t N\ 94. Zaterdag 9 Augustus 1924 lil jaargang. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON Het slot Dymeck ^BUITENLAND. ABONNEMENT Prije per kwirt*»l, in Goes f 2, buiten Goes 2, Afzonderlijke nummers cent. Verschijnt: Maindag-; Woensdsg- en Vr\jdag»ïond. goesche Uitgave Nnxml. Vennootschap Ctoescbe Courant courant ADVEKTENT1ËN ran 1 S regels f 1,20 elke regel meer 24 cent. Driemial plaatsing wordt tweemaal berekend. Familieberichten 110 regels f 2,40 Bewijsnummers B cent. cn Kleenwena Boas' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen tot 12 nar voormiddag. HET ÏS TOCH ERGENS! Nadruk verboden. Wanneer een mensch geen uitweg meer ziel in dit leven; wanneer hetzij persoonlijke ervaringen, hetzij de maat schappelijke verschijnselen om hem heen hem hebben terneergedrukt en verbij sterd, zoodat hij zich voelt als terneer geslagen zonder ooit weer te kunnen opstaan, dan is het vaak moeilijk hem troost bij te brengen. Gewoonlijk geeft het weinig zoo de irooster aankomt met zedeles of vermaan en hem bijv. toe voegt, dat hij zich over zijn neerslach tigheid moet heen zetten. Wat baat een beroep op den wil, zoo die wil ziek is of een beroep op het geloof zoo dat geloof is verzwakt? Het beste gevolg bereikt men veelal, zoo men den ter- neergeslagene kan wijzen op bestaande, werkelijke dingen, die hem met de kracht van het feit kunnen overtuigen, dat het er beter voorstaat dan hij in zijn gedrukte stemming gelooft. Tot die vols trekt--wanhopigen, die hun toekomst hebben verspeeld of hun ver trouwen in het leven hebben verloren, spreekt de dichter David Tomkins in een van die eenvoudige versjes, die voor ieder te begrijpen zijn en die toch een diepzinnige waarheid bevatten. „Sta opaldus bemoedigt hij de le vensmoeden, „Sta op, daar is altijd toch èrgens vreugd Om Gods heiig liclit.om Zijn zonnelach. Daar is altijd èrgens een ziel verheugd Door de fiere kracht van een jongen dag. Daar is altijd ergens een menschenkind, Die zich veilig weet tegen smart en pijn. Die ons andren, zoekenden, levensmoe, Door dis gift van God tot een steun kan Misschien hebben wij allen op onze beurt in een moeilijk oogenblik onszelf wel eens met een dergelijke bespicge ling getroost. Blijdschap, geloof, le venskracht, - al zijn wij zelf er tijde lijk van gesp'eend, ze bestaan daarom nog; ze zijn niet weg cn zoolang ze nog èrgens zijn, behouden ook wij toch de kans met hen in aanraking te komen let lijkt een vreemde troost: ons tc paaien met hetgeen anderen bezitten! En toch is het niet zoo zonderling als het schijnt. Wat anderen bezitten, kan ook óns deel worden. Geen mensch is volstrekt eenzaam en algeheel zelfstan dig. Wij allen behooren bijeen, maken deel uit van één en hetzelfde lichaam, zijn van elkander afhankelijk en bezit ten tezamen een gemeenschappelijk goed. Als één lid lijdt, lijden wij allen en de vreugde van één onzer genootcn straalt op ons af. 15 DOOR ILZE DORE TANNER. Nadruk verboden. De soep stond reeds op tafel, toen de jonge Wackerath's het eenvoudige woonvertrek binnentraden. Mevrouw von Wackerath in haar eenvoudige, grijze huisjapon met een blauwe schort voor, vulde de borden en vader Wac kerath werd spraakzaam. Eckarl had eigenlijk over zijn vosveuiens willen spreken, maar de gedachte aan den brief bracht hem vandaag geheel en al uit zijn gewone doen. „Weet je wat, Eckart", zeide de oude heer von Wackerath, „jc zoudt morgen eigenlijk wel naar de stad kun nen rijden, ik zou den schimmel uit het tweede span paarden graag weer kwijt zijn, hij past niet tusschen de bruinen. De paardenmarkt van morgen lijkt mij daar uitstekend geschikt voor en dan zoek je ons voor den schimmel een goeden bruine uit, die ook voor