N\ 96. Donderdag 14 Augustus 1924 111 jaargaua BUITENLAND. Uit de Pers. STADSNIEUWS. Binnenland. ABONNEMENT Prjjs per kwartaal, in Goee^f 2,- buiten Goes f 2, Afzonderlijke nummer? 5 een'. Verschijnt: Maandag-- Woensdag en Vrijdagavond. I s OESO! Uitgave Naassl. Vennootschap fieesche Courant ADVERTENTIËN van 1i regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt .Weemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,4" Bewijsnummers 6 cent en Kleenwens Boss' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden asngenomei tot 12 uur voormiddag. De conferentie fe Londen. In een bijeenkomst van de res hoof den der delegaties stelde Herriot zijn collega's op de hoogte van de beslui ten van den Fraaschen ministerraad nopens de ontruiming van de Roer. Harriot verklaarde aan Mac Donald, dat de Fransehe publieke opinie uit sluitend verlangde naar de ontwapening van Dnitssbland. Het was van belang, dat er voor het einde van de conferen tie een gedachtenwisseling met de Dnitsebe ministers sou plaats vinder, opdat de werkzaamheden van de ge allieerde militaire coptiole-commissie onverwijld worden hervat. Mac Donald betuigde onmiddellijk zijn instemming met dit voorstel dat, zeide bij, hij zelf van plan was te doen. Alias zal bet vraagstuk van da ontwapening «aai Duitsohland, dat essentieel is voor de vei.igheid van Frankrijk, te Londen worden besproken. Herriot stelde on- middellijk generaal Noliet in kennis met dit belangrijke besluit, dat men in verband moet brengen met het ie Parijs voorbereide plan om de uitoefening van de contróle op de bewapening van Dnitiebland ten slotte toe te vertrou wen aan den Volkenbond. Een verloving van prins Jlenry van Engeland. Te Londen spreekt men veel over het bezoek, dat prips Henry dezer da gen aan den hertog van Buccleugh zal brengen. De zoon van den hertog dient in het zelfde regiment als de prins, wiens vriend hjj ook ia buiten den dienst. Aan het bezoek kzoopen som migen da gevolgtrekking vast dat ook prins Henry een bruid in eigen lind zal zoeken en dat een der vier doch ters van den hertog de uitverkorene is. Ierland- Met 11 tegep 1,0 stemmen beeft de graafscbapsraad van Clare bet voorstel verworpen om aan de Valera een adres van welkom aan ,t,e bieden, als deze 15 dezer te Ennis zal komen om een vergadering van zijn kiezers toe te spreken. d. Men herinnert zich, dat hjjjte Ennis een jaar geleden door de nationale troepen werd gearresteerd, en dat hij onlangs beeft te kennen gegeven, zijn redevoering voort te zullen zetten op het punt, waarop die werd afgebroken toen hij gearresteerd werd. Komt er in Spanje revolutie? De gewezen reetor der universiteit van Salamanca, Mignel de Unamuno, welke dooi (Prime de Riveraotfjerd ver bannen, verblijft thans te Brussel, waar hjj te gast is bij de Federation ratio nalists en de Union latine. Ondervraagd over de Spaan sche toe standen, verklaarde de Unamuno „Men kan niet zeggen dat het Spaaasch directorium zoo wreed is, als het Italiaansch fascisme. Het verge noegt zich met plagerijen en is .eer dom dan afschuwelijk. Het ia de diaw tatnur der dwaasheid,. 't Thans weet ik nog niet waarvoor ik weid verbannen en .weiger dan ook amnestie. Daze wordt trouwen».slechts verleend om de mislukkingen in Ma rokko te doen vergeten. Eens te meer moet de Kroon gedekt worden, die nochtans de schuld heeft van de-bui. dige pngelukken van Spanje, Alfons KILL had in zijn imperialistische droo men moeten slagen, am een groot vorst te zijn.. ThaBS zal hij, zooals Napoleon T.l-T, er zijn kroon hij inschieten. De vraag is nog alleen wie de revo lulionnaire beweging leiden zal. Er is een volslagen afwezigheid van tegi ringsmannen en de partijen zijn zwak. Republikeinen, zoowel als syndicalisten en communisten, zijn lang niet goed georganiseerd» De eenige kern, waar uit de staat van, .morgen groeien kan, is misschien de socialistische partij zij kent