buitenland.
N\ 67.
Donderdag 5 Juni 1984
lil jaargang
FEUILLETON.
De Ondergang der
Bokruiters.
Stukgeloopen Voeten
Binnenland.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Qoes^f 2,—
buiten Goes t 2,
Afzonderlijke nummers cent.
Verschijnt: Maandag- Woensdag
en Vrijdagavond.
fiOBSCHE
Uitgave Nnnnil. Vennootschap Cfoegche Conrant
ADVERTENT1ËN
van 15 regels f 1,20 elke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,4#
Bewijsnummers 5 cent.
en Kleeuwens Boss' Drukkers- en Uitgeversbedrflf Advertentiën worden aangenomen
tol 12 nnr voormiddag.
COURANT
Vanwege het PINKSTERFEEST
zal de Qoesche Courant MAAN
DAG as. niet verschijnen.
Advocaat en Winkelier.
Ons land is dezer dagen in rep en
roer gebracht.
Een winkelier, de heer Smit, te
Gouda, heeft kans gezien om in
z'n vrijen tijd door noeste vlijt, door
's avonds en 's nachts te werken, bet,
zonder gymnasium en universiteit, tot
meester in de rechten te brengen.
Nu heeft de Raad van Toezicht en
Discipline der Orde van Advocaten te
Rotterdam zich verzet tegen de in
schrijving van den heer Smit als advo
caat en de toelating als Procureur bij
de arrondissementsrechtbank te Rotter
dam, welke beslissing het Qaagsche
Gerechtshof, waarbij mr. Smit in appél
gekomen was, echter heeft gehandhaatd.
De heer Smit n.l. wenscht er zijn
beroep van manufacturen-winkelier niet
aan te geven, daar hij vreest dat, mede
omdat hij met doofheid is behept, het
hem niet spoedig gelukken zal uitslui
tend in de rechtspractijk zijn bestaan
te vinden.
Hij wenscht er mee door te gaan
zijn manufacturen-klanten per fiets te
bezoeken en bestellingen op te nemen
en zijn klanten in den winkel tebedienen.
lly wil als advocaat en procnrenr
zijn cliënten niet in den winkel, maar
in een van uit dien winkel toegankelijk
vertrek te woord staan.
De Raad van Toezicht meent dat
een en ander in strijd is met de eer
van den stand der advocaten en pro
cureurs, overwegende o.a. dat wie een
groot deel van den dag in zijn winkel
waren aan het publiek heeft aan te
prijzen en aan te nemen en zijne af
nemers met dat doel in hunie woningen
heeft op te zoeken niet op andere uren
van den dag tegenover dat publiek de
positie kan vervullen voor eene eer
volle uitoefening van Advocaat en
Proeuraal volstrekt noodzakelijk.
Blijkbaar is de Raad t evreesd dat de
heer Smit, van den winkel naar zyn
advocatenkantoortje gaande, niet vol
doende den winkelier zal weten te
metamorfoseeren in den advocaat en zijn
el zal vergeten aan de wilgen te
hangen om de gauzeveder ter hand te
nemen.
Wat houden we er in Holland toch
nog knusse maniertjes op na.
Hier is nu iemand die met een zeld
zame energie, onder zeer moeilijke om
standigheden, den meesterstitel haalt.
Iemand, waarvan een gewoon mensch
zal zeggen, dat het een eer voor de
balie is zulk een man onder haar leden
te mogen tellen.
Iemand, waarvan een veertiental
inwoners van Gouda, allen behoorende
tot de hoogste notabelen der stad, aan
het Gerechtshof te Den Haag verklaar
den „hem te kennen als een eerzaam
burger en achtenswaardig man, en niet
in te zien, dat er eenig bezwaar kan
&5
EEN ZONDERLINGE HISTORIE
DOOR
A. MÖTZELBURG.
Toen Peter kwam opdagen en Fes-
tenrath den grooten bril zonder glazen
had opgezet, zeide de knecht, die den
voor den kapitein bestemden donkeren
baard had omgebonden
„De duivel mag u nu herkennen
Ik moet den overste en den dragonders
nauwkeurig uitleggen, hoe n er uitziet,
anders wordt u nog overhoop geschoten
als een echten bokruiter,"
„Het zou wel goed zijn, als ik
een wachtwoord had," antwoordde Fes-
tenrath. „Zeg aan de dragonders, dat
zij mij aan den uitroep Vliet 1 lk ben
Vliet 1 kunnen herkennen. Dat zal bo
vendien nog [verscheidene vijanden in
de war brengen."
