RH EU NA'
Mffnharcft's Kee/pi/n-tab/etten SOc
N°. 5.
Vrijdag 9 Januari 1925.
Ii2e Jaargang.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel
FEUILLETON
Als ik koning was!
Eene week van macht.
3Ögat-t&b(ettei
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 (ent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naaml. Venn. „Goesche Courant'*
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN.
van 15 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f2,40.
Bewijsnummers 5 cent.
Advertentiën worden aangenomen
tot 12 uur voormiddag.
BEZIT EN LIEFDE.
Wanneer men zoo eens in de wereld
rondkijkt, loopt men gevaar tot de conclu
sie te komen, dat alles draait om Ihet eene
woordje „bezit". i
Men aanschouwt den harden en venij-
nigen strijd van talloozen, niet zoozeer
ter verkrijging van datgene wat voor ieder
als zijn noodzakelijke levensbehoeften
zoowel geestelijk als lichamelijk kan
worden aangemerkt, doch eerder tot uit
breiding daarvan, tot verwerving en ver-
grooting van zijin bezit. Steeds meer be
geert men en de illusie der meeste men-
schen is eenige sporten te steigen op den
maatschappelijken ladder, waarvan de
sporten ongeveer duizend gulden van el
kaar verwijderd zijn.
Het doel van het leven is „bezit",
dien indruk zou men gemakkelijk kunnen
krijgen, wanneer men den feilen kamp
ziet, waarin de medemenschen niet wor
den gespaard en waarin maar al te vaak
slimmigheid en onoprechtheid, aplomb en
wreedheid den boventoon voeren.
Ja, het uiterlijk der wereld is wel ge
schikt om de menschen op een dwaal*
spoor te brengen. i
Op een dwaalspoor? zal menigeen vra
gen.
Ja, op een dwaalspoor.
Immers hoe los zijn wij van ons bezit.
Nu zal men denken: Dat is niet juist,
dat strooks niet met het hierboven ver
melde, waaruit blijkt hoe vast de mensch
aan zijn bezit is geklemd.
En tochhet is allerminst onze be
doeling om paradoxaal te zijn.
Hoe los is men van zijn bezit.
Wanneer tegenover het bezit de liefde
gesteld wordt.
Daar wordt in het bekende boek van
Selma Lagerlöf,: „Gösta Berling", een
rijke landgoedbezitter geschilderd, Mel
chior Sinclaire. Een man, zooals men
dat pleegt te noemen „rijk gezegend met
aardsche goederen. Een man die geniet
van het vette der aarde, die houdt van
lekker eten en drinken, van nachtelijke
feesten en van vroolijke sledevaarten, met
rinkelende bellen. In 't kort een man, die
zijin bezit op hoogen prijs stelt.
Deze Melchior houdt zielsveel van zijn
eenige dochter, de schoone Marianne. Zij
Besteedt steeds Uw geld op de
juiste manier.
Onze Portwijnen zijn bijzonder fijn
van smaak en zeer concurreerend
van prijs.
Waarom heeft U ze flog niet geproefd
Fa. J.A. L. G. Witte, Goes.
47
OF.
NAAR HET ENGEI.SCH
door
Justin Huntly Mc. Carthy.
„Bij Sint Denis", bromde hij, „onze
vrouwen schijnen de beste mannen te zijn!
Fier opgericht stond Katharina daar
en zag den koning vast aan.
Moeder Villon, diep ontroerd door de
ze tusschenkomst des hemels, liet haar
zoon los, zonk voor de voeten der engel
achtige dame neer en kuste den zoom van
haar gewaad.
Katharina verklaarde moedig: „Maje
steit, ik bemin dezen man en zou er trotsch
op zijn, voor hem te mogen sterven. Het
mag u genoegen verschaffen hem te zien
hangen, maar uwe koninklijke^eer gedoogt
niet, dat gij mijn verzoek niet toestaat.
Uw woord is gegeven en het woord eens
konings moet gehouden worden."
De koning maakte eene ongeduldige be
weging: „Wij spreken tot mannen."
Villon vatte dit woord op.
„En ik spreek tot eene vrouw", riep
hij cn liet zijne oogen vol hartstochtelijke
liefde op haar rusten. „Katharina", riep
hij haar toe, „mijne Katharina, de dood
is licht te overwinnen, want de liefde is
onsterfelijk, cn je hebt mij meer geschon
ken dan het leven."
Met koele stem hield Katharina vol:
„Majesteit, ik eisch de vervulling uwer
belofte.'