tucht". Primo de Rivera heeft aangekondigd, dat hij den Koning als gast taal ver gezellen naar Santander. Detz*' mede- dealing is verder verspreid door de prefecten, wssrbij tevens de geruchten on'kend worden, die verspreid zijn omtrent de ondermijning van de diaci p'ine in het leger. l)e publieke opinie in Spanje, welke door de jongste geruchten zeer veront rust was, is dopr dit bericht aanmer kelijk gerust gesteld. üe doodstraf voor ketters. Eenigen tijd geleden heeft ds. Van Ghee! Gildemeester, Ned. Herv. predi kant te 's Gravenhage, in de Haagscbe Kerkbode onder de rubriek Gemeente- belangen een boek bespreken van een zekeren paler Lépic er, waarin deze, zooals ds. v. Gheel Gildemeester het nitdrnk e, „de hartelijkheid zoover drijft, dat hij (pater Lépiciev) hem het (overlollige ea schadelijke!) leven nemen wii". En ds. v. Gheel Gildemeester heeft vele brieven om inlichtingen, ook van Roomsche zijde, over dit artikel ont vangen. Een Haag8ch Roomsch Katho liek schreef hem, dat hij op onderzoek was uitgegaan bij eenige r.k. geeste lijken in Den lla-g, die hem deze mededeelingen „onzin" noemden en vaa bet bestaan van een dergelijk boekje niets zeiden te weten. Ds. v. Gheel Gildemeester geeft nn in de laatst verschenen Haagsche Kerkbode de volgende nadere toe lichting „Dat de heeren geestelijken het be staan van dit boekje niet kenneD, be wijst dat zij zijn van het gemoedelijke soort dat in mijne zonnige jeugd o.a. de bevolking van Noord-Brabant ver zorgde. En dat zij de mededeeling uit no. CCXU onzin noemen, eert hun hart méér dan iets anders. Die goede paters willen natuurlijk niet gelooven dat een eenigszins gezaghebbend schrij ver hun kettersche landgenooten om zeep zou willen helpen, nog wel on middellijk nadat zijne Eminentie, Kar dinaal van Rossum juist zijne geliefde protestantsche landgenooten zoo emi- nent-lokkend heeft toegesproken. Dat Govers, R. K. Boekhandel, zelfs van het bestaan van dit werkje niet weet, behoeft niemand te verhinderen bjj gelegenheid iets meer coulants in dien R. K. boekhandel te bestellen. Toch verwondert het ons lichtelijk dat „dit boekje», dit werkje zoo heel en al onbekend is bij de voorlichtende heeren geestelijken. Immers de beer Lépicier is nu niet maar de eerste de bestemaar hij is hoogleeraar in de theologie aan het pauselijk stedelijk collegium de propa ganda fidej ia Rome. „Fr. Alexius M. Lépicier. O. S. M. in Pont. Collegia urbano de propaganda fide sacrae theologiae professor». Zoo luidt zijn officieel etitel; en„het boekje»,het werkje dat de heeren hier niet kennen, is een bekend studieboek voor toekomstige priesters die in Rome stndeeren. De volledige titel is de Stabilitate et pro- gressu dogmatis. In 1910 kwsm een nieuwe en vermeerderde drukeditio 'altera, ampliata. En op biz. 193 vv, en blz, 200 kan men de bedoeld) uit spraken lezen. Daar wordt gevraagd Of en onder welke voorwaarde ketters moeten geduid worden En daar wordt ten antwoord gegeven „Zoodra iemand in bet openbaar kettersche leer verkondigt en anderen met woorden of voorbeeld tracht te bederven, kan hij niet alleen, in het afgetrokkeae gesproken, uitgebannen wordeo, maar ook naar recht worden gedood, immers opdat hij niet door pestbrengende besmetting zeer velen verdervewant een slecht mensch is slechter dan een wild beert, en doet méér kwaad, gelijk Aristoteles zegt (Ethica I, VII, c. b. aan 't slot). Der halve gelijk het geen kwaal is een wild dier van het woud, dat ui.ermate schadelijk is te dooden, zoo kan het goed zijn een ketterBehen mensch die aan de goddelijke waarheid afbreuk do-t en anderer heii belaagt, van het gebruik van het schadelijk leven te berooveaf. Wanneer de zeereerwaarde heeren, de parochie-geestelijke of de pater van de Theresiakerk bovengenoemd, die onze mededeeling „onzin" noemen, den latijnschen tekst van Fr. Alexius M. Lépicier verlangen te kennen, om te beocrdeelen of de vertaling