ons lichte voertuig gespannen kan worden. Als het niet anders kan, moet je maar vijftig of honderd mark bijbetalen, ten minste als Friedrich ze in kas en voor den aankoop van een paard beschik baar heeft. „Ik zal zien om voor denzelfden prijs Dat dit maar geen praatje is, doch een wetenschappelijk feit, heetl ten overvloede de moderne zielkunde aan getoond. Maar voordien wisten wij liet toch eigenlijk ook alien wei. Smart werkt aanstekelijk en geluk is besmette lijk. We kunnen ons er moeilijk tegen verzetten. Maats een zwaarmoedige in een genoeglijk gezeiscnap en zijn stroe ve trekken zunen zien- ontspannen even noodwenuig als oen sluk ijs smeit zoo ara men liet in lauw water iaat urijvon. icu" is een geineensciiappeiijK uezu aan vreugde, zooais er een geniooii- scnappelijK oezu is aan deugd, teza men leven wij uit netgeen ganseli uc mensciiiieid aan kennis en kunuiglieid, aan ïnzicitt, orde, geloof neelt bijeen gebracht. lezamen putten wij uit ue algemoene bron van gemoedetijklicid, Humor, dapperheid, goodneid, d*e ge slachten onzer genooien 111 onverbidue- iijken strijd op het leven hebben ver overd. Ln nu rnag een noodlottige samenioop van omstandigheden voor een oogen blik ons hebben vereenzaamd en van ue rest üct mensciiheid neuben vervreemd, slechts tijdelijk is de toevoer van ie vensgoederen afgesneden, die, naar wij met steinge zekerneid weten, dan toch èrgens liggen opgestapeld, meae ten ónzen nutte. is het ook u wel niet zoo gegaan, dat ge, na een tijdperk van hopeioozc droeineid u voor het eerst wecier eens buiten wagend in de vrije natuur, tot uw verrassing opmerktet, dat alles er nog was: even bloeiend en geurend ais tevoren i Liet is er aiies gebleven en het heeft slechts gewacht op het oogen blik, dat gij u weer ontvankelijk steidet. Zoo is er ook de vriendschap en de liefde, de vrede met het leven en het geluk om het bestaan; het is er aiie- maai en het wacht ergens geduldig, totdat gij het wederom zult widen óp- merken. ik herinner mij nog altijd de aller eerste preek, die ik m mijn leven heb gehoord, ik was toen een jongen van omstreeks twaalf jaar en mijn ouders namen mij mee naar de kerk, waar een oude dominee preekte. Natuurlijk ont ging mij veel, maar één ding onthield ik, omdat het zoo duidelijk tot mij sprak. Lr was een schip op den oceaan, dat onvoldoende drinkwater aan boord had. De menschen vergingen van dorst en in zijn wanhoop kon eén der sche pelingen zich niet langer weerhouden en hij ging.... zeewater drinken! Maar hoe was hij verrast, toen het zeewater zoet bleek te zijn. Het schip was n.L beland vóór de monding van een grootc rivier, die zijn machtigen stroom tot ver in zee uitloosde. Nu was in een oogenblik aller dorst gelescht, doch men dankte zijn uitkomst aan een wonderbaar toeval. Bijna was het gebeurd, dat dit heeie schip vol menschen van dorst was omgekomen, ofschoon ze aan alle kanten door zoet een bruine te krijgen", beloofde Ec kart, want Eriednch trok een ernstig gezicht bij de gedachte, om vijftig of honderd mark, afkomstig van graanver- koop voor den aankoop van een werk paard uit te geven. Door de straten van het stadje, dat wegens de paardenmarkt thans een veel levendiger aanblik bood dan anders, wandelde in haar eenvoudig grijs man- telcostuum en haar eenvoudigen, wit ten Engelschen stroohoed Henny Kö- nig. Juffrouw Schroth had naar den tandarts gemoeten en Henny had gra vin Dymeck weten te bewegen om haar toestemming te geven om mee te rijden. Haar moeder was binnenkort jarig en Henny zou gaarne nog een cadeautje koopen, dat zij met een fraai door haar zelf gemaakt handwerkje voor haar moeder wilde bestemmen. Die boodschap was spoedig gedaan en aangezien het nog een