„Die gedachte is niet kwaad 1 meende
Peter Joshem. „Want het zal zonder
dat toch al gevaarlijk genoeg voor u
wezen en eerlijk gezegd zou ik vandaag
niet graag in uw huid steken. Dus,
U bent bereid f*
bestaan, waardoor de heer Smit de
advocatuur niet zou kunnen uifoefejeu."
Het wil ons voorkomen dat de Raad
van Toezicht te veel heeft gekeken
naar de uiterlijkheden en te weinig
heeft gelet op de persoonlijkheid van
den heer Smit.
En toch lijkt ons het karakter van
den beer Smit hier de toetsstee! waar
het op aan komt.
De wijze nu, waarop dhr. Smit zijn
titel behaalde, lijkt ons een waarborg
dal hij zijn beroep van advocaat en
procureur op eerbare wijze zal uit
oefenen. Van zijn liefde voor het ambt
van advocaat heeft de heer Smit het
doorslaand bewijs geleverd. Eu die liefde
zal hem zelf zeker wel doen Waken
voor de eer van zijn ambt.
De Raad overweegt voortsdat een
eervolle uitoefening van het beroep van
advocaat een persoon vergt, die er zich
onder alle omstandigheden van ont
houdt, zijne persoon en zijne diensten
aan het publiek aan te bieden, die
tegenover dat publiek onder alle om
standigheden ten volkomen onafhanke
lijke positie inneemt.
Het eerste gedeelte van deze over
weging lijkt ons van een bijzondere
gestrengheid. En wat het tweede ge
deelte betreft zou men de vraag kunnen
stellen, wie onafhankelijker is ten op
zichte van het publiek een jong advo
caat, die van enkele cliënten „bestaan"
moet, of de heer Smit, die zijn hoofd-
bestaan voorloopig nog vindt in zijn
manufacturenzaak en daarnaast de advo
catuur beoefent.
Begrijpelijkerwijze heeft de uitspraak
van den Raad in de middenstandskrin
gen groote verontwaardiging gewekt.
De neiging bestaat daar om de kwestie
om te keeren en de vraag aldus te
stellen of het mei de eer en waardig
heid van den middenstand in overeen
stemming is te brengen dat een win
kelier het ambt van advocaat uitoefent.
Wij voor ons vindsn zoowel de functie
van winkelier als die van advocaat een
eerbare functie. Natuurlijk zijn er ten
opzichte van beide functies beoefenaars,
die op den regel een uitzondering vor
men. Doch zijn deze uitzonderingen
niet een bevestiging van den regel
Het wil ons dan ook voorkomen dat
er a priori geen reden is om functio
narissen der eene categorie uit te sluiten
van de andere.
En, zooals wy reeds uiteengezet
hebben, in het bijzondere geval van
mr. Smit meenen wij dat er reden is
voor de advocaten om prijs te stellen
op de inschrijving van dezei.
Rusland en Engeland.
De onderhandelingen tusschen En
geland en Rusland te Londen hebben
een crisispunt bereikt. De hoofdpun
ten, waarover men nog niet tot over
eenstemming is gekomen, zijnde
erkenning der oude schulden van het
Russische keizerrijk en de door Enge
land te verstrekken leening.
„Ja, tot alleB
„Nu dan, met Gods hulp voorwaarts!"
zeide Peter en beiden verlieten het
vertrek.
VII.
Vijf minuten later reden zy langs
den straatweg in de richting aan Meer
sen, de kapitein op het paard van Vliet,
een zeer bruikbaar en volgens Peter
gestolen knol, Peter Joshem op den
bruine van den kapitein. De avond
was lang niet zoo donker als de vorige,
want de lucht was opgeklaard en de
sterren schitterden helder aan het uit
spansel. Zij reden voort tot aan een
kromming van den weg. Daar bond
Peter zijn paard aan een wilg vast,
pakte het paard van den kapitein bij
den teugel en ging vooruit.
„Tracht u den weg te onthouden,
als het eenigszins mogelijk is," zeide
hij. „De weg leidt steeds langs afge
knotte wilgen, op den heenweg blijven
de hoornen altijd rechts, terug links,
De boeren hebben overal dergelijke
kenteekenen en verdwalen nooit."
