h\ 97. Zaterdag 16 Augustus 1924 111 jaargang Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON Het slot Dynjeck i Abdijsiroop ABONNEMENT Prijs per kwirtiiil, in Goes^f 2, buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummers 6 cent. VerschijntMaandag-j Woensdag en Vrijdagavond. (iOËSCHË Uitgave Naami. Venaootsckiap Coeache Courant ADVERTENT! EN van 1regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt .weemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers cent. en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen tot 13 nnr voormiddag. COURANT ZELFBESTENDIGING. (Nadruk verboden). Er komen oogenblikken in het ieven, waarin men onwillekeur.g temgschouwt op het verleden. Dan z.et men zichzelf in een vorig tijdperk van zijn bestaan en het is, of men met een ander wezen heelt te doen, waartegenover men met zijn voldoening of voro.ordeebng en meest met zijn meelijden staait. Dickens beschrijft in zijn Kerstverhaal, hoe de oude Scrooge zichzelf als kind op school ziet zitten en bij den aanblik van dat jongetje, dal hij zoo goed kent en met wien ihij thans in zijn ouderdom zoo weinig meer gemeen schijnt te heb ben, bevangt hem een wonderlijke ont roering. Welk een afstand is er tus'schen dat eenzame kind in d.e naargeestige kost school en den lateren vrek, die, hard als een keisteen op zijn handelskantoor zit te rekenen. En toch is het dezelfde Scrooge, en wanneer de herinneringen uit het verleden het harde hart hebben ontdooid, blijkt er toch nog veel over gebleven van de gevoelige kinderziel. Wanneer wij tegenover ons verleden komen te slaan, verbijstert ons vaak de gedachte aan de vergankelijkheid. Niet alleen onze voormalige omgeving is ver dwenen of heeft zich althans tot on herkenbaar wordens toe evvijz'gdnnaar ook wijzelf zijn verander!. Hel heet, dat h t lichaam om de zeven jaar zich yolLdig hnvnieuwt; zou het zoo ook zijn met dos menschen innerlijkste we- z n. dat z'.cli in dal lichaam openbaart? I let l'chaam is onderhevig aan voort- dur nl.; slofwi sding; het verliest be stead! I n door slijtage; liet bouwt ni li o bestanddeelen op in zijn groei. D 1 materialen, waamit het ós samenge- st ld, ontleent het aan de buitenwereld a aan d e buitenwereld staat het zijn v rbru kt-? materialen weer af. Even wij lig met de stofwi s l'ng loopt de ge- da'ht nwisseling. de uitwisseling ook van gevoelens. Voortdurend werkt de invloed der buitenwereld op onzen geest n voortdurend bevruchten wij den geest onzer omgeving. Al moge het waar zijn, dat wij aan ons lichaam geen spiertje of vezeltje m r b e lten van ons lichaam van ze- v n jaar geleden, toch herkent een vro^g ra vriend ons onmiddellijk. Het schijnt dat de nieuw toegetreden stof zi li g.-schikt heeft naar het model van het oü'le, zich gepast heeft naar den vorm die eenmaal bestond en dat het gelijksoortige het gelijksoortige, heeft aangetrokken cn vervangen Al is dus 17 DOOR ILZE DORE TANNER. Nadruk verboden. Zij waren bij de tweede stadspoort aangekomen, Wackerath bleef staan en nam zijn hoed af: „En nu vaarwel, juffrouw König tot weerziens kan ik moeilijk zeggen, want we kennen immers de zienswijze van de gravin Dy- meck. Wij zijn zoo gelukkig geweest, in nood en zwaren arbeid, zonder de rijkdommen der Dymecks en wij zul len het naar ik hoop ook blijven". Een smartelijke trek vertoonde zich onder deze woorden op zijn gelaat „Maar wij beiden willen van d.e oude vijandschap niets weten wij kunnen er toch niets aan doen dat er vijand schap tusschcn onze voorouders is ont staan". „Stellig niet, mijnheer von Wackerath wilt u mijn beste groeten aan uw moeder overbrengen en hartelijk dank voor uw geleide Zij schudden elkander de hand als twee goede oude kameraden, daarna begaf Henny zich door de stadspoort naar „de gouden ster en Wackerath ging