Opnieuw wees Lodewijk haar af: „Wij
is zijn oogappel, zijn heilige. Maar Mari
anne heeft in het openbaar den afgezet-
ten predikant Gösta Berling gekust. De
heilige is van haar voetstuk gevallen. De
liefde van Melchior is doodelijk getrof
fen. Hij heeft zijn dochter verloren, Mari
anne is zijn kind niet meer!
En plotseling kan zijn bezd hem totaal
niets meer schelen. Ja, hij haat het, hij
haat het omdat het hem herinnert aan
zijn dochter.
En hij besluit alles te verkoopen, zijn
geliefde bezit moet bezoedeld worden
door vreemde handen.
Als een bezetene, als een engel der ver
woesting raast hij door zijn rijke huis.
„EIij drong in Marianne's kamer door.
Daar waren haar poppen kamer en haar
boekenplank, de kleine stoel, die hij voor
haar had laten maken, haar juweelen en
haar klecrcn, haar sofa en haar beddat
moest alles weg. i
Daarna ging hij van de eene kamer
naar de andere. Hij rukte alles wat hem
mishaagde, naar zich toe en droeg zware
lasten naar beneden, naar de zaal, waar
de verkooping werd gehouden.
Hij steende onder de zware sofa's en
marmeren tafels, maar hij hield vol. Hij
maakte de kasten open en haalde er het
prachtige familiezilver uit. Weg er mee!
Marianne had het aangeraakt.
Hij nam armen vol met sneeuwwit da
mast, sterk, zelf-geweven werk, de vruch
ten van de vlijt van vele jaren, en slingerde
alles op een hoop. Weg ermee!
Hij stormde door de kamers met stapels
van porselein, zonder zich eromi te be
kommeren dat hij borden brak bij dozijnen.
En hij greep de oude servies-koppen, waar
in het familie-wapen was gebakken. Weg
ermee. Nemen mag ze wie maar wil. Hij
wentelde bergen van bedden naar beneden,
hoofdkussens en vcerenbedden, zoo week,
dat men er in wegzonk als in een golf.
Weg ermee!
Marianne had erop geslapen!"
Het liefste zou hij alles met een voor
hamer in stukken geslagen en verwoest
hebben.
Hoe haat die Melchior Sinclaire zijn
bezit.
Hoe nietig zijn alle aardsche goede
ren in vergelijking met een geliefd!
mensch. Die beteekenis van het bezit ver
dwijnt tegenover de liefde.
Deze wetenschap leest men niet af
van het gelaat van de wereld.
Niet alle dagen worden er dergelijke
verknopingen gehouden. De menschen ver
bergen in den regel hun leed in hun bin
nenste cn toonen zich naar buiten vroolijk
en flink en zakenmenschen.
En toch juist uit het leed is zoo ont
zaglijk veel te leeren.
Daarom is hot goed niet alleen het
spreken tot mannen. Tristam doe je plicht!"
Op dat oogenblik veranderde het too-
neeL Villon had zich onverwachts losge
rukt en vloog naar Katharina toe. Dit
deed nieuwen moed en nieuw medelijden
ontvlammen in de harten zijner aanhan
gers en terstond was hij omringd door
eene menigte gewapende, vastbesloten mam-
nen, die de Schotsche boogschutters terug
dreven. Villon rukte René van Montigny
het blanke zwaard uit de hand, zwaaide
het hoog en riep: „Neen, nog is de kaars
niet opgebrand. Gij burgers van Parijs!
Zal ik niet met mijne geliefde mogen spre
ken, eer ik sterf.?"
Het geheele plein geleek een gekken
huis. Woeste kreten en uitroepen klon
ken dooreen. De schutters waagden geene
poging om den gevangene weer in hunne
macht tc krijgen, maar bleven op hun
post. Met getrokken zwaard stond Vil
lon naast Katharina, bereid de mannen
achter hem op.zijne tegenstanders te la
ten bestormen. Ondanks alles bleef de
koning zoo rustig, alsof hij een mario
nettenspel bijwoonde. Met zijne schrale,
eentonige stem beval hij: „Je moogt met
haar spreken, zoolang de kaars brandt,
geen seconde langer!"
Terstond weken Viilon's verdedigers
achteruit, en nu stond hij met Katharina
alleen in de open ruimte.
Katharina fluisterde hem toe: „Fran
cois, wil je je leven niet uit mijne handen
nemen?"
Teeder antwoordde hij: „Lief kind,
geloof je, dat ik je ook maar eene se
conde zou overleven, indien de gekroon
de Judas daarginds je aan je woord had
gehouden?"
