N\ 92.
Dinsdag 5 Augustus 1924
111 jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON
Het slot Dymeck
Landbouw, Veeteelt
en Visscherij.
Provincie-Nieuws.
ABONNEMENT
Pr|js per kwart**), in Goes^t 2,
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 6 cent.
VerschijntMaandag-] Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESGHE
Uitgave Naanl. Vennootschap Goeeche Courant
ADVERTENT1ËN
van 1 5 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers B cent.
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nnr voormiddag.
COURANT
EEN WELKOM.
Dinsdag vangt het bezoek van onze
geëerbiedigde Vors'in, de kroonprinses
en Prins Hendrik aan Zeeland aan.
Donderdag staat een tocht door de
Bevelanden op het programma. Alom
zal feest worden gevierd, het zal een
zegetocht worden, waarbij een ieder
zich zal beijveren getuigenis af te leg
gen van zijn gehechtheid aan ons al
oude Oranjehuis. j
De driekleur zal wapperen ter be
groeting, van de torens zullen de zware
klanken luide over het land juichen,
tolk van vreugde van de bewoners.
Op aller gezichten zal de blijde lach
liggen en aller oogen zullen stralen;
en de harten zullen sneller kloppen,
wanneer men H.M. de Koningin en
PIaar gezin zal zien.
Nederland cn Oranje, Zeeland en Oran
je. Dat hoort bijeen, het is als aardeen
zon; en is het niet de oranje-zon, n
wier stralen de edelste eigenschappen
van ons volk tot haar volsten bloei zijn
gekomen
In de persoon van onze Koningin
wordt onze nationale eenheid beli
chaamd. En inderdaad, wanneer wij de
vriendelijke trekken van Koningin Wil-
helmina aanschouwen, dan voelen wij
ons allen één; dan weten wij dat wij
allen zijn Nederlanders in hart en nie
ren. Datgene, wat de Nederlanders in
het dagelijksch leven zoo vaak verdeelt,
vergeten we; we zijn alien broeders ge
worden: leden van één volk. Piel Oranje
is het hechte cement dat ons allen bindt
en dat in den loop der tijden blijk heeft
gegeven van duurzame kracht.
Wij roepen het Koninklijk gezin een
hartelijk en diepgemeend „Welkom"
toe, bij het betreden van den Zceuw-
schen bodem.
DE CONFERENTIE
TE LONDEN.
De conferentie te Londen heeft toi
overeenstemming geleid. Het Fransche
voorstel, in ons vorig overzicht ver
meld, is vrijwel ongewijzigd aangeno
men. Mac Donald en Herriot hebben
op vorselnliendc wijzen uit ng gegeven
aan hun voldoening over liet welslagen
der conferentie. De eerste zeide tot
Herriot:
De overeenstemmig lussehen de ge
allieerden is nu bereikt. Satan alleen
Uan ons nog scheiden.
Herriot heeft na afloop der confe
rentie aan een vertegenwoordiger van
het Fransche Havas-persbureau de
volgende mededeeüng gedaan:
„Gij ziet mij volmaakt gelukkig over
de overeenstemming, die eendelijk op
de conferentie is tot stand gekomen.
Het geduld en dc moeizaipe inspanning
van de Fransche delegatie vinden thans
huil volkomen belooning in het herstel
van de entente tusschen de geallieerden.
De verplichtingen van Du'ts.h'.and zul
14
DOOR
ILZE DORE TANNER.
Nadruk verboden.
Het was plotseling, alsof er een
engel door de zaal vloog, gravin Dy
meek wierp een ijskouden blik op
Henny, die op baar beurt verbleekte
voor dien doordringenden blik, die haar
scheen te doorboren.
Toen maakte graaf Roleneck een
lichte buiging voor Henny en zei:
„Onze geachte freule heeft groot
lijk er is iets, dat veel hooger staat
Jeugd en schoonheid", en een bewon
derende blik trof haar uit zijn oogen.
„Bravo, daarop moeten wij onze gla
zen ledigen", riep de opperhoutvester,
die woedend was over het volkompn
gebrek aan tact van zijn neef, met
dreunende stem en onder het helder
geklink der glazen verdween deze klei
ne wanklank.
Henny echter wierp den graaf een
dankbaren blik toe, toen zij met hem
aanstootte en over het gelaat van gra
vin Dymeck gleed een tevreden glim
lach.
