Iile Jaargang. NV 151. Dinsdag 4 November 1924. FEUILLETON Als ik koning was Eene week van macht. ABONNEMENT Prijs per,kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naaml. Venn. „Goesche Courant" COURANT J ••o.a.W -:v en Klceuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN. van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f2,40. Bewijsnummers 5 cent. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. IN HET POLITIEKE DRIJFZAND. Onder dit opschrift schrijft in de „N. R. Crt." de overzichtschrijver van dc gemeenteraadsvergaderingen te Rotter dam, een ontboezeming, waarin rake op merkingen gemaakt worden, welke niet alleen door de Rotterdamsdhe raadsle den in hun zak kunnen worden gestoken, doch in breeder kring dienen te worden geëmpocheerd. Ook dc heeren op het Haagschc Bin nenhof vinden hier ongetwijfeld passende schoenen bij. Is dc schuld bij ons? Of ligt het aan den raad en zijn college? Zijn wij het, die zuur, vervelend, oud of chagrijnig worden? Vanwaar die floersen voor de oogen? Plaagt ons wellicht de jicht en slaan wij met hot grijs aards tok ske. naar linksen rechts? Of steken ons kapitalistenzorgen over lage fondisenkoerscn en hooge pro gressieve belastingen,? Waar is de zon, waar is do lach ge bleven? Vernuft en boert, waar doken zij weg? Goede, oude makkers, wilt gij van ons niet meer weten? Hoe lang hoorden wij niet een pittig, monter woord? Liet gij ons aan het holle geschreeuw en den smaad, aan die vulgaire rekels van kroe gen en achterbuurten over? Waarheen zijn ook de kennis en de ernst gevlucht? Waarheen de overtuiging, die pal stond of viel? Waar zijn de grondig voorbereide voorstellen van wel eer met meeningen van stavast? Waar is nog het meesterschap in het vak van ons openbaar bestuur tc zoeken? Schuw is men voor inlichtingen van zijn ambte naren aan de pers, d:e eerder dan aan deze geheimzinnigheid en vrees voor kri tiek, behoefte had aan een objectief voor lichtingsbureau, als men nu in Den Haag voor nicer kleine zaken ten dienste van hst publiek heeft. Waar is de man, die de draadjes samen houdt? Waar de par tij, die weet wat zij wil? Op welken wind zeilt nu de raad, nu de windstootcn uit alle hoeken komen? Vriend met vrien del ijken geest, ver tel het eensHoe kelderde dc qualiteit van alles zoo diiep, dat ook dc goeden in den raad er stil van worden en velen, uit alle partijen zonder uitzondering, er tegen mor ren? Wie ziet licht in de dingen, die ons te wachten staan? W:e ziet een, uit weg uit het slop van moeilijkheden met financiën cn looncn? Waar zijn de men- schen, die ons helpen kunnen? Met lood- zwaren druk ligt die beklemming op den raad. De raadsvergaderingen slepen zich de een na dc andere voort met discussies, waar men landerig van blijft. DE TARIEFWET. Dr. E. v. Raalte schrijft in de „Mid denslandsbond Doch wat m.i. wel nog eens gezegd 21 OF." NAAR HET ENGELSCH door Justin Huntly Mc. Carthy. Mijn gevecht met Thibaut van Aussigny de koning, die op het laatste oogenblik kwam opduiken deze bedienden de ze tuin niets dan. droomen, droomen. Ik zal weldra ontwaken en het vreeselijk koud hebben, vreeselijk honger hebben en er vreeselijk slecht aan toe zijn. Intus- schen is dit nat toch zeer drinkbaar". Hij wilde zich juist weer een beker wijn inschenken, toen eene schaduw voor zijne voeten viel en Olivier le Daim naast hem stond, die met een zeer eerbiedig gezicht den betooverden dichter aansprak: „Uwe genade neme het mij niet kwalijk, maar het is de wensch des konings, dat gij nu over verschillende gevangenen het vonnis zult vellen". Villon staarde hem aan. „Ik? En hier?" „Zoo is het des konings wensch en wil." „Wat voor gevangenen?" „Zekere schelmen en vagebonden, man nen en vrouwen, die men gisternacht bij eene vechtpartij in dc kroeg „den Dennen appel" heeft gevangen genomen. Peinzend streelde Villon zich de