N". 112. Zaterdag 20 September 1924 lil jaargaog Bij dit nummer behoort r „een Bijvoegsel. Tfeuilleton" Als ik koning was! Eene week van macht. BUITENLAND. rug en lendenen Kloosterbalsem Provincie-Nieuws. ABONNEMENT Prij» per kwartaal, in Goes f 2,—, buiten Goes 2, Afzonderlijke nummers cent. Verschijnt: Maandag- Woensdig- en Vrijdagavond, (iOESW Uitgave Naaail. Vennootschap Cloeache Courant ADVERTENTIËN van 1regels f 1,20 elke regel meer 2^ cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers 6 cent. en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen tot 13 nnr voormiddag. COIIUYI' Zij, die zich met ingang van 1 OCTOBER 1924 op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. DE ONGETELDE DAG. (Nadruk verboden). Onder de voorstellen inzake de her vorming van den kalender, waarom trent ook onze regeering door den Vol kenbond is geraadpleegd, is er één, dat zeer zeker aanbeveling verdient. Er is sprake van, dat het nieuw in te stellen jaar inplaats van 365 slechts 364 dagen zal tellen, waardoor men vier even lange kwartalen, elk van 91 dagen, verkrijgt. De dag, waarmee men het thans geldende jaar wil bekorten en die in schrikkeljaren twee etmalen lang zal zijn, wordt dan verwaar loosd; hij bestaat wel, maar krijgt geen naam of bestemming. Het wordt dc ongetelde dag. Ik weet niet, of de kalenderhervor ming kans op invoering bezit, maar afgezien daarvan zou ik veel gevoelen voor de algemeene aanvaarding van een ongetelden dag. Eén dag in liet jaar, waarvoor men niet verantwoor delijk is; waarop niemand ons reken schap hoeft te vragen van ons doen en latenook ons eigen geweien niet. Een algemeene vacantiedag, die tusschen de andere gewichtige, ernstige, deugdelij ke dagen de rol zal spelen van een clown in een circus. Of liever: een dag, waarop wij gemeenschappelijk een soort maskerade spelen; ons ambt,on ze betrekking, onzen naam zelfs heb ben wij afgelegd, want niets telt mede op dezen ongetelden dag. Wij bestaan niet; niemand bestaat vandaag voor de wereld. De maat schappij met haar verwikkelingen en botsingen slaat een dag over; school en kerk en gezin laten voor één dag hun velerlei eischen varen. Deze dag is de toegift, het overschot, het ge schenk, dat wij op den koop toekrij- gen, om er mee te doen wat wij willen. De instelling van een dergelijken dag komt tegemoet aan een der elementair ste eischen van het menschelijk be staan. Zij is een zielkundige noodza kelijkheid. Want in den grond van ons hart blijven wij allemaal, ja, ook gij verstandige lezer! kinderen. En gij herinnert u uit uw kindertijd nog heel goed, wat voor u liet kostelijkste bezit is geweest. Misschien hebt gij behoord tot de bevoorrechten, wien het aan niets ont brak. Speelgoed, eten en drinken, pret jes, boekenEn geld, ja, ge hadt ook een spaarbankboekje en telekens op uw verjaardag kwam er een gulden of een rijksdaalder van tante of groot pa. Maar wat hadt ge aan dit geld? OF NAAR HET ENGELSCH door Justin Huntly Mc, Carthy. Lodewijk antwoordde niet en zag droevig voor zich, tot de zwaarlijvige waard met het geroemde nat verscheen en het met twee bekers op de tafel zette. Met onwillige vingers zocht Lode wijk in zijne tasch, waaruit hij einde lijk het juiste bedrag voor den wijn nam en dat in Robins vleezige hand liet glijden. Deze bleef echter nog steeds staan, en Lodewijk zag eerst hem ver wonderd en toen Tristan vragend aan. „Geef hem nog eene kleinigheid", fluisterde Tristan hem toe. Hoogst on gaarne legde de koning het drinkgeld bij do andere geldstukken en zag den zich verwijderenden herbergier met on verholen tegenzin na. „Je bent zeer vrijgevig met het geld van anderen," snauwde hij zijn metge zel toe, doch Tristan stoorde zich niet aan dat gebrom, maar vulde de beide bekers