Graaf Roleneck liet den geheelen
avond nog menigmaal verstolen zijn
oogen op Henny rusten en bemerkte,
hoe zij zonder eenig spoor van coquet
terie, met rustige natuurlijkheid de hul
len worden gecommercialiseerd en allo
moeilijkheden, die zich in het vervolg
zullen voordoen tusschen Duitschland
de geallieerden, zullen aan arbitrage
worden onderworpen. Aldus zal het
vraagstuk van het herstel worden ont
trokken aan het domein van de politiek,
waardoor de regeling ervan niet dan
vergemakkelijkt kan worden, aangezien
t in het vervolg zal steunen op oen
positieve en practische basis.
Dat klinkt dus bijzonder mooi. Nu
moet nog worden afgewacht of de ban
kiers, die de leen'ng van 800 mi'liccn
goudmark verschaffen moeten geen be-
lenkmgen zullen opperen tegen de ge
nomen besluiten. Dan komen ook de
Duitschers nog aan het woord. Zij zijn
thans officieel u'.tgcnoodigd om een
delegatie naar Londen te zenden.
VLIEGONGELUKKEN.
Een overmoedige, jonge militaire
vlieger, de twee en twintig jarige Mar
cel Rapin, heeft Woensdag te Bourg-
la-Reine, waar zijn ouders wonen, een
tragisch ongeluk veroorzaakt. Tegen
den namiddag verscheen sergeant Rapin
met zijn vliegtuig boven zijn geboorte
dorp en gelijk hij reeds herhaaldelijk
had gedaan, begon hij boven het dorpje
met zijn vliegtuig allerlei gevaarlijke
cunsten te vertoonen. Daartoe be
hoorde ook, dat het jongmensch met
zijn vliegtuig vlak boven de daken van
Bourg-la-Reine scheerde. Ditmaal ech
ter zouden de stoute stukjes niet goed
afloöpen. Een der vleugels van het
vliegtuig bleef aan de telefoondraden
haken en natuurlijk stortte de machine
omlaag. Een der huizen in de dorps
straat werd geheel verwoest, de vlie
ger brak zijn twee beenen, de man, die
bij hem in het vliegtuig zat, was op
slag dood, ook twee vrouwen op straat
verloren het leven, door het vliegtuig
verpletterd en drie andere werden ge
kwetst. Tot haar behoort de moeder
van den onbesuisde^ vlieger, die met
zwaren schedelbreuk in hopcloozcn toe
stand is opgenomen.
Nog wordt een overeenkomstig on
geluk gemeld:
Kapitein Pinsol maakte Vrijdag
avond eenige toeren boven La-Teste-
de-Buch, bij Arcachon» waar zijn fami
lie woont. Hij vloog op een gegeven
oogcnblik zoo laag, dat zijn toestel de
telegraafdraden raakt$. Het rukte het
dak af van twee wijnschuren en vloog
vervolgens tegen den muur van een hoo
ger pakhuis te pletter, waarin hel een
gat maakte en een wijnkuip vernielde.
Daarna stortte het neer op de binnen
plaats van een woonhuis, waar zich op
dat oogcnblik drie menschcn bevonden
die als door een wonder ongedeerd
bleven. Het toestel was totaal vernield
cn onder de wrakstukken vond men het
lijk van den kapitein, die op slag dood
moet zijn geweest. Het lijk is overge
bracht naar de woning van 's kapiteins
ouders, welke ongeveer tegenover de
deblijken van dc jonge officieren i
ontvangst nam en hij moest aan dc
woorden van gravin Dymeck denken,
die zij hem vandaag had meegedeeld,
alvorens de andere gasten er waren:
„Ik ben van plan om mijn nicht Hen-
riëtte tot mijn eenigste erfgename te
benoemen, maar ik zal het testament
laten afhangen van de voorwaarde, dat
zij een echtgenoot van voorname, oud
adellijke afkomst kiesthun blik
ken hadden zich daarbij gekruist en hij
had ook zonder verdere woorden be
grepen, wat zijn oude beschermvrouwe
wenschte.
Eckart von Wackerath stond bij een
koppel veulens niet ver van de boer
derij verwijderd en hij verheugde zich
over de prachtige jonge vosveulens, die
hijzelf had opgefokt en die. als zij
verder zoo 'flink opgroeiden, schitte
rende inkomsten beloofden. Deze extra
verdiensten, Waarnaar hij zoo vurig ver
langde, wilde hij gaarne aanwenden
voor een ingrijpende verbouwing van
het bouwvallige, oude woonhuis. Hij
droomde er maar steeds van, dat zijn
ouders voor hun ouden dag een gemak
kelijker en weelderiger woning moes
ten hebben, dan het oude huis hun kon
bieden. Eckart bezat, behalve zijn prac-
tisch verstand, een flinke dosis gevoel
voor iets fraais, wat zijn beide jongere
broers misten. De oudste van de twee,
Heinrich, had het toezicht op de veld
arbeiders en de jongste, Friedrich, die
in de stad de handelsschool had bezocht
zorgde voor den verkoop der landbouw
plaats des onheils is gelegen. Het on
geluk heeft in La Teste en te Arca
chon, waar kapitein Pinsol welbekend
was, veel ontroering gewekt.
