M% 61.
Donderdag 22 Mei 1924
lil jaargang*
IJSCO „WALCHERir
Stormseinen.
FEUILLETON.
De Ondergang der
Bokruiters.
buitenland.
Binnenland.
Schrijnen en Smetten
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes";f 2,
buiten Goes f 2,
Afzonderlijke nummers 6 cent.
VerschijntMaandag- Woensdag
en Vrijdagavond.
««ism
Uitgave Naaml. Vennootschap Goesche Conrant
ADVERTENTJËN
van 1 regels f 1,20 elke regel
meer 2d cent.
Driemaal plaatsing wordt tweemaal
berekend.
Familieberichten 110 regels f 2,4-0
Bewijsnummers 5 cent.
en Klcenwens Boss* Drnkkers- en Uitgeversbedrijf Advertentiën worden aangenomen
tot 12 unr voormiddag.
COURANT
Uit den jongsten staat der Rijks
middelen blijkt, dat in de eerste vier
maanden van dit jaar de middelen 7 a/i
millioen minder hebben opgebracht,
dan in de eerste 4 maanden van 1923.
De opbrengst der inkomstenbelasting
daalde van f 43.297.775 in d; eerste
4 maanden van 1923 tol f 35.779.856
in dit jaar.
Deze cijfers maken een eenigszins
hniveringwekkenden indruk en doen
aan als een stormsein.
En men is geneigd te vragen Waar
blijft nn de uitwerking der maatrege
len, die de regeering toch nemen moet
om te voorkomen dat de storm hevige
schade aanricht? Want van die uit
werking valt toch eigenlijk nog niet
zoo heel veel te bespeuren.
Het is eigenaardig dat Mr. Zim
merman en Van Gijn in Oostenrijk de
zaken op pooten zijn gaan zetten,
terwijl we hier dergelijke knappe kop
pen o zoo best konden gebruiken.
Profeten zijn echter zelden in hun
eigen land geëerd. En het moet hier
eerst flink kraken en barsten voor deze
mannen hier te hulp zullen worden
geroepen. Bovendien vormt de partij
politiek, die hier hoogtij viert, vaak
een beletsel. Ware na de jongste
minister-crisis een nationaal kabinet
aan 't roer gekomen, allicht zou prof.
van Gijn aan boord van het regee-
ringsiehip een plaatsje hebben gevonden.
Men bedenke dat partij-politiek
„ist keine Zier, und weiter kommt
man ohne ihr."
Ook in een artikel van prof J. G.
Ch. Volmer, onder het opschrift „Zij
op uw hoede!-" in „De Naamlooze
Vennootschap" van 15 Mei j.l. klinkt
de waarschuwing door.
Deze schrijft
Zelfs zij, die niet zoo spoedig en
overal gevaar zien, moeten toegeven,
dat in de laatste maanden de kentee-
kenen van verzwakking van de positie
van den gulden talrijker en duidelijker
worden.
De goudzendingen van de Neder-
landsche Bank en groote in het bui
tenland geplaatste leeningen hebben
ampT kunnen voorkomen, dat de koers
van den dollar boven de f 2,70 steeg.
Ben hoog een feitelijk te hoog
rentetype moet onzen rijks- en gemeente-
leeningen in Engeland en Amerika een
markt bezorgen.
Herstel van het evenwicht tusschen
inkomsten en uitgaven van den Staat
en van de gemeenten is een allereerste
voorwaarde om tot gezonder toestanden
te geraken. Dit evenwicht moet her
steld en alleen hersteld worden door
vermindering der uitgaven en dit op
twee wijzen n.l.le door het berei
ken van ieder doel met de geringste
middelen, ergo door verhoogde effi
ciency en
2e door beperking, door tijdelijke
versobering, door alles uit te stelleD,
waarvoor thans de middelen ontbreken.
„Wer sich nicht nach der Decke streckt,
dem bleiben die Fiisze unbedeckU.
Er is Igeen geld voor schoolbonw
49
EEN ZONDERLINGE HISTORIE
DOOR
A. MÜTZELBURG.
Spoedig daarop verscheen Vliet. Hij
gedroeg zich nu, omdat hij zich alleen
tegenover den kapitein in diens kamer
bevond, eenigszins angstigmaar Fes-
tenrath scheen het niet te bemerken.
„Het is vanavond, en nog wel groote
vergadering(luisterde hij.
„Voortreffelijk I" riep Festenrath uit.
„En baard en kleeding
„Alles in ordeantwoordde Vliet.
