K'. 87.
Donderdag 24 Juli 1984
lil jaargang,
Bij Huiöjeuk en ook bij Muggenbeten geeft het inwrijven
met PUROL dadelijk verlichting. Bij Apoth. en Drogisten.
Pro vincie-M ieuws.
huid
Uit de Pers.
8 FEUILLETON
Het slot Dynjeck
ABONNEMENT
in Goes 2,—l^jïïBI
Afzonderlijke nummers 6 cent. V H W jL Tl Jl H 9 A
VerschijntMaandag-! Woensdag
en Vrijdagavond. Uitgave Nsxml. Vennootschap doesche Conrsi
ADVERTENT1ËN
van 1 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers cent.
en Kleeuwens Boss' Drnkkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen
tot 13 nnr voormiddag.
COURANT
ken. In sobere bewoordingen heet het:
„Een en ander heeft dan ook tenge
volge gehad, dat de kosten, aan het
collecteeren verbonden, pl.m. f300,
meer hebben bedragen dan de opbrengst
(van einde Maart tot half Mei).
De administratie van de steunbonnen
is onvoldoende bijgehouden, bovendien
was een generale controle niet moge
lijk, doordat het kasboek van den voari-
gen penningmeester plotseling bleek
te zijn verdwenen.
Nadat ik het kasboek met behulp
van de voorhanden gegevens had gecon
troleerd, toonde dit een saldo aan van
f97,31, welk bedrag onder de vier
bestuursleden volgens mededeeling van
een van hen, is verdeeld geworden".
Zietdaar, de communistische barm-
tigheid.
De betooging te Middelburg.
Men schrijft ons:
Herhaaldelijk wordt gevraagd: waar
uit bestaat toch de betooging, wat is
toch eigenlijk een betooging?
Het antwoord moet luiden: een ge
legenheid om van zijn aanhankelijkheid
en trouw aan de Koningin te kunnen
getuigen. Zooals men in het dagelijk-
sche leven zijn vrienden bij groote ge
beurtenissen in hun leven gaat com-
plimcnteeren, gaat huldigen, op eene
receptie; zóó ook is de huldiging van
H. M. op het Molenwater op 6 Aug.
a.s. H. 1V1. de Koningin geeft dan als
het ware op het Molenwater eene re
ceptie voor alle Zeeuwen, waar oud
en jong, rijk en arm door hunne tegen
woordigheid alleen reeds blijken van
verknochtheid kunnen geven.
Men kan er heen gaan, zich voe
gende in een of andere corporatie,
maar ook als particulier persoon kan
men mededoen.
Bij eene receptie behooren bloemeit;
bloemen zullen in massa's worden aan
geboden. Gelet op de groote ruimte op
het Molenwater hebben corporaties
voor bun bloemstuk een bepaalden vorm
gekozen. De vereeniging „Uit bet Volk
voor het Volk" te Middelburg ging
voor en bood voor de versiering van
bet terrein masten aan met groote kran
sen. De Koninklijke Maatschappij de
Schelde volgde en eveneens de N. V.
Houthandel Albers. Andere corpora
ties door deze voorbeelden geïnspi
reerd overwegen hetzelfde.
Opdat de receptie op bet Molenwa
ter m den tijd dien H. M. daarvoor
beschikbaar kan stellen kan verloopen
moeten de betoogers worden georgani
seerd en ordelijk zijn opgesteld op het
oogenblik, dat H. M. op het Molenwa
ter zal aankomen.
Op dat oogenblik 6 Aug. 11 uur v.m.
zullen zijn opgesteld tegenover eene
tribune, die voor H. M. is gebouwd,
2000 zangers met drie muziekkorpsen
saamgedrongen om den Katheder van
den heer Morks, die den zang zal diri
geer en.
Aan weerskanten van de zangers
staan de betoogers in lange colonnes
opgesteld allen front makende naar de
Koninklijke tribune. v
De voorste lijn der zangers en an
dere betoogers ligt ongeveer 20 M. vóór
de Koninklijke tribune. Die lijn is aan
geduid en feestelijk versierd door de
reeds hiervoren genoemde masten met
bloemen, linten en vanen.
De komst van H. M. zal worden
aangeduid door bazuingeschal.
Vervolgens zal de muziek het Wil
helmus spelen en vindt de vaandel-
groet plaats. Hierop volgt bazuinge
schal, waarna de 2000 zangers met
begeleiding van drie muziekkorpsen ach
tereenvolgens zuilen zingen het door
den heer D. A. Poldermans gemaakte,
door den heer Morks op muziek ge
zette lied: „De Zeeuwen aan Oranje"
en „De eed van trouw". Na bazuinge
schal volgt het défilé van alle betoo
gers, ook de zangers.