kin. Eene gedachte scheen in zijn verward hoofd te ontstaan. Hier was eene mogelijk mag worden, is dat uit 'n bezuinigings oogpunt de behandeling der Tariefwet en hare aanneming op dit moment zeer te betreuren is. Immers, de groote kunst in het leven, zoowel van den particulier als van den Staat (hetzelfde geldt voor provincie en gemeente), is, de tering naar de nering te zotten. Wij hebben te groot geleefd. Ons in komen is achteruitgegaan. Welaan, daarin is alle grond gelegen, om duchtig te gaan bezuinigen. In plaats van sparen, wat zelfs voor de gemeenschap nog niet zoo kwaad is een reservefonds voor slech te tijden, (dat de mogelijkheid opent de belastingen te doen dalen en deze, ook als 't eens wat moeilijker wordt, laag te kunnen houden, dank zij de in de goede jaren gemaakte reserve) verdient toch alle aanbeveling smeten we met het geld, leefden verre boven onzen stand. Vandaar de noodzakelijkheid om te be zuinigen. Edoch, de Regeering laat thans achterwege te zien hoe ze eerst op dat gebied nog meer saneeren kan, maar tracht de begrooting in orde te brengen door nieuwe lasten van de burgerij, in den vorm van 'n verhoogd tarief, te eischcn. BUITENLAND. De Engelsche verkiezingen. Zooals we reeds gemeld hebben heeft de uitslag der Engelsche verkiezingen aan de conservatieven een flinke meerderheid in het parlement gebracht. Dc arbeiders partij ging eene flink stuk achteruit, ter wijl de liberalen van 158 zetels tot een 40-tal terugvielen. De oorzaken dezer liberale debacle zijn niet ver te zoeken. In hoofdzaak is deze tc wijten aan de buitengewone vrees voorhet communisme. Daardoor moest voorkomen worden dat de candida- ten der arbeiderspartij, die immers met Sovjet-Rusland wilde aanpappen, een kans kregen. En dus stemde men in de vele districten waar een conservatiefeen liberaal en een arbeider tegenover elkaar stonden, maar op den conservatief. Om toch vooral tc verhoeden, dat de arbeider succes zou boeken, door stemmen versnip pering. Het constante kiezerscorps der soc.- dem. heeft deze partij verder voor een grooter nederlaag behoed. Dan hadden de liberalen veler onte vredenheid opgewekt door de welwillende houding die zij meermalen' tegenover dc Labour-regeering hadden aangenomen. Nu moet wiet vergeten worden dat de regeering Mac Donald zich in vele opzichten buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt. Mac Donald is er de indirecte oor zaak van dat Frankrijk het bezette Duit- sche gebied heeft vrijgelaten en op de jongste conferentie tc Genève is 'het voor namelijk aan hem te danken dat zulke be langrijke vorderingen gemaakt zijn op den weg naar de wereldvrede. beid, om den waren samenhang der dingen vast te stellen. Nieuwsgierig boog hij zich voorover en vroeg den luisterenden barbier fluisterend: Zeg mij, is Francois Villon, de dichter en vagebond, de deugniet en schelm ook onder hen.?" Olivier glimlachte met het gelaat van iemand, die gewoon is op de luim van groote heeren in te gaan. „Het behaagt uwe excellentie te schert sen. Zal ik de gevangenen laten komen?" „Kan ik met hen handelen, zooals ik wil?" „Geheel zooals gij wenscht. Zoo is de wil des konings". Berustend in dien nieuwen vreemden staat van zaken leunde Villon achterover. Hij had reeds vele zonderlinge droomen gedroomd, maar nog nooit een zoo zon derlingen als nu. „Een dief is de beste dievenvanger", philosopbeerde hij bij zich zelf. „Goed, brengt ze dan maar voor mij!" Met eene buiging verdween Olivier in de rozenJaan, door welke 'hij was gekomen. Toen hij weg was, sloeg Francois zich dreunend tegen het voorhoofd, als hoop te hij, op die wijze weer zijne vijf zinnen meester te worden. „Ach, mijn arm hoofd!" steunde hij. „Waak ik? Slaap ik? Welk een verwar ring!" Een gevoel van afkeer tegen den eer biedigen ondergeschikte steeg in hem op. „Die verwenschte kerel in het zwart is zoo