uur duurde, alvorens Schroth en Henny elkander weder zouden ontmoeten in „de gou den ster", waar de grafelijke koets was uitgespannen, wandelde zij opgewekt door de straten van het drukke stadje, verheugde zich over de prachtig bloei ende bloemen voor de kleine heldere vensters, over de hagelwitte gordijnen, over de spelende kinderen, ja over het geheele oude stadje zelf. Zonder er op te letten, was Henny daarop de poort doorgeloopen en had nu de oude wan deling op de wallen van het stadje bereikt. Vol bewondering voor dé prachtige, wptcr waren omgeven. Kan ook ons deze verrassing soms niet te beurt vallen, dat wij meenem, aan allen kant door ondrinkbaar water omgeven te zijn, totdat wij 't beproe ven,, en zie: het water is zoet! ..Sla op, daar is altijd toch èrgens vreugd!" Zoolang ze èrgens is, is ze ook voor u. Wie weet, hoe spoedig ze onder uw bereik komt. Ja, misschien hebt ge uw hand slechts uit te strekken gelijk die schepeling cn andere huiselijke feestjes vragen een extraatje, ook op den middag- of avond- disch. Een pudding is een algemeen gewilde tractatie. Met een paar pakjes Honig's Pudding maakt men een pudding zoo fijn als met andere middelen moeilijk is te bereiken. Ge bruikt'daarom uitsluitend Gefabriceerd met Honig's Maïzena. DE CONFERENTIE TE LONDEN. Een optimistische rede van Mac Donald. De Duitschers' zijn te Londen lor conferentie ontvangen. Mac Donald, de Duitschers verwelkomend, zeide te hoopen, dat de conferentie Vrijdag kon eindigen. Marx, de leider der JJuit- sche delegatie, antwoordde. Hij sprak in het Duitsch. De redevoeringen wa ren kort en gewaagden niet van de schuld aan den oorlog, noch van ontrui ming van het Roergebied. De Duit schers nemen de door de geallieerden opgemaakte documenten in ontvangst ter bestudeering. Zoodra zij hun m-' zichten opgesteld zullen hebben, zal opnieuw een volledige bijeenkomst ge houden worden. In het Lagerhuis heeft Mac Donald een optimistische rede gehouden, waar aan we het volgende ontleenen: Ik heb een sprankje hoop, zeide hij, eeuwenoude eiken, die den stadswal overschaduwden, liep Henny voort.... toen, nauwelijks eenige schreden van haar verwijderd, kwam Eckart Wacke» rath haar tegemoet! Werkelijk, ditmaal was hij op en top een heer niet de landelijke arbeider. Een goedsluitend Engelsch costuum droeg hij en een olijf- kleurigen. jagershoed met veer. IVlaar het gezicht met de fijne en toch ener gieke trokken en de glinsterende oogen, den bijna streng te noemen mond had Henny onmiddellijk herkend. Hij hield stil en groette diep. Zij knikte kleurend met haar vriendelijk gezichtje en gaf hem toen echt kameraadschappelijk de hand. „Bent u boos op mij geweest van wege mijn verzuim u te groeten?" „Maar in 't geheel niet, juffrouw König, ik dank u ook nog wel voor uw brief". „Nu, dat is maar goed ook, mijnheer von Wackerath ik bederf het na melijk niet graag bij menschen, die zoo goed en vriendelijk voor mij zijn ge weest. Waar komt u nu vandaan?" vroeg zij daarop, zonder zijn antwoord af te wachten. „Ik heb een paard verkocht en daar voor een ander in de plaats gekocht en nu kom ik van mijn tante. Zij woont buiten de wallen en wij waren als jon gens bij haar in pension. Als een van ons naar de stad gaat, nemen wij altijd wat voor tante mee, wat wij zooal op het land hebben: fruit, eieren, boter, groenten. En over een uur rij ik met den bruine weer naar huis." dat wij misschien voor de week uit is precies zullen weten welke vooruitzich ten de conferentie biedt. De premier meende verder, dat het Liuis Donderdag op reces zal kunnen gaan om het aan ue regeering over te ïaten het werk tot een emoe te brengen. Wat de economische ontruim.ng van het Koergebied betreft