ENGELAND EN RUSLAND.
De Engelsch-Russische onderhande
lingen zijn weer hervat.
Bestuur Vi. scherijen op de Zeeuwse he
stroomen,
In liet in druk verschenen verslag
over 1923 omtrent den toestand der
Visscherijen op dc Zeeuwsche slroomen
uitgebracht door het bestuur dier vis
scherijen, wordt gemeld, dat door de
beambten, met het toezicht op de vis
scherijen belast, 230 verbalen werden
opgemaakt, waarvan 208 door beamb
ten der visscherij-politie. Daaronder
waren er 87 wegens visschen zonder
consent; 15 wegens het niet, of niet
zichtbaar voeren van onderscheidings-
teekens; 12 wegens visschen met ver
boden vischtuig; 12 wegens het aan
boord hebben van ondermaatsche visch,
of van visch in gesloten vischtijd; 47
wegens visschen zonder vergunning van
pachter of concessionnaris, 20 wegens
overtreding pachtvoorwaarden
D klacht meermalen vroeger geuit
over de geringe straffen door de mees
te kantonrechters uitgesproken, blijft
van onverminderde kracht. De straf
door verscheiden kantonrechters opge
legd, laat dikwijls, na de betaling der
boete, aan de overtreders nog een ver
dienste uil de overtreding over, zoodat
de bekeuring niets afschrikwekkends
heeft. Slechts een paar kantonrechters
straffen inderdaad zóó, dat de overtre
ders zich een tweede maal wel wachten.
Moeilijk te constateeren feiten, als
bótsteken, die van de beambten vorde
ren een zeer vermoeienden marsch van
eenige uren half door het water, worden
vaak gestraft met f 1 boete.
Door het bestuur werden behandeld
69 verzoeken om vergunning tot het
plaatsen van vaste inrichtingen, 52 om
toestemming tot overdracht van pacht,
een aantal adressen tot verkrijging van
grond in onderhandsche pacht of conces
sie of tot vermindering, afstand of
kwijtschelding van pacht en retribute
Het bacteriologisch onderzoek en het
periodiek onderzoek der verschillende
putten in geheel Zeeland werden gere
geld voortgezet.
Uitgereikt werden 19251 certificaten
van onbesmetheid tegen 17007 in 1922.
Over pogingen Lt ontduiking of bedrog
werden enkele klachten ontvangen die
na onderzoek tot het opleggen ecner
straf leidden.
Voorts werden in het bestuur behan
deld vele brieven en adressen die be
trekking hadden op de verontreiniging
van het Schelde water tengevolge van het
afvalwater van de suikerfabriek „Zee
land" te Bergen op Zoom, overdewen-
schelijkheid invoer van vreemde mos
sels, speciaal uit de Zuiderzee, le ver
bieden, tot behoud van de Zeeuwsche
mosselcultuur en verschillende zdken
verband houdende met de gestie van het
Coöperatief Oesterbureau te Ierseke
(Coczo).
Tevens werd geadviseerd op een aan
tal verzoeken om ontslag, kwijtschelding
en vermindering van pachten van re-
Iribuliën, afkeuring wegens verzanding
van perceelen en andere zaken de vis
scherij betreffende.
Op voorstel van het bestuur werd
besloten de mosselperceelenpachters,
van de pachten verschenen Maart 1922
en 1923, 75 pCt. afslag te geven, te be
talen 15 Nov. 1923. Tevens in verband
daarmede den achterstand die bedenke
lijke proporties aangenomen had, krach
tig aan te pakken. Het resultaat daar
van is uitstekend geweest. Terwijl op
31 December 1922 achterstallig was
f 306.350.24, is op 31 December 1923
slechts f 38.020.34 achter.
producten, had de rekeningen in orde te
maken, kortom de geheele boekhou
ding berustte in zijn handen, terwijl
Eckart, zooals hij schertsend beweerde,
de functies van bestuurder, koetsier
cn vceverzorger in zich vereenigde.
