestaan kon vinden.
Voornoemde fruitkweeker breidde zijn ken
nis uit door voornamelijk uit bet Buiten
land allerlei soorten naar hier te halen,
ïn de toekomst ligt volgens spreker nog
heel wat te doen, b.v. betere wijze van
bemesten, het aantal soorten vermeerde
ren, bestrijden van ziekten, kortom men
kan nog veel meer arbeid aanwenden dan
dat op het oogenblik het geval is. De prij
zen kunnen nog veel hooger worden door
tegenmoet te komen aan de eischen die
de handel stelt. Spreker doelt voornamelijk
op het sorteeren en verpakken van de
vruchten. Spreker einidigt zijne redevoe
ring met de wensch dat de fruitteelt de
zoo dikwijls mislukte pogingen omtrent
de groenteteelt zich eenmaal in al hun
kracht zullen ontwikkelen. De voorz. dankt
dhr. van de Plassche voor zijne schitte
rende en zeer leerzame redevoering en
hoopt nog dikwijls aanspraak op iets der
gelijks te mogen maken. Hierna sluiting.
STADS-NIEUWS.
Chrispijn 8r.
Donderdag geeft Chrispijn Sr. zijn ju
bileumvoorstelling (50 jaar tooneel) in
het Schuttershof.
Hij zal daarbij optreden in „Hare Ko
ninklijke Hoogheid, de Vrouw", dat in
verschillende persbeoordeelingen, als een
geestig blijspel, in uitmuntende opvoering
wordt geprezen.
Uit de „H.P." nemen we de
Chrispijn-annecdote over.
De Koningin had indertijd in den Am-
sterdamsc'hen Stadsschouwburg een voor
stelling van Roelvink's Freuleken bijge
woond. Na afloop ontbood zij den regis
seur bij zich, onzen Louis Chrispijn Se
nior. Deze speelde zelf in het stuk den
hulpbehoevende, die den heelen avond in
een ziekenstoel zit, half in een plaid ge
wikkeld. Daarom had hij zich slechts, wat
zijn bovenste helft betrof, in het costuum
van omstreeks 1700 (met jabot, staart-
pruikje, enz.) gestoken: de rest, onder de
plaid, kwam er absoluut niet op aan. Snel,
snel moest Chrispijn naar de Koningin.
Hare Majesteit kon men niet laten wach
ten. En daar wandelde hij, langs veel pu
bliek (niemand mocht den Stadsschouw
burg verlaten vóór de Koningin) gedeelte
lijk als keurig aangedaan seigneur van 1700
zooveel, dochin een zeer verkreu
kelde hedendaagsche strecp-pantalon (een
echt afleggertje voor den stormigen win
teravond) en op bemodderde schoenen.
Lichtelijk beschaamd doch wat kon
hij er aan doen? boog hij voor de Ko
ningin. Die doorzag het heele geval met
één oogopslag. En terwijl ze haar blik
haastig over den toegetakelde liet glijden,
zei ze met een glimlach: „Ik zie, meneer
Chrispijn, dat u, als een echt acteur,
thuis is in alle tijdperken". En Chrispijn
boog andermaal, geamuseerd door deze
ilagvaardige opmerking. Zoo werd de Ko
ningin ingewijd in een der vele geheimen
van het tooneel, dat nog aanmerkelijk
meer schijn is dan menigeen vermoedt!
rar ltz-ng cm.r vïujmktsivlahij.
Maandagavond is op uitnoodïgmg van
de Loge „L' Inseparable" te Bergen op
Zoom, door prof. Mr. J. H. Carpentier
Alting een lezing gehouden over boven
staand onderwerp.
De voorz. dezer Loge, dhr. J. Welle-
man, opende den avond met een kort woord,
waarin hij er op wees, dat het niet de bedoe
ling is om proselieten te maken,daar een vrij
metselaar niet wordt geschikt gemaakt
door zijn lidmaatschap, maar als zoodanig
geboren moet zijn. Er is gebrek aan liefde
in de wereld en het doel van de vrijmetse
rs is het bevorderen van den broeder
band onder de menschen, In de groote
maatschappelijke gebeurtenissen vindt men
daarom steeds de vrijmetselaren betrok
ken. Hij gaf daarna fiat woord aan den
heer Carpentier Alting, die in aanslui
ting daarmee verklaarde hoe ook de vrij
metselaars maar gebrekkig werk leveren en
slechts streven naar het betere.
