K\ 109.
Zaterdag 13 September 1934
111 jaargang
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
"verzuimde
oogenblikken.
29 FEUILLETON
Het slot Dyujeck
BUITENLAND.
oorlog aan den oorlog.
Binnenland.
ABONNEMENT ADVERTENTIËN
::;:.r_'G0ESCHE jftj COURAIYT rise;;:
lit: Ma*ndag- Woenadag- Bewijsnummers 6 cent,
en Vrijdagavond. Uitgave Naam). Vennootschap Goesche Courant ¥^^¥■3' en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Ultgeversbedrflf Advertentiën worden aangenomei
tot 13 uur voormiddag.
Zij, die zich met ingang van
1 OCTOBER 1924 op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende
nummers gratis.
(Nadruk verboden).
Er is sinds het uitbreken van den
wereldoorlog een vraag opgerezen, die
nog altijd de wereld benauwt. Aan
wien de schuld, dait deze ramp over
de menschheid gekomen, is? Het ant
woord blijft uit.
Wel boort men van verschillende
kanten beweringen, maar deze staan
te klaarblijkelijk onder invloed vaiï»
partijdigheid en - vooroordeel, dan dat
zei voor den erastigen ibinderzoekcr
waarde zouden bezitten. Alleen het his
torisch bewijs zal kunnen overtuigen.
Uit de documenten, die allengs open
baar zijn geworden .blijkt inlusschen
voldoende, dat hier van. „schuld" geen
sprake kan zijn, zoolang men met deze
uitdrukking één bepaald persoon lof
een groep van personen :op hel oog
heeft. Het is de gansche geest der zich,
alom bewapenende menschheid geweest
de gewend'heid aan de gedachte elkaar
met moordtuigen te vernietigen om een
politiek geschil te vereffenen; de ont
stentenis van het massale verzet bij
alle volkeren tegen hetgeen toch zien-
deroogen naderde, en ,de diplomaten
en veldheeren die tenslotte als
slachtoffer van hun eigen verwikkelin
gen den oorlog ontketenden, zijn niet
anders geweest dan de exponenten, de
machtsaanwijzers van een algemeene
internationale gesteldheid.
Toch zijn er, naar uit de docu-
njenten blijkt, in den nacht van 29 op
30 Juli 1914 door de staatshoofden
en verantwoordelijke mannén oogen
blikken doorleefd, waarin zij, ieder
voor zich en elk op hun beurt de be
slissing over oorlog of vrede in 'han
den hadden. Een dagbladcorrespondent
heeft onlangs deze „tragische nacht"
welsprekend geschetst en in zijn be
schrijving doen uitkomen, dat de hoog-
waardigheidsbekleeder9 zoowel in
Duilschland als in Rusland, Oosten
rijk en Frankrijk op het beslissend
moment den vrede hebben gewild, doch
door tragisch misverstand of verzuim
het goede oogenblik hebben laten ver
strijken.
Hetgeen mij trof in zijn beschou
wing, was- het milde oordeel over dit
schijnbaar schuldig verzuim. Hij acht
bet napleiten goedkoop en zegt: „Iede
re stumper kan achteraf een willekeurig
aantal diplomatieke stappen verzinnen,
die, als ze genomen waren, den oorlog
hadden 'kunnen voorkomen, en dan de
schuld toeschrijven aan den nalatigen.
„Als Frankrijk op dat oogenblik dat
veto bad uitgesproken, dan was het
niet gebeurd". Zoo kunnen wij evenwel
ook een groot aantal zinnen beginnen,
met „Als Duitschland", en komt men
ten slotte tot hetgeen mij verleden een
anders' ontwikkeld Du.tscher zeide:
DOOR
ILZE DORE TANNER.
Nadruk verboden.
Er werd besloten, dat Henny den
volgenden dag voorloopig naar buis
zou reizen, om baar ouders te vertel
len, wat er in de laatste dagen gebeurd
was en zulk een geweldigen ommekeer
in baar leven had teweeggebracht.
Eeniga dagen later wilde Eckart met
zijn vader haar volgen, om gemeen
schappelijk met Henny,s ouders over
de maatregelen te beraadslagen, die er
tegen gravin Dymeck genomen moesten
worden.
Want dat er iets' gebeuren moest,
omi 'het begane onrecht te herstellen,
daarover verkeerde de oude Wackorath
niet in twijfel.
