Zaterdag 24 Mei 1924
lil jaargang.
feuilleton.
buitenland!
H\ 62
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Het wormpje zingt niet mee!
De Ondergang der
Bokruiters.
Die leuke,wollige,ruime hansopjes!
Pijnloos Scheren
Moeilijk werk.
ABONNEMENT
Pry a per kwartaal, ia Qoes^f 2,
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
VerschijntMaandag- Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naauil. Vennootschap doesche Courant
ADVEBTENT1ËN
van 1 5 regels f 1,20 e'ke regel
meer 24 cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,40
Bewijsnummers 5 cent.
en Bleenwens Boss' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen
tot 13 uur voormiddag.
COURANT
NADBUK VEBBODEN.
50
EEN ZONDEBL1NGE H18TOBIE
DOOK
A. MÜTZELBURG.
De uitdrukking is van Multatnli,
die de waarheid nooit mooier wilde
voorstellen dan ze is. En zijn woord
komt ons in de gedachte, nu de zomer
weer in volle pracht begint te prijken
en het lied der vogels ons stil maakt
van blijde ontroering. De schepping
is schoon en goed zingen de vogels
maar het wormpje, waarnaar zij hun
vraatzuchtige snavels uitslaan, zingt
niet mee.
Het is deze tegenstrijdigheid, die
juist wanneer het seizoen op zijn
heerlijkst is, droefgeestige menschen
maakt. Hoe het één met het ander te
rijmen Hoe te gelooven in een rede
lijken grondslag van 't leven en tevens
de barre werkelijkheid te erkennen
Hoe te kunnen juichen om hetgeen
onweerstaanbaar het hart tot vreugde
dringt en tevens .vrede te nemen met
den strijd om 't bestaan, die heel de
schepping tot een afschuwelijk moordhol
maakt
Hec lied der vogels] geve ons in
dezen een aanwijzing. De bekende
vogelkundige dr. Buekers heeft er in
zijn boek ,Ouze Vogels" de aandacht
op gevestigd, dat het zingen van de
vogels niet, gelijk wij meenen, een
uiting is van een bepaalde stemming.
Het is een werktuigelijke reflex-han
deling, die met de voortplanting ten
nauwste samenhangt. Als voorbeeld,
hoe onjuist het is, bij een zingenden
vogel een vroolijke stemming als nood
zakelijke drijfveer te veronderstellen,
wijst dr. Buekers er op, dat bijv. een
nachtegaal, dien men van zijn nest
weggevangen bad, reeds terwijl men
hem naar hnis droeg, in een donker
zakje begon te zingen. „Dat is dezelf
de vogel", aldus de schrijver, „die zich
het gemis der vrijheid soms zoo aan
trekt, dat hij alle voedsel weigert en
van honger sterft, als het niet gelukt
hem met geweld tot eten te dwingen".
Ten onrechte veronderstelt men men-
schelijke eigenschappen en stemmingen
bij dieren, en deze verkeerde verklaring
belemmert vaak ons inzicht in de na
tuur eu verleidt ons tot allerlei onjuiste
gevolgtrekkingen.
Jk meen, dat dit voorbeeld van den
zingenden vogel duidelijk genoeg ver
klaart, in welk opzicht wij onze levens
beschouwing hebben te herzien. Hoe is
het mogelijk, dat het gefluit van den
nachtegaal ons in die stemming van
stille verrukking brengt, die het vogel
tje zelf niet blijkt te kennen Een
Duitscb dichter, op wien de rust van
den maannacht indruk maakte, compo
neerde het bekende vers „Goede maan,
gij gaat zoo stil..." Hoe kan de dich
ter de maan „goed" noemen, terwijl hij
toch zeer wel weet, dat de maan een
levenloos voorwerp is Waarom noemen
„Hel is een best paard, die bruine
van u," hernam de knecht weer. „Maar
hij moet nu weer eens gauw bereden
worden, anders wordt hij lui. Die heeft
zeker wel heel wat veldslagen meege
maakt
„Dat Is we! mogelijk Ik kocht het
dier van een officier," antwoordde de
kapitein.
„Misschien van ritmeester van Al-
denshoven P De biuine komt mjj zoo
bekend voor, zei de knecht.