Inderdaad had het paard van den
kapitein voortdurend vasten grond onder
zich, Zoo ging het een half uur voort,
Toen zei Peter
„Nu is het beter, dat u alleen ver
der rijdt. Over tien minuten ziet u den
Wilgenkamp voor n liggen. Ik moet
Het Engelsche blad de Observer
bevat een belangwekkend interview
met den leider der Russische delegatie,
Rakofsky.
Rakofsky noemt het onpractisch dat
de Sovjet-regeering de oude schulden
ten volle zon erkennen. De Britsche
houders van Duitsche obligaties hebben
hun eigendom tot niets gereduceerd
gezien. De Engelsche crediteuren van
Frankrijk zagen hun bezit voor drie
kwart in waarde verminderen en Ra
kofsky acht het absnrd van Rusland
te eischen, dat het tot de volle vroegere
waarde van den roebel betalen zou.
Hij kon hieraan nog toevoegen dat ook
wanneer de revolutie niet had plaats
gehad, de roebel ongetwijfeld zoo ge
daald zon zijn, dat de Russische
obligaties het lot der Duitsche en
Fransche zonden ondergaan hebben.
De eischen der Britsche delegatie zijn
volgens Rakofsky volslagen onaanne
melijk.
Ten aanzien van een leening geldt,
dat de bankiers der City die moeten
geven, terwijl de City in het manifest
der bankiers voor Rusland onaanneme
lijke voorwaarden stelt. Rakofsky riep
dan ook uit, dat wanneer de Britsche
regeemg niet tusschenbeide komt, de
mislukking der conferentie zeker is.
Hij heeft de leening noodig om het
aanvaarde deel der schulden in annuï
teiten te betalen en onmisbare goederen
in te voeren. Hy wees er op, dat
gedurende de vorige eeuw de houders
van Tnrksche obligaties drie maal met
reductie genoegen namen en begrijpt
niet waarom men alleen voor Rusland
een uitzondering maakt. In denzelfden
geest wees hij ook op de particuliere
schulden van Duitschland.
Rakofsky merkte ten slotte op, dat
de garantie waarmede hij genoegen ne>
men kon, niet tot de leening bepaald
blijft. Hij zinspeelt daarmede klaar-
bljjkelijk op het verleenen van han-
delsvoorrechten. De Daily Herald,
het arbeidersorgaan, noemt het dwaas
heid dat de tegenwoordige houdern van
Russische obligaties, die ze voor het
grootste deel voor vier of vijf percent
gekocht hebben, terwille van hun een
tegen twintig speculatie, de regeling
zouden kunnen tegenhouden. Een
groot deel der oude obligaties is door
de eigenaars van vroeger afgeschreven,
of op betrekkelijk lagen prijs verkocht,
zoodat van een betaling op hooger
prijs dan de beurskoers, in hoofdzaak
speculanten voordeel zouden hebben en
niet de oude bezitters, zoodat het niet
oorbaar is, dat de Britsche regeering
aan zal dringen op intergrale betaling,
Hetzelfde geldt voor een groot ge
deelte ook ran particuliere vorderingen,
Zij beweert dat, ook wanneer Rusland
toestemde, het door de Sowjet betaalde
in de Britsche schatkist thuishoort,
daar de meeste bezitters die aandeelen
reeds lang afschreven en dus geen
belasting betaalden. Volgens haar is
het ondenkbaar dat de Britsche regee.
ring de beslissing in handen der hou
ders van de obligaties zal laten en ook
zij spreekt van genoemde wet die geen
naar den overste, want wij hebben een
grooten omweg te maken, als wij de
verzamelplaats der bokruiters van den
anderen kant willen naderen. God be
hoede u 1"
„Hartelijk dank, brave kerel 1" ant
woordde Festenrath, hem hartelijk de
hand schuddend. „God zeegne je 1"
„Zou u maar niet liever bij ons
blijven vroeg Peter met gedempte stem,
„Neen, neen 1 lk ben vast beslotan
En ik hoop mijn rol goed te spelen,
Tot weerziens 1"
Peter ging terug. Festenrath reed
verder. De tien minuten, die hij nn,
alleen met zijn gedachteD, nog had af
te leggen, waren de gevaarlijkste. Hij
bereidde zich op het ergste voor. Spoe
dig had hij de plaats van bestemming
bereikt. Hij zag de donkere lijnen van
een laag kreupelboschje voor zich.
„Wie daar riep een stem vlak bij
hem.
„Och, voor den duivel, laat mij tot h
door, dwaas die je bentantwoordde
Festenrath stotterend, „Ik ben het
Vliet."