„Ik heb alles daarginds in mijn eigen
kamer. Wij zouden eens kunnen passen,
als u er niet op tegen bent."
„Ja, in ieder geval moeten wij die
kleeren eens passen 1" zeide de kapitein.
„Het zou toch kunnen gebeuren, dat
er iets niet goed zat, of dat er iets
aan de vermomming ontbrak. En van
avond hebben we waarschijnlijk daar
voor geen gelegenheid meer. Maar, je
hebt gasten beneden en je hebt zeker
niet veel tijd meer?"
gedurende de eerst volgende jaren, ten
zij dan dat de toeneming van de be
volking nieuwbouw absoluut noodza
kelijk maakt. Moet er gebouwd worden,
dan bouwe men nog uit een schrale
beurs, eenvoudig en zonder luxe.
Geen nieuwe sociale maatregelen,
die nieuwe lasten op de gemeenschap
leggen maar wel eene tijdelijke wijzi
ging van de arneidswetgeving, in dien
zin, dat zoolang de begrooting niet
sluitend is, zoolang het gevaar voor
den gulden niet geweken is, de arbeids
week worde gesteld op bijv. 54 uren.
En dan eene ingrijpende wijziging van
den steun aan werkloozen. Aan den
steun moet de verplichting tot het
verrichten van arbeid, desnoods van
nutteloozen arbeid, verbonden zijn. De
tijden zijn er niet naar om de zucht
tot lediggang aan te moedigen.
Dit alles lijkt hard, anti-sociaal. In
werkelijkheid is het dat niet. Ook hier
maken de zoet-sprekende, zwakke me
dicijnmeesters, die niet durven ingrij
pen, stinkende wonden.
Wat toch zal daarvan het gevolg
zijn ais men nalaat het nooaige te
doen Blijvende verstoring van het
financieel evenwicht en daarmede in
flatie.
Wie zich spiegelt aan de landen
rondom onsaan Oostenrijk, Duitsch-
laud, België en Frankrijk, ziet dat
onder gevolgen van inflatie het eerst
en het zwaarst lijdende arbeider, de
ambtenaar en de kleine kapitalist, wier
geldinkomen wèl gelijk blijft, maar die
daarvoor steeds minder kannen ver
krijgen. Ondervoeding, verarming van
duizenden I Die ziet verder, dat rijk en
gemeenten steeds minder in staat zijn
te voldoen aan de cnltureele eischen,
die zij tot raak hebben te voldoen.
Onderwijs, kunsten en wetenschap ko
men in het gedrang. Geestelijke ver
arming.
Men heeft te kiezen tusschen twee
kwadenkieze men het minst erge.
Voorts wijst prof. V. er op, dat
Nederland reeds een der dichtst be
volkte landen van Europa is, terwijl
onze bodem arm is aan natuurschat-
ten. Emigratie kan óók door de moei
lijkheden, die baar in den weg gelegd
worden, geen voldoende uitkomst geven.
Aan industrialisatie van ons land,
die ik allerminst als een gewenscht
verschijnsel begroet, is dan ook geen
ontkomen en tot die industrialisatie
hebben de ondernemingen nieuw kapi
taal noodig, dat alleen door besparing
is te verkrijgen.
Daarom reeds is iedere verhooging
van den belastingdruk uit den booze.
„O, die daar beneden drinken ook
wel zonder dat ik er bij ben," hernam
Vliet. „Ga maar mee I"
„Zou het eigenlijk niet beter zijn,"
antwoordde Festenrath, alsof hij over
iets nadacht, „dat je mij al die dingen
hier op de kamer bracht f lk kan mij
hier veiliger verkleeden en in ieder
geval loopen wjj hier veel minder in
het oog dan ergens anders."
„U schijnt mij nog altijd niet te
vertrouwen 1" zeide Vliet.
„Voorzichtigheid is de moeder van
de porceleinkast," antwoordde Festen
rath lachend. „Ik vertrouw je vanavond
mijn leven toe. Daarom kun je van
daag toch nog wel doen, wat ik wensch.
Als iemand mij toevallig op jou kamer
zag met een valschen baard en in een
vreemde kleeding, dan zou dat wel
eens leelijke gevolgen kunnen hebben."