„Nou ja, dat kan wel zoo zijn,"
antwoordde Festenrath, zijn verrassing
goed verbergend, „Mogelijk, dat hij
van den ritmeester afkomstig is. Ik
kocht hem pas uit de tweede hand.
Overigens ben ik je dankbaar, dat je
zoo goed voor mijn paard gezorgd hebt.
Hij ziet er zoo glad uit als een aal."
„Dat is niet meer dan menschen-
plicht," zei de knecht, „en een oude
cavalerist houdt veel van paarden."
„Dos je was vroeger bjj de cavalerie
Na nog wat stoeienwaar het schoone nachtgoed
zoo onder lijdt, gaat het 'kincjj'e slapen
Hoeveel moeite host hef niet
om ze schoon te honden
Hoejrgrappig zien de kleintjes er mee
uitl Ze staan nog niet erg stevig op hun
voetjes en vallen nog al eens een keertje,
waarbij ze het dan altijd noodig schijnen
te vinden zich zoo vuil mogelijk te maken,
voor ze overeind krabbelen.
Toch kunnen de moeders al die kleertjes
weer schoon krijgen. Rinso, het voor
treffelijke, nieuwe zeepproduct maakt het
DE LEVER'S ZEEP MIJ.
hun zoo gemakkelijk mogelijk, het tover
vloedige, vette sopweekt al het vuil los.
Slechts erg vuile plekken moeten zachtjes
met de handen gewreven worden.
Het zwoegen aan de waschtobbe ^be
hoort tot het verleden, wanneer ge Rinso
begint te gebruiken.
Neemt eens proef!
Koopt nog heden een pakje I
VLAARDINGEN.
wij bergen „trotsch", een stroom „ver
raderlijk", den winter „onbarmhartigp"
Wij lachen het kind uit, dat, zoo het
zijn hoofd aan de tafel stoot, de tafel
een klap geeft en zegt„Stoute tafel!"
En toch doen wij, groote kinderen,
hetzelfde, wanneer wij dieren en planten
en delfstoffen gevoelens en stemmingen
toeschrijven, die zij niet kennen.
Niettemin zullen wij dit blijven doen,
ook nadat wij de onjuistheid van onze
natuurverklaring hebben ingezien. Want
wij menschen spreken niet louter
redelijk of wetenschappelijk wij spre
ken ook dichterlijk. Ook de nuchterste
verstandsmensch onder ons is, zoodra
hij zijn mond open doet, dichter. Onze
vroeg Festenrath. „Bij het escadron
van Aldenshoven P Dat waren nog eens
huzaren, als ik mij niet vergis."
„Dat zou ik meenen antwoordde
de knecht en vertrok zijn breeden
mond tot een lach, die nu niet bepaald
onaangenaam was. „En u lijkt zoo
sprekend op den kapitein, die ons bij
Gieszen de Fransche kanonnen voor den
neus wegnam, als twee droppels water."
„Dat kan wel zijn," viel Festenrath
hem in de rede, terwijl hjj zijn schou
ders ophaalde. „Ben jjj hier met je
dienst tevreden f Menigeen bevalt de
vrede niet na die lange campagne.»
„Non, wat dat aangaat," zeide de
knecht, ik had van dat eeuwige heen
en weer trekken, vooral in den laat-
sten tijd, ook hartelijk genoeg.
Hier zou ik het niet lang uithouden,
want het is hier een echte janboel,
zooals het wairschijnljjk nergens
anders bestaat. Maar ik ga zoo
gauw mogelijk naar huis terug. Mijn
vader heeft een kleine boerderij, daar
ginds in de buurt van Wezel en mijn
oudste broeder gaat binnenkort trouwen
en gaat dan naar een andere boerderij.
Dan keer ik weer terug en neem de
leiding thuis op me, want mijn vader
wordt oud. Maar ergens is het hier
toch goed voor. Je kunt hier leeren,
hoe het niet moet wezen. Dat de boel
hier niet heelemaal spaak loopt ver
wondert mjj buitengewoon. Enfin, er
taal is een taal van dichters, en dient
niet steeds letterlijk, maar veel vaker
overdrachtelijk te worden opgevat.