Hij betreurt het echter, dat na twee
eeuwen bestaan nog altijd misverstand en
verdachtmaking omtrent doel en wezen
der vrijmetselarij bestaan. Dat men het
voorstelt als of het een geheim genoot
schap ware, waarvan de leden onbekend
wenschen te blijven. Niets is echter minr
der waar, er is niets geheims en wij scha
men ons niet voor het lidmaatschap, al loo-
pen we er niet mee te koop. Het is meer
een familiekring, waarin men zich thuis
voelt als onder broeders.
Spr. wiist er op hoe ook1 in verschil
lende werken van kunst en muziek de
magonnieke strekking is gelegd.
Zooals b.v. in: Die Zauberflöte van
Mozart, dat zoo juist op voortreffelijke
wijze is gezongen door dhr. Dr. H. van
der Kamp met orgelbegeleiding van dhr.
Jan Morks. In deze opera wordt weerge
geven „de strijd om het licht", die zuiver
magonieke gedachte. Van Ludwig Keiler
geeft spreker iets uit zijn werk: „Der
Freisnaurer in das öffentiche Leben",
waarna hij artikel 2 der oud-a grondwet
van de vrijm. voorleest.
Drie pijlers zelgt spreker zijn er voor
de magons. i
le. Er is een hooger aanleg.
2e. Er bestaat een broederschap van
alle menschen.
3e. Er bestaat een geestelijke, zede
lijke wereldorde, waaraan wij ons moe
ten onderwerpen.
Vooral het laatste noemt hij van groot
belang. Er wordt wel eens gedacht dat
wij geen God erkennen; wij noemen God
den opperbouwmeester der gedachte, en
het hoogste ideaal, den tempel dermensch-
heid op te richten om den opperbouw
meester van het heelal daarin te d'enen.
Wat beteekemt vrijmetselarij. Dat be-
teekent o.a. vreugde verwekken en tegen
stellingen uit den weg ruimen, stoffelij-
ken nood verminderen en geestelijken hon
ger stillen.
Na de pauze behandelde spr. het ont
staan en de groei der vrijmetselarij. In
1717 den 24 Jimi werd te Londen een bij
eenkomst gehouden in het logement „Het
Ganzenbraadijzer", waarbij de toen be
staande vier loges tot een groote loge wer
den gevormd.
Door heel de oudheid loopt de draad
der vrijmetselarij. Altijd is er geweest een
kern van menschen, die gevoelden, dat er
een broederband onder de menschen be
staat, en die trachtten opvoedend te wer
ken. Niet verwonderlijk is het, dat deze
menschen die elkander vonden, door sym
boliek en gelofte een band trachten» aan
te brengen. Het prototype der vrijmetse
larij kan gevonden worden in allerlei ge
nootschappen der oudheid in alle landen.
Deze stroomingen leiddden ten slotte ook
tot de bijéénkomst in 1717 te Londen.
In 1721 verscheen het boekje Panthe-
isticon, waarin de socratici werden be
schreven. In 1724 was in Londen weer een
groote bijeenkomst. In 1756 werd in Hol
land de eerste Groote-Loge gesticht.
In de 18e eeuw ging deze beweging sterk
vooruit. Thans telt zij 4.000.000 leden
over de heele wereld verspreid, behalve
in Rusland, Hongarije en Italië, waar zij
can politieke redenen niet worden geduld.
Onder de mannen van beteekenis telt
men veel magons. Goethe, Wiel and, Her
der, Lessing e.a. waren dat. Nathan der
Weise is een magonniek werk. In Frank
rijk waren het de encyclopedisten, waar
onder vele beroemde mannen gevonden
werden, die de magonnieke gedachte voor
stonden, o. a. Voltaire, Dumarsais, Jau-
court e.a.
Lessing meende, evenals de voorzitter
in zijn openingsrede nog verkondigde, dat
er niets goeds in de wereld tot stand kwam
of er waren vrijmetselaars bij. Dit acht
hij overdreven, wel was de magonnieke
gedachte er in begrepen. Spr. zou geen
bepaalde daden weten te vermelden. Maar
als de goede gedachte maar bodem vindt,
is de bedoeling bereikt.