„Ben je vast besloten?" vroeg zij.
Glimlachend antwoordde hij„Niets
uiterlijke leven te bekijken het inner
lijke blijft ons veelal verborgen en niet
alleen daar zijin kannis op te doen, maar
ook te overdenken de gedachten, door
kunstenaars en geleerden neergelegd in
hun werken. En vooral, te schouwen in ei
gen ziel en in de ziel van hein, die ons
het naast staan.
BUITENLAND.
Ersatz.
De „Daily Telegraph geeft een over
zicht van de verschillende garantie-plan
nen ter vervanging van het protocol van
Genève, die op hot oogenblik bestudeerd
worden in den boezem van het kabinet, in
overleg met de commissie voor de rijks-
verdediging cn andere deskundigen.
Het zijn: le. een EngeJsch-Fransch
defensief bondgenootschap en van een
daarmee samenhangend Engelsch-Belgisch
pact. 2e. een eenvoudige Britsche waar
borg voor het gebied van België tegen een
onuitgelokten aanval; 3e. een viervoudig
pact tusschen Engeland, Frankrijk, Bel
gië en Duitsckland, waarbij deze vier
mogendheden elkaar wederkeerig de on
schendbaarheid van de gedemilitariseerde
zone van het Rijnland waarborgen.
De dominions leggen echter, in ver
band met de Stille Zee, meer belangstel
ling aan den dag voor de nieuwe conferen
tie die Coolidge te Washington bijeen
zou willen roepen.
Wanneer deze plannen werkelijkheid
zouden worden en het protocol van Ge
nève hierdoor van de baan zou geraken,
zou dit o.i. vrijwel het faillissement van
den Volkenbond beteekencn, daar de af
zonderlijke verdragen, die reeds zooveel
ellende over de wereld hebben gebracht,
dan weer hoogtij vieren, instede van de
algemeen geldende bepalingen van 'het Vol
kenbondsverdrag. i
Het wil ons voorkomen dat bovenge
noemde ersatz-plannen, doortrokken zijn
van den oorlogsgeest en dat een verminde
ring der bewapening niet in de lijn ligt
van dergelijke plannen.
De conferentie te Parijs.
Woensdag is te Parijs een financieel©
conferentie aangevangen van de geallieerde
minister van financiën.
Op hiaar program staat in de eerste
plaats de verdeeling van de opbrengst uit
de Roer-actie. Frankrijk en België willen
hun bezettingskosten aftrekken, voor d©
opbrengst op de herstelrekening overge
boekt wordt. Engeland is daartegen, omdat
het anders de wettigheid van die actie zou
erkennen. Maar dit gewetensbezwaar is,
niet aanwezig ten aanzien van het bedrag
van de bruto opbrengst, waarvan het wel
zijn aandeel verlangt. Voorts verluidt dat
kan mijn wil buigen."
Huiverend wierp zij een blik over haar
schouder. Geliefde, Se kaars flikkert in
den wind. In je gordel steekt een dolk.
Dood mij en jezelf."
„Is dat je ernst?" steunde hij.
„Ja".
Eene reddende, wonderbare gedachte
vloog Villon door het hoofd. Hij had
liefde gewonnen en mocht niet hopen,
ook het leven te winnen, ma|ar hiji kon
het mogelijk maken,, den dood van een
krijgsman en niet dien van een schurk te
sterven.
Haastig fluisterde hij haar toe: „Dan
willen wij den ouden Lodewijk de grap
nog bederven. Geliefde, ben je bereid,
hier aan den voet der galg mijne vrouw!
te worden?"
„Van harte gaarne".
Terstond liet hij haar alleen staan en
trad voor den troon.
„Koning, al stel ik uw geduld ook bij
zonder op de proef, de voltrekking van uw
vonnis moet worden uitgesteld, want ik
begeer deze dame te huwen."
Lodewijk glimlachte hoonend.
„Het is te laat, vriend! Zing nog een
lied ter eer© van de galg, en miaak etr
dan een einde aan, want j© strop is te wijd
voor een trouwring." I
Villon beantwoordde des konings glim-
lach.