met de gouden vloeistof en hield den eenen den verdrietigen vorst Tot op een goeden dag, daar kreegt ge een dubbeltje, een enkel onnoozel dub beltje, maar nu vroegt ge aan vader en moeder, of dit nu eens niet op de spaarbank hoefde en of ge 't in uw zak mocht houden om er mee tc doen wat ge wildet. Welk een schat was dit dubbeltje! Ge kondt er allerlei dingen voor koo- pen, ook dingen, die thuis tot de ver boden waren behoorden, want ge be hoef det van dit ééne stukje geld geen verantwoording af te leggen. Misschien hebt go er een heel zonderling ding voor gekocht, waarom ge thans lacht. Maar was het dubbeltje niet juist om dingen voor te koopen, waarom de anderen zouden hebben gelachen? Als ge er vader en moeder om gevraagd had, zouden ze boos zijn geworden of u voor den mal hebben gehouden en u hebben trachten te overreden, dat ge als verstandige jongen of als verstan dig meisje toch uw geld wel beter zoudt kunnen besteden. Het is onvoldoende, wanneer ouders hun kinderen die om zakgeld vragen, afschepen met tc zeggen: je kunt im mers van vader en moeder alles krij gen, waaraan je behoefte hebt! Het is onvoldoende, wanneer de man de rekeningen van zijn vrouw en de uit gaven van haar huishoudboek prompt betaalt, en haar speldegeld weigert. Ieder mensch, man, vrouw of kind, hij zij do degelijkste en zuinigste, heeft zielsbehoefte aan een klein bedrag, waarvan hij geen verantwoording heeft te doen. Zijn particuliere liefhebbe rijen, zijn schijnbare dwaasheden, zijn onberedeneerde eigenaardigheden heb ben recht van bestaan, en wie hem de gelegenheid beneemt, daaraan op uiterst bescheiden wijze en bij spaarzame ge legenheid een enkel oogenblik toe te geven, miskent de aanspraken der ziel en sluit een onmisbare veiligheidsklep. Is een dag van den kalender in ze keren zin niet een geldstuk? Elk ka lenderblaadje is een bon, waarvoor wij goede en slechte waren kunnen koopen. Voor de* uitgaven van onzen tijd zijn wij even aansprakelijk als voor de uit gaven van ons geld. En wanneer wij al geen rechter of meester boven ons heb ben, dan gevoelen wij ons toch ver antwoordelijk jegens ons eigen geweten, ons eigen fatsoen, ons eigen levens- beginsel. Maar onder tusschen sparen wij toch allemaal voor ons zakgeld of spelden geld. Wij rekenen allemaal op een tijdperk, .zij het aan het eind van ons leven, waarin wij als renteniers of ge- pensionneerden of desnoods als hof jesjuffrouwen onzen tijd geheel naar eigen welgevallen kunnen besteden. Maar als het zoover komt, zijn wij uit sleur of door ouderdomszwakte meest al niet meer in staat, onze illusies op dit punt te verwezenlijken. De ongetelde dag aan het eind van het jaar zou de veiligheidsklep kunnen zijn, waardoor onze dierbare dwaas heid, die wij op onze rekenplichtige dagen verloochenen, kon ontsnappen. onder den neus. De fijne geur deed Lodewijks boos heid bedaren; hij nam eene diepe teug en was nu weer geheel kalm. Na de tweede teug had hij zijne onvrijwil lige edelmoedigheid zoo niet vergeten, dan toch vergeven. Vriendelijk knikte hij Tristan over den rand van den be ker toe. „Dat beteekent het leven zien, vriend Tristan", fluisterde hij voldaan en strekte zijne dunne beenen welbehage- lijk onder de tafel uit. Maar Tristan was niet in de allerbeste stemming. „Wij willen hopen, dat het niet be teekent den dood zien, vriend Lode wijk", hoonde hij. „Onder deze bende zijn eenige kerels, die u voor een half fleschje zouden koken, stoven of bra den". Lodewijk glimlachte minzaam. „Den wijnprijs in dit hol in aan merking genomen, zou dit geen heel voordeelige koop zijn. Maar het is eene interessante zaak." Tristan wa9 echter niet van plan, concessies te doen aan de goede luim des konings. „Waar is dan het interessante?" antwoordde