Den arbeid op het land waren de
broeders Wackerath van jongsafaan ge
woon, alleen hadden zij zich daaraan
in het begin niet geheel kunnen wijden.
Want hun vader had streng aan het be
ginsel vastgehouden, dat zij een zorg
vuldige schoolopvoeding moesten genie
ten en met een behoorlijk diploma voor
den dag zouden kunnen komen en de
drie broeders waren in de stad bij de
nicKt van hun moederdie daar als wed,
van een leeraar bescheiden leefde, in
pension geweest. Eckart zou maar al
te graag ook eenige jaren op de land-
bouwhoogeschool hebben willen studee
ren, maar hij wist wel vooruit, dat hun
middelen daarvoor niet toereikend wa
ren en zoodoende waren de drie Wac
kerath's als flinke werkkrachten op het
vaderlijk landgoed terecht gekomen.
Hun practische aanleg was er oorzaak
van dat zij voor geen enkel werk terug
deinsden en door het gebrek aan goede
veldarbeiders waren zij op het kleine
landgoed welkome krachten geweest,
Gedurende zijn diensttijd, dien Eckart
in een infanterie-regiment aan de grens
had doorgebracht, had men dan ook
zijn afwezigheid zeer gemist. Dat had
zijn vader hem verteld, toen hij weer
thuisgekomen was en dat scheen hem
een eervolle onderscheiding toe. Hij
was nu tot sergeant bevorderd en moest
Oranj'e en Beveland.
In verband met het bezoek van H.M.
de Koningin aan ons eiland, geven we
nog eens een afdruk van den tekst van
het lied ter gelegenheid van het regee-
rings-jubileum van H.M. de Koningin
Wilhelmina, uitgegeven door de Goe-
sche Courant.
Het lied is gemaakt door den Zuid-
Bevelander M. Stevense, thans te Dord
recht. De muziek is gecomponeerd door
den Noord-Bevelander Eduard Flipse,
thans te Rotterdam.
Het lied eigent zich bijzonder om ook
tijdens het bezoek van H.M. de Konin
gin te worden gezongen.
De machtig - schoone Scheldearmen
Omvatten t oude Beveland,
Waar eens de geuzenlied'ren klonken,
Oranje stond in 'thart geplant.
Nog schalt 't Oranje langs de stróomen,
Heft men alom d'Oranjevaan
Ook nu gaan beide Bevelanden
Om Wilhelmina juichend slaan.
Refrein
.Wij Bevelanders zullen waken
Voor onzen dierbren ouden grond
Trouw zullen wij Oranje blijven
Dat eeuwen ons reeds aan zich bond.
Waar naast het loover van de gaarden
Het halmenlied ten hemel stijgt,
Waar achter trotsche breede dijken
De zang der golven nimmer zwijgt;
Daar brengen Bevelandsche vrouwen
Heur hoofd in blanke muts gehuld,
Onz' allerdierste Oranje-vrouwe
Geloovig en eerbiedig huid'!
(Refrein).
Wij stoere Bevelandsche mannen,
Wij hebben op den dijk geplant
De vaan der vaadVen, die de vrijheid
Bevochten op den dwingeland.
Wij hebben met de groote Oranje's
Ons erf ontrukt aan vreemd gebroed
En met het „Luctor et emergo"
Ons land gegrepen uit den vloed.
(Refrein).
De huldebêtooging te Middelburg.
Betreffende de regeling der hulde
betooging te Middelburg meldt men ons
nog het volgende:
Zij, die tijdens het défilé bloemen
willen aanbieden, verlaten bij het pas-
seeren van de tribune rechts den stoet
om deze hulde aan H. M. te brengen,
en voegen zich weer achter hun colonne,
die over het grasveld rond de sloot
weer naar haar oorspronkelijke plaats
marcheert. De districtscommissarissen
voor de betooging begeven zich dan
naar de tribune en plaatsen zich rechts
van de trap. Degenen, die postduiven
willen oplaten, gaan links uat den stoet.
De orde-commissarissen zijn kenbaar
aan een breede Oranje band met roset
om den rechterarm, terwijl door groote
borden het den betoogers makkelijk
zal worden gemaakt hun plaats te vinden.
Ovezand. De collecte voor de nage
laten betrekkingen der verongelukte
visschers te Vlissingen en Arnemuiden
heeft f91,87 en een half opgebracht.
bij de eerstvolgende oefeningen examen
doen voor reserve-officier.