„Zoo Ik dacht, dat je nog iemand
zou meebrengen hernam de schild
wacht.
„Ja," antwoordde Festenrath met
dubbele tong, „maar die wilde niet, die
scheen lont te ruiken."
„Nou, vooruit dan maar I Het is de
maximum steun vaststelt.
Wal Mac. Donald tenslotte zal doen
kan moeilijk worden voorspeld. Ver
moedelijk zal hij de oude schulden en
de particuliere wel geenszins negeeren
en een algemeene regeling treffen,
zonder in details af te dalen.
Tenslotte heeft ook Mac. Donald
de City noodig.
De aanslag op Seipel.
In Oostenrijk heeft de aanslag op
bondskanselier Seipel groote veront
waardiging gewekt.
Zimmerman betreurt den aanslag
diep. Hij roemt Seipel's bewonderens
waardige energie, onbaatzuchtigheid en
vaderlandsliefde. De aanslag zal in het
buitenland een diepen indruk maken,
maar er zal geen twijfel ontstaan aan
de stabiliteit van de verhoudingen in
Oostenrijk. Mocht dit gebeuren, dan
zon Zimmerman zelf daartegen op
komen.
Als reactie op de opwinding door
den aanslag veroorzaakt, hebben 150
anti-semieten de Joodsche bezoekers
van de café's afgeranseld, ofschoon
naar alle vermoedelykheid noch de
joden, noch eenige politieke partij met
den aanslag te maken heeft. Althans
schijnt hoe langer hoe meer de ver
onderstelling zich op te dringen, dat
Jaworek, die den aanslag heeft ge
pleegd, een zenuwlijder is, die in ver
standsverbijstering heeft gehandeld.
De toestand van dr. Seipel is niet
levensgevaarlijk.
Spoorwegramp in de Ver. Stalen-
Te Attica, inden staat Lndiana, zijn
twee passagierstreinen op elkaar ge-
loopen. Er zijn negen dooden en 20
gekwetsten.
verzacht en geneest men met PufOl.
De Wester-Schslde.
Het Hdbl. v. Antw. schrijft
In het loodswezen heeft Vrijdag
namiddag de samenkomst plaats gehad
tusschen den heer inspecteur van het
Nederlandsche loodswezen De Haes en
den heer Bouckaert, bestuurder van het
Belgische loodswezen.
Er werd besloten, nu de Sierra
Grande tot op 7 meter onder la
waterpeil vernield is, de scheepvaart
opnieuw langs het tot hiertoe onder
broken deel van den pas van Bath te
doen gebeuren. De toegelaten diepgang
is 80 voet.
De schepen van grooten diepgang
zullen echter de lichten van den Rei
genherg8chen Polder „in een moeten
varen" om twee ondiepten te mijden,
die sedert het zinken van de Sierra
Grande tot stand kwamen. Op de eene
staat slechts 5,10 meter bij laag water
en op de andere 5,50. Door bagger-
werken zullen die zandbanken verwy
derd worden.
Door den Nederlandschen beton-
ningsdienst werd een begin gemaakt
hoogste tijd I" zeide de schildwacht.
Festenrath bromde eenige verwarde,
onverstaanbare woorden en zette zijn
paard weer aan, steeg echter al gauw
uit den zadel en bond het dier vast
aan een wilg, terwijl hij de plekjnauw.
keurig in zijn geheugen prentte. Toen
ging hij recht op het licht af.
Hij merkte direct op, dat de bijeen
komst die hij nog geen veertien dagen
geleden bij de eenzame kapel had ge
zien, zeer veel overeenkomst met deze
had. Alleen zag hij nu twee vuren
branden en bij ieder vuur werd uit
een groot vat wijn getapt. De bespelers
der muziekinstrumenten ontbraken. Het
ging over 't algemeen op deze bijeen
komst veel stiller toe dan op die eerste,
die hij gezien had. Vermoedelijk was
de bende een beetje voorzichtiger ge
worden.
Op dit oogenblik bestond het gezel
schap nit ongeveer honderd personen,
die nog in groepen verdeeld waren.
Als hij nu de eerste begroeting maar
vast achter den rug had 1 Dat hy eenigs
zins den beschonkene moest spelen,
stond vast by hem. De boeren en ste.
delingen hadden Vliet immers den
geheelen dag niet anders gezien. Tot
zijn geluk was het tamelijk donker,
ondanks de twee kampvuren, waarvan
hij de nabyheid zooveel mogelyk zou
trachten te ontwijken.
met de verplaatsing van de boeien van
den pas van Rilland naar het weer
in gebruik genomen deel van den pas
van Bath.