„Majesteit", zeide hij, „ik ben meester
der schoone kunsten aan de universiteit
van Parijs en heb als zoodanig het recht,
extremis elk sacrament der kerk te
verlangen. Tot dusver heb ik als vrijge
zel geleefd, maar nu wil ik van staat
veranderen. Laat een priester voor mij
halen, koning Lodewijk. I
Olivier fluisterde den koning toe: „Hij
Italië en Zukl-S'avië een verdeeling van
de schadevergoeding wenschen, die hun
wat meer oplevert, terwijl Amerika gelijk
men weet, ofschoon geen partij in het
tractaat van Versailles, ook om zijn por
tie komt en eenige „waarnemers" ter con
ferentie afgevaardigd heeft, om voor zijn
belangen te waken. Dit opent het vooruit
zicht op een herziening van de eenmaal
vastgesteld© percentages, een gegrabbelom
den buit, waarbij elk land voor zichzelf
het meest zal trachten te halen. Als derde
punt komt de kwestie van den Belgischen
voorrang aan de orde, aan welken som
mige geallieerden thans een einde gemaakt
willen zien. Tien jaar lang edelmoedig
heid tegenover een kleine natie, die on
schuldig in den oorlog bel rokken is, schijnt
de uiterste termijn, schrijft sarcastisch
de „N. R. Crt.".
Tot voorzitter dezer „netelige" con
ferentie is de Fransohe minister van fi
nanciën Clementel gekozen.
De bewapenings-wedloop.
In de commissie van het Amerikaansche
Huis van Afgevaardigden tot onderzoek
van de luchtvaartindustrie heeft Weeks,
de minister van oorlog, toegegeven dat de
wedloop in bewapening een wedloop in
luchtvaartbewapening was geworden, en
meegedeeld, dat het geld, uitgetrokken
voor de legervluc'htdienst, onvoldoende is
voor het onderhouden van een voldoende
luchtmacht, hoewel de 16 miljoen dollar,
die op de oorlogsbegrooting zijn geplaatst,
de hoogste som is ooit voor dit dool be
stemd. Weeks beval het inrichten van een
luchtkoopvaardij aan, zelfs al zou dat moe
ten geschieden met subsidie, als een van de
beste middelen voor het vormen van een
voldoende reserve.
De Keulsche zone-kwestie.
Het Duitsche antwoord aan de gealli
eerden wijst er op, dat het achterwege
blijven van de ontruiming van de Keulsche
zóne een ernstige klap is voor het gevoe
len van het Duitsche volk en den bodem
inslaat aan zijn hoop, dat het zich thans
eindelijk tot een consolidatie van zijn be
trekkingen en een rustig samenwerken met
andere volken zetten kon. De Duitsche
regeering vraagt ten spoedigste nader©
meedeelingen. Zij zal dan niet dralen over
de door de geallieerden gewraakte punten
opheldering te verschaffen. Het antwoord
stelt verder vast, dat de poging om het uit
stel van de ontruiming te motiveeren met
den stand van Duitschlands bewapening
als mislukt beschouwd moet worden. De
Duitsche regeering teekent tegen de han
delwijze van de geallieerden beslist ver
zet aan.
Apen als uitvoerartikel.
Indië heeft een nieuw uitvoerartikel ont-
spreekt de waarheid. Hij kan aanspraak
maken op dit recht." i
Vol belangstelling boog de koning zich
voorover: „Wat hoop je daardoor te w
nen
Rustig antwoordde Villon: „Hetrecht
als een krijgsman door het zwaard, niet
als een misdadiger door den strop te ster
ven."
Een goedkeurend gemompel liep door
de zwijgende menigte, maar het stierf
weg, toen Katharina plotseling te voor
schijn trad en de witte gedaante, schoon
als eene lelie, tusschen den Koning en
Villon stond en zeide: „O, neen, je wint
nog veel meer. Ik ben de edele dame Ka
tharina van Vaucelles, bloedverwante van
het koninklijk huis, bezitster van honderd
landgoederen, gebiedster van het district
van Poitou. In mijn eigen gebied evenwel
spreek ik zelve recht over leven en dood.
Deze man is van lage geboorte, en wan
neer ik hem hufw, wordt hij mijn vazal. 'Bij
mijne vazallen echter heb ik het recht
over leven en dood te beslissen
Villon zonk naast zijne dame op de
knieën. Vergenoegd als iemand, die een
goede to oneelvo or stelling toejuicht, klapte
Lodewijk in de handen.
„Gij zijt eene moedige geliefd© en hebt
een scherp verstand en een vluggen geest.
Maar wanneer gij dezen man huwt, daalt
gij tot zijn stand neer. Gij verliest uwfa
hooge titels, uwe groote bezittingen ver
vallen aan de kroon en gij moet met elkaar
in d© verbanning gaan de bedelaarster
met den bedelaar.'