Dit oogenblik waarop de Zeeuwsche
1 huldiging zal beginnen, wordt nog
bovendien door klokkengelui geaccentu-
I eerd.
Tijdens het défilé zullen H. M.
bouquetten en bloemstukken worden
aangeboden. De versiering van de K8-
ninklijkc tribune zal zeer eenvoudig zijn.
Maar tijdens het défilé wordt de ver-
1 siering door de betoogers voltooid. De
betoogers zetten H. M. in de bloemen.
1 Een tiental muziekkorpsen zullen af-
I wisselend in de stoet den voorbijmarsch
met muziek opluisteren.
Wanneer alle betoogers weer op hun
ne oorspronkelijke plaatsen zijn, zal
worden gezongen door alle zangers,
door alle betoogers, begeleid door alle
muziekkorpsen het Zeeuwsche Volks
lied en het Wilhelmus.
Het op het Molenwater aanwezige
publiek wordt verzocht deze liederen
mede te zingen.
Publiek zal alleen worden toegela
ten op de straat langs het weeshuis,
uitgebreid tot de 3e rij boomen en ver-
der op de straat langs de rijschool en
de bijzondere school aldaar, verbreed
met pl.m. 20 M. van het grasterrein.
Opdat het verloop kan zijn zooals
geschetst is, is het volgende nog noo-
dig:
Op het Molenwater verzamelen di
rect alleen de zangers. Alle andere be
toogers eerst elders in eenen stoet op
gesteld.
Beveland verzamelt op de Oude
Vlissingsche weg, hoofd der colonne
bij het station.
De groote organisaties verzamelen
op den Kinderdijk, hoofd bij de Spij-
kerbrug.
Na de betooging kan het publiek bet
Molenwater direct alleen verlaten langs
den Zuidsingel. Aan alle andere uit
gangen van het Molenwater zal het ver
keer voor het publiek zijn gesloten, tot
alle in georganiseerd verband marchee-
rende betoogers het Molenwater zullen
hebben verlaten.
Provinciale Staten van Zeeland.
In de Maandagmiddag gehouden ver
gadering van Prov. Staten, kwam na
dat de Commissaris der Koningin de
ramp op de Schelde had herdacht in
bewoordingen van innige deelneming,
welke door de Staten staande werden
aangehoord, aan de orde de volgende
voorstellen
Veer: VeereKamperland.
ïn de afdeelingsvergaderingen der
Staten werd in verband met de mede
deeling van Ged. Staten over de over
neming en exploitatie van het veer tus-
schen Veere en Kamperland o.a. met
vreugde geconstateerd, dat nu vaste
diensten op dit veer zullen komen, aan
gedrongen werd Op «de invoering van een
vroegeren en lateren dienst. Ook werd
aangedrongen, in het pachtcontract de
arbeidsvoorwaarden van het personeel
behoorlijk te regelen. Ged. Staten wen
den daartoe reeds pogingen aan.
Na eenige discussie werd het voorstel
van Ged. Staten z.h.s. aangenomen.
0__ door schrijnen ot overmatig trans-
P) BB pirecren is lastig en erg pijnlijk.
- - Akkers Kloosterbalsem er op ver
zacht dadelijk, zuivert en geneest.
Electrificatie.
Naar aanleiding van de mededeeling
van Ged. Slaten over de leverantie en
het gebruik van kolen aan de Centrale
te Westdorpe en den stand van de elec-
triciteitsvoorziening in Zeeland en be
treffende het voorstel van Ged. Staten
om een crediet van f 3000 te verleenen
aan de commissie van betrokkenen bij
de electriciteitsvoorziening van de mid
dengroep, werd in af deelingen door
verschillende leden geprotesteerd tegen
de opmerking van Ged. Staten dat zij
het betreuren, dat een lid der Staten in
openbare zitting inlichtingen vroeg over
de kolenleveranties, gedaan door een
lid van Ged. Staten. Men meende dat
het betrokken lid direct had moeten
antwoorden en dat Ged. Staten had
den moeten zorgen dat de wet niet werd
overtreden, want zij zien in de P.Z.
E.M. wel degelijk een provinciaal be
drijf. Men nam echter genoegen met
de toezegging, dat zoo iets voor het
vervolg zal worden voorkomen.