ontzettend plechtig. Ik wilde wel eens weten, of ik hem kon laten opknoo- pen hij heeft zulk eene echte galge tronie". Nauwelijks had hij deze vriendelijke Minder fraaie Handen door arbeid of weersinvloeden, weer zacht en blank door PUROL. Mac Donald en zijn Fransche collega Herriot vormden een aardig span voor den Europeeschen bokkewagen. Zal de verhouding tusschen Engeland en Frankrijk thans weer minder vriend- sch app slijk w ordeni Dit is een vraag die moeilijk beant woord kan worden en grootendeels be- heerseht wordt door de kwestie, wie het Britsohe departement van buitenlandsche zaken te beheeren krijgt. Natuurlijk wordt de vroegere conser vatieve premier Baldwin weer eerste mi nister. Naar verluidt zijn er voor minister van buitenland sohe zaken twee Candida- ten: Curzon of Austen Chamberlain. Do eerste schijnt weinig populair te zijn en Chamberlain heeft den naam van het nog al goed met Frankrijk te kunnen vinden. Laat men zich dus over de verhouding tusschen beide landen, die den Euro peeschen toestand beheerscht, dus niet te gauw ongerust maken. De oorzaak van vroegere geschillen was veelal Poincaré en deze is van het tooneel verdwenen en tevens zijn politiek. Thans nog eenige verkiezings-varia. De meerderheid der conservatieven is de grootste die een regeeringspartij in veertig jaar tijds in het Engelsche La gerhuis heeft bezeten, uitgezonderd al leen de verkiezing van 1906, die den li beralen de thans volkomen ongeloofelijk lijkende meerderheid van 356 stemmen verschafte. 't Kan verkeeren, zei reeds Breêro. Vier-en-zestig candid aten bij de alge- meene verkiezing hebben hun borgstei- ling van 150 p. st. verbeurd omdat zij minder dan het achtste deel van het to taal uitgebrachte stemmen hebben gekre gen. Het zijn 29 liberalen, 62 leden der arbeiderspartij, 3 Iersche republikeinen, een communist en een conservatief. De schatkist heeft dus een meevaller van 9600 p. st. Zouden we in oins land ook niet zoo'n candidaten-borgstelling kunnen invoeren ten behoeve der berooide schatkist? We geven dit denkbeeld aan minister Colijn voor het volgend jaar in welwillende over weging. Dc eer om op de candidatenlijst te mogen prijken lijkt ons met f 1000 niet te duur betaald. Een zeilschip zonder zeilen. Op de Oostzee zijn met succes proef tochten gehouden met een „zeilschip zon der zeilen", dat volgens plannen van An ton Flettner gebouwd is op de werf Ger- mania te Kiek In plaats van met masten en zeilen is dit schip voorzien van twee volkomen gladde metalen cylinders van 15 M. hoogte en 3 M. middellijn. Onder den invloed van den wind rnakent deze cylinders een draaiende beweging, welke 15 maal zooveel kracht ontwikkelt als de druk op de overeenkomstige zeilen doen gedachte geuit, of het gedruisch van vele voetstappen en het kletteren van wape nen werd vernomen. Van den kant van het paleis voerde een troepje soldaten een aantal gevangen mannen en vrouwen naar den rozentuin. Terstond herkende Villon in de gevangenen zijne vertrouwde vrien den uit den „Dennenappel". Aan het hoofd der soldaten marcheerde een knap pe officier, een echte officier van het hof, half zijde, half staal, half fat, half krijgsman, die blijkbaar van zijne eigen voortreffelijkheid doordrongen en uitslui tend daarvan vervuld was. Ook hij was den dichter bekend, want het was de „wit en roode" heer, die Katharina verge zelde, toen hij haar voor de eerste maal had gezien en die, zooals hij van Katha rina zelf wist, Noël le Jolys werdi ge noemd. „De poppekop, die naar mijne dame hengelt," knorde Francois. „Die kerel bederft mij den geheelen droom". Villon was vervuld van diep mede lijden met zijne makkers en van een die pen afkeer tegen den wit en rooden offi cier. Zijne vrienden zagen er zoo be drukt, zoo bekommerd en ellendig uit, terwijl de andere als 't ware in zelf bewondering en zelfvoldaanheid scheen tc