„Het verheugt mij bijzonder voor
jullie, jongens", zeide de vader tot zijn
drie ïfigjts, die de groote verande-
„De eenige schuldige is Frans Ferdi
nand, want als die niet naar Scrajcwo
was gegaan, waar hij niets ta zoeken
had, was er niets gebeurd". Op zoo'n
manier kan men wei aan den .gang bljj-
vcn cn bijvoorbeeld den bouwer van
een huis ,dat later verbrandt, een brand
stichter gaan noemen, omdat het huis
niet had kunnen verbranden als hij het
niet had gebouwd".
Zooals wij allen tezamen over de
oorzaak van den wereldoorlog plegen
te spreken, denken wij ook vaak aan
onze persoonlijke lotgevallen. Hoe dik
wijls mijmeren wij niet: „Als ik op dat en
dat oogenblik anders had gehandeld...."
Maar dieper doorvorschend, ontdek
ken wij, dat wij op het beslissende
moment niet anders hebben kunnen han
delen, omdat allerlei factoircn ons dwon
gen toen zóó en niet anders te toen.
Alleen als die factoren anders waren
geweest
En w'ij gaan na, hoe deze factoren
zijn ontstaan en stuiten op weder an
dere oogenblikken, die in een vorige
periode over ons leven hebben beslist.
In die momenten hebben wij verzuimd
den juisten weg te kiezen.
Maar ook deze momenten waren we
derom uitkomst van gedachten of han
delingen uit een nog ouder tijdperk
van ons bestaan. Zoo pellen wij laag
na laag van ons leven af, totdat wij
tenslotte staan voor de onnaspeurlijke
kern van onze prille kinderjaren. Daar
moeten de eigenlijke grondslagen lig
gen van ons later levenslot en wij ver
plaatsen onze navorscbing naar bel do
mein van ben, die voor ons verant
woordelijk zijn geweest, toen wij zelf
nog zonder bewustheid in 't leven ston
den. „Had vader op dat oogenblik
maar nietJa, misschien halen wij
grootvader en overgrootmoeder er bij.
Vergeten wij echter niet, dat er een
voorbeschikking naar den kant van 't
verleden is te ontdekken, maar even
zeer een voorbeschikking naar den kant
van de toekomst. Een geestig man
moet naar aanleiding van het „schuld-
vraagstuk" hebben gezegd: „Een com
missie tot onderzoek na^r de oorza
ken van den vorigen oorlog. Maar zou
den we niet liever een commissie be
noemen tot onderzoek naar de oorzaken
van den volgenden oorlog?"
De oogenblikken die komen, en het
oogenblik van nu zullen verder over
ons lot beslissen: hen mogen wij1 niet
wederom verzuimen. Het is een ang
stige gedachte, wat er van een ver
zuimd oogenblik kan afhangen. Want
wat op een bepaald oogenblik wordt
verzuimd, valt nimmermeer te herstel
len. Geen oogenblik keert in zijn vorige
gedaante terug; elk volgend oogenblik
is weer anders en wij kunnen ons, zelfs
met de lessen van het verleden voor
oogen, niet voorbereiden op het be
slissend moment, waarvoor de toekomst
ons plaatsen zal.
Er zijn menschcn, wier leven uit een
aaneenschakeling van verzuimde oogen
blikken schijnt te bestaan. Het zijn de
onhandigen en weifeknoedigen, wien
het vermogen ontbreekt onmiddellijk
met tegenwoordigheid van geest op te
treden en kordaat een knoop door te
hakken. Omgekeerd zijn er ook, die
de wroeging over verzuimde oogenblik;
ken niet kennen. Zij bezitten de gave,
do gelegenheid aan te grijpen en onder
ringen, die op til waren, nog maar niet
begrijpen konden en steeds weer het
geschrift van hand tot hand lieten
gaan. „Jullie kunt nu je krachten aa(n
grootscher werken beproeven voor
moeder en mij zouden wij altijd nog
wel genoeg gehad hebben, maar een
zorgcloozo oude dag is heel mooi, niet
waar, Elizabeth, ook al hebben wij Dy-
meck'9 rijkdommen nooit gemist.
„En wij behoeven zoolang niet te
wachten, Henny", fluisterde Eckart
haar toe, onder tafel haar hand druk
kend.
Elizabeth von Wackerath echter zat
met glanzende oogen te midden van
dit gelukkige gezin, haar lijdende trek
ken schenen ineens verjongd. „Alle
rijkdommen die wij misschien zullen
krijgen, zijn mij tocjh niet zooveel
waard als mijn lieve schoondochter",
zeide* zij innig.