den weg terug, dien zij gekomen De herfst had het gebladerte in het Dymecker park reeds bonte tinten ge het lichaam van nu van volkomen nieuw maaksel, de zeer geleidelijke hernieu wing heeft toch een bestendiging van het eenmaal aanwezige mogelijk ge laten. Deze zelfbestendiging is ook op tc merken bij ons geestelijk wezen. Wan neer wij spreken van persoonlijkheid, doelen wij op deze kern, die zichzelf gelijk blijft onder alle wisselingen en wijzigingen van het voortrollende Lven. Hoe sterker de persoonlijkheid, des te volmaakter handhaaft zij zich. Echter is er niet zciuon een scherp zinnige blik noodig, om de zichzeif geujK oujvenue Kern in ue zien steeds vernieuwende vormen te ontdekken. W anneer mensenen, die entanuer m nun jcugu van zeer nabij nebben gekend, op lateren teeltijd encaar weer ontmoe ten, sonijnt er soms van het oorspron kelijke karakter weinig te zijn overge bleven en teleurgesteld zucwt men we derzijds: „Jrlet is de oude niet meer! Maar zulk een volstrekte oniKeering is vaak mets dan opperviakk.gc schijn. Jrlet eenige, wat is gebeurd, is dat de vroegere onbevangenmeiu hoeit plaats gemaakt voor een ter ugi.oucenaheid,wel ke de herhaaldelijk onzaente aanraking met het onverbiddelijke ieven heelt noo dig gemaakt. Men gceit zien niet meer zooals mei^ in werkenjkneid is, men speelt een rot, neemt een houding aan. En de vroegere vrienden laten zien [door het gereserveerd uiterlijk bedriegen. Er ligt iets zeer troositeioos in ai het vervluchtigende van het besitaan. Oude banden breken en nieuwe betrek kingen groeien. ITet is een voortdurend afscheid nemen, een onafgebroken zich richten naar nieuwe doeleinden. Ouders en kinderen ontgroeien eikaar, vrien den vervreemden, bekende piekjes ver dwijnen; maar met deze besiendige slij tage gaat de opname gepaard van ver- sche indrukken, de verwerking van meu- we., denkbeelden, de kennismaking met ongewende toestanden en onbekende menschen. Eijot de zelfstandigheid vandemen- schenziel niet mede onder al deze wis seling Dwingt het nooit stilstaande ontwikkeiings- en groeiproces haar met tot voortdurende trouweloosheid? De man uit één stuk wil zichzelf gelijk blijven; hij wenscht rotsvast te blijven staan op het fundament zijner oude be ginselen en zich onveranderd te hou den bij hetgeen eenmaal zijn toewijding won. riij zweert bij het bestaande en het stemt hem kregel dat dit bestaande steeds door wordt ondermijnd. Want hij gevoelt, hoe de wankelheid zijner omgeving de hechtheid zijner persoon lijkheid ondermijnt, hoe hij zijn inner lijk wezen niet kan houden buiten de voortdurende vlucht om zich heen. Deze angst is het, die hem mtusschen juist verhindert aan zijn bestemming geven en iedere wiijdvlaag waaide een regen van verdorde bladeren voor Hen ny's voeten, als zij langs de stille paden wandelde. De lucht was scherp en met die eigenaardige geur vervuld, die het sterven der natuur steeds met zich mede brengt. En toch was deze Oc- tobermaand eenig mooi en helder met veel zonnige dagen. Sedert den dag dat Henny König en Eckart von Wackerath elkander in de stad hadden ontmoet en zij nu wist waarom er vijandschap heerschte tus schcn Dymeck en den Olmenhof, stond zij dikwijls bij het kleine parkpoortje en keek in de richting van het bosch, waarachter de arme, kleine bezitting lag en waar de Wackerath 's doorzwa ren arbeid de vruchten aan den hun dierbaren grond ontworstelden. En'zij moest er telkens opnieuw aan denken, hoe geheel anders het zou zijn, als zij daarginds met deze eenvoudige, openhartige, haar zoo sympathieke men schen vriendschappelijk mocht om gaan, hoe veel huiselijker zij zich dan op het slot Dymeck zou gevoelen. Want voor tante Klarissa zou zij nooit echte genegenheid kunnen opvatten, dat voel de zij wel. Verscheidene keeren, op tijdstippen, dat