Verschillende leden meenen, dat Ged.
Staten een ernstig onderzoek had moe
ten instellen naar de vraag of een mo-
torbedrijf voor de Centrale te West
dorpe niet voordeeliger zou zijn dan
een stoombedrijf, en dat de P.Z.E.M.
en Ged. Staten zich met de directie
der cokes-ovens hadden moeten ver
staan over de levering van gas.
Gevraagd werd naar nadere mede-
deelingen over de onderhandelingen met
de Prov. Noord-Brabantsche Electr.
Mij. over lévering van stroom aan de
middengroep. Algemeen was men voor
het verleenen van een crediet van
f3000,aan de genoemde commissie,
maar sommige leden meenden dat ook
meer kan noodig zijn.
In hun antwoord zeggen Ged. Sta
ten, dat zij de nadere opgaven betref
fende het kolen verbruik te laat ontvin
gen om hun standpunt tijdig definiliei
te formuleeren. Daar de cokes-ovens
te Sluiskil o.a. in Augustus en Septem
ber 1923 stil lagen is er geen zekerheid
voor geregelde gaslevering aan leden de
centrale. De correspondentie met de
P.N.E.M. ligt op de griffie voor de
leden ter lezing. Ged. Staten hopen
op een uitvoerig rapport, maar vinden
f 3000 het maximum crediet dat aan
de commissie kan worden toegekend.
Nadat door dhr. Lindeijer gepro
testeerd was tegen deelneming aan de
kolenleveranties te Westdorpe dooreen
lid van Ged. Staten, zeide dhr. Vie-
nings gaarne te hebben gezien, dat Ged.
Staten mededeeling hadden gedaan van
den loop der onderhandelingen met de
P. N. E. M.
Dhr. Welleman betoogde dat de ge
geven inlichtingen niet afdoende zijn
om den stand van zaken te overzien.
De gegevens geven geen goed beeld.
Commissarissen van de P. Z. E. M.
dienen toch precies te zeggen hoe de
zaak er voor staat.
De wijze waarop de P. Z. E. M.
wordt beheerd, noemt hij ook niet econo
misch.
Dhr. Wallien wil het crediet voor
de commissie-Welleman bepalen op ten
hoogste f 3000,
Namens Ged. Staten werd bet voor
stel van dit college verdedigd door dhr.
Dieleman.
Deze zeide dat Ged. Staten er prijs
op stellen zooveel mogelijk samen te
werken met Prov. Staten; deze houden
ten slotte de koorden der beurs inhan-
den. Er waren wel bezwaren aan ver
bonden om aan de vertrouwensmannen
der streek medezeggenschap te geven.
De motie Vienings wordt door Ged.
Staten royaal uitgevoerd.
In de najaarsvergadering zullen Ged.
Staten zeker nadere mededeelingen kun
nen doen over de onderhandelingen met
de P. N. E. M. over stroomlevering
aan de middengroep en misschien wel
een voorstel doen.
Dhr. Vienings toonde zich door de
woorden van dhr. Dieleman niet geheel
bevredigd, maar tenslotte werd het
schrijven van Ged. Staten toch voor
kennisgeving aangenomen.
Drinkwaterleiding-verordening.
In de afdeelingen werd gevraagd of
Ged. St. den tijd niet gekomen achten
de kwestie van de Centrale water
voorziening op Walcheren weder ter
hand te nemen.
Ged. Staten antwoorden: In 1921
besloten de Staten geen verdere uit
voering aan de plannen te geven en
sindsdien hebben zich geen nieuwe fei
ten voorgedaan, die aan Ged. Staten
aanleiding geven, af te wijken van de
duidelijk uitgesproken bedoeling der
Prov. Staten.
Dhr. v. Niftrik drong aan op de
drinkwatervoorziening van Walcheren.
Dhr. Moelker gelooft niet dat op
T'holen, waar voor f90.000 per jaar
water gebruikt moet worden, dit bedrag
zal worden opgebracht.
Tegen deze pessimistische woorden
Geknoei met den steun" voor de
Textiel arbeiders
„Ik zal handhaven", het orgaan van
den Nat. Bond tegen revolutie, geeft
een interessant kijkje wat communisten
met steunpenningen doen.
De I.A.H. (Internationale Arbei
dershulp) heeft n.l. bij de groote sta
king in Twente comité's gesticht van
ongeorganiseerden.