Het was drie dagen later, toen Ec
kart von Wackerath thuis bij professor
König hand in hand met zijn ver
loofde, in den kring der familie zat,
ep wanneer Henny's ouders het ge
lukkige paar aanzagen, dankten zij in
stilte God, dat haar levenslot toch
alle omstandigheden, ook de onver
wachtste, hun juiste houding te bepa
len. Benijdenswaardig is dit talent der
bijdehand en gewikst optredenden.
Een troost voor hen, die niet tot de
laatsten behooren, moge zijn, dat zelfs
de verantwoordelijke personen, die in
den „tragischen nacht" van Juli 1914
het lot van de menschheid in handen
hadden, zich op het beslissend oogen
blik hebben vergist. Of zouden ook de
gevatten zich wel vergissen en zou het
eenige verschil wezen, dat de anderen
het verzuimde oogenblik erkennen en
zij niet? Vergissen is mensölielijk, zegt
men. Maar er is geen 01 jmenschelijker
vergissing dan die op het beslissend
moment.
Ook de oorlogsveteranen trekken
thans ten strijde.... tegen den oorlog.
De Engelsche generaal Ian Hamilton
heeft een rrtbrkwaardige rede gehouden
voor een aantal zijner vroegere kame
raden bij de Gordon Highlanders en
bepleitte daarbij de opneming van oud
gediende Duitsche soldaten in de Fi-
dac, den gcinterallicerden bond van oor
logsveteranen.
Als wij, zoo betoogde bij, Duitsch
land in den Volkenbond willen opnemen
en dit moeten wij ten slotte doen -
kan ik geen enkele reden zien waarom
zij uit de organisatie van oudgedienden
uitgesloten zouden worden. Het komt
mij eer voor dat de soldaten het eerst
ertoe moeten toetreden en de eer moe
ten hebben een der eerste stappen te
doen om een werkelijken en duurzamen
vrede in Europa te verzekeren.
In verschillende redevoeringen in heel
Frankrijk bad spr. gebracht zijn Fran-
sohe kameraden te bewegen, toe te stem
men in de toelating van de Duitschers.
Geen oud-soldaat bad er tegen gepro
testeerd. In Fidac waren nu vijf milli-
oen oudstrijders bijeen, die vermoede
lijk de voornaamste elementen van ge
weld in hun onderscheiden landen ver
tegenwoordigen. Elk van hen hing ech
ter het geweld de keel uit en zij allen
hadden geleerd te gelooven aan tucht,
orde en wet, meer dan aan de leer van
de macht.
„Over tien jaar", zoo besloot de
generaal, „zullen wij den zegen zien,
als wij nu deze broederschap stichten,
en, inpiaats van weer met elkaar oorlog
te voeren, in vrede zullen leven. Niet
de pacifisten, maar de strijders gaan
bun krachten tegen den oorlog veree
nigen, en wij hopen dat Fidac mee mo
ge helpen om deze problemen op te los
sen".
Ook de Britsdhe premier Ramsay
Mac Donald, heeft over den vrede ge
sproken, ter gelegenheid dat hem het
eere-burgerschap der stad Dundee werd
werd aangeboden. Hij zeide, dat allen
zonder onderscheid van partijpolitiek
moeten bezield zijn door één streven,
één wensch, n.l. den vrede op vasten
grondslag te stellen. Maar men kan met
geen enkel plan aankomen, of het
menschdom is bereid, aan te toonen,
dat bet plan onuitvoerbaar is. Zoolang
er echter een kans bestaat, ging Mac
Donald voort, zal ik pogen den grond
slag voor den vrede te vinden. Een
een andere wending genomen had.Want
dat graaf Roleneck als schoonzoon
nooit dat voor hen zou zijn geworden,
wat Eckart von Wackerath eens zou
zijn, gevoelden zij maar al te goed.
Ook 'de oude Wackerath was met
König en zijn vrouw dadelijk zoo ver
trouwd, alsof hij reeds jaren huft
vriend was.
„U weet, dat ik eigenlijk met Ec
kart hierheen kwam, om met U te
beraadslagen over de maatregelen tegen
gravin Dymeck deze beraadslagin
gen zijn niet meer noodig", zeide Ec-
kart's vader, en toen allen hem ver
wonderd aankeken ging hij voort: „Toen
Eckart jou, lieve Henny, naar het sla
tion gebracht had, ontmoette hij dokter
Döpler, onzen ouden vriend. Hij kwam
naar hij vertelde, van het ziekbed van
gravin Dymeck ,die zioh door een
verkoudheid een longontsteking op den
hals gehaald had gis-teren hoorde
ik aan de stamtafel van rechter Wel-
lermann, dat gravin Dymcok gestor
ven was".