hij. „Eenige lawaaimakers en spelers. Aan uw hof kunt gij het zelfde gezelschap vinden slechts een beetje zindelijker en dat ge noegen kost u niets". De mond des konings trilde bij de herinnering aan iets, dat föem juist weer Zeer zeker zouden wij verlicht en ver ademd het nieuwe jaar beginnen en met te meer ernst en te grooler kracht ons verantwoordelijk bestaan hervatten. Eén dag, die niet meetelt. Er ligt, al klinkt deze uitspraak sommigen te boud, een gezond beginsel ten grond slag aan de ouderwetsche kermissen en vastenavond-vermaken. Het waren de zeldzame momenten in het maatschap pelijk leven, waarop heer en knecht, boer eni geleerde, rijkaard en armoed zaaier gelijk waren. Een gemeenschap pelijke kwijtschelding van verantwoor delijkheid bond deze pretmakende me nigte, die alle deftigheid, allen ernst, alle beginselen en muizenissen voor een oogenblik van zich af had geschud. Natuurlijk, de kermis en de vasten avond hebben hun schaduwzijde gehad. Maar wat is er voor hen in de plaats gekomen op den kalender, dat ons voor hun gezondmakend bestanddeel schadeloos stelt? Zal dit misschien weggelegd zijn voor den ongetelden dag aan het einde van 't jaar? INTERNATIONALE ARBITRAGE. Omtrent den inhoud van het pro tocol i.z. arbitrage, dat de derde com missie van den Volkenbond, onder voor zitterschap van Benesj, bezig is op te stellen, is reeds het een en ander bekend geworden. Benesj stelt voor de bevoegdheden van het Internationale Gerechtshof en den Raad van den Volkenbond in ge val eener scheidsrechterlijke beslis sing te versterken doordat dan de be sluiten niet met algemeene stemmen belioeven genomen te worden. Elke staat die het protocol onderteekend heeft, moet ai zijn militaire middelen ter beschikking stellen van den Volken bond, tegen den gene die arbitrage wei gert. Een ontwapende staat zal aan de oeconomischo blokkade deelnemen. Als twee naties die een geschil heb ben, de bemiddeling van de Volken bond inroepen, zal deze binnen acht dagen commissies van toezicht, uit burgers en militairen samengesteld, uit zenden om te beletten dat zij zich het uitstel, door de deskundigen gevraagd, ten nutte maken ter vervaardiging van munitie of tot gedeeltelijke mobilisatie. Als twee landen een scheidsgerecht weigeren, zullen beide aan gelijke sanc ties onderworpen, worden. Alle landen die tot: dit protocol zullen toeteden, verbinden zicih de algemeene confe rentie van ontwapening bij te wonen, die de bond zal beleggen. In officieele kringen te Genève heeft men nieuwe bevestiging ontvangen van de stelling in vorige dagen door Enge land nopens de militaire sancties van het handvest uiteengezet, volgens welke Engeland uit overweging, dat verplichte arbitrage voorop moet staan in het stel sel van algemeenen vrede, geen enkele reden ziet om zich niet ten volle en zonder eenig voorbehoud te vereenigen inviel. Hij boog zich voorover en raakte Tristans arm aan. Vriend Tristan, aan mijn hof bevindt zich een geleerde, die mij eenOostersch sprookje heeft ver teld". „De hemel, geve, dat het vroolijk is, zooals uwe majesteit het gaarne heeft." „Pst! pst! Man! Geen majesteit hier! Het gaat over een Oosterschen koning, Harun, geloof ik, met den bij naam den Rechtvaardige". Tristan liet een twijfelend geknor hooren, maar Lodewijk stoorde zich daar in 't geheel niet aan, maar ging voort: „Het was zijn liefste tijdver drijf, des nachts verkleed door Bagdad te zwerven en met de lieden uit het volk betrekkingen aan te knoopen, wat zeer veel tot de welvaart van het rijk bijdroeg. Ik wil zijn voorbeeld volgen en hoop ook van mijn kant veel te lee- ren en te ervaren". Medelijdend beschouwde Tristanden ijdelen koning. „Gij zult waarschijnlijk in de eerste plaats vernemen, hoe onbemind gij zijt, hetgeen