zij zeker wist, dat zij niet ontdekt zou worden, had zij alle vrobs en lichte gewetenswroeging we gens haar ongehoorzaamheid op zij ge zet, en was weer over het weiland en door het dennenbosch geloopen, waar in zij de eerste maal verdwaald was. Zij 'was nu voorzichtig, iette nauwkeu rig op den weg en maakte zelfs met haar klein zakmesje hier en daar een kenteeken in de schors der boomen. te voldoen. Want eveneens als het li chaam zichzeil door voortdurende stof wisseling bestendigt, handhaaft de per soonlijkheid zich dour onafgebroken uit wisseling van gevoel en gedachte. In dat opzicht is het vermogen van den geest grenzeloos. „1 fei menschenhart", aldus zegi een Scandinavisch schrijver „is de eeuwige ocuieeriak, die in ade stammen kan vastgroeien en in alie werelden nieuwe loten schieten Aldus Lijii onze persoonlijkheid zich zelf gelijk, en, wanneer wij eenmaal dil vermogen tot zeirbeslenJigmg heb ben leeren kennen, zijn wij vrediger komen te staan Lgenove- ue wisselingen des levens. Want dan hebben wij er varen, dat ons leven ondanks alles een eenheid is en dat, om een anderen schrijver aan te halen, in de gestadige spanning en ophetfmg van tegenstellin gen binnen deze eenneid onze rijkdom en onze ellende besloten is. B U IXJiiJN Jb DE ONTKÜiMiNG VAN HEl KOEKGtJBiED. L»e onticraanuelnigen op hei uoüue punt. Do bijeenkomst van VV oensuag weru oijgewuonu uoor do voornaamste r ran- senc, locigiscne en jl/uuscuo gede^egeer- den welke waren samengenomen ter be spreking van ue ontruiming van het Koerg^bied. i 01* dusver heuoen de be sprekingen uver uk vraagstuk, dat ollii- cieei buiten net kader der conferentie valt en toch een overwegenden mvioeu er op uitoefent, steeds plaats genad in het Hoofdkwartier der delegaties of in een der bekende cmbs. Nu heeft echter Mac Donald, hoewel zeil niet deelnemend aan de bespre kingen, zijn kamer ter beschikking der onderhandelaars gesteld waarin zij meer dan drie uren beraadslaagd hebben, s Avonds zijn zij daar opnieuw samen gekomen. Hoewel geen definitieve ge gevens boscnikbaar zijn overheersciit toch een hoopvolle stemming. 1 usschen ue twee Dijeenkomsten sprak Rijkskanselier iviarx in het Duitsche hoofdkwartier verschillende journalis ten. i lij legde den nadruk op de betee- kems der onderhandelingen, doch nel er zich uit den aard der zaak niet ver der over uit. Hij greep de gelegenheid aan om warme hulde aan Mac Donaid en de verdere Engelsche autoriteiten tc brengen voor de behandeling, de Duitsche delegatie ten deel gevallen, daarbij ook de holfclijkheid en welwil lendheid van Hcrriot, Iheums en de leden hunner delegaties gedenkend. De amnestie en net herstel der uit gezette autoriteiten is thans bij de Fran sche, Belgische en Duitsche juridische deskundigen in behandeling terwijl de En dan stond zij in gepeins verzon ken te staren naar de lage, grijze hof stede en de langwerpige staden, die de binnenplaats omringden en dacht eraan, dat Eckart von Wackeratn, die toch eigenlijk haar neef was, thans stellig in den omtrek vlijtig aan den arbeid zou zijn en die hem zeker geen tijd overliet om eens aan Henny König te denken. Of misschien toch? Op zekeren dag, toen zij juist uit het bosch te voorschijn trad, stond hij plotseling voor haar en zij bloosden beiden hevig bij de gedachte, dat zij eigenlijk geen van beiden hier iets te zoeken hadden. Hij herstelde zich het eerst: „Als de gravin Dymeck mij hier ontdekte, dan zou zij mij stellig direct aanklagen wegens het betreden van haar grond. Het bosch is namelijk al Dymeck's gebied, de wei hier drie passen ver der behoort daarentegen tot den Ol menhof. „En als tante Klarissa mij hier met u zag praten, dan zou 'het mij nog veel slechter gaan", zeide Hennyr „Ja, maar hel is juist veel inte ressanter om niet altijd te doen, wat andere