De burgemeester van Enschedé heeft
nu een onderzoek ingesteld naar de
administratie van genoemd comité, dat
door den gemeente-accountant, dhr.
Zwart, is verricht.
Wat betreft de op de steunlijsten
verzamelde gelden, rapporteert de heer
Zwart:
„De verantwoording der steunlijsten
kon op twee stuks na worden nagegaan.
Naar de ontbrekende nummers zal als
nog door het bestuur een onderzoek
worden ingesteld.
Plet viel op, dat enkele collectanten
zich niet hebben ontzien om uitgaven
in rekening te brengen, die op zijn
jzachtst uitgedrukt bevreemding wek
ken, b.v.
twee collectanten brachten in reke
ning f 8,voor reparatie aan 2 paar-
schoenen
twee collectanten brachten in reke
ning f 7, voor reparatie aan klee
ding;
twee collectanten brachten in reke
ning de geheele bruto opbrengst van
2 steunlijsten ad f 16,75 voor „onkosten"
alhoewel in 't geheel niet was na te
gaan waaruit die onkosten zouden heb
ben kunnen bestaan
twee collectanten brachten f6,70 en
twee anderen f5,87 in rekening voor
evenmin controleerbare uitgaven".
Wat zegt men van dergelijke col
lectanten? En dat noemt men dan geld
inzamelen voor de stakende Textiel
arbeiders. Nu beloopt dit gedeelte van
bet rapport nog slechts een kleine vijf
tig gulden. Erger wordt het volgende:
„Sommige collectanten, die zich in
andere gemeenten met den verkoop van
steunbonnen belastten, hebben zich niet
ontzien bedragen in rekening te brengen,
die op zijn minst buitensporig kunnen
worden genoemd.
Zoo brachten twee collectanten in
rekening f 105,voor gedane uitga
ven, t.w. f 40,voor slijtage aan klee
ding en schoeisel en f 65,voor reis-
en verblijfkosten.
Meerdere collectanten brachten in re
kening juist het totaal bedrag van het
geen zij hadden gecollecteerd, zonder
dat behoorlijke specificaties van de ge
dane uitgaven werden overgelegd".
En om het schandaal ten top te
voeren, sluit het rapport van den ac
countant met de mededeeling, dat op
een gegeven oogenblik het kasboek was
verdwenen, en een vorig saldo onder
vier bestuursleden was verdeeld.
Arme Amsterdammers, Rotterdam
mers, Plagenaars, die aan deze collec
tanten hun geld hebben afgedragen.
Maar laat het rapport hierover spre
DOOR
ILZE DORE TANNER.
(Nadruk verboden.)
Tante liet zich weer in haar stoel
terugvallen en zat daarna een heele
poos strak voor zich uit te kijken met
een gezicht een gezicht, dat ik
nauwelijks adem durfde te halen. Toen
zeide ze plotseling, en haar stem was
zoo scherp, dat het me door merg en
been drong: „Als je nog eenmaal naar
Olmenhof gaat of met iemand van die
familie durft te spreken, dan verlaat
je op hetzelfde oogenblik mijn huis.
Zoo, en ga nu zitten, we zullen gaan
eten".
Dat ik dezen avond niets kon eten
en vaak met moeite mijn tranen moest
bedwingen, kun je je zeker wel voor
stellen, beste Bruno, en daarbij was ik
zoo woedend op tante Kloris sa want
ik kon toch werkelijk niet vermoeden,
dat zij met de familie von Wackerath
iets had en een gevangene ben ik toch
ook niet. Maar natuurlijk was ik te laf
om iets te zeggen. Na bet eten ver
langde zij niet zooals anders van me,
dat ik haar de courant voorlas en daar
om kuste ik haar hand, wenschte haar
„goeden nacht" en ging naar boven
naar mijn kamer.
Hoewel ik gauw naar bed ging, kon
ik voorloopig niet in slaap komen, ik
moest te veel aan mijn avontuur den
ken en ik peinsde er over na, wat tante
toch wel tegen de familie von Wacke
rath kon hebben. Ook gedurende den
nacht sliep ik onrustig en eens ben ik
zelfs opgestaan om een glas water te
halen. Toen ging ik als bij toeval bij
het open raam staan en je mag
me niet uitlachen,- Bruno, want het is
werkelijk waar en zag heel duidelijk
licht in den ouden toren. Mijn hart
bleef bijna stilstaan van schrik en een
ijskoude rilling liep mij over den rug
en als geboeid moest ik maar steeds
naar den toren kijken. En al zou je nu
ook tien keer zeggen, dat het verbeel
ding is geweest, dat ik gedroomd heb
of dat het maanlicht was, dat in de
ruiten weerkaatst werd, het staat on-
omstootelijk vast, dat het 't licht van
een lamp of van een lantaarn was.