Zelfs sinds een juister inzicht in de
natuur algemeen goed is geworden,
blijft de natuur voor ons, wat zjj was
voor den dichter van Faust, toen deze
zijn meesterwerk besloot met de erken
ning, dat al het vergankelijke slechts
een gelijkenis is.
Het gezang der vogels, de goede
maan, de onbarmhartige winter zijn
zinnebeelden, waarin wij onze eigen
stemming weergeven. Als wij, onder
een vredig maanlicht den nachtegaal
hooren zingen, is het niet de nachte
gaal, maar zijn wij zelf het, die den
gebeurt hier tegenwoordig heel veel,
wat niet door den beugel kan en bin
nenkort zullen er wel rare dingen te
wachten staan. De dragonders zijn niet
voor niemendal hier.»
Hoewel de laatste opmerkingen er
schijnbaar losweg tusschengeworpen
waren, scheen er toch wel een bedoe
ling achter te schuilen. Festenrath zou
er heel wat voor gegeven hebben, als
hij geweten had, of hij dezen man kon
vertrouwen, tot wien hij zich reeds
daarom ten deele voelde aangetrokken,
omdat het een oud-soldaat was. Zelden
zal een krijgsman den aandrang, ver
trouwen te schenken, kunnen weerstaan,
wanneer hij iemand ontmoet, die met
hem op denzelfden dag, aan denzelfden
kant in het vuur heeft gestaan.
„Je meent zeker die dwaze grappen
met de bokruiters," zeide hjj, terwijl
hij den knecht strak aankeek.
„Mooie grappen antwoordde deze.
Menigeen is met die grappenmakerij
have en goed kwijtgeraakt en zelfs om
het leven gekomen. Er moeten verdui
veld sluwe en vermetele kerels onder
zitten. Ik vermoed ook, dat er oude
kameraden van mjj bij zijn, die na den
oorlog niet meer wilden werken, maar
hun hrood gemakkelijker wilden ver
dienen. Menigeen van hen heeft zich
tegenover mij al eens een woordje laten
ontvallen maar ik weet dat zij
binnenkort toch wel voor het laatst
Schepper danken en prijzen. Iemand,
die om een of andere reden verdrietig
is of bedroefd, zal den nachtegaal om
zijn gezang haten en zijn vuisten bal
len tegen de maan.
Stemming is ook bij den standvas-
tigsten mensch aan wisseling onder
hevig. Het is de aanleiding, die haar
dikwijls bepaalt. Wie op een vredigen
maanavond den sperwer ziet uittrek
ken op zijn prooi en de vleermuis op
jacht bespiedt en zelf een worm ver
trapt onder zijn voet, en dan gaat den
ken aan zijn noodzakelijken strijd om
't bestaan, die altijd ten koste van
anderen gaat, en zoo voortmijme
rend het leven gaat zien als een
hun „beroep" zullen uitgeoefend heb
ben en bovendien is het niet mijn
zaak
„Ik zou wel eens graag willen weten,
of er nu veel waars in die geschiede
nis schuilt," hernam Festenrath, toen
de knecht voorzichtig zweeg. „Dat
spook is natuurlijk onzin. Ik geloof
ook niet, dat die kerels op een bok
rijden dat wordt maar verteld om
de bende in een geheimzinnig waas te
hullen.»
moet er anders wel meer van
weten 1» zeide de knecht, beteekenisvol
met de oogen knippend.
„Waarom ik?» vroeg Festenrath ten
zeerste verbaasd. „Wat heb ik met die
kerels te maken
„Nu, ik weet mjjn weetje wel
antwoordde de knecht. „Maar als n
daar niet graag over spreekt
„Oho, ik spreek juist heel graag
over alles, wat op mjj betrekking heeft!"
riep de kapitein vastberaden uit. „Dus,
beste vriend, vertel op wat je weet,
dat ben je me schuldig."
„Och, zoo erg is het nu bepaald
niet," zei 'de knecht, nadat hjj snel
een blik over de binnenplaats had la
ten gaan, dis geheel verlaten lag. „Als
u mij belooft, mijn neef niet in moei
lijkheden te brengen want met den
ouden overste valt niet te spotten..."