„Eigenlijk heb je geen ongelijk,"
zeide Vliet, wien er vandaag alles aan
gelegen scheen te zijn, om zijn gast
een blindelings vertrouwen in te boe
zemen. „Ik zal den heelen boel hier
heen halen en wij verkleeden ons
vanavond hier in deze kamer
„Waar is nu de vergadering vroeg
Festenrath. „Ver van hier f"
„Neen I We vergaderen ditmaal in
het Elzenboschje," zeide Vliet. „In het
midden van dit Elzenboschje ligt een
VAN SINTEN NU MN BINNEN DflflOO
De Belgen in de weer
De Belgische ministers en de Ita-
liaansche minister-president hebben
vastgesteld, dat het vergoedingsvraag-
stuk de ernstige oorzaak blijft van
podtieke beroering en oeconomische
crises en achten het noodzakelijk het
onverwijld op te lossen door toepas
sing van de verslagen der deskundigen,
welke een grondslag tot overeenstem
ming opleveren mits de Duitsche regee
ring de vereischte maatregelen eerlijk
en trouw ten uitvoer legt. De toestand,
welke zon voortvloeien nit een moed
willig in gebreke blijven van Duitsch-
land, maakte eveneens een onderwerp
van bespreking uit. Eeu overeenkomst
tusschen de geallieerden te dier zake
schijnt mogelijk te zijn. Zoodra de
onderlinge gedachtenwisseling tusschen
de geallieerden ver genoeg gevorderd
zal zijn, zijn de ministers voornemens
een conferentie bijeen te roepen der
geallieerden ter bezegeling van de aldus
verkregen overeenstemming.
Aldus luidt een officieel communiqué.
Terzelfder tijd heeft een vereeniging
van Duitsche industrieelen een vergade
ring gehouden, waarin dr. Bang,
minister v„n financiën in het kabinet
van dr. Kapp, critiek uitoefende op de
rapporten der deskundigen en ze erger
dan het verdrag van Versailles noemde.
Door de vergadering werd tenslotte een
motie van afkeuring aangenomen van
de houding van het rijksverbond der
Duitsche industrie, dat de rapporten
heeft goedgekeurd.
Hoewel het geen kwaad kan, dat de
lasten die de rapporten op de schouders
van de Duitsche industrie leggen, van
alle kanten bekeken en bespioken
worden, wil het ons toch voorkomen,
dat niet door een gedeelte der indu
strieelen stemming moet worden ge-
maakt tegen deze rapporten.
Een eventueele niet-aanvaarding door
den Rijksdag, en, zooals men weet is
het daar een dubbeltje op z'n kant,
zou zoowel voor Duitschland als voor
geheel Europa ellendige gevolgen mee'
brengen.
Levering aan den vijand.
Te Brussel is begonnen de hehande
ling der zaak tegen Baron Coppée, die
wordt beschuldigd gedurende den oorlog
benzol en teerolie aan den vijand te
hebben verschaft, bereid in de kolen
centrale van de bezettende macht.
Baron Coppée, de beklaagde, beweert,
dat hij ruwe benzol en teer-olie aan
den vijand heeft geleverd omdat dit
indirect meer aan de burgerlijke Bel
gische bevolking ten goede kwam.
Benzol was noodig voor het verkeer der
auto's en voor het kolenmijnbedrijf.
De Belgische industrie had bovendien
meer-olie noodig. De beschuldiging
heeft vastgesteld, dat terwijl Coppée
2.891.980 ton ruwe benzol in de
Duitsche kolencentrale heeft gemaakt,
ten hoogste 1000 ton daarvan aan
Belgische burgers is verkocht. En aan
die benzol was bovendien het deel, dat
onmisbaar is voor het maken van ont
plofbare stoffen, onttrokken.
Baron Coppée voert voorts tot zijn
ontlasting aan, dat zijn industrieeie
werkzaamheid gedurende den oorlog in
het bezette gedeelte van België, de
goedkeuring van graaf de Broqnevilie,
den loenmaligen Belgisehen minister
president, had ontvangen.
Fransche plagerijen-
Het gemeentebestuur van Dusseldorp
heeft den bouw van een door de Fran-
schen. geëischte artilleriekazerne ge
weigerd, daar het rijk niet bereid was
de kosten op zich te nemen. De stad
had opdracht gekregen niettemin uiter
lijk Zaterdag met den bouw te be
ginnen. Geschiedde dit niet, dan zonden
de leiders van het gemeentebestuur van
de groepen in den raad in hechtenis
worden genomen. Zaterdag is met den
bouw geen begin gemaakt. DienleDge-
volgi zijn de Franschen begonnen een
aantal voorname gebouwen in beslag te
nemen, te weten een fabriek van de
Rheinmetall, de fabriek Rheinstahl,
verschillende slachthuizen, de manége
van de politie, alle indertijd voor de
schupo gebouwde woningen, 145 in
getal, verschillende vergaderlokalen en
het heele Kunstpalast.