Over 't algemeen hadden de loodsen
oneindig liever den pas van Rilland
blijven bevaren en dezen pas verder
zien uitdiepen. Het varen is oneindig
moeilijker in den pas van Bath, en de
vaargeul is smal. Maar men heeft, aan
hoogerhand, alles op één kaart gezet
de pas van Bath moet klaar zijn, opdat
het verwijt vervalle, dat de Belgenland
niet in Anlweipen kan komen.
Zal die echter komenDe loods
Timmerman, die hem veilig opbracht,
denkt het niet. Hij zeide in een pers-
gesprek
Nog eergisteren ben ik 'bij den be
stuurder der Red Star Line geroepen,
die me naar mijn meening vroeg. Ik
ben verplicht geweest hem hetzelfde
antwoord te geven. Inderdaad, vergeet
niet dat de Belgenland moet kunnen
rekenen op ten minste 35 voet twee
uur vóór hoog tij welnu, ik beweer,
dat we zelfs na het herstel van den
Bath-pas in langen tyd niet die
gevenschte diepte te Valkenisse znllen
hebben. De toestand aldaar is gedurende
de laatste week alweer verergerd. Er
is thans twee voet minder diepgang
dan 10 dagen geleden. Dit is niet te
wijten aan het feit, dat de uitbagge
ringen op een slechte wijze worden
uitgevoerd. Het meeste zand of slijk
der uitbaggeiingen wordt gestort in
den stroom en wel in de Schaar van
den Noord. Dat is glad verkeerd. Op
die wijze komt het zand door de stroo
ming na eenigan tijd opnieuw in het
vaarwater terecht. Als men zóó blijft
voortgaan, zal men jaar in, jaar uit
moeten baggeren om de gewenschte
diepte te behouden, en zullen de
onkosten heel wat meer dan 10 millioen
bedragen.
De rywielplaatjes, rijwielmerken ge
naamd, znllen tegen den prijs van f3
per stuk worden verkrygbaar gesteld
op de post-, biipost- en hulppostkan
toren, alsmede na voorafgaande aan
vraag ook op de stations van den
postdienst.
Noodslachtingen.
Op vragen van het lid der Tweede
Kamer, den heer Braat, betreffende
opheffing van de centrale slachtplaatsen
voor noodslachtingen in kleine plaatsen,
heeft de minister van arbeid, handel
en nijverheid geantwoord
Reeds meermalen, laatstelijk in de
memorie van antwoord op het voor
loopig verslag van de Tweede Kamer
betreffende het Xde hoofdstuk der Staats-
begrooting voor 1924, heeft onderge-
teekende er nadrukkelijk aan herinnerd,
dat de Vleescbkeuringswet niet voor-
schiijft, dat er centrale slachtplaatsen
moeten zijn voor noodslachtingen.
Het geldt hier een vraagpunt van
utiliteit, waarvan de oplossing is over
gelaten aan de gemeentebesturen, die
met de plaatselijke toestanden en be-
Hij strompelde moeizaam op een
der groepen toe en tot zijn groote ver
lichting hoorde hij verscheidene stem
men zeggen: „Ah, daar heb je Vliet.
Al weer eens boven zijn bier. Dat
moest toch verboden worden 1"
Festenrath bromde eenige woorden
binnensmonds, die zooiets als „schaaps
kop" en „met rust laten" klonken en
strompelde verder, de eene hand in
zijn zak den dolk omklemmend. Hij
hoorde nog meerdere personen den
naam Vliet noemen, Dat stelde hem
gerust. Ten overvloede had hij een
stukje hout in den mond gestoken om
ook bij het praten Vliet na te boot
sen, want de waard sprak moeizaam
en stotterde eenigszins. Bovendien nam
hij alles scherp op. In het kamp be
vonden zich eenige van die groote
granietblokken, die men in geheel
Noord-Duitschland, zelfs in de moe
rassige streken, verspreid aantreft. Een
van die blokken was aan den boven
kant zoo vlak als het blad van een
tafel en hierop stond de groote zwarte
bok, byna onbeweeglijk. Zijn oogen
schitterden geheimzinnig fel, ze waren
zonder twyfel met een fosforachtige
massa bestreken. Ook de horens schit
terden op dergelijke wijze. Toch scheen
zich thans niemand om het dier te
bekommeren.
[Wordt vervolgdj.