Daarom ook kunnen alleen goede le
den worden, die om belangelooze redenen
toetreden. Men gevoelt zich dan onder
vrienden, die door geheimzinnige banden
zijn verbonden. Dit is een onschatbaar
voorrecht.
Ook deze orde zal in den loop der
eeuwen verdwijnen, omdat alles in deze
wereld verdwijnt. Zoolang echter menschen
leven zal de gedachte blijven bestaan en
dan in een nieuwen, mooieren, misschien
volmaakten vorm weer opleven. Totdat de
Loge niet meer bij de menschen, maar de
menschen tot de orde komen, dan zal de
laatste Loge zijn ontstaan, die allen om
vat. Zooals het gedicht van Grünty zoo
mooi uitdrukt in „Die Letzte Loge" dat
daarop door de beide musici de heeren
v. d. Kamp en Morks zoo schitterend
werd vertolkt.
De voorzitter dankte het in grooten ge
tale opgekomen publiek, den redenaar en
de medewerkers voor de manier waarop
zij dezen avond hadden doen slagen.
Vkkmarkt.
Ter veemarkt van Dinsdag 20 Januari
waren aangevoerd 39 loopvarkens en 8
biggen.
GEMENGD NIEUWS.
Gevecht met een leeuw.
In de Engeische bladen leest men bij
zonderheden omtrent een niet-allledaagsch
gevecht. Uit het verhaal blijkt, hoezeer
het geval het publiek in spanning moet heb
ben gehouden. Er waren twee jonge leen
wen, in de kooi van een circus. Zij wa
ren zoo wild, dat zij tegen de tralies van
de kooi opsprongen, ze tusschen hun tan
den namen en er aan schudden tot zij
rammelden. Toen de dierentemmer, kapi
tein Darius, met twee staven gewapend,
de kooi binnenging, begonnen de leeuwen
brommend om hem heen te loopen en uit
vallen te doen naar de staven van den
temmer. Een der leeuwen trok zich in
een hoek terug, de andere daarentegen
werd hoe langer hoe wilder en deed ten
slotte een poging om over de staven heen
te komen, waarbij hij een dezer staven uit
de hand van den dierentemmer sloeg.
Toen Darius zich bukte om een stuk van
de staaf, die was gebroken op te rapen,
sprong de leeuw hem op den rug en wierp
hem op den grond. Het beest zette den
dierentemmer de tanden in den schouder
en sloeg de klauwen in zijn hoofd en
lichaam. Leeuw en dierentemmer rolden
samen gedurende een'ge minuten in hefti-
gen kamp over den grond, waarbij kapitein
Darius er in slaagde zich te bevrijden.
Gelukkig had hij de tweede staaf kunnen
vasthouden, waarmede hij den leeuw een
slag op den kop toebracht, zoodat het
beest terugdeinsde en Darius weer op
de been kon komen. De leeuw deed op
nieuw een aanval, doch de dierentemmer
ontweek dien, waarop hij zelf tot den aan
val overging en den leeuw in een hoek
dreef. Ofschoon hij had te lijden van
bloedverlies, slaagde hij er in da deur
van de kooi te bereiken en deze te ver
laten, waarna hij in elkaar zakte. De op
passers zorgden er voor dat de leeuwen
Darius niet buiten de kooi konden vol
gen. Onder de bezoekers van het circus
ontstond een paniek, waarin vrouwen en
kinderen gillend naar den litgang snelden.
Hen e n^eluk
Een 35-jarige landbouwersknecht reed
Zaterdag te Beilen met een tractor in een
sloot. De landbouwersknecht bleef met
zijn been achter een stang haperen, waar
door hij mede in de sloot viel. Door ver
stikking is de ongelukkige om het leven ge
komen. De tractor reed weer uit de sloot
en bleef onbeschadigd.
Auto-ongeluk.
Donderdagavond 10 uur is te Giessen-
Nieuwkerk een Ford-autobus, waarin 20
personen gezeten waren, die allen naar
de Chr. Geref. Kerk te Giessendam wa
ren geweest, doordat de chauffeur door
den mist misleid was, van den weg gere
den en in een sloot terecht gekomen. Die
auto werd geheel vernield. De meeste in
zittenden bekwamen slechts lichte ver
wondingen, doch een bejaard heer, zekere
H. Huijsman, van Giessen-Nieuwkerk is
aan de gevolgen overleden. Hij had een
hoofdwonde opgeloopen. Een persoon uit
Goudriaan brak enkele ribben.