Hollandsche opbouwers.
Mr. Van Gijn, de nieuwe adviseur
van de Oostenrijksche Nationale Bank,
heeft aan een redacteur van de Neue
Freie Presse gezegd, dat hij aan den
oproep van rnr. Zimmerman gehoor
gegeven heeft, omdat hij het als zjjn
vaderlandschen plicht beschouwde zjjn
bijstand te verleenen aan den landge
noot, die een zoo belangrijken arbeid
voor Oostenrijk verrichtte. De heer Van
Gijn zeide verder, dat hij slechts met
moeite zijn werk in Nederland had
kunnen onderbreken. Hij had een voor
stel bij het parlement willen indienen,
waarbij hij zich nu door partijgenooteu
moet laten vertegenwoordigen. Hjj
hoopt nog vóór de bijeenkomst van den
Volkenbondsraad in Juni zijn advies te
kunnen uitbrengen.
beschutte, prachtige open plek met een
vasten bodem. Het is niet gemakkelijk
voor vreemdelingen om daar te komen,
Maar ik zal er u veilig heenbrengen,
We kunnen daar nauwelijks verrast
worden en gebeurt dat toch, dan ken
nen wij alle paadjes om te ontvluchten."
„Aan welken kant van de stad ligt
dat boschje vroeg Festecratb.
„Daar ginds I" antwoordde Vliet en
wees met zijn hand naar het Zuid-
Oosten.
„Goed, maar ga nn en haal de klee-
ren," riep de kapitein uit.
„Dus daar is het nietmompelde
hij in zichzelf, teen de waard zijn
kamer had verlaten. „Kon ik nu nog
maar te weten komen, waar die schurken
nu wel bij elkander komen, dan was
ik van het welslagen van mijn plan
vrijwel overtuigd. Ik mag vandaag mijn
oogen en ooren wel dubbel den kost
geven en mij niets laten ontgaan."
Vliet kwam al gauw met de kleeding'
stukken aandragen, die de kapitein aan
een nanwkeurig onderzoek onderwierp.
Aangezien de aanwezigheid van den
waard daarbij geheel overbodig was,
ging Vliet naar heneden om zjjn be
zoekers te bedienen. Het was den
kapitein niet ontgaan, dat Vliet, wiens
houding in den beginne slechts geveinsd
rustig was, zich tenslotte geheel zeker
Bij nota van wijziging wordt in het
wetsontwerp tot Wijziging en Aanvul
ling der Nijverheidsonderwijswet een
nieuw artikel opgenomen, luidende als
volgt Tot een nader bij de wet te
bepalen tijdstip wordt noch voor njj ver-
heidsscholen. na 1 Mei 1924 geopend,
noch voor uitbreiding van gebouwen,
dienende tot huisvesting van reeds vóór
dien datum gesubsidieerde nijverheids
scholen, subsidie nit 's Rijks kas ver
leend. In bijzondere gevallen kunnen
zij op dezen regel een uitzondering ma
ken. Voor nijverheidsscholen, vóór 1
Mei 1924 geopend, (en welke nog niet
in het genot van subsidie uit 's Rijks
kas zjjn gesteld) kan in bijzondere
gevallen, te beginnen met het jaar
1925, subsidie uit 's Rijks kas worden
verleend. De Kamer heeft dit art. aan
genomen met het tusschen haakjes ge-
van zijn zaak scheen te gevoelen.
Klaarblijkelijk had hij de verdenking,
dat Festenrath wel eens zijn gesprek
met Til den vorigen avond kon hebben
afgeluisterd, geheel laten varen.
De kleeding, die Vliet voor Festen
rath had bestemd, bestond uit een
echte boerenuitrusting.
Festenrath onderzocht alles zeer
nauwkeurighij ontdekte tevens, dat
uit de voor hem bestemde kleeding-
stukkeu alle groote zakken waren ver
wijderd, vermoedelijk een voorzorgs
maatregel, teneinde hem te beletten
wapens bij zich te verbergen, of ten
minste gemakkelijk bij de hand te
hebben.
Nadat de kapitein zich omtrent al
deze bijzonderheden zekerheid had ver
schaft, hing hij de kleeren in de kast
en begon thans het huis aan een nader
onderzoek te onderwerpen, waarbij hij
weliswaar slechts op zijn scherp gehoor
was aangewezen. Hij opende ook de
deur van zijn kamer op een kier om
te hoeren, wat of er beneden gebeurde.