Katharina wendde zich tot Villon, die
nog altijd naast haar knielde: „Dat is een
geringe prijs voor den man mijner (liefde
Villon zag haar in de oogen en vroeg:
„Vind je mij zooveel waard, Katharina?
maakt. het Je ven tot een
last: het vastgezette urine-
Vüurjn Uwe gewrichten be
zorgt ,U'ondragelijkev pijnen,
Verdrijft i ze,^lost' het ^urine
zuur op, geneest.^Geen ander
middel is 'half ïzoo goéd als
w Bi|Apptb.eoDfOfl.(Q^60cBf2.
dekt, zegt de correspondent van de Times
te Bombay. Honderden apen werden ge
ëxporteerd ten behoeve van de behande
ling met apenklieren in Duitsckland en
Engeland. De nieuwe handel is onlangs
begonnen en neemt snel toe. Kort geleden
zijn met een Duitsch stoomschip 500 apen
verscheept, en er wachten nu weer hon
derd op verscheping. De apen komen voor
namelijk uit het district Lucknow.
Een Indisch blad oefent kritiek erop,
dat de dieren verzonden worden in be
krompen houten kratten.
BINNENLAND.
De naamloos c, vennootschap
hde Hcogstraal
Er is m de Nederland sche pers reeds
heel wat geschreven over de door minis
ter Colijn opgerichte naamlooze vennoot
schap „de Hoogstraat". In enkele arti
kelen in de groote pers werd bedektclijk
te kennen gegeven dat deze vennootschap
door minister Colijn zou zijn opgericht
met het vooropgezette doel op deze wijze
belasting te kunnen ontduiken.
In een redevoering te 's Gravenhage
gehouden is minister Colijn tegen deze
beschuldigingen opgekomen.
De „N. R. Crt." is evenwel voor deze
verklaring van minister Colijn niet op
zijde gegaan en heeft over deze kwestie
nog een scherp artikel geschreven, waar
aan wij het volgende ontleenen:
Inplaats van zich te hullen in den man
tel des zedemeesters en onverdiende be
schuldigingen tegen ongenoemden te uiten,
zou de minister van financiën nu einde
lijk eens moeten verklaren, waarom hij
dezen vorm heeft gekozen voor de exploi
tatie van zijn nu nóg zijn - landgoed,
en waarom hij dat niet als gewoon firmant
of desnoods als stille vennoot heeft kun
nen doen.
Wanneer geen misbruik bedoeld is, zoo
zal de rechter overwegen, dat dan de
kosten der oprichting weggegooid geld
zijn en in de toekomst veelal meer belas
ting zal moeten worden betaald (immers
ook dividendbelasting) dan anders het ge
val zou zijn. Dit is het zonderlinge, waarop
wij en anderen met ons zijn gestuit en dat tot
onze verwondering nog steeds niet is op
gehelderd.
Dat het ingediende wetsontwerp terug
werkende kracht zou hebben tot 1 Mei
1924 en dat het daarom, zooals de mmis-
Het is een groote prijs voor zullk een
armzalig man".
Zij herhaalde hare vorige woorden:
„Het is een geringe prijs voor den man
mijner liefde." j
„Ondertusschen was een soldaat onbe
merkt tot aan de tribune doorgedrongen,
die Noël le Jolys eenige woorden toe
fluisterde, welke deze aan Olivier over
bracht. Toen Olivier dat bericht vernam,
werd hij doodsbleek. Villon nam Kalha
rina bij de hand. „Neen, Katharina, neen!
De wereld is groot en onze harten zijn
licht. Want er is voor mij eene ster uk
den hemel gevallen, die de aarde met zijn
glans vervult!"
Deze woorden werkten op don koning
als een orakelspreuk. Roerloos, met sid
derende vingers bleef hij staan en her
haalde stamelend deze woorden.
Olivier trok hem bij den mantel en
fluisterde hem met bevende lippen toe:
Allergenadigste heer, deze geschiedenis
verspreidt zich als een loopend vuurtje
door geheel Parijs en elke steeg spuwt
nieuwe massa's oproerig gespuis uit."
Lodewijk schoof hem ter zijde. „Wrijf
je bleeke wangen weer rood zeide hij,
„want alles is goed. Het lot zelf heeft
gesproken."
Toen boog hij zich over dc balustra
de, stak zijne hand uit naar de menigte
cn riep: „Burgers van Parijs, dezen man
wordt zijn leven, deze dame haar beminde
geschonken. Ik heb het hart van een man
beproefd en het echt goud bevonden; ik
heb de ziel eener vrouw beproefd en haar
engelachtig gevonden. Eclite man en echte
vrouw, omhelst elkander!"
En Katharina en Villon volgden het
gebod des konings op.
EINDE.