„Dus is de torenkamer, waarheen
haar haat gravin Dymeck steeds weer
dreef, om zich te verheugen over het
bewijs van haar wraak, tenslotte toch
cynicus is geen wijs man, hij is hoog
stens een lui man zonder wijden blik
en zonder fierheid.
Tenslotte heeft Lord Parmoor te
Genève in een gesprek* met een jour
nalist verklaard, dat in geval een land
arbitrage weigert of schendt, Enge
land zich met zijn gansche vloot ten
dienst zou stellen van den aangevallen
staat of staten.
Een dergelijke practisohe politiek
moet den vrede wel ten goede komen.
Opstand in Georgië.
In Georgië is een gedeelte der be
volking in opstand gekomen tegen bet
sovjet-bewind. Er wordt op verschil
lende plaatsen gevochten o.a. te Eri-
wan. Tc Batoem en Tiflis zijn tal van
personen geëxecuteerd. Eenige af dee
lingen van het roode leger zijn naar
de bevolking overgeloopen. Aan den
Volkenbond is door Georgië gevraagd
tusschenbeide te willen komen en een
einde aan het bloedvergieten te maken.
De staat van oorlog is over den hee-
len Kaukasus uitgeroepen.
De burgeroorlog in China.
In China heerscht groote verwar
ring doordat er weer eens een burger
oorlog is uitgebroken. De strijd wordt
voornamelijk in de buurt van Shanghai
gevoerd.
Ten einde de buitenlandsche neder
zetting aldaar te beschermen tegen
een mogelijken toevloed van de ver
slagen troepen zijn Engelsche, Ameri-
kaansche, Italiaan sche en Japansche
zeelieden aan land gezet, en de vrij
willigers zijn thans gemobiliseerd. Een
aantal Fransche mariniers waren reeds
voor eenige dagen geland. Intusschen
blijft de strijd tusschen de strijdmachten
van Noord- en Zuid-China voortduren
zonder dat een beslissing wordt bereikt.
De strijdende partijen bieden een prik
kelend schouwspel voor de vreemdelin
gen, die bij honderden naar de ge
vechtszone trekken op zoek naar sen
satie en souvenirs. De C'hineesche le
geraanvoerders schijnen dat een niet
onaangename afwisseling te vinden. Als
ware zonen van een oude beschaving,
hebben zij bij alle oorlogsruwheid be
hoefte aan verfijning. Derhalve ontha
len zij, blijkens het verhaal van een
correspondent van de Londensche
„Daily News", hun vreemde bezoekers
op thee en bieden hun bloemrijke ver
ontschuldigingen aan, eiken keer dat
een granaat of wat kleingoed de thee
tafel in opschudding dreigt te bren
gen. Na afloop der partij vroeg een
der generaals aan zijn visite of zij
zoo vriendelijk wilden zijn om nog
eens terug te komen.
Revue.
Op het kasteel Walseeaanden
Donau is overleden aartshertogin Marie
Valerie, de jongste dochter van wijlen
keizer Frans Jozef, die haar „prinses
Edelweiss" noemde.
Zij was gehuwd met aartshertog
Frans Salvator.
De Amerikaansche millionairs-
zoons Leopóld en Loeb, die indertijd
hun vriendje Frank vermoordden, ten
einde sensatie op te doen, zijn door
den rechter te Chicago tot levenslange ge
vangenisstraf veroordeeld.
De Times verneemt uit Tokio,
dat op 6 dezer een wervelstorm het
eiland Formosa heeft geteisterd. Voor
zoover bekend is, zijn er 18 dooden en
haar noodlot geworden", zeide Eckart,
„want dat zij zich bij haar nachtelijke
wandelingen in die tochtige gang deze
verkoudheid op den hals gehaald heeft,
is natuurlijk zoo goed als zeker".
In den kleinen kring was het een
oogenblik heel stil. „Hier ontsliep een
armzalig wezen" zeide Henny s moe
der ontroerd, „want bestaat er iets
droevigers, dan alleen zichzelf te be
minnen, zijn ge'heele leven met haat te
vullen, met een haat, die zelfs tot on
rechtvaardigheid en zonde verleidt?
„En. wij kunnen tevreden zijn, dat
haar onrechtvaardigheid voor de we
reld niet ontdekt wordt; zooals de-
rechter mij zeide, heeft de gravin, of
schoon zij er steeds over sprak, ten
slotte tooh geen testament gemaakt, en
zoo komen wij zonder twisten en pro
cessen toch in het bezit van Dymeck,
waarop mijn goede vader reeds zijn
rechten kon doen gelden. Want wij,
beste Toni", Wackerath gaf Henny's
moeder de band, „zullen, daar wij de
eenige bloedverwanten en erfgenamen
zijn, en nu door onze kinderen nog
nader tot elkaar worden gebracht, zon
der moeilijkheden tot overeenstemming
geraken". t
300 gewonden. Er is groote schade
aangericht.