ALLERLEI.
Een puzzle-ziekte.
Amerika wordt geplaagd door een puzz
le-ziekte, zegt het Hbld. De bevolking
schijnt verdeeld in een raadsel-makend
deel en een raadsel-oplossend deel. Zelfs
de kerken blijven er niet buiten. Rev,
George W. Cc. El veen, predikant bij de
Knoxville Baptisten kerk te Pittsburgh
(Pa.) trachtte volk naar zijn kerk te lok
ken door te publiceeren dat de kerkgangers
verzocht zouden worden een „cross-word-
raadsel", door den predikant gemaakt,
op te lossen. Een groot zwart bord werd
in het front van den kansel geplaatst en
Zaterdags was de dominéé druk in de
weer om het raadsel uit te werken. Na het
zoogenaamde openingsgebed des Zondags
avonds werd den kerkgangers gezegd, dat
de dominee niet zou beginnen te preeken,
vóór het raadsel opgelost was. Had men
de puzzle geordend en de noodzakelijke
woorden gevonden, dan zou dat blijken
de tekst van de prediking te zijn.
De „cross-word"-puzzle-ziekte heeft
ook de universiteiten aangetast. Prof. War
ner Fite, hoogleeraar in de philosophische
faculiteit van de Princeton-universiteit,
heeft een prijs uitgeloofd voor den stucfent,
die een raadsel kan verzinnen, geschikt
voor twee verschillende oplossingen. Zulk
een probleem, zoo verzekert prof. Fite,
zou van groote psychologische beteeke
nis zijn. Prof. R. K. Root,, hjppgleeraar
in het Engelsch, heeft besloten hef examen
werk deels uit raadsels te doen bestaan.
Mode en lichaamsgebreken. a
Ofschoon bij het ontstaan eener mode
dikwijls grilligheid of commercieele over
wegingen een voorname rol spelen, zijn
er toch ook nog wel andere gronden waar
op een mode-inrichting gebaseerd wordt.
Het gebeurt n.l. dikwijls, dat hij of zij, die
een nieuwe mode lanceert, hiermede in de
eerste plaats beoogt een of andere aesthe-
tische tekortkoming te verbergen. De doch
ters van Lodewijk XI bijvoorbeeld creëer
den de mode der lange over den grond
sleepende rokken. Deze dames hadden
van moeder natuur een paar buitenge
woon groote voeten gekregen. De gema
lin van Philips III voerde de groote tot
de kin reikende kraag in.... om haar veel
te langen hals te verbergen. De schoone
actrice Ferrohière had op het voorhoofd
een Leelijk lidteeken. Om dit te verbergen
droeg zij op het voorhoofd een langwer
pig fluweel, dat aan een zijden lint beves
tigd was, welk lint door het haar werd ge
slingerd. Deze mode vond talrijke navolg
sters. Zeer bekend is ook_ het kapsel van
Cléo de Mérode, dat de ooreni bedekt.
Volgens velen had deze overigens bijzon
der mooie vrouw mismaakte opr,$chelpen.
Kerst-rijm.
In de Groene Amsterdammer dicht
Charivarius het volgende Kerstrijm, dat
we onzen lezers niet willen ontkoudent.
Als we maar dien eenen dag
wat minder kwalijk namen
Wat er haastig was gezegd,
of wat er was misdaan.
Als Wij op dien eenen dag
weer tot elkander kwamen,
Na mat booze blikken
uit elkaar te zijn gegaan,
A.i wij maar dien eenen dag
eens zonder kwaad te spreken,
Zond.r zuren achterklap,
gezellig konden zijn,
Als wij maar dien eenen dag
voor andren vroolijk keken,
Om ze njet te drukken
dodr' onz' eigen zorg of pijn.
Als we maar dien eenen dag
wat zacbter in ons oordeel
Zochten naar het beste
in d.n zwakken evenmensch,
Als we maar dien eenen dag,
ook tegen eigen voordeel,
Ons eens wilden schikken
naar ten anders dierbren wensch
Als we maar dien eenen dag
volkomen eerlijk waren.
Zonder kleine leugentjes,
gezegd of ongezegd,
Als. we maar dien eenen dag
ons moedig durfden scharen
Ook al dee 'tons nadeel,
aan de zijde van het recht.