menschen van ons verlangen, maar datgene, wat ons eigen gevoel ons ingeeft", lachte hij, „en dat gevoel zei mij, om toch eens een kijkje te gaan nemen op dezen verboden grond, om te zien of ik mijn nieuw ontdekte nicht niet zou aantreffen Henny kleurde en keek hem uitda „Nicht? Onlangs zei u 'zelf, dat wij door een schepel erwten met elkander verwant waren". commissie van overdrachten nog bezig is met verschillende technische kwesties. Naar verluidt hebben de Duitsche le den een formule toegezegd in zake de leveranties in natura na afloop der ver dragsverplichtingen en om meer tijd ge vraagd ten einde de ieveringscategonën te bestudeeren. Al deze kwesties zou den spoedig geregeld zijn, wanneer men hel maar eerst eens was over de mili taire ontruiming van het Roergebied. Zooals de zaken thans staan kan de conferentie evengoed nog twaalf dagen duren als twaalf uur. Slechts éen ding schijnt vast te staan: de algemeene wensch haar te doen slagen. OVERSTROOMiNGEN IN CHINA. Ernstige overslroomingen, welke een aanzienlijk verlies aan menschenieveiis gekosl hebben, leisteren China, lal van steden, duizenden dorpen en groote uitgestrektheden land "staan onder wa ter. Tientsin, dat ook bedreigd werd, is door de onlangs opgeworpen dijk behouden gebleven. Het is onmogelijk een cijfer te noemen van het aantal slachtoffers, maar zekere aanwijzingen leiden tot een schatting van ten minste 5Ü.0G0 verdronkenen, terwijl het aantal zijdelings getroffenen'in de millioenen moet loopen. en andere borataandoaningen genezen met AKKER'l DE RUSSISCHE BEWAPEN iNG. Het Estlandsche blad Paevalelz be vat eenige bijzonderheden over de be wapening in Sowjet-Kusiand. Gedurende de laatste maanden heeft de Sowjet- regeering voor het roode leger in Ne derland, Italië en Engeland ongeveer /ÜU vliegtuigen, 4Ü tanks, /5 dutkboo Ion en talrijke macninegeweren en ka rabijnen en veel technisch ooriogsma teriaai gekocht. Binnenkort zal in de buurt van Moskou een filiaal van de wapenfabriek Junkers geopend worden. I e Kronstadt hebben iioofdofucieren van het roode leger, vergezeld van Duitsche ingenieurs, een inspectie van de verdedigingswerken en versterkin gen gehouden. SPANJE IN MAROKKO. Het directorium heeft een bekend making verspreid, dat de berichten uil Marokko niet bevredigend zijn. De opstandelingen belegeren de nieuwe stel ling van Zllau, waardoor het noodig is geworden onverwijld de troepen in de Westelijke streek te versterken, ter wijl die in de Oostelijke streek niet ver minderd kunnen worden. Daarom heeft „Mijn vader heeft mij beter op de hoogte gebracht wij zijn werkelijk neef en nacht, al is het dan ook in den tweeden graad en aangezien ik buiten mijn ouders en broers geen andere bloedverwanten, behalve dan eennieu we nicht bezit, zal bet sitrenge ver bod van de gravin Dymeck mij geen aanleiding geven, om mij het buitenge wone genoegen, wat met u te praten, te ontzeggen". „En ik heb op Dymccik (niemand, met wien ik nu eens openhartig kan praten' zeide Henny 'en haar mooie, blauwe kinderoogen blikten vol vertrouwen uit het bekoorlijke, ernstig geworden ge zichtje in de zijne. En daarna liepen zijeen tijd lang op den smallen boschweg heen en weer en Henny vertelde haar begeleider van het leven op den burcht, van tante Kla rissa en van haar ouders en Eckart Wackerath sprak over zijn werk en van de prettige avonduren, die zij op den Olmenhof doorbrachten, wanneer na de zware dagtaak zijn moeder voor de piano ging zitten en zijn jongste broer haar met de viool begeleidde, of wan neer de drie broeders om beurten een boeiend boek meestal reisbeschrijvingen voorlazen, terwijl hun moeder zat te breien en vader zich in zware rook wolken hulde. 