Toen kwam hij op het idee, eens naar
zijn paard te kijken. Hij borg zjjn
pistolen in de la van de tafel, behield
slechts een klein zakpistool, dat de
oude overste hem had geleend en begaf
zich naai den stal.
Het paard stond in een van den grooten,
i, wat den prijs aangaat, het goed
koopst dessert.
voegde amendement-Gerhard.
Zie Kamerverslag.
De salarisverlaging van het
De Centrale voor Hoogere rijksamb
tenaren heeft aan de aangesloten ver-
eenigingen geadviseerd om niet tegen
den Staat te proc-deeren op grond der
intrekking van art. 40 van het Bezol
digingsbesluit.
Werken op Zondag op den kruiser
„Java".
Zaterdagmiddag werd bekend ge
maakt, dat door een 50-tal arbeiders
van de Kon. Maatsch. „De Schelde"
weder op Zondag zou moeten worden
gewerkt op den kruiser „Java", liggen
de in de buitenhaven alhier.
Door het bestuur der Anti.rev. kies-
vereeniging is daarvan telegrafisch
kennis gegeven aan de Anli-Rev. Ka
merleden Van der Voort van Zijp, Co-
lijn en De Wilde, met verzoek daarvan
den minister op de hoogte te stellen.
Des avonds 7 nur is daarop bij „de
Schelde» van den minister telegrafisch
bericht ontvangen, dat „noch op den
kruiser, noch in de werkplaatsen van
de Schelde" Zondagsarbeid mag worden
verricht». Dientengevolge zijn de werk
zaamheden afgelast.
De strijd in Twente.
Op vragen van dhr. Albarda i.z.
het optreden van den rijksbemiddelaar
bij het conflict in Twente, heeft de
minister van arbeid geantwoord dat
het optreden van den rijksbemiddelaar
geenszins in strijd is met de Arbeids-
geschillenwet.
Opgemerkt wordt nog dat vast slaat,
dat de organisaties der R.-K. en
Protestantsch-Christelijke arbeiders, met
wie de besprekingen werden voortgezet,
tezamen een grooter aantal leden tellen
dat de bij het N. V. V. aangesloten
organisatie „De Eendracht», terwijl
ook nog vertegenwoordigers van een
deel der ongeorganiseerde» aan de
voortgezette beraadslagingen deelnamen.
Moge het dus juist zijn, dat in casu
gebleken was, dat met een belangrijk
deel van één der partijen geen over
eenstemming bereikt kon worden, zoo
dat het geen nnt had verder met dat
deel te confereeren, even juist is, dat
een ander nog belangrijker deel dier
partij verklaard had prijs te stellen op
voortzetting der bespreking.
Bevolking.
De bevolking van ons land bedroeg
op 1 Maart 1924 7,224,362 zielen
tegen 7,104,066 een jaar te voren.
De toeneming was dus 120,296 zielen
of 1.69 percent.
Het aantal huwelijken neemt af en
bedroeg per 1000 zielen in 1923 8,
en in 1922 8.7.
der huid, zoowel bij kinderen als ook
bij volwassenen, verzacht en geneest
men met Purol.
algemeenen stal afgezonderde ruimte,
tezamen met het paard van Vliet. Het
dier ontving zijn meester met een vroo-
lijk gehinnik en het drukte zij» blijd
schap, toen hij het op den hals klopte
en streelde, door stampen met de poo
ten en schudden met den kop nit.
Festenrath bekeek ook het paard van
den waard met groote opmerkzaamheid.
Eindelijk bemerkte hij, dat de knecht
over de lage schutting heen keek, welke
de kleine ruimte van het overige ge
deelte van den stal scheidde.
„Nn, mijnheer zei de knecht, „U
bent vannacht maar in het geheel niet
thuisgekomen. Wij hadden de deur nog
tot over twaalven los gelaten.»
Festenrath nam den knecht wat nauw
keuriger op. Htt was een flink gebouwde
kerel van ongeveer acht en twintig jaar
met een breed en leelijk, maar eerlijk
gezicht. eenigBzins gesloten en knorrig
weliswaar, maar toch niet in die mate
zooals het bij landslieden die in dienst
betrekking zijn, gewoonlijk het geval
is. Festenrath meende ook te merken,
dat er in de oogen van den knecht
een sluwe uitdrukking lag en deze hem
met een eigenaardige* blik aankeek,
die niet zoo gemakkelijk te ontraadselen
was, maar die den kapitein overigens
al eerder bjj hem was opgevallen.
[Wordt vervolgd