zwemmen, hetgeen Villon's hart met bit teren wrok over de onrechtvaardigheid van het lot vervulde. „Hoe jammerlijk en vuil zien mijne arme kerels er uit", dacht hij, terwijl de soldaten hunne gevangenen voor hem in 't gelid plaatsten en hun roodwangige, geurige bevelhebber sierlijk naar voren trad en Villon begroette, wien hij tege lijkertijd een schrijven overhandigde. zou. Deze uitvinding, die men ook voor de zeevaart geschikt acht, zou een be sparing geven van 30 a 80 percent. Revue. Nabij Vancouver heeft vermoede lijk door een helsche machine een ont ploffing plaats gehad in een trein van de Canadian-Pacific, waarbij acht men- schen gedood en zestien gewond zijn. Naar de Köln. Volksztg. uit be trouwbare Belgische bron zegt te ver nemen, zullen de Belgische troepen op 10 Jan. a.s. uit het bezette gebied worden teruggetrokken. UIT DE PERS. Onze vlottende schuld. Het „Handelsblad" wijst er op, dat de toestand hier te lande thans langzaam maar gestadig aan het verbeteren is. Ter beurze weerspiegelt zich dit reeds eeni- gen tijd in een geleidelijk herstel van induslrieele waarden. „In de afgeloopen week heeft deze verbetering echter geen verderen voort gang gemaakt, voornamelijk wel, door dien het dure geld aan een uitbreiding van zaken in den weg staat. Aan de spanning op de geldmarkt is het ook toe te schrijven, dat de jongste inschrij ving op schatkistpapier zulk een geheel ander verloop heeft gehad dan de Duit- sche leening, bij welke de hooge rente en de buitenlandsche gangmaking stimu- leerend hebben gewerkt. Op de f85 millioen schatkistpapier is slechts voor ruim f57 millioen ingeschre ven en voor niet meer dan f 42 drie kwart millioen toegewezen, d.i. nauwe lijks de helft van het aangevraagde bedrag. Onder die omstandigheden is het te vree zen, dat eerlang weder een ruimer be roep zal worden gedaan op De Neder- landsche Bank voor het onderbrengen van schatkistpapier. Wij hebben er reeds meermalen op gewezen, dat deze toestand op den duur zeer ongewensc'ht is. Ons land staat er, wat de vlottende staatsschuld betreft, op zich zelf gunstig voor. Vrijwel het ge- heele uitstaande bedrag is gedekt door voorschotten aan de gemeenten, de ko loniën en aan buitenlandsche staten, wel ke voorschotten alle t. z. t. zullen wor den. terugbetaald. Er kan onder die om standigheden geen sprake van zijn, dit schatkistpapier te fundeeren door het uit geven van een leening op langen termijn. Hieruit behoeft echter niet noodzakelij kerwijze voort te vloeien, dat men nog jaren lang blijft werken met schatkist promessen, die voor een groot deel om de drie maanden moeten worden vernieuwd, en waarbij men steeds aan de wisselval ligheden van de geldmarkt zal blijven blootgesteld. „Edele heer", meldde hij in den vorm, „hier staan de namen dezer nachtvogels opgeteekencl." Villon nam het papier en zag den jon gen man vast in de oogen. „Hebben wij elkaar vroeger reeds ge zien?" vroeg hij. „Helaas neen", antwoordde de offi cier. „Uwe excellentie is immers aan ons hof verschenen als eene nieuwe ko meet. Gij moet onze dames veel van Pro vence vertellen." Nog steeds hield Villon de oogen ern stig op hem gericht, terwijl hij vroeg: „Heer Noël, wanneer wij toevallig bei den lust mochten hebben, dezelfde roos te plukken hier in dezen tuin - wie van ons beiden zou het dan wel winnen?" Het verstand van den beminnelijken fat scheen tegen dat probleem niet te zijn opgewassen, hij verzekerde tenminste: „Ik begrijp u niet Villon haalde de schouders op. Toen ging hij weer zitten, wierp een blik op het papier en beval: „Laat René van Montigny voortreden!" Allengs was hij tot de overtuiging ge ltomen, dat hij toch niet op de dwaalwe gen van een droom wandelde, maar dat alles werkelijkheid was, dat hij om voor hem onverklaarbare redenen in eene schit terende, invloedrijke positie was verplaatst. „Die melkmuil