verklaarde hij nog, dat een zeer nauwkeurig geiormu- icerde overeenkomst door oesKunuigen, die den toestand aldaar en m uuitsch- iand in liet algemeen Kenden, waa ont worpen en dat dit ontwerp door de geneele conierentie der oondgeiiooteii was goedgekeurd. Wat de miataire be zetting beireut was de toestand ais volgt De deskundigen, liadden gezegd zich niet over dit vraagstuk te kunnen Uit spreken, aangezien dit met toit hun taak behoorde, lij wenschten er echter wel regeeruigen op te wijzen, dat ais zij het rapport 111 werking wilden doen treden en de economische en fiscale eenheid van Duitschiand bewaard wenschten te zien, zij met deze mili taire bezetting ook rekening moesten houden. De L ransche regeering had het duidelijk gemaakt dat zij het Koer gebied niet uit veingneidso ver wegingen nad bezet, niet om gebied tot zich te nemen, en niet voor eenig militair oi politiek doei, doch omdat Duitschiand in gebreke was gebleven. Lrankrijk had verklaard, dat het sancties had willen nemen tegen deze tekortkomin gen en dat het bepaalde economische maatregelen,die opbrengsten aan Frank rijk moesten leveren, had willen onder steunen door het treilen der noodige militaire maatregelen. Aldus was de toestand. Lrankrijk had het rapport- Dawes aanvaard, de nieuwe organisatie en de nieuwe methoden goedgekeurd 0111 de schadeloosstellingen te verkrijgen. Mij geloofde niet, dat de openbare meening 111 Lrankrijk blind was voor de verpiichlingen, die door de verklaringen der eigen regeering op Lr ankrijk waren gelegd. len aanzien van de Brilsche troe pen in de Keulsche zóne geloofde hij niet, dat het verstandig was voor de regeering dit vraagstuk te vermengen met dat der h ransche bezetting van het Roergebied. Hij achtte het met raadzaam, op het oogenblik dat de aan gelegenheden ter conierentie worden be sproken, te beginnen met toezeggingen m de een of andere richting te doen Wat sancties betreft, verklaarde hij dat geen enkele regeering die voortaan kon treffen, tenzij de commissie van herstel het in gebreken blijven van Duitschiand had vastgesteld. Tenzij een eenstemmige verklaring ontvangen was van de commissie van herstel of een beslissing der drie des kundigen, aan te wijzen hetzij door de commissie van herstel zelf bij gebreke van deze door den voorzitter van het internationale gerechtshof, vast stel „Ik ontmoet de huishoudster ook over een uur in „de gouden ster". Hij was aan haar Imkerzijde geko-. men: „Mag ik u dan tot aan "den vol genden stadspoort vergezellen, juffrouw König?" „Heel graag u kunt mij dan mooi de bezienswaardigheden van het stadje aanwijzen." „Die bestaan hier eigenlijk niet an ders dan uit deze vestingwerken, die uit de middeleeuwen dateeren en uit deze heerlijke eiken." „Wij hebben op slot Dymeck ook prachtige oude eiken...." zij hield plot seling op waarom sprak zij over Dy meck, daar zij toch wist, dat haar tante 111 vijandschap leefde met de Wacke rath's. Zij zou ook tegen den wil van de oude dame het grondgebied van de Wackerath's nooit meer betreden heb ben, zij zag echter niet in, waarom zij niet met den heer von Wackerath op ander, neutraal gebied zou praten, aan gezien het heeiemaai met in haar op kwam, om maar zonder meer de gravin 111 haar vijandschap bij te vallen. Daarom zeide zij geheel openhartig en moedig: „Weet u. mijnheer von Wackerath, waarom tante Klarissa uw familie zoo vijandig gezind is?" Hij glimlachte en. deze glimlach deed den strengen trek om zijn mond ver dwijnen. „Dat is een heel romantische ge schiedenis," zeide hij. „Toen wij jon gens oud en wijs genoeg waren, heeft vader het ons verteld, opdat wij nooit uit lende, dat Duitschiand in gebreke was gebleven, kon er absoluut