Temidden van zijn hoopvolle toe
komstbeschouwingen klonk opeens het
luide „goeden avond" van den brieven
besteller, die tot Eckart's groote ver
rassing hem een sierlijk couvert over
handigde, een brief waarop duidelijk
zijn naam, Eckart von Wackerath,. ge
schreven door een krachtige dames-
hand, te lezen stond. Hij vloog haastig
het korte briefje door en zijn oogen ble
ven als geboeid rusten op de ondertee-
kening „Henny KönigDat was dus
de jonge dame, die hij naar Dymeck's
grondgebied had gereden en Zondag ii
het dorp Dymeck gegroet had. Zijn va
der, die eens per maand een avondje
in „de gouden ster" in de stad door
bracht, had daar gehoord, dat de oude
gravin Dymeck gedurende den zomer
bezoek had gekregen van een achter
nicht. Eckart von Wackerath las den
brief nog eerrtnaal door en voelde een
stille vreugde in zijn hart opstijgen
dat Henny zoo vriendelijk en zonder
zich zelf vrij te pleiten haar klaarblij
kelijke onbeleefdheid verontschuldigd»
Hij stelde zich zelf opeens voor de
vraag, of Henny's onbeleefdheid hem
gekwetst zou hebben, indien zij opzet
telijk zijn groet niet beantwoord had
zijn hart beantwoordde deze vraag met
een volmondig ja.
Hij stak den brief in zijn zak en
glimlachte; wat ging hem deze jonge
dame, die verdwaald was en die hij
weer op den goeden weg naar huis had
gebracht, de nicht van de gravin Dy
De raad vergaderde 1 Augustus.
Afwezig F. de Jonge met kennisgeving.
De door het Armbestuur ingediende
begrooting voor 1925 wordt zonder op-
of aanmerking goedgekeurd tot een be
drag van f 10999,47 en een half in
ontvang en uitgaaf.
De gemeentebegrooting voor 1925
wordt na voorlezing en toelichting vast
gesteld in ontvang en uitgaaf tot een be
drag van f25706,75 en een half.
Wolfertsdijk. Bij het bezoek vanH.
M. de Koningin alhier, zal een ecre-
wacht van den Bijz. Vrijw. Landstorm
ter sterkte van 100 a 150 man, alles uit
N. of Z.-Beveland, worden opgesteld.
mColynsplaat. In de Vrijdaggen ^raad-
huize alhier gehouden^vergadering van
Ingelanden van den Oud-Noord beve-
landpolder waren 38 vanjiejlöjiige-
landei vertegenwoordigd.
Ingekomen ^was een verzoek van den
Nieaw-Noordbevelandpolder^tot het
verharden ^van,:
le. de aardebaan over den binnen-
berm van den^Emelissendijk van ^af den
Nieuwen „weg in oostelijke^richting tot
den achterhofdam van ^de ^hofstede
JZuidviiet* en Verder tot den^kop van
den Opril^aldaar
2e. de aardebaan over de kruin van
den|Emelissendijk van af dendrop^van
den Oprilj^bij j de hofstede, bewoond
door dhr. F, de Feijter, in oostelijke
richting tot den kop van den Opril
bjj de streek Emelisse, lang 360 M.
meek, die in openlijke vijandschap met
de Wackerath's leefde, eigenlijk aan?
Of hij zijn moeder van den brief zou
vertellen? Hij had haar Zondag ver
teld, dat hij de jonge dame met graaf
Roleneck had gezien. Graaf Roleneck!
Hoe was het mogelijk dat hij op dit
oogenblik niet onmiddellijk aan dezen
naam had gedacht 1 Het was, alsof een
schel lichtende bliksemstraal voor zijn
oogen flitstedeze jonge dame en graaf
Roleneck waren stellig een toekomstig
paar. Of misschien toch niet? Een aan
staande bruid zou toch wel aan iets
anders te denken hebben dan zich per
brief bij een heer wegens een onbe-
antwoorden groet te verontschuldigen.
Het werd hem zonderling warm om
het harte bij de gedachte aan Henny
Konig; de bekoorlijke blonde verschij
ning had toch meer indruk op hem ge
maakt, dan hij zich eerst had durven
bekennen.
Paardengetrappel en t egelijker tijd
zware schreden deden hem uit zijn ge
peins ontwaken: de paarden kwamen
van het werk terug het was het
einde van de inspannende dagtaak, zijn
dienst als bestuurder riep hem naar de
stallen, opdat de trouwe paarden goed
verzorgd werden. De beide onge
knechts namen hun mutsen af, de kleine
stoet werd gesloten door Heinrich en
Friedrich en Eckart sloot zich bij zijn
beide broeders aan.
(Wordt vervolgd).