heeft mij niet herkend, dat staat vastmisschien gaat het mij evenzoo bij mijne ijzervreters," dacht hij, terwijl René, door twee soldaten voor- uitgeduwd, nu in eene uitdagende, stugge houding voor hem stond. Vol belangstelling in den merkwaardi- gen ommekeer der dingen boog hij zich Ook voor de verhouding tusschen den Staat en de Circulatiebank is dit een zeer ongewensoht systeem. Er is geen en kele reden, waarom niet een belangrijk ge deelte van het uitstaande schatkistpapier geconsolideerd zou kunnen worden in schatkistbiljetten met een looptijd van en kele jaren. Indien hierop een behoorlijke rente wordt aangeboden, zou dit papier stellig gemakkelijk plaatsing vinden. De Staat zou dan grootendeels af zijn van de zorgen der vlottende schuld en op onze geldmarkt zouden met cén slag normale verhoudingen kunnen terugkeeren. RECHTSZAKEN. A rrondissements- Rechtbvn k tv Niddebwg. Zitting van 31 October 1924. De volgende zaken werden behandeld: J. B., 37 jaar, natuurgeneeskundige te Rotterdam, was door den Kantonrechter te Goes den 15 Sept. j.l. wegens het on bevoegd uitoefenen der geneeskunde ver oordeeld tot eene geldboete van f 15 b. of 10 dagen hechtenis. De ambtenaar van het O. M. was in hooger beroep geko men. Eisch f200 b. of 200 d. h. W. B., 34 jaar, sleeper te Middelburg, werd door den Kantonrechter te Goes veroordeeld wegens het zeer onregelmatig langs den weg rijden met een tractor, waarachter een mallejan te 's Heer Arendskenke op 21 Juni 1924, tot f25 b. of 25 dagen hechtenis. De beklaagde was in h ooger beroep geltomen. Eisch 6 dagen hechtenis en 1 jaar ontzegging om een auto te besturen. L. S., 39 jaar, chauffeur te Goes, was door den Kantonrechter te Goes op 29 Sept. j.l. veroordeeld tot eene geld boete van f5 b. of 5 dagen hechtenis, wegens belemmering in de vrijheid van beweging van Joanne Hercules, toen deze zich naar een autobus begaf, door vóór haar te gaan staan. Beklaagde en de ambtenaar van het O. M. waren in hoo ger beroep gekomen. Eisdh f20 b. of 20 dagen hechtenis. W. H. R., 37 jaar, barbier te Ierselte, werd beklaagd dat hij op 24 Aug. 1924 te Ierselte opzettelijk brand heeft ge sticht in het door hem bewoonde perceel door op den zolder een hoeveelheid petro leum uit te gieten en vervolgens die zol der in brand te steken, terwijl daardoor levensgevaar voor omliggende bewoners en goederen bestond. Eisch 3 jaar ge vangenisstraf met onmiddellijke gevangen neming. Mr. H. v. d. Belte Callenfels pleitte vrijspraak. Beklaagde werd ge vangengenomen. Mr. H. v. d. Beke Cal lenfels pleitte vrijspraak omdat hij het feit niet wettig en ook niet overtuigend bewezen achtte. naar hem toe. „Je bent?" vroeg hij. Knorrig antwoordde Montigny: „René van Montigny, van voorname afkomst, maar in t ongeluk geraakt". „Doch niet door jou schuld na tuurlijk!" „Zooals uwe genode heel juist op merkt niet door mijne schuld. Ik ben arm, maar den hemel zij dank eerlijk". Deze opmerking, die ten bate van alle aanwezigen luid was gemaakt, werd met een daverend gelach begroet. Villon ging op die verzekering in. „Sedert wanneer?" vroeg hij. „Sedert heden nacht?" „Ik begrijp niet, wat uwe genade be doelt". „Toen Jason in Kolchis zijn akker bebouwde, zaaide hij drakentanden en oogstte krijgslieden. Wat plant jij in je tuin, heer van Montigny?" Verrast zag René op, maar zijn ant woord laeit niet op zich wachten. „Kool". Doch Villon schudde het hoofd. „Pijlen. Baas René, Bourgondische pij len, eene uiterst schadelijke groente. Neem je in acht! Dat is een verpest gewas en zou licht den tuinman kunnen vergiftigen. Ga heen!" Stom van verbazing staarde René den spreker aan. Zijn grootste geheim was dezen bekend! Voor de eerste maal waagde hij het, den machtiger heer in het gezichit te zien, en Villon beantwoordde den blik uitdagend. I .(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1