1 t De herfstwind speelde met Henny s blonde haren, deed de toppen der den nen buigen en deed het stof op den landweg hoog opdwarrelen, maar zij bemerkten daar niets van, voor hen leek het een dag vol zonneschijn. Toen Henny eindelijk verschrikt haar horloge te voorschijn haalde en. zich een reserve-brigade uit Andaluzië bevel gekregen zich naar Marokko in te sche pen, terwijt twee andere brigades ge reed worden gehouden. De mededeeling voegt hieraan toe, dat men een algemeenen opstand van de stammen waarneemt, dat deze be wegingen onderdrukt moeten worden, met opoffering voor het oogenblik van andere oogmerken, welke het onder de huidige omstandigheden dwaas en nut teloos zou zijn te willen verwezen lijken. RULE BRITANNIA. Van Victor Aubunin, den geestigen ieuiiietonnisl van het tSerliner 1 age- biatt, is het volgende gevalletje: In den D-trein reizen dr.e Engelscne dames mee. Een van ongeveer JU jaar, die een voortreffelijk verzorgde nuid heeft, en twee van 10 jaar. Die twee van iö jaar hebben hcelemaai geen huid noodig, ze zijn ook zoo in eén woord aanbiddelijk. Natuurlijk is de heele D-trein ver liefd op de d*ie Engelschen; ieder van ons loert op de gelegenheid 0111 een van haar in de nauwe gangen te ont moeten en dan pardon (spreek uit paa 'dn) te mogen zeggen. Maar de drie Engelschen laten zich bijna nooit zien; ze reizen eerste klasse en hebben de gordijntjes laten zakken. s Middags gaan we allemaal naar den restauratie-wagen, en als de kellner mij m'n plaats aanwijst, is het me bijna of ik een beroerte -krijg; ik zit aan een tafel met vier plaatsen samen met de drie Engelschen. Donnerwetter, nu moet ik mijn best doen, en dezen trotschen Britten toonen, dat er toch ook nog andere menschen zijn. Ik ga dan ook naar de tafel, sla m'n hakken tegen elkaar, zeg:'„Gestat- ten Sie" en ga ten slotte zitten, waarbij ik drie diepe buigingen maak. Op de tafel staat een bord met vier broodjes, blijkbaar één broodje voor iederoti gast. Ik overweeg al of het niet gentlemanlike is, dit bord ronu te reiken; maai* de Engelsche met de huid grijpt het bord, geeft iedere 1b- jarige een broodje en neemt zelf de twee andere broodjes; dan zet ze het leege bord weer op z'n oude plaats en kijkt vrooLijk naar alle kanten over alle tafels heen. Toen heb ik er van afgezien den trotschen Britten te toonen, dat er toch nog andere menschen zijn, want zij zullen het immers toch nooit inzien. Ik heb mij er mee tevreden gesteld eenige cultuur-historische opmerkingen te ma ken. l I „Zoo hebben ze Gibraltar ingepikt" mompelde ik mij zelf, „en Malta. Het is een beetje dol, maar 't staat hun goed". gereed maakte naar huis terug te kee ren, hield Eckart een oogenblik haar kleine handje stevig tusschen zijn beide groote werkhanden. „En zult ge nu eens gauw hier weer komen, besté nicht?" vroeg hij aar zelend en zijn openhartig, mannelijk gelaat werd donkerrood. Ook Henny werd verlegen. „Ik weet het niet misschien ais ik er ze ker van ben, dat tante en juffrouw Schroth mij niet kunnen ontdekken". „En als u ooit eens raad of hulp noodig hebt, vergeet u dan den Ol menhof niet", zeide hij, plotseling heel ernstig en liet toen haar hand na een korten ruk los. „Neen, dat zal ik zeker niet ver geten ik dank u", zij knikte hem nogmaals vriendelijk toe en liep daarop snel, zonder een enkelen keer om te zien, in de richting van het slot. Onderweg schoot haar te binnen, dat zij hem ook wel van het geheimzinnige licht in de torenkamer had kunnen ver tellen en zij nam zich voor het bij de eerstvolgende gelegenheid te doen. Thans had zij het sedert weken niet ge zien en haar nasporingen betreffende een geheime bergplaats van gestolen voorwerpen ^aren vruchteloos ge weest. Graaf Roleneck was in den laatsten tijd vaker dan gewoonlijk als gast op Dymeck gekomen en Henny had ge leerd, zich over zijn bezoeken te ver heugen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1