Eerst bewoog het zich heen en weer,
alsof iemand er mee rondliep, daarna
bleef het steeds op dezelfde plaats in
de torenkamer. Ik wachtte en wachtte,
maar niets bewoog zich meer, toen
ging ik tenslotte maar weer naar bed,
nadat ik eerst het electrische licht had
aangedraaid, want ik was ontzettend
angstig geworden en viel pas tegen het
aanbreken van den morgen in een on-
rustigen slaap.
Vanmorgen bij het heldere zonlicht
leek mij mijn vrees belachelijk toe, want
ik geloof natuurlijk niet aan spoken of
geestverschijningen en ik ben over
tuigd, dat alles zich op geheel natuur
lijke wijze zal ophelderen.
Toen juffrouw Schroth boven kwam,
om mij met mijn kapsel te helpen, vatte
ik moed en vertelde haar, wat ik 's
nachts had ontdekt. Zij glimlachte spot
tend „De freule zal wel gedroomd
hebben of het was de maan". Maar ik
zei heel beslist: „Gedroomd heb ik
niet, en de maan was het ook niet",
waarop zij minachtend de schouders
ophaalde en op spottenden toon zei:
„Ja, bewoond is de toren niet, slaap
wandelen doet hier niemand en spoken
hebben wij hier helaas ook niet". Ik
zei echter geen woord meer, maar in
nerlijk was ik woedend op die onbe
leefde, onbeschaamde vrouw.
Toen ik later in den tuan, zooals alle
morgens een klein praatje met den tuin
man maakte, den eenigen vriendelijken,
genaakbaren man hier, vertelde ik hem
ook van mijn ontdekking. In zijn eigen
aardig dialect zei hij: „Ja, freuletje,
dat weet ik ,al lang, dat het in den toren
spoken kan, al zegt de oude Schroth,
dat er niets van waar is. De menschen
beneden in het dorp zeggen, dat er een
honderd jaar geleden een gravin Dy-
meck was, die haar eigen man om het
leven heeft gebracht en na dien tijd
heeft zij nooit geen rust meer kunnen
vinden waar zou het wel kunnen
wezen, maar gezien heeft haar nog
geen mensch".
Je behoeft heelemaal niet te lachen,
Bruno, natuurlijk geloof ik dat niet,
maar je ziet hieruit toch, dat ik mij
niet iets verbeeld heb.
En nu zul je toch ook eens een keer
mijn moed bewonderen. Vandaag na het
ontbijt, toen tante naar haar kamer was
gegaan en ik Schroth met hoed en man
tel naar het dorp had zien trekken,
onderzocht ik de deur aan het einde
van de gang, waaraan mijn kamer ligt.
Er stak een roestige sleutel in het sleu
telgat, die ik met eenige spanning kon
omdraaien. Ik opende de deur en stond
tot mijn groote verbazing op een soort
platvorm, vanwaar een kleine steenen
trap naar de gang omlaag voerde, die
ik eenige dagen geleden met tante Kla
rissa gevolgd had. Ik daalde dit trapje
af en liep moedig in de richting yan
den toren, overal goed rondziende, of
ik niet het een of ander spoor kon ont
dekken. Ik klauterde de trap naar liet
torenkamertje op, verheugde mij boven
weer over het prachtige verre uitzicht
en over het bekoorlijke, romantische
vertrek, doch ik kon absoluut niets bij
zonders ontdekken. Na korten tijd ging
ik weer terug, want ik zou niet graag
nog eens tante Klarissa's toorn op mij
willen laden.
Mijn gangdeur ligt dus bijna vlak
tegenover de deur, waardoor tante en
ik laatst zijn gegaan, alleen had ik
toen het kleine trapje niet bemerkt,
omdat de muur juist op die plaats wat
naar voren buigt.
Zie zoo, beste Bruno, nu heb ik je
mijn hart eens flink gelucht en je weet
nu, dat 'het lang nog niet zoo gemakke
lijk is om erfnidht te worden en dat ik
voorloopig nog geen reden heb, om
over verveling te klagen. De geheimen
van het slot Dymeck zou ik echter
voor mijn verder leven graag willen ont
hullen
Hartelijk gegroet van
je zuster HENNY.
(Wordt vervolgd).