getrouw is, dan hebben ze het maar te zeggen en we drukken den latijnschen tekst letterlijk af. Laten zij zich inmiddels nog eens bedenken of zij de kwalificatie „oDzin* handhaven. Op blz. 200 lezen we de uitspraak „Aan de kerk komt in waarheid het recht toe tegen ketters de doodstraf nit te spreken». De editie waaruit wij citeeren is van 1910; maar er is zeer onlangs weer eene uitgave vereeheaeukerkelijk goedgekeurdvoorzien van te hooge goedkeuringen der kerkelijke autori teiten Dat beteekentdat er in zoo'n boek niets wordt aangetroffen in strijd met het rechtzinnig roomsche geloof of met de goede roomsche zeden Het Probleem vak den Oorlog. Vrijdag trad in „de Prins van Oranje» voor de Afd. Goes van deu V.C.J.B. op de heer Vink uit Drimiuelen met een lezing over „Het probleem van den oorlog». In verband met den liebtstoet was het publiek niet in grooten getale opgekomen, doch gezien dit feit mocht de opkomst bevredigend heeten. Spr. werd ingeleid door den voorz. der afd dhr. J. J. de Bruijne, die er tp wees, dat eeuwen lang de gebeele wereld de slavernjj beschouwde als iets vanzelf sprekends en dat door tientallen ge slachten als een onwankelbaar axioma werd aangenomen, dat de vrouw in alle dingen de mindere moeat zijn van den man. In den loop der eeuaen echter is in die meeuingen verandering ge komen en thans is ieder er van over tuigd, dat de verhoudiag van meester en slaaf niet de ware kan zijn tusscben schepselen Gods en de meesten zijn er nu ook van overtnigd, dat de vronw niet is de mindere van den man, doch diens gelijke. Zoo is het ook met den oorlog. Er is een tijd geweest, dat de menschheid oorlog heeft laten gelden als het onvermijdelijke, zelfs als het meest glorievolle en edele bedrijf, waar aan de man zijn kracht kan geven. Maar nu in onzen tijd gaat er etn stem al luider en feller klinken, die eischt„Dit zult gij niet meer, wij willen niet langer mee» eu eens zal de tjjd komen, dat iedereen den oorlog zal beschouwen als immoreel en den mensch onwaardig. Hierna behandelde de heer Vink zijn onderwerp. Zijn eerste gedeelte was vol pessimisme, over den weer naderenden oorlog, ofschoon bij het toejuichte, dat een Internationale VredeBweek voor de Jeugd werd gehoudeu. Hij zag de toe komst vol dreigingen, dreigingen, die baar zijn meening helaas werkelijkheid zullen worden. Na iederen oorlog heb ben beloften gehoord van de leiders, dat dit de laatste oorlog zou zijn, maar steeds volgde weer een nieuwe oorlog, nog verschrikkelijker dan de vorige. Er bestond eens een kans, dat de laatste wereldoorlog de hel geweest zou zijn, die voeren zou tot het paradijs van den vrede, n.l. in den tijd toen er een trilling van hoop ging door de harten der volkeren, toen President Wilson voor den dag kwam met zijn 14 punten. De vraag rees zou Wilson de Messias zijn, die de wereld bevrijden zou van den geesel van den oorlog Het ant woord kwam in den vorm van den vrede van Versailles, die in zich droeg de kiemen van een nieuwen oorlog. Daar in Versailles kwam bet tot een botsing tusschen Wilson es het recht aan de eene zijde en Clemencean met geweld en macht aan de andere zijde. Daar in Versailles zegevierde het scep ticisme over het idealisme. De vrede van Versailles, geboren uit hsat en vrees, was: een voortzetting van den oorlog met andere middeleu dit vredesverdrag spot met de idt-e van den vrede. Wilson is geworden het slachtoffer van de oude diplomatie, concessie op concessie heeft hij moeten doen om den „Volkenbond" te redden. Wat is er echter van zijn Volkenbond overgebleven Een verminkte, die in zijn tegenwoordigen vorm niet kan en zal triomfeeren over dat verdrag van Versailles. Spr. vreest, dat uit dat verdrag weer een Fransch-Duitsche oorlog zal voortvloeien, die weer een wereldoorlog zal tengevolge hebben oorlogen tusschen twee groote mogend heden blijven niet meer gelocaliseerd. 