Festenrath begon de waarheid reeds
te vermoeden, hjj zei daarom rustigs
Vóór het inzeepen éérst de baard-
oppervlakte stevig inwrijven met een
weinig PurQl. Hierdoor laat zich de
meest gevoelige huid volstrekt pijnloos
scheren. Purol in Doozen van 30, 60
en 90 cent, bjj Apoth. en Drogisten.
Vraag meteen bij hen de gratis Hand
leiding over Pijnloos Scheren.
kwelling en den dood als een onbe
vredigende uitkomst, luistert naar den
nachtegaal niet meer.
Wat is nu het ware, het normale
gevoel tegenover het leven Mogen
we opgewekt zjjn om de in wezen
wreede kleur en fleur van den zomer
Moeten we somber zijn ondanks al
wat rondom ons lieflijk is en wel
luidt
We mogen niet en we moeten niet
de innerlijke noodzakelijkheid van ons
gevoelsleven lacht om redeneering en
voorschrift. We zijn vroolijk of we
zijn het niet. We zijn somber of we
zijn het niet. Ons gevoelsleven regelt
zich niet op bevelhet gaat zijn
eigen, vaak onnaspeurlijken, meestal
onbeheerschbaren gang.
Slechts met het stellig inzicht, dat
het leven verschrikkelijk is en de dood
nog versckiikkelijker, kunnen wij stil
verrukt luisteren naar het zingen der
vogels en opgetogen staren naar een
fel bloeiende bloem. Dit is de wonder-
gave van 't leven, en het zou onver
standig zijn, haar ongebruikt te laten
of te vernietigen.
Hier staan wjj voor een dier levens
geheimen, die het menschenbestaan
waarde verleenen. Deze gave ontslaat
ons van de verplichting, onze levens-
waardeering te bouwen op onze levens
beschouwing, welke inderdaad rekening
heeft te houden met strijd en ver
schrikkingen, die wij niet mogen ver
bloemen. Bomain Bolland, de pleit-
voerder voor heldhaftigheid in dit
bestaan vol verbijsterende ellende, be
sluit zijn roman Jean Christophe met
den uitroep „Het leven is een tragedie.
Hoera In dezen uitroep is de kwellen
de tegenstrijdigheid opgeheven.
Zoowel in Frankrijk als in Duitsch-
land is men thans, na de verkiezingen,
bezig met het vormen van een regee-
ringscoalitie.
In Frankrijk zijn de leiders van het
linkerblok, Herriot en Painlevé door
Millerand ontvangen. Poincaré was
daarbij tegenwoordig en heeft een uit
eenzetting van den financieelen toe
stand gegeven. Met deze wetenschap
gewapend, hebben de a.s. nieuwe
ministers, die beloofd hebben hun
krachten vooral aan de financieele
vraagstukken van den dag te zullen
wijden, een onderhoud gehad met de
partijleden, waaromtrent het resultaat
nog moet worden afgewacht.
In Duitschland heeft men een vaste
kern van Duitsche volkspartij, Beiersche
„In moeilijkheden breng ik niemand
graag. En beloven doe ik voorloopig
niets anders, dan dat ik niet eerder van
hier ga, alvorens je me verteld hebt,
wat je weet.»
„Nu dan, voor den drommel, voor
uit dan maar 1" riep de knecht lachend
uit. „Het kan hem zijn hals toch niet
kostenMijn nesf was in dien be-
wusten nacht ook onder de dragonders
bij de eenzame kapel en vertelde mij
in vertrouwen wat er gebeurd was. En
aangezien u zoo sprekend op den rit
meester lijkt en mijn neef u ook heeft
herkend
„Daarom wisten jullie zeker niets
beters te doen, dan die dwaze ontdek
king zoo snel mogelijk aan iedereen
over te vertellen viel Festenrath hem
in de rede, terwyl hij hem scherp aan
keek.
„Ik zou je lekker danken I" riep de
knecht lachend. „Ik zal mij wel wach
ten, Want ik gun het dien kerels van
harte, dat ze hoe eerder hoe liever
overrompeld worden, vooral Yliet, die
zijn vrouw afranselt, als ik niet in de
buurt ben, en nog een paar anderen.
Ik heb die dingen voor mezelf gehou
den, alleen terwille van mijn neef.»
Wordt vervolgdj.