De Matin meldt, dat het waar
schijnlijk is, dat Frankrijk in een ver
houding van vijf procent zal meedoen
aan de Dawes-leening.
In het secretariaat van de fas
cistische partij te Florence is Maan
dag een handgranaat ontploft. Twee
fascisten werden gedood en 5 gewond.
Bij een ontploffing in een vuur
werkfabriek in de buurt van Napels
zijn 5 arbeiders omgekomen. Bovendien
werden verscheidene gewond.
In Engeland neemt de ontstem
ming tegen het Russisch-Engelsche ver
drag toe. Het is niet onmogelijk, dat
het door het Lagerhuis wordt ver
worpen.
De nieuwe Tariefwet
De memorie van antwoord op het
voorloopig verslag, uitgebracht naar
aanleiding van het ontwerp tot vast
stelling van een nieuwe Tariefwet is
met een nota van wijzigingen op het
ontwerp bij de Tweede Kamer inge
komen.
Reeds dadelijk meent de regeering
op den voorgrond te moeten plaatsen
dat het noodzakelijk is alles in het
werk te stellen om te trachten voor
het jaar 1925 tot een sluitende begroo
ting te komen. Hierop moet het gehccle
streven der regeering gericht zijn. Om
tot dit doel te geraken zal o.a. een
meerdere opbrengst uit de invoerrech
ten niet kunnen worden ontbeerd.
De voornaamste wijzigingen, welke
in het ontwerp zijn aangebracht zijn
de volgende:
In de eerste plaats wordt naar aan
leiding van klachten, ingekomen over
het vrijstellen van thans belaste arti
kelen, bij artikel 43 voorgesteld de
Kroon de bevoegdheid te geven thans
aan invoerrecht onderworpen goederen
te onderwerpen aan hetzelfde recht
als daarvan thans wordt geheven.
De vrijstelling, voorgesteld voor
hulpmiddelen voor de industrie (arti
kel 18), wordt uitgebreid tot die voor
land- en tuinbouw.
In de tabel worden o.m. de vol
gende wijzigingen aangebracht.
De verlaging van het invoerrecht
op gedistilleerd wordt teruggenomen,
en een recht wordt voorgesteld gelijk
aan het tegenwoordig recht van f3,50.
Reukwaters en zoete likeuren zullen
weer worden belast naar een fictief
alcoholgehalte. Voor zoete likeuren
wordt dit echter verlaagd tot 65 pot.
De posten zeemleder en sponsen
worden geschrapt. Deze artikelen blij
ven dus evenals thans vrij.
Voor closets,^ bladtin, rotatiepapier
en ander papier op rollen, dat per rol
weegt 5 kilogram of meer, voor glas in
bladen, electrische kabel en nog eenige
andere, wordt hei aanvankelijk voorge
stelde 8 pets recht teruggebracht tot
5 pot. Kaas zal in plaat9 van met 20
pot. slechts worden belast met 8 pet.
De overige hooge rechten worden ge
handhaafd.
De vrijstelling voor jutedoek en jute
zakken wordt opgeheven. Deze arti
kelen zullen echter niet hooger worden
belast dan thans (5 pet.).
Mevrouw König schudde het hoofd:
„Toch niet, neef Wackerath, want de
rechtskracht van het testament is nog
steeds wettelijk onaanvechtbaar, dus
zijt gij de erfgenaam van tante Kla-
rissa".
„Henny wordt meesteres op Dymeck
aL Eckarts vrouw", zeide Wackerath,
„en wat de overige bezittingen betreft,
daarmede zullen wij handelen alsof dit
testament niet bestond, want zonder
Henny's doorzettingsvermogen en moed
zou voor ons Dymeck door tante Kla-
rissa'st estament verloren zijn gegaan,
en de papieren zouden nooit gevon
den zijn".
„Dat ik den moed vond, tegen den
wil van tante te handelen, is op den
keper beschouwd, geheel aan Eckart
te danken", zeide Henny blozend.
„Wil je graag op Dymeok je tehuis
hebben, Henny?" vroeg Eckart, „want
het was geen gastvrije plaats voor je
en het is misschien een sombere her
innering aan een leven vol baat, dat
zich daar afspeelde".
„Waar jij bent, is mijn tehuis, Ec
kart, en waar eenmaal haat woonde,
zal thans liefde heerschen",
EINDE. -