Als we maar dien eenen dag
eens onze geestigheden
Voor ons hielden, om geen
-onverdiende wond te slaan,
Als we maar dien eenen dag
eens doodeenvoudig deden,
Zonder ons op onze deugden
voor te laten staan.
Als wij dezen eenen dag
wat warmte konden geven
Aanhef kil en vreugdeloos bestaan
van deez' of geen.
Als wij dezen eenen dag
eens lang en prettig schreven
Aan den verren vriend,
die daar zoo zielig zit, alleen,
Als we maar dien eenen dag
op honderden manieren
Odh je weet wel! deden
walt ons beter-ik gebood.
Zouden wij den Kerstdag
dan niet Christelijker vieren
Dan met kaarsjes en met huls,
kalkoen en krentebrood?
l'OoUliliveu.
Een treffend voorbeeld v*n het instinct
van postduiven om bon oude til te kannen
vinden wordt vermeld in de Engelscbe
blsden. Twee zu'ke duiven waren door
een bonder te Newtonmote Imvernessbire
(in het noorden van Schotland) verkocht
aan iemand in Essex (zuidoosten van Enge
land). Toen de man in Engeland na da
duiven een paar dagen in het hok te
hebben gehouden, de vogels losliet, iu de
verwachting dat zij weer bij hem terug
zonden kdhren, bleek dat zij niet terug
kwamen. Vier dagen later waren zjj te
Inverness terug. De reis bad hun blijkbaar
groote moeite gekost, want zjj kwamen iu
een staat van groote uitputting in Inver
ness san.
MARKTBERICHT.
GOES, 20 Jan. 1925.
Aanvoer groot, handel slepende. Erwten
belangrijk lager.
.N euwe Tarwe f 10.50 a t 17,50
Nieuwe Rogge f af
Wintergerst 1 at
I Goudgerst i 14,50 a 115,50
Haver>v f 10 50 a 112
Kookertvten f 15.— a f 17,50
Krooneiwten f 15,— a f 18
iirnina Boonen 1 18,— at 25 25
Maanzaad 1 45,al
Karwjjzaad f 38, af
Koolzaad 1 af
Eieren per 100 stuks f7,
Boter per kilo f 2,20 a f 0.
Middenprjjs eieren per 25 stuks f 1,75
IMiddenprjjB boter per ïfc kilo f 1,10 a O.
Eieren aan particulieren verkocht 3 i/t et.
Boter aan particulieren 11,20 a 10,
Middenprjjs afwjjkende boter f 0,p. p.
Fabriek sbot er 54 pond a 125
Aanvoer 200 pond boter
Eieren 125 stnks
Roomboter aan particulieren 10,
Poeleieren 0 stnks i 5 ct.
Eendeieren 0 stnks k 0 ct.
Kalkoeneieren 0 stnks 0 a 0 ct.
Afwjjkende boter 0 pond k 0 ct.
Ganseieren 0 stnks 0 ct.
tü.renverkoop
Onderaideeling Zuid-Beveland V. P Z.
Aangevoerde eieren 11000 stnks.
Prjjs 16,70 per 100 stnks.
ROTTERDAM, 20 Jan. 1925.
Tpr veemarkt waren beden aangevoerd
230 paarden, 11 venlens, 0 ezel, 1055
magere runderen, 632 vette runderen,
230 vette kalveren, 101 graskalveren, 527
nnebtere kalveren, 107 sohapen of
lammer an, 0 varkens, 85 biggen, 9
bokken of geiten, 65 overloopers.
Prjjzen per ty, kilokoeien van
3547 Vs5057 V,60 et. ossen van
50—54—58 ct. stieren van 40
45—50 ct. kalveren van 70—82 i/i
102 i/t ct.
Prjjzen per stuk van mager veemelkj
koeien 1300—400—5C0, stieren 1120
450, graskalveren i 65-125, paarden
f 250—350, slachtpaarden 1 10 J— 2C0,
hitten f 130—300, venlens 1 80-120
fok nuchtere kalveren f25—40 slacht
nnebtere kalveren f 16—22, kalikoeien
f 375—490, pinken 1130—180, vaarzen
f 170—280. biggen f9—16, biggen per
,50 ft 2,overloopers f 2034.