ik u zonder al die moeite ook wel had kunnen zeggen en gij moogt blij zijn, wanneer men u niet boven dien do keel afsnijdt". Iets als een glimlach vloog over het rimpelig gelaat des konings. Hij nam weer eene teug wijn en ging met toenemende minzaamheid voort: „Jij bent ook! altijd een pessimist. Wees vr^o'.ijk, man! Zie mij aan! De Bour- met dc toepassing van sancties. D.w.z. dat Engeland evengoed als Frankrijk zijn volledige strijdkrachten in de schaal zal werpen, wanneer het er om te doen zal zijn den aanvaller eerbied voor het volkenrecht af te dwingen. Te veel politiek en te weinig productie. Op do jaarlijksche bijeenkomst van deelhebbers in Lever Brothers Ltd., de groote zeepfirma, te Port Sunlight, waaraan meer dan 3000 man van het personeel deelnamen, heeft lord Le- verhukne eenige aardige dingen gezegd, die wel de vermelding waard zijn. „Er zijn velen", aldus zei hij, „die meenen, dat het geld dat elk jaar verdeeld wordt en nu bijna 200,000 pond sterling be draagt, en dat bij elkaar al ongeveer anderhalf millioen is, meer tot de kracht van do zaak zou hebben bijgedragen, als hot in een reservefonds was gestort. Ik ben nooit van die meening geweest. Het beste reservefonds moet in de lust en de geestdrift van het personeel liggen. Geestdrift is onmogelijk zonder een of ander aandeel in de winst. „Ik raad u aan niet te luisteren naar lieden, die zeggen, dat meer te ver wachten is van wetgeving, dan van hard werken. Hoe minder de regeering zich Heit Gij pijn in Blijf daarmee toch niet loopen. Akker's Kloosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk tot bedaren brengen, U snel behaaglijke verlichting, kalmte en rust bezorgen. verdrijft de pijn met de zaken inlaat, hoe beter. Wij deelhebbers zeggen: „Laten wij tot den arbeid terugkeeren". Wij hebben teveel politiek en te weinig productie. Dat is al wat er aan scheelt. De sterkste indruk, die ik bij mijn jongste bezoek aan het vasteland heb ontvangen, was dat de landen, die het snelst er boven op komen, de landen zijn, die het minst steunen op de politici en hst meest op hard werken. Hinderwetten en derge lijke verbeteren de arbeidsvoorwaarden en behooren tot de taak der regeering doch laat ons voor het overige beden ken, dat wij allen in hetzelfde schuitje zitten". Revue. Tengevolge van een mijngasont- ploffing te Subiet (staat Wyoming V. St.) zijn 47 mijnwerkers bedolven. Twaalf overlevenden zijn naar boven gebracht. Volgens berichten uit Tokio heeft een tyfoon in verschillende dee- Jen van Japan groote verwoestingen aangericht. Bij de overstroomingen zijn ongeveer 100 menschen omgeko men. Te Saitana worden ruim 300 per sonen vermist. Talrijke huizen zijn daar verwoest. gondiër ligt met zijn kamp voor Pa rijs. Mijn troon wankelt als een schom melstoel en toch trek ik geen treurig gezicht". „Het is maar goed, dat tenminste één mensch met den stand van zaken tevreden is", verzekerde Tristan. „Ja", verklaarde Lodewijk en ver diepte zich daarbij in de beschouwing zijner handpalmen, „ja ik ben tevre- den". Hier viel Tristan hem driftig in de reden. „Tevreden doorvoor, dat dc Bour gondiër de muren van Parijs bedreigt; tevreden daarover, dat Thibaut van Aussigny u binnen deze muren bedriegt, dat uwe soldaten oproerig worden en uwe burgers beginnen te morren! Dat zijn vier koninklijke redenen voor uwe koninklijke tevredenheid! Schertsend schudde Lodewijk het hoofd over den toorn van zijn dienaar. „Vriend Tristan", vroeg hij, „weetje, waarom ik hedennacht naar dit hol ben gegaan? Ik loop niet als een zwer vende koning zonder doel rond. Ik ben hier gekomen om te zien, in welk ge zelschap. zijne edelheid, de groptcon- nétable van Frankrijk, verkeert' Tristans dikke wenkbrauwene gingen verwonderd omhoog, toen de koning