niets gedaan worden. Len dergelijke ingebreke sleiiing moet voorafgegaan, alvorens de regeeringen zells kunnen samenkomen om eveiuu- eele sancties te overwegen, tenslotte zeide Mac Donald, dat de regeering zich zeer goed bewust was van het be perkt karakter der conferentie, doch zij noopte dat een vriendschappelijke re geling zal worden verKregen, die een uiistekende invloed zou nebben door het 111 werking stellen van het onder havige, zij het onvolmaakte plan. Mij betoogde met nadruk, dal in het pian een begin was gemaakt met het be ginsel van arbitrage, juist daar waar het kan worden toegepast en dat hij er niet aan twijfelde dat gaandeweg de groote mogendheden er naar zouden streven de werkingsfeer van een zulke arbitrage meer en meer uit te breiden. DE TAAK VAN HET RÜÜDE LEGER. Zinowjef heeft te Moskou een be langrijke opzienbarende rede uitgespro ken ter gelegenheid van de beeedigmg van nieuwe officieren van het rooae leger. In die rede heeft hij heftig uit gevaren tegen de Londenscne conieren tie en hij heeft zelfs Mac Donald en Llerriot geschetst als „dwazen, die mee- nen, dat vrede mogelijk is zonder een proletarische revolutie Mun pogingen om vrede te brengen, zeide hij, zullen leiden tot een nieuwen wereldbrand, waarin de Russische re- volutionnaire troepen, die 111 den jong- sten oorlog het kapitalisme een gewel digen klap hebben toegediend, dit voor goed zullen ter neer slaan. De nieuwe Russische officieren, vervolgde de agi tator, moeten in verband daarmede on der de Russische jeugd een grooten haat wekken tegen het kapitalisme, zij moeten de jongeren klaar maken voor den eindstrijd, zoodat zij gereed zijn op welk oogenblik ook de proletari sche revolutie hun krachten noodig zal hebben. In de Sowjet-bladen komen oproe pen van soortgelijke strekking voor, geschreven door de andere vooraan staande leiders der boisjewiki. Allen sporen hun landgenooten aan zich voor te bereiden voor den beslissenden strijd. Men ziet, dat de boisjewiki hun droomde wereldomwenteling, nog mei hebben opgegeven, al zou men opper vlakkig oordeelend meenen, dat er in Rusland een nieuwe geest heerscht, die toenadering zoekt tot het westen op de oude, beproefde manier. Doordat eenzelfde advertentie 3 maal geplaatst 2 maal wordt berekend, is de prijs per regel slechts 16 cent. onnadenkendheid tegen zijn verbod zou den zondigende grens die aan de zuid zijde tusschen het grondgebied dei' Wackerath's en dat der Dymeck's loopt te overschrijden." „Hoe heeft die romantische geschie denis zich dan toegedragen Ik hou van romantiek", zeide Henny. Zij gevoelde zich, ondanks het feit, dat Eckart von Wackerath haar toch geheel vreemd was, in zijn gezelschap volkomen op haar gemak. Zij gevoelde onbewust, dat een openhartig, eerlijk man naast haar liep, die zijn woorden en blikken niet voor haar zou verber gen, er niet over nadacht, wat hij zeg gen mocht en wat hij diende te verzwij gen. Zij had op het slot Dymeck liet gevoel, alsof haar tante, Koenraad, Schroth, ja zelfs graaf Roleneck mas kers droegen, waarvan zij zich nooit geheel en al ontdeden. „Nu dan op het slot Dymeck leefde ongeveer zestig jaar geieden de laatste mannelijke Dymeck, kamerheer graaf Dymeck, die ongehuwd gebleven was. Dymeck en de daarbij behoorende landerijen waren het onvervreemdbaar eigendom van den graaf, die zijn nicht, het eenig kind van zijn eenigen, vroeg gestorven broeder en diens eveneens vroegtijdig overleden vrouw, tot zich genomen had, de laatste afstammelin ge met dien naam, n.l. gravin Klarissa Dymeck. Gravin Klarissa moet toen- der tijd zeer mooi, maar ook zeer koel en hoogmoedig zijn geweest. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1924 | | pagina 1