40 jaar heeft Frankrijk gebroed op revanche en Duitscbland zal eveneens weerwraak koesteren. Er is wind ge zaaid, storm zal geoogst worden. Dat is de onzalige erfenis, welke Clemen- ceau en Poincaré ons hebben nagelaten. Is das naar spr's. uieeaing een nieuwe wereldoorlog in wording, deze m' et worden gevolgd ook door een nieuwen vrede, een vrede op betere grond slagen en het is de taak van het thans levende geslacht, vooral de jongeren onder hen, om nu reeds een vrede, berustende op het recht, voor te bereiden. In bet tweede gedeelte van zijn rede komt spr. tot het werkelijke probleem van den oorlog. Hij wijst er op, dat de eene de schuld geeft aan het kapitalisme, een ander aan het nationalisme, weer een ander aan het militarisme, nog anderen aan de diplomatie. Naar spr's. meening is bet niet ééo, doch alle deze factoren samen die den oorlog ontketenen. Spr. wil echter speciaal aandacht vragen voor kapitalisme en nationalisme. Spr. wijst er op hoe de vroegere landbouwstaten oorlog voerden om hnn landbouw gebieden nit !e breiden, hoe daarna naburige staten elkander industrie gebieden betwistten en hoe ter ver krijging van de noodige afzetgebieden de koloniale kwesties verrezen, en bij dit alles is het er om te doen om groote kapitalen op te stapelen. Spr. ontkent voorts de uitsluitende schuld van de diplomatie, die door sommigen wordt beweerd op grond van de be noemingen van deze uit de geldkriBgen, naar spr. meening moest dan de diplomatie een schnrkenbende zijn en dat mag toch niet worden aangenomen. Bovendien heeft] het kapitaal bij een oorlog geen belang, uitgezonderd de wapenindustrie, die dan ook naar spi.'s meening staatsmonopolie moet zijn. Vervolgens doet spr. uitkomen, dat tegenwoordig naast den stijjd om industriegebieden de staten onderling verschil krijgen over de belegging van bet nationaal kapitaal, het plaatsen van leeningen in bel buitenland en het aldaar bekomen van concessies voor spoorwegen, petroleumvelden, enz. Dat hierin zelfs voor een land als het onze gevaar kan schuilen, bewijst de Djambi-kwestie. Met enkele voorbeel den wijst spr. nog op de bevolkiDgs- kwestie, de groote toename van be volking in verechillende landen, die het noodig maakt dat een gedeelte dioet emigreeren of dat het betrokken land zich uitbreidt. Daarbjj wjjst spr. er op, dat soms naburige staten tobben met een bevolkingstekort, zoodat bet bevolkingsvraagstuk internationaal moet worden opgelcst en niet, zooals som migen durven beweren door een oorlog, die een overtollig deel der bevolking vernietigt. Tenslotte vestigt spr. de aandacht op den wedloop in bewapening, nn met vliegtuigen en gifgassen en bac teriën. Er bl(jft voor de menschheid slechts over ontwapenen of omkomen Op het oogenblik zijn er nog twee remmen, nl. wereldverarming en oor- logssehnwheid, maar deze znllen op den dunr een catastrophe niet kunnen tegenhouden. De geest der menschheid moet veranderd zjjn, maar dat is ze nietde menschheid wordt gestuurd naar een nieuwe ramp. Maar laat het pessimisme niet het laatste woord hebben achter de don kere wolken van pessimisme schijnt een zon van optimisme, doch laten wjj ons ook weer geen roes drinken aan dat optimisme, laat bet idealisme onze leidsman zjjn. In 1914 waren wjj niet voorbereid op een oorlog, in 1918 niet op een vrede. Als wij dan den komenden oorlog niet meer kunnen tegenhoudeD, laten wij dan bereid z'jn den daarop vol genden vrede te ontvangen, geen vrede van geweld, maar een vrede van recht. Ben oorlog kunnen wij nog trachten te voorkomen en bedoeldenvrede kunnen wij thans reeds voorberaden door te strijden voor een verstandiger verdeeliug der productie en voor den waren Volkenbond. Va» de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door enkelen der aanwezigen gebruik gemaakt. Wat kunnen wij nn doen Niet veel. Afwachten en den vredeswil ver sterken, den vredeswil en het vredes- verlaDge». Wij moeten zaaien en een Hoogere Maoht zal den wasdom geven, j Met eengkort woord van dank aan den spreker en aan de aandachtige hoorders voor hun opkomst sloot de voorz. dezen welgeslaagden vredesavoi'd. Rijkseostspaarbank, i Opgave uitsluitend betreffende het postkantoor Goes en zijne hulppost- kantoren. Aan bovengenoemde kantoren werd, in den loop der maand, op ^paarbank- boekjes ingelegd f 40.898.57 en teiug- betaald f 88.369,70. Derhalve meer ingelegd dan terugbetaald f 2.528.87 Het aantal nienw uitgegeven spaar, bankboekjes bedroeg 48. Hieronder 134-formblieren ad f 1 in sp, arbank- zegels van 1 cent. (Schoolsparen). Door tosscheakomst dezer kantoren werd ter Directie op staatsschuldboek- jes ingeschreven nominaal f 500 en afgeschreven nominaal f 1500. Der halve minder iu- dan afgeschreven f 1000. Het aaptal nieuw uitgegeven staats- schnldboekjes bedroeg 1. Veemarkt. Ter markt va 12 Aog. 1924 waren aangevoerd: 1 nuchter kalf en 42 biggen. De nieuwe salarisregeling vow liykswerkliedcn. Naar „De Tjjd* nit den kring van het overheidspersoneel verneemt, is de geheimhouding, welke, z >olang het accoord niet definitief was tot stand gekomen, was opgelegd, thans opge heven. Aan het getroffen accoord zijn de volgende cijfera ontleend: Loonregeling voor volwassen manne lijke werklieden (23 of ouder), loon groep 1, Ie kl. gemeenten, bij aan- stelling f 24 per week, na 5 dienst jaren f 28,802e kl. f 22,08 en f 26,88 8e kl. 19, f 2Q en f 24. Voor de loongroep 2 .zijn deze cijfers resp. f 25,44 en f 80.24; f 23,52 en f 28,32f 20,54 en t 25,44. Voor loongroep 8 f 26,88 en f 31,68; f 24,96 en f 20,76 f 22,08 en f26 68. Voor loongroep 4 f 28,80 en f 38,60 f 26,88 en f 31,68 f 24 en f28,80. Voor loongroep 5 f 81,20 en f 86 f 29,28 en f 84,08 f 26,40 en f 81,20 Voor loongroep 6: f 33,80 en f 38.40 f 31,68 en f 36,48 f 28,80 en f 83,60. Voor jeugdige mannePke werklieden (14 tot 22 jaar) varieert het weekloon voor groep 1 en le kl. gemeenten va» f3,60—f21,60; in 2e kl. van f 2,88— f 19,68; en in 3e kl. van f 2,40 f 17,28. Voor groep 2 zjjn deze cijfers resp. f 8,86 en f 24 f 2,88 en f 22,08 f 2,46 en f 19,20'. Voor groep 3 f 3,86 en f 26,40 f 2,88 en f 24,48 f 2,40 en f 21,60. Rangschikking vai verechillende fnncties in de Toongroepen Loongroep 1 omvat de ongeschoolde werklieden (type sjouwer, nachtwaker, loopknecht, wapenpoetser). In loongroep 2 zijn ingebeeld de werklieden met eenige geoefendheid (typehulpstoker, tuinknecht, stal knecht, verver, voermaD, voorsligeri. In loongroep 3 zijn ingedeeld de werklieden met meerdere geoefendheid (typestoomstoker, ernstvnnrwerker, gereedsehapslijper, motorschipper, half- vakman). In loongroep 4 zijn ingedeeld de gewone vaklieden (typetimmerman, schild ir, wagenmaker, zadelmaker, bank werker, typograaf). In loongroep 5 zijn ingedeeld de meer bekwame vaklieden (typé: machine bankwerker, fijnschilder, steendrukker, graveur, scheepebeschieter-schrijnwer- ker). In loongroep 6 zijn ingedeeld de vaklieden met bijzondere bekwaamheid of met eenige leiding balast (type machine-bankwerker l:e kl., instrument maker le kl,, chef-drukker)'. De landgoederen. Nadat nog pas „het slot te Zeist" in handen eenür bouwmaatschappij is overgegïgn (ad f 185.0Ö0) komt binnen enkeie dagen een ander Stichtsch bui- te» onder deu hamer een van de grootste der provincie „Prins Hendrik- ooid", gelegen aan de wegen van Zeist naar Baarn eu de Vuursohe. Uit de omstandigheid dat het mooie complex in 80 perceelen zal worden geveild, kan worden afgeleid dat hier wedeTom een stuk aatnureehoon aan bouwonder nemingen wordt afgestaan. Het conflict in Twente. Wat de fabrikanten verloren- In „De Textelarbeider», het orgaan van „De Eendracht", tracht de Redac tie na te gaan, hoeveel schade de fabrikanten ten gevolge van dii con flict hebben geledeu. lil verband hier mede on'leenen we aan het' ctèsbelref-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1