voortging„Onze goede Olivier ver zekert ons, dat de beminnelijke Thi baut van Aussigny het zich in het hoofd heeft gezet, nachtelijke wande- Volgens de jongste berichten uit Erzeroem heeft de aardbeving van Za terdag een ware ramp veroorzaakt. Er zijn 102 dorpen verwoest en honder den menschen omgekomen, terwijl ook de materieele schade aanzienlijk is. Verbetering haven Ter Neuzen. Op do waterstaatsbegrooting voor 1925 is op den post buitengewone wer ken f 400.000 uitgetrokken voor ver betering en uitbreiding van de havens te Ter Neuzen. Waarschuwing. De Commissaris van Politie te Hil versum, verzoekt hen, die in handels relaties wenschen te treden met Antho- nie Blanken stein, geboren te Maartens dijk, 8 Nov. 1899, los werkman, wo nende Groene Kan No. D 87, zich tot hem te wenden om inlichtingen, al vorens met laatstgenoemde overeen komsten aan te gaan. Onbestelbaar. Blijkens bij de Kamer van Koop handel van den Directeur-Generaal der P. T. T. ingekomen berichten komt het in den laatsten tijd herhaaldelijk voor, dat groote hoeveelheden circulaires c.d. ter post worden bezorgd, waarvan de adressen onvolledig zijn en zelfs dik wijls slechts bestaan uit den naam van den geadresseerde en de plaats van bestemming. In verband hiermede is aan de kan toren der posterijen voorgeschreven, dat gedrukte stukken, nieuwsbladen en mon sters, welke niet voorzien zijn van het volledig adres van den geadresseerde in het algemeen als onbestelbaar kun nen worden beschouwd, indien uitrei king van die stukken niet mogelijk is zonder een nader onderzoek naar het adres in te stellen. De overweg bij Rilland-Bath. De heer Jhr. J. v. Vredenburch, commissaris der K. N. A. C. schrijft aan de „Midd. Crt": Hetgeen te verwaohten was en waar tegen K. N. A. C., A. N. W. B. en K. N. M. W„ met kracht bij den Mi nister geprotesteerd hebben: de over weg bij Rilland-Bath bij wachtpost 20 A, begint zijn slachtoffers te vragen. Eerst het ongeval van Zondag 7 dezer, thans het gebeurde met den vrachtwa gen van den heer Duvekot. Het is meer dan erg, dat een over weg liggende in een internationale route wordt opgeheven, waarbij komt dat nog geen internationaal kenteeken is vastgesteld voor onbewaakte overwe gen. De waarschuwingsborden staan vlak op den overweg, een hoogst ge brekkige wijze van waarschuwing waar alle waarschuwingsborden een eind voor het gevaarlijke punt staan. Deze over weg is thans levensgevaarlijk geworden. Heinkenszand. De uitslag der loting voor den dienstplicht 1925 voor deze gemeente op Dinsdag j.l. is als volgt: lingen door ons Parijs te dóen en kroegen van het gehalte van den „Den nenappel" te bezoeken. Eene onman nelijke nieuwsgierigheid kwelt mij» Tristan, en ik zou gaarne meneer Thi baut een beetje over den schouder kij ken en een blik in zijne kaarten wer pen". Tristan lachte luidkeels. „De opperbevelhebber haat u, sedert het u heeft behaagd op de jonge dame van Vaucelles een vriendelijk oog te slaan". „Zij is een verstandig meisje, dat zij Thibaut niet kan uitstaan", zeide de koning nadenkend tot zich zelf en hij vervolgde: „Zij is eene trotsche vrouw, vriend. Toen ik haar zeide, dat mijne gene genheid op haar was gevallen, geraakte zij in zulk eene hevige woede, dat ik haar gelouterd verliet. „De opperbevelhebber is een ge vaarlijk vijand", meende Tristan. De koning antwoordde verstrooid. „Tristan den vorigen nacht had ik een merkwaardigen droom. Ik droomde, dat ik een varken was en in de straten van Parijs rondzwierf. In een goot vond ik een parel van groote waarde; ik nam! ze op en zette ze in mijnje kroon". „Een gekroond varken", zeide Tris tan lachend, „dat heeft iets van het